31994R3237

Verordening (EG) nr. 3237/94 van de Commissie van 21 december 1994 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de in de Akte van Toetreding van Noorwegen, Oostenrijk, Finland en Zweden bedoelde regeling voor de toegang tot de wateren

Publicatieblad Nr. L 338 van 28/12/1994 blz. 0020 - 0029
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 6 blz. 0185
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 6 blz. 0185


VERORDENING (EG) Nr. 3237/94 VAN DE COMMISSIE van 21 december 1994 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de in de Akte van Toetreding van Noorwegen, Oostenrijk, Finland en Zweden bedoelde regeling voor de toegang tot de wateren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland, Noorwegen en Zweden, en met name op de artikