31995D0065

95/65/EG: BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 7 maart 1995 tot verlenging van de periode als bedoeld in artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen

Publicatieblad Nr. L 056 van 14/03/1995 blz. 0018 - 0018


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 7 maart 1995 tot verlenging van de periode als bedoeld in artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (95/65/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/403/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/108/EG van de Commissie (2), en met name op artikel 15, lid 2 bis,

Overwegende dat de Lid-Staten vanaf bepaalde data in beginsel niet meer zelf mogen bepalen of in derde landen geoogste pootaardappelen gelijkwaardig zijn aan in de Gemeenschap geoogste pootaardappelen die aan bovengenoemde richtlijn voldoen;

Overwegende evenwel dat, aangezien de werkzaamheden voor de communautaire vaststelling van gelijkwaardigheid nog niet voor alle betrokken derde landen waren beëindigd, de Lid-Staten bij artikel 15, lid 2 bis, van bovengenoemde richtlijn zijn gemachtigd om de geldigheidsduur van de gelijkwaardigheid die zij ten aanzien van een aantal landen reeds eerder hadden vastgesteld maar waarvoor nog geen communautaire gelijkwaardigheid was vastgesteld, tot en met 31 maart 1994 te verlengen;

Overwegende dat de bedoelde werkzaamheden nog steeds niet zijn beëindigd;

Overwegende dat de geldigheidsduur van de aan de Lid-Staten verleende machtiging alleen kan worden verlengd als de Lid-Staten zich houden aan hun verplichtingen op grond van de communautaire voorschriften op fytosanitair gebied die zijn vastgesteld bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/13/EG (4);

Overwegende dat de afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG die voor pootaardappelen van oorsprong uit Canada door bepaalde Lid-Staten zijn toegestaan bij Beschikking 93/680/EG van de Commissie (5) tot en met 31 maart 1994 zijn goedgekeurd;

Overwegende dat deze goedkeuring bij Beschikking 95/14/EG van de Commissie (6) is verlengd voor de periode van 1 december 1994 tot en met 31 maart 1995;

Overwegende dat de geldigheidsduur van de op grond van artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG verleende machtiging dienovereenkomstig moet worden verlengd;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In artikel 15, lid 2 bis, van Richtlijn 66/403/EEG wordt "31 maart 1994" vervangen door "31 maart 1995".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 7 maart 1995.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2320/66.

(2) PB nr. L 319 van 21. 12. 1993, blz. 39.

(3) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.

(4) PB nr. L 92 van 9. 4. 1994, blz. 27.

(5) PB nr. L 317 van 18. 12. 1993, blz. 75.

(6) PB nr. L 21 van 28. 1. 1995, blz. 18.