31996D0524

96/524/EG: Beschikking van de Commissie van 29 juli 1996 waarbij in beginsel wordt erkend dat het dossier dat is ingediend voor een grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van isoxaflutole in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 220 van 30/08/1996 blz. 0027 - 0028


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 29 juli 1996 waarbij in beginsel wordt erkend dat het dossier dat is ingediend voor een grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van isoxaflutole in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is (Voor de EER relevante tekst) (96/524/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/12/EG van de Commissie (2), en met name op artikel 6, lid 3,

Overwegende dat Richtlijn 91/414/EEG voorziet in de opstelling van een communautaire lijst van toegelaten werkzame stoffen voor bestrijdingsmiddelen;

Overwegende dat Rhône-Poulenc Secteur Agro op 6 maart 1996 bij de autoriteiten van Nederland een dossier heeft ingediend om te verkrijgen dat de werkzame stof isoxaflutole wordt opgenomen in bijlage I bij genoemde richtlijn; dat de Nederlandse autoriteiten aan de Commissie de resultaten hebben medegedeeld van een eerste onderzoek naar de volledigheid van het dossier ten aanzien van de gegevens en informatie die zijn voorgeschreven in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, bijlage III bij genoemde richtlijn; dat het bedrijf het dossier vervolgens overeenkomstig artikel 6, lid 2, van die richtlijn heeft doen toekomen aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten;

Overwegende dat de Commissie het dossier aan het Permanent Planteziektenkundig Comité heeft voorgelegd in de vergadering van de werkgroep Wetgeving van dit comité op 22 april 1996, tijdens welke vergadering de Lid-Staten de ontvangst van het dossier hebben bevestigd;

Overwegende dat krachtens artikel 6, lid 3, van Richtlijn 91/414/EEG op het niveau van de Gemeenschap dient te worden bevestigd dat het dossier moet worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn vervat in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, bijlage III bij die richtlijn;

Overwegende dat een dergelijke bevestiging nodig is om het grondige onderzoek van het dossier te kunnen uitvoeren en om het voor de Lid-Staten mogelijk te maken gewasbeschermingsmiddelen met deze werkzame stof voorlopig toe te laten met inachtneming van de in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde voorwaarden, en met name de voorwaarde dat de werkzame stof en het gewasbeschermingsmiddel moeten worden onderworpen aan een grondige beoordeling in het licht van de voorschriften van die richtlijn;

Overwegende dat daardoor niet wordt uitgesloten dat het bedrijf kan worden gevraagd verdere gegevens of informatie te verstrekken indien dat tijdens het grondige onderzoek nodig blijkt om een besluit te kunnen nemen;

Overwegende dat tussen de Lid-Staten en de Commissie is overeengekomen dat Nederland het grondige onderzoek van het dossier zal verrichten en de conclusies van zijn onderzoek - vergezeld van eventuele aanbevelingen met betrekking tot de vraag of de werkzame stof al dan niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG moet worden opgenomen, onder vermelding van de eventueel aan die opneming te verbinden voorwaarden - zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen een jaar in een verslag aan de Commissie zal mededelen; dat na ontvangst van dit verslag het grondige onderzoek zal worden voortgezet met de deskundige inbreng van alle Lid-Staten in het kader van het Permanent Planteziektenkundig Comité;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Planteziektenkundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het dossier dat Rhône-Poulenc Secteur Agro bij de Commissie en de Lid-Staten heeft ingediend met het oog op de opneming van isoxaflutole als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en dat op 22 april 1996 is voorgelegd aan het Permanent Planteziektenkundig Comité wordt geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn vervat in bijlage II en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, bijlage III bij die richtlijn.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 29 juli 1996.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 230 van 19. 8. 1991, blz. 1.

(2) PB nr. L 65 van 15. 3. 1996, blz. 20.