RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 15 juli 1996

over de doorzichtigheid van beroepsopleidingscertificaten

(96/C 224/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG (1),

Gelet op Beschikking 85/368/EEG van de Raad van 16 juli 1985 inzake de vergelijkbaarheid van de getuigschriften van vakbekwaamheid tussen Lid-Staten van de Europese Gemeenschap (2);

(1) Overwegende dat, overeenkomstig artikel 3, onder c), van het Verdrag, de afschaffing tussen de Lid-Staten van hinderpalen voor het vrije verkeer van personen een van de doelstellingen van de Gemeenschap is;

(2) Overwegende dat de bepalingen die tot dusverre door de Raad zijn aangenomen op het stuk van erkenning van onderwijs en beroepsopleiding, alsmede van beroepservaring, uitsluitend de toegang regelen tot die beroepen welke in een Lid-Staat gereglementeerd zijn;

(3) Overwegende dat het wenselijk is de doorzichtigheid van beroepsopleidingscertificaten te verbeteren;

(4) Overwegende dat bovendien de mobiliteit van de Europese burgers moet worden bevorderd door middel van procedures die gebruikmaking van behaalde getuigschriften vergemakkelijken;

(5) Overwegende dat beroepsopleiding en beroepsonderwijs in een aantal Lid-Staten integrerend deel uitmaken van het algemene onderwijsstelsel, terwijl zij in andere Lid-Staten in twee verschillende stelsels thuishoren;

(6) Overwegende dat initiatieven zoals de "portefeuille van vaardigheden", in ieder geval transparante certificaten vergen die de werkgevers fundamentele aanwijzingen kunnen geven over de kenmerken en de inhoud van het gevolgde opleidingsparcours en de opgedane praktijkervaring;

(7) Overwegende dat in de resolutie van de Raad van 18 december 1990 betreffende de vergelijkbaarheid van getuigschriften van vakbekwaamheid (3), de Commissie wordt verzocht voorstellen in te dienen die een daadwerkelijk vrij verkeer van werknemers in de Gemeenschap mogelijk maken;

(8) Overwegende dat in titel I, punt 3, van het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden, dat door de staatshoofden en regeringsleiders van elf Lid-Staten van de Gemeenschap tijdens de Europese Raad van Straatsburg op 9 december 1989 is aangenomen, wordt bepaald dat de belemmeringen van het vrij verkeer die voortvloeien uit de niet-erkenning van diploma's of gelijkwaardige beroepskwalificaties moeten worden opgeheven;

(9) Overwegende dat de resolutie van de Raad van 3 december 1992 over de doorzichtigheid van kwalificaties (4) als doelstelling vermeldt het wederzijdse inzicht en vertrouwen in de verschillende kwalificatiesystemen en in de kwalificaties zelf te verbeteren, een ieder die zulks wenst in staat te stellen om potentiële werkgevers in de Europese Unie een duidelijk en doelmatig overzicht te geven van zijn beroepskwalificaties, opleiding en werkervaring, en werkgevers te helpen om gemakkelijk toegang te krijgen tot duidelijke omschrijvingen van kwalificaties en beroepservaring, teneinde na te gaan of sollicitanten uit andere Lid-Staten voor een bepaalde vacature over de vereiste beroepsbekwaamheid beschikken;

(10) Overwegende dat de resolutie van de Raad van 11 juni 1993 inzake beroepsonderwijs en -opleiding in de jaren negentig (5) als doelstelling vermeldt de verbetering van de kwaliteit van beroepsonderwijs en de totstandbrenging van de transparantie in de Gemeenschap met betrekking tot de beroepskwalificaties van individuele personen en hun werkervaring;

(11) Overwegende dat in de resolutie van de Raad van 5 december 1994 over de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de beroepsopleiding (6) wordt verklaard dat het mogelijk zou moeten zijn dat de in een initiële of voortgezette beroepsopleiding verworven vakbekwaamheid in verscheidene talen wordt beschreven, zodat die eenduidig herkenbaar is en kan worden vergeleken met de eisen van de aangeboden betrekking;

(12) Overwegende dat in het "Witboek over onderwijs en opleiding - Onderwijzen en leren: naar een cognitieve samenleving" eens te meer wordt aangespoord tot maatregelen gericht op steun aan mobiliteit van zowel jongeren als volwassenen en erkenning van nieuwe vaardigheden, alsmede op de beste middelen om deze te verwerven, te beoordelen en te certificeren,

I. WIJST EROP DAT HET VAN BELANG IS:

1. a) de houders van beroepsopleidingskwalificaties de beschikking te geven over certificaten die de verworven vaardigheden doorzichtig maken;

b) werkgevers en/of andere belanghebbende personen en instanties de beschikking te geven over de nodige informatie om de inhoud van de beroepsopleidingscertificaten te kunnen begrijpen en te kunnen beoordelen of deze beantwoorden aan de behoeften van hun onderneming;

2. a) de diversiteit te eerbiedigen van de in de Lid-Staten bestaande onderwijs-, opleidings- en kwalificatiesystemen, en van de instanties die zich in elke Lid-Staat met de verstrekking van beroepsopleidingscertificaten bezighouden;

b) de duidelijkheid en de doorzichtigheid van beroepsopleidingscertificaten te verbeteren om het nut ervan zowel voor de werkgevers als voor de werknemers in alle Lid-Staten te vergroten;

II. VERZOEKT DERHALVE DE LID-STATEN OM, MET INACHTNEMING VAN DE NATIONALE PRAKTIJKEN EN VAN DE VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN:

1. een grotere doorzichtigheid van de beroepsopleidingscertificaten te bevorderen door criteria toe te passen die met name het volgende kunnen omvatten:

a) vermelding van de instantie die het certificaat afgeeft en van de rechtspositie daarvan;

b) vermelding van de identiteit van de houder van het certificaat;

c) vermelding van het doel, de duur en de inhoud van de gevolgde beroepsopleiding en een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van de verworven beroepskwalificatie;

d) vermelding van de eindresultaten van het gevolgde opleidingsparcours;

e) informatie over de geldigheid van de certificaten met betrekking tot de toegang tot bepaalde beroepen en/of tot verdere opleiding;

2. de nodige maatregelen te bevorderen met het oog op de afgifte van beroepsopleidingscertificaten in andere communautaire talen.

III. VERZOEKT DE COMMISSIE:

1. in het kader van de communautaire initiatieven en programma's, met name van de programma's Leonardo da Vinci en Socrates, de initiatieven van de Lid-Staten te steunen voor de eventuele bevordering van nieuwe doorzichtige certificaatmodellen op basis van deze resolutie;

2. aan het Europees Parlement en de Raad verslagen voor te leggen over de op het gebied van deze resolutie geboekte vooruitgang, en zulks voor het eerst vijf jaar na de aanneming van deze resolutie.

(1) PB nr. L 209 van 24. 7. 1992, blz. 25. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/43/EG van de Commissie (PB nr. L 184 van 3. 8. 1995, blz. 21).

(2) PB nr. L 199 van 31. 7. 1985, blz. 56.

(3) PB nr. C 109 van 24. 4. 1991, blz. 1.

(4) PB nr. C 49 van 19. 2. 1993, blz. 1.

(5) PB nr. C 186 van 8. 7. 1993, blz. 3.

(6) PB nr. C 374 van 30. 12. 1994, blz. 1.