31996D0082

96/82/EG: Beschikking van de Commissie van 12 januari 1996 tot wijziging van de Beschikkingen 93/196/EEG en 93/197/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen, van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen, ten aanzien van piroplasmose (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 019 van 25/01/1996 blz. 0056 - 0056


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 12 januari 1996 tot wijziging van de Beschikkingen 93/196/EEG en 93/197/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen, van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen, ten aanzien van piroplasmose (Voor de EER relevante tekst) (96/82/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, en met name op de artikelen 15 en 16,

Overwegende dat de diergezondheidsvoorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen zijn vastgesteld bij Beschikking 93/196/EEG van de Commissie (2) en voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen bij Beschikking 93/197/EEG van de Commissie (3), beide laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/81/EG (4);

Overwegende dat piroplasmose (B. equi en B. caballi) thans in sommige Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voorkomt; dat in bepaalde Lid-Staten voor piroplasmose seropositief bevonden paardachtigen aanwezig zijn;

Overwegende dat derhalve de voor de invoer van bepaalde categorieën paardachtigen uit derde landen vereiste negatieve serologische testresultaten geen zin meer hebben;

Overwegende dat behandeling van de paardachtigen om een einde te maken aan de infectie schadelijk kan zijn voor de dieren; dat echter wanneer na de behandeling gedurende een korte periode een negatief resultaat wordt geconstateerd bij de vereiste serologische test, dit niet uitsluit dat de dieren de ziekte kunnen overbrengen op vectorteken;

Overwegende dat bovengenoemde beschikkingen dienovereenkomstig gewijzigd moeten worden;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In Beschikking 93/196/EEG, wordt in bijlage II, rubriek III "Gegevens met betrekking tot de gezondheid", punt j), vierde streepje geschrapt.

Artikel 2

In Beschikking 93/197/EEG, wordt in bijlage II, bij de gezondheidscertificaten D en E, in rubriek III "Gegevens met betrekking tot de gezondheid", punt j), vierde streepje geschrapt.

Artikel 3

Deze beschikking is van toepassing met ingang van de 15e dag na de kennisgeving aan de Lid-Staten.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 12 januari 1996.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 42.

(2) PB nr. L 86 van 6. 4. 1993, blz. 7.

(3) PB nr. L 86 van 6. 4. 1993, blz. 16.

(4) Zie bladzijde 53 van dit Publikatieblad.