31997R0544

Verordening (EG) nr. 544/97 van de Commissie van 25 maart 1997 tot invoering van oorsprongscertificaten voor uit bepaalde derde landen ingevoerde knoflook

Publicatieblad Nr. L 084 van 26/03/1997 blz. 0008 - 0010


VERORDENING (EG) Nr. 544/97 VAN DE COMMISSIE van 25 maart 1997 tot invoering van oorsprongscertificaten voor uit bepaalde derde landen ingevoerde knoflook

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 31, lid 2,

Overwegende dat op grond van Verordening (EEG) nr. 1859/93 van de Commissie van 12 juli 1993 houdende toepassing van invoercertificaten voor de invoer van knoflook uit derde landen (2), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1662/94 (3), voor alle knoflook die in de Gemeenschap in het vrije verkeer wordt gebracht een invoercertificaat moet worden overgelegd;

Overwegende dat in de afgelopen jaren, en met name na de vaststelling van een vrijwaringsclausule ten aanzien van de invoer van knoflook van oorsprong uit China, is geconstateerd dat de invoer van dit product uit sommige derde landen die geen traditionele leveranciers van de Gemeenschap zijn plotseling zeer sterk is toegenomen;

Overwegende dat er op grond van deze constatering en van de door de Commissie ontvangen informatie gegronde twijfels bestaan over de werkelijke oorsprong van de uit die landen van oorsprong ingevoerde knoflook; dat op grond daarvan de bevoegde diensten van de Commissie deze zaak aan de terzake bevoegde instanties in de lidstaten hebben gesignaleerd; dat het volume van de invoer waarvoor twijfel bestaat over de werkelijke oorsprong ervan, evenwel nog sterker is toegenomen;

Overwegende dat, teneinde de controle te verscherpen en elke verlegging van het handelsverkeer op basis van onjuiste documenten te voorkomen, moet worden bepaalde dat knoflook uit deze landen van oorsprong slechts mag worden ingevoerd na overlegging van een oorsprongscertificaat dat door de bevoegde nationale autoriteiten is afgegeven overeenkomstig de artikelen 56 tot en met 62 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautaire douanewetboek (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 89/97 (5); dat om dezelfde reden dient te worden geëist dat knoflook van oorsprong uit die derde landen rechtstreeks naar de Gemeenschap moet worden vervoerd;

Overwegende dat de invoering van dergelijke regeling inzake certificaten van oorsprong vereist dat de Gemeenschap en de betrokken derde landen op administratief gebied samenwerken, zoals is bepaald in de artikelen 63 tot en met 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93, met name opdat aan de Commissie informatie wordt verstrekt betreffende de autoriteiten die in ieder derde land bevoegd zijn om oorsprongscertificaten af te geven; dat deze gegevens in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C, zullen worden gepubliceerd zodra zij door de betrokken derde landen aan de Commissie zijn meegedeeld; dat deze verordening voor elk van de betrokken derde landen zal gelden zodra die gegevens zijn gepubliceerd: dat evenwel dient te worden bepaald dat de nodige gegevens binnen drie maanden aan de Commissie moeten worden toegezonden; dat deze verordening derhalve na afloop van die termijn voor alle betrokken landen zal gelden, ongeacht of zij al dan niet de gegevens aan de Commissie hebben verstrekt;

Overwegende dat specifieke bepalingen moeten worden vastgesteld om de producten die bij de inwerkingtreding van deze verordening nog onderweg waren, van de toepassing ervan vrij te stellen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Knoflook van oorsprong uit de in de bijlage vermelde derde landen mag in de Gemeenschap slechts in het vrije verkeer worden gebracht indien:

a) een oorsprongscertificaat wordt overgelegd dat door de bevoegde nationale autoriteiten van de betrokken landen is afgegeven overeenkomstig de artikelen 55 tot en met 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93, en

b) het product rechtstreeks vanuit die landen naar de Gemeenschap is vervoerd.

