31995D0165

95/165/EG: Beschikking van de Commissie van 4 mei 1995 tot vaststelling van de uniforme criteria voor het toestaan van afwijkingen aan bepaalde inrichtingen die produkten op basis van melk bereiden

Publicatieblad Nr. L 108 van 13/05/1995 blz. 0084 - 0086


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 4 mei 1995 tot vaststelling van de uniforme criteria voor het toestaan van afwijkingen aan bepaalde inrichtingen die produkten op basis van melk bereiden (95/165/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, en met name op artikel 11, lid 2,

Overwegende dat de Lid-Staten, overeenkomstig artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 92/46/EEG, de Commissie in kennis hebben gesteld van de informatie die zij nodig achtten voor de vaststelling van uniforme criteria met het oog op het toestaan van afwijkingen aan bepaalde inrichtingen die produkten op basis van melk bereiden;

Overwegende dat, in verband met de verscheidenheid aan produkten op basis van melk en de diverse bereidingsprocédés, moet worden uitgegaan van de totale hoeveelheid melk die in de loop van een jaar door een inrichting is gebruikt voor de bereiding van een of meer produkten op basis van melk;

Overwegende dat uit de vastgestelde criteria duidelijk moet blijken dat het gaat om een inrichting met een beperkte produktie;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De in artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/46/EEG bedoelde uniforme criteria voor het toestaan van afwijkingen van het bepaalde in artikel 7, deel A, punt 2, en in artikel 14, lid 2, van Richtlijn 92/46/EEG van de Raad aan bepaalde inrichtingen die produkten op basis van melk bereiden, worden vastgesteld in bijlage A bij deze beschikking. Deze afwijkingen mogen slechts worden toegestaan als zij de produktie niet uit hygiëne- of gezondheidsoogpunt schaden.

Artikel 2

De in artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/46/EEG bedoelde uniforme criteria voor het toestaan van afwijkingen van het bepaalde in de hoofdstukken I en V van bijlage B bij Richtlijn 92/46/EEG aan bepaalde inrichtingen die produkten op basis van melk bereiden, worden vastgesteld in bijlage B bij deze beschikking. Deze afwijkingen mogen slechts worden toegestaan als zij de produktie niet uit hygiëne- of gezondheidsoogpunt schaden.

Artikel 3

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 1996.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 4 mei 1995.

Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie

BIJLAGE A

In artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/46/EEG bedoelde uniforme criteria voor het toestaan van afwijkingen van het bepaalde in artikel 7, deel A, punt 2, en in artikel 14, lid 2, van Richtlijn 92/46/EEG aan bepaalde inrichtingen die produkten op basis van melk bereiden

1. De inrichting moet beschikken over de nodige documenten om te berekenen hoeveel melk in het voorafgaande jaar is verwerkt. Zij moet deze documenten aan de bevoegde autoriteit kunnen overleggen.

2. De inrichting heeft in het voorgaande jaar ten hoogste 500 000 l melk verwerkt of gaat schriftelijk de verbintenis aan jaarlijks niet meer dan 500 000 l melk te verwerken.

3. De inrichting moet bij de bevoegde autoriteit een schriftelijke aanvraag indienen tot het toestaan van een afwijking op grond van artikel 11 van Richtlijn 92/46/EEG. Onverminderd specifieke informatie die door de bevoegde autoriteit kan worden verlangd, dient de aanvraag de volgende gegevens te bevatten:

- de identiteit van de inrichting,

- de hoeveelheid melk die door de inrichting is verwerkt in het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de aanvraag wordt ingediend, of de verbintenis om jaarlijks niet meer dan 500 000 l melk te verwerken,

- de aard van de documenten aan de hand waarvan kan worden bepaald welke hoeveelheid melk in de inrichting wordt verwerkt,

- de aard en de hoeveelheid van de produkten op basis van melk die in de inrichting zijn bereid in het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de aanvraag wordt ingediend,

- de aard van de door de inrichting gewenste afwijkingen.

Voorts dient in de aanvraag te worden vermeld dat de aanvrager zich ertoe verbindt om, wanneer de inrichting niet meer aan het in punt 2 van deze bijlage vastgestelde criterium voldoet, de bevoegde autoriteit daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen.

BIJLAGE B

In artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/46/EEG bedoelde uniforme criteria voor het toestaan van afwijkingen van het bepaalde in de hoofdstukken I en V van bijlage B bij Richtlijn 92/46/EEG aan bepaalde inrichtingen die produkten op basis van melk bereiden

1. De inrichting moet beschikken over de nodige documenten om te berekenen hoeveel melk in het voorafgaande jaar is verwerkt. Zij moet deze documenten aan de bevoegde autoriteit kunnen overleggen.

2. De inrichting heeft in het voorgaande jaar ten hoogste 2 000 000 l melk verwerkt of gaat schriftelijk de verbintenis aan jaarlijks niet meer dan 2 000 000 l melk te verwerken.

3. De inrichting moet bij de bevoegde autoriteit een schriftelijke aanvraag indienen tot het toestaan van een afwijking op grond van artikel 11 van Richtlijn 92/46/EEG. Onverminderd specifieke informatie die door de bevoegde autoriteit kan worden verlangd, dient de aanvraag de volgende gegevens te bevatten:

- de identiteit van de inrichting,

- de hoeveelheid melk die door de inrichting is verwerkt in het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de aanvraag wordt ingediend, of de verbintenis om jaarlijks niet meer dan 2 000 000 l melk te verwerken,

- de aard van de documenten aan de hand waarvan kan worden bepaald welke hoeveelheid melk in de inrichting wordt verwerkt,

- de aard en de hoeveelheid van de produkten op basis van melk die in de inrichting zijn bereid in het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de aanvraag wordt ingediend,

- de aard van de door de inrichting gewenste afwijkingen.

Voorts dient in de aanvraag te worden vermeld dat de aanvrager zich ertoe verbindt om, wanneer de inrichting niet meer aan het in punt 2 van deze bijlage vastgestelde criterium voldoet, de bevoegde autoriteit daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen.