31995D0222

95/222/EGKS: Besluit van het Europees Parlement van 5 april 1995 waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor het beheer van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in het begrotingsjaar 1993

Publicatieblad Nr. L 141 van 24/06/1995 blz. 0067 - 0074


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT van 5 april 1995 waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor het beheer van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in het begrotingsjaar 1993 (95/222/EGKS)

HET EUROPEES PARLEMENT,

- gezien de bijgaande bedragen (1) in de financiële staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal per 31 december 1993 alsmede het verslag van de Rekenkamer van 30 juni 1994 waarin zij verklaart dat deze financiële staten een getrouw beeld geven van de financiële situatie van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op 31 december 1993, en gelet op het resultaat van de verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in het begrotingsjaar dat op deze datum werd afgesloten,

1. verleent de Commissie kwijting voor het beheer van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal voor bijgaande cijfers betreffende de uitvoering van de operationele begroting voor het begrotingsjaar 1993;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie met zijn opmerkingen te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de Rekenkamer en het Raadgevend Comité van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en te zorgen voor publikatie ervan in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (serie L).

De Secretaris-generaal

Enrico VINCI

De Voorzitter

Klaus HÄNSCH

(1) Bron: PB nr. C 211 van 2. 8. 1994.

Balans per 31 december 1993 en 31 december 1992 (bedragen in ecu)

- Vóór toewijzing van het resultaat -

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

- Vóór toewijzing van het resultaat -

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Winst- en verliesrekening over het begrotingsjaar eindigend op 31 december 1993 en 31 december 1992 (bedragen in ecu)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

RESOLUTIE over het verslag van de Rekenkamer over de financiële staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal per 31 december 1993 en over het verslag van de Rekenkamer over de boekhouding en het financieel beheer van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

HET EUROPEES PARLEMENT,

- gezien het financieel verslag van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal over het begrotingsjaar 1993 en met name de balans en de winst- en verliesrekening van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal per 31 december 1993,

- gezien het verslag van de Rekenkamer over de financiële staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal per 31 december 1993 (1) en het verslag over de boekhouding en het financieel beheer van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (2),

- gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A4-0057/95),

A. overwegende dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat de financiële staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal per 31 december 1993 een getrouw beeld geven van het resultaat van haar verrichtingen in het op die datum afgesloten begrotingsjaar,

B. overwegende dat het EGKS-Verdrag afloopt in het jaar 2002 en dat reeds regelingen worden getroffen om een aantal EGKS-activiteiten over te dragen aan de Europese Gemeenschap,

Algemeen

1. stelt vast dat de EGKS een rol moet blijven spelen bij de behartiging van de belangen van de betrokken industriesectoren en dat zij haar activiteiten moet voortzetten zolang de EGKS-heffing wordt geïnd; is niettemin van mening dat de EGKS-begroting wat een aantal secundaire terreinen betreft het punt nadert waarop ze als beleidsinstrument geen effect meer sorteert;

2. verzoekt de Commissie de overdracht van de EGKS-activiteiten op minder specifiek sectorgerichte gebieden (sociaal beleid, omscholing, onderzoek) naar de Europese Gemeenschap te bespoedigen;

De financiële staten voor 1993

3. is van oordeel dat de Commissie voorzichtig blijft in haar aanpak op het gebied van de inschatting van risicofactoren; is verheugd over de herinvoering van een niet-specifieke voorziening tegen verliezen in de balans voor 1993;

4. stelt vast dat de verhoudingscijfers in de balans, op grond waarvan de EGKS op haar kredietwaardigheid wordt beoordeeld, binnen de aanbevolen marges blijven en dat de EGKS nog steeds als solvabel kan worden beschouwd;

5. verzoekt de Commissie haar methodes voor de beoordeling van risico's op termijn voor de EGKS-balans in de loop van de volgende jaren te blijven perfectioneren;

De EGKS-leningactiviteiten

6. stemt ermee in dat werkgelegenheidbevorderende criteria worden aangewend voor de toekenning van EGKS-investeringsleningen en de daaraan gekoppelde rentesubsidies; verzoekt de Commissie echter met het oog op de toekomst na te gaan hoe deze criteria beter kunnen worden afgestemd op de realiteit en hoe de kans kan worden verkleind dat zij een verkeerde indruk wekken wat de reële impact van een bepaalde lening betreft;

7. verzoekt de Commissie een evenwichtiger spreiding van EGKS-leningen over de Lid-Staten te waarborgen, zo nodig door naar gelang van de regio verschillende voorwaarden te stellen voor de toekenning van rentesubsidies;

8. stelt vast dat de politieke beweegredenen van de EGKS om een globale lening toe te kennen en de economische doelstellingen van de financiële bemiddelaar die voor het beheer ervan instaat tegenstrijdig kunnen zijn; verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de eisen die op het gebied van rapportage aan de bemiddelaars worden gesteld zo eenvoudig mogelijk worden gehouden, maar dat er wel streng toezicht wordt uitgeoefend via controles ter plaatse;

Bagnoli

9. stelt nogmaals vast dat de Commissie niet in staat is gebleken de onverschuldigd betaalde rentesubsidies voor investeringen in de achteraf gesloten staalfabriek in Bagnoli te recupereren; is van mening dat deze situatie reeds te lang aansleept en dat de rentesubsidies tegen het einde van het jaar moeten worden teruggevorderd, zo nodig langs gerechtelijke weg;

De sluiting van steenkoolmijnen in het Verenigd Koninkrijk

10. is verontrust over het feit dat de EGKS investeringskredieten voor de opvoering van de produktiecapaciteit van twee Britse steenkoolmijnen en de daaraan gekoppelde rentesubsidies toekende en dat deze mijnen amper twee jaar later werden gesloten; is van oordeel dat dit geval vergelijkbaar is met dat van de staalfabriek in Bagnoli, omdat in beide gevallen het nationale beleid van een Lid-Staat het welslagen van het EGKS-beleid rechtstreeks ondergroef en tot verspilling van middelen leidde; vindt dat het recht op rentesubsidies voor deze investeringen bijgevolg moet komen te vervallen;

11. verzoekt de Commissie over te gaan tot de terugvordering van de rentesubsidies voor investeringsleningen aan Britse steenkoolmijnen die achteraf werden gesloten; wenst voorts dat de Commissie de teruggevorderde middelen gebruikt voor omschakelingsmaatregelen in de betrokken regio's;

12. verzoekt de Commissie nauwlettend toe te zien op de ontwikkelingen in geprivatiseerde Britse steenkoolmijnen, teneinde de terugbetaling van de lopende leningen aan deze mijnen te verzekeren en ervoor te zorgen dat de voorwaarden voor de toekenning van deze leningen en de daaraan gekoppelde rentesubsidies constant worden nageleefd;

13. verzoekt de Commissie haar juridische dienst te laten onderzoeken of de rentesubsidies die aan deze twee Britse steenkoolmijnen werden toegekend, kunnen worden teruggevorderd en wat de juridische gevolgen zijn van het feit dat het Europees Parlement in zijn kwijtingsbesluit de financiering van een bepaalde maatregel afkeurt; verzoekt haar het Parlement van haar bevindingen op de hoogte te brengen.

(1) PB nr. C 211 van 2. 8. 1994, blz. 7.

(2) PB nr. C 346 van 7. 12. 1994, blz. 1.