Artikel 2

1. Als rechtstreeks vanuit de in de bijlage vermelde derde landen naar de Gemeenschap vervoerde producten worden beschouwd:

a) producten die niet over het grondgebied van een ander derde land zijn vervoerd;

b) producten die over het grondgebied van andere derde landen dan het land van oorsprong zijn vervoerd, met of zonder overlading of tijdelijke opslag in deze landen, voor zover het vervoer door deze landen om geografische redenen of uitsluitend om vervoertechnische redenen geschiedt en de producten:

- in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douaneautoriteiten zijn gebleven,

- daar niet in de handel zijn gebracht of tot verbruik zijn aangegeven, en

- daar geen andere behandelingen hebben ondergaan dan, in voorkomend geval, lossen, opnieuw laden of behandeling met het oog op de bewaring ervan in de oorspronkelijke staat.

2. Het bewijs dat aan de in lid 1, littera b), bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door aan de autoriteiten van de Gemeenschap de volgende stukken over te leggen:

a) hetzij het in het land van oorsprong opgestelde enige vervoerdocument, onder dekking waarvan het vervoer door het land van doorvoer is geschied,

b) hetzij een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven verklaring waarin:

- de producten nauwkeurig zijn omschreven,

- de data zijn aangegeven waarop de producten zijn gelost en opnieuw geladen, en, in voorkomend geval, is vermeld van welke schepen gebruik is gemaakt,

- wordt gecertificeerd onder welke voorwaarden de producten in het land van doorvoer hebben verbleven,

c) hetzij, bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijskrachtig document.

Artikel 3

De voor de instelling van de in de artikelen 63 tot en met 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 bedoelde administratieve samenwerking vereiste gegevens worden gepubliceerd in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C, zodra ze door de in de bijlage vermelde derde landen zijn medegedeeld.

Artikel 4

1. Deze verordening geldt niet voor producten die naar de Gemeenschap onderweg waren als bedoeld in lid 2.

2. Worden geacht naar de Gemeenschap onderweg te zijn de producten die:

- voor de tenuitvoerlegging van deze verordening hun land van oorsprong hebben verlaten, en

- worden vervoerd onder dekking van het vervoerdocument dat geldt van de plaats van lading in het land van oorsprong naar de plaats van lossing in de Gemeenschap, en dat vóór de tenuitvoerlegging van deze verordening is opgesteld.

3. De belanghebbenden leveren, ten genoegen van de douaneautoriteiten, het bewijs dat de in lid 2 bedoelde voorwaarden vervuld zijn.

De autoriteiten kunnen evenwel aannemen dat de producten het land van oorsprong vóór de tenuitvoerlegging van deze verordening hebben verlaten, wanneer een van de volgende documenten wordt overgelegd:

- bij vervoer overzee, het cognossement, waaruit blijkt dat de producten vóór die datum zijn geladen,

- bij vervoer per spoor, de vrachtbrief die vóór die datum door de spoorwegdiensten van het land van oorsprong is aanvaard,

- bij vervoer over de weg, het vervoercontract voor goederen over de weg of een ander vervoerdocument dat vóór die datum in het land van oorsprong is opgesteld,

- bij luchtvervoer, de luchtvrachtbrief waaruit blijkt dat de luchtvaartmaatschappij de producten vóór die datum in ontvangst heeft genomen.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is voor de in de bijlage vermelde landen van toepassing zodra voor die landen de in artikel 3 bedoelde gegevens zijn gepubliceerd of, indien die gegevens nog niet zijn gepubliceerd, in elk geval drie maanden na haar bekendmaking.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 maart 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 297 van 21. 11. 1996, blz. 1.

(2) PB nr. L 170 van 13. 7. 1993, blz. 10.

(3) PB nr. L 176 van 9. 7. 1994, blz. 1.

(4) PB nr. L 253 van 11. 10. 1993, blz. 1.

(5) PB nr. L 17 van 21. 1. 1997, blz. 28.

BIJLAGE

Lijst van de in artikel 1, lid 1, bedoelde derde landen

Libanon

Iran

Verenigde Arabische Emiraten

Vietnam