31997E0357

97/357/GBVB: Gemeenschappelijk standpunt van 2 juni 1997 inzake Albanië door de Raad vastgesteld op basis van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

Publicatieblad Nr. L 153 van 11/06/1997 blz. 0004 - 0005


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT van 2 juni 1997 inzake Albanië door de Raad vastgesteld op basis van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (97/357/GBVB)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel J.2,

Overwegende dat het regionaal beleid, door de Raad omschreven in zijn conclusie van 26 februari 1996, ook betrekking heeft op Albanië;

Herinnerend aan de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake handel en commerciële en economische samenwerking (1);

Overwegende dat de Raad op 24 maart 1997 heeft bevestigd dat de Europese Unie vastbesloten is een belangrijke rol te spelen door Albanië te helpen bij de terugkeer naar politieke en economische stabiliteit;

Overwegende dat de Raad heeft besloten dat de Unie binnen het coördinerende kader van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zal samenwerken; dat de Permanente Raad van de OVSE op 27 maart 1997 heeft besloten een OVSE-aanwezigheid in Albanië tot stand te brengen;

Overwegende dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in zijn resolutie 1101 van 28 maart 1997 het aanbod van bepaalde VN-lidstaten toejuicht om een tijdelijke en beperkte multinationale beschermingsmacht in Albanië te stationeren; dat de multinationale beschermingsmacht inmiddels operationeel is;

Overwegende dat de Raad op 29 april 1997 zijn steun heeft toegezegd aan de inspanningen van de West-Europese Unie (WEU) en de Raad van Europa om bij te dragen tot het weer opzetten van een levensvatbare politiemacht in Albanië,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJKE STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Europese Unie zal Albanië binnen het coördinerende kader van de OVSE door haar eigen optreden en aanwezigheid ter plaatse helpen bij het bevorderen van het democratische proces, de terugkeer naar politieke stabiliteit, het herstel van de binnenlandse veiligheid en het houden van vrije en eerlijke verkiezingen. Zij zal voortgaan met het verlenen van humanitaire hulp en het ondersteunen van economische hervormingen.

In dit verband coördineert de Unie haar inspanningen met die van andere internationale organisaties, met inbegrip van de WEU en de Raad van Europa.

De Unie voert coördinatieoverleg met de multinationale beschermingsmacht om beter in staat te zijn snel en zonder risico's humanitaire bijstand te verlenen en te helpen een veilig klimaat te scheppen voor de missies van internationale organisaties in Albanië.

Artikel 2

De Raad neemt er nota van dat de Commissie namens de Europese Gemeenschap:

- in de onmiddellijke behoeften van het Albanese volk voorziet door voedsel en medicijnen te leveren via het Bureau voor humanitaire hulp van de Europese Gemeenschap;

- overweegt de Phare-steun te concentreren op gebieden die rechtstreeks verband houden met de versterking van de democratie, het herstel van de economische activiteiten en de hervorming van de overheidsdiensten in Albanië;

- de verstrekking van financiële steun coördineert met de internationale financiële instellingen;

- bereid is een bijdrage te leveren aan het initiatief van de WEU en de Raad van Europa in het kader van het mandaat voor een multinationale advieseenheid voor de politie, waarmee wordt beoogd weer een levensvatbare Albanese politiedienst op te zetten;

- bereid is de ondersteunings- en waarnemingsactiviteiten van de OVSE bij de verkiezingen te steunen.

Artikel 3

De Europese Unie is bereid steun te verlenen voor het spoedig houden van vrije en eerlijke parlementsverkiezingen, met name door het sturen van waarnemers.

Zij hecht bijzonder belang aan de rol van vrije Albanese media in de verkiezingscampagne.

In dit verband zal de Unie zo spoedig mogelijk besluiten welke vorm haar bijdrage zal krijgen.

Artikel 4

De Europese Unie is bereid op een passend tijdstip en onder passende omstandigheden een internationale conferentie over Albanië te beleggen waaraan de internationale financiële instellingen, de OVSE, de VN alsook derde landen zullen worden verzocht deel te nemen.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad.

Gedaan te Luxemburg, 2 juni 1997.

Voor de Raad

De Voorzitter

H. VAN MIERLO

(1) PB nr. L 343 van 25. 11. 1992, blz. 2.