31996R0726

Verordening (EG) nr. 726/96 van de Commissie van 22 april 1996 betreffende het beëindigen van de visserij op kabeljauw, schelvis en schol door vissersvaartuigen die de vlag voeren van België

Publicatieblad Nr. L 101 van 24/04/1996 blz. 0001 - 0001


VERORDENING (EG) Nr. 726/96 VAN DE COMMISSIE van 22 april 1996 betreffende het beëindigen van de visserij op kabeljauw, schelvis en schol door vissersvaartuigen die de vlag voeren van België

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2870/95 (2), inzonderheid op artikel 21, lid 3,

Overwegende dat Verordening (EG) nr. 3074/95 van de Raad van 22 december 1995 inzake de vaststelling van de voor 1996 geldende totaal toegestane vangsten voor bepaalde visbestanden of groepen visbestanden, alsmede bepaalde bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3), quota vastlegt voor kabeljauw, schelvis en schol voor 1996;

Overwegende dat het, om de naleving te waarborgen van de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten uit bepaalde bestanden, waarvoor een quotum is vastgesteld, noodzakelijk is dat de Commissie de datum vastlegt waarop het toegewezen quotum wordt geacht volledig te zijn gebruikt ten gevolge van de vangsten verricht door de vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat;

Overwegende dat de quota toegewezen aan België voor 1996 voor kabeljauw in de wateren van ICES-gebied III a Skagerrak, voor schelvis in de wateren van de ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone) en voor schol in de wateren van ICES-gebied III a Skagerrak, geacht worden te zijn gebruikt op grond van uitwisselingen; dat België de visserij op deze bestanden verboden heeft met ingang van 1 maart 1996; dat het daarom noodzakelijk is deze datum aan te houden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De quota voor kabeljauw in de wateren van ICES-gebied III a Skagerrak, voor schelvis in de wateren van de ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone) en voor schol in de wateren van ICES-gebied III a Skagerrak, die aan België voor 1996 zijn toegewezen, worden geacht volledig te zijn gebruikt.

De visserij op kabeljauw in de wateren van ICES-gebied III a Skagerrak, op schelvis in de wateren van de ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone) en op schol in de wateren van ICES-gebied III a Skagerrak, door vaartuigen die de vlag voeren van België of die in België zijn geregistreerd, is verboden alsmede het aan boord houden, de overlading en het lossen van deze bestanden welke door vermelde vaartuigen gevangen zijn in deze wateren na de datum van toepassing van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 maart 1996.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 april 1996.

Voor de Commissie

Emma BONINO

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 261 van 20. 10. 1993, blz. 1.

(2) PB nr. L 301 van 14. 12. 1995, blz. 1.

(3) PB nr. L 330 van 30. 12. 1995, blz. 1.