31996R2153

Verordening (EG) nr. 2153/96 van de Raad van 25 oktober 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek

Publicatieblad Nr. L 289 van 12/11/1996 blz. 0001 - 0001


VERORDENING (EG) Nr. 2153/96 VAN DE RAAD van 25 oktober 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), inzonderheid op artikel 249,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het bedrag van de doorlopende zekerheid bij extern communautair douanevervoer dat bij artikel 361 is vastgesteld op ten minste 30 % van de rechten, heffingen en belastingen, niet in alle gevallen kan waarborgen dat de eigen middelen in geval van fraude worden geïnd; dat dit bedrag derhalve, behoudens in bepaalde gevallen op 100 % moet worden vastgesteld;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (2) derhalve moet worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 361 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt als volgt gewijzigd:

1. Lid 1 wordt vervangen door:

"1. Het bedrag van de doorlopende zekerheid is gelijk aan 100 % van het bedrag van de verschuldigde rechten, heffingen en belastingen, met een minimum van 7 000 ecu, overeenkomstig lid 4, behalve in de in lid 2 bedoelde gevallen.

2. De douaneautoriteiten van de Lid-Staten kunnen echter bepalen dat de doorlopende zekerheid ten minste 30 % bedraagt van het bedrag van de verschuldigde rechten, heffingen en belastingen, met een minimum van 7 000 ecu, overeenkomstig lid 4, op voorwaarde dat:

- de ondernemer gedurende twee jaar geregeld communautair douanevervoer heeft verricht overeenkomstig de doorlopende-zekerheidsregeling;

- hij in die periode al zijn verplichtingen steeds is nagekomen;

- die beperkte zekerheid ten minste het bedrag van de douaneschuld dekt;

- de goederen niet voorkomen op de lijst in bijlage 52 en niet uitgesloten zijn van de doorlopende zekerheid.

3. De in lid 2 bedoelde uitzondering is niet van toepassing indien niet langer aan de daarin genoemde voorwaarden is voldaan.";

2. de leden 2 en 3 worden vernummerd tot 4 en 5.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 25 oktober 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

E. KENNY

(1) PB nr. L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1. Verordening gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.

(2) PB nr. L 253 van 11. 10. 1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1676/96 (PB nr. L 218 van 28. 8. 1996, blz. 1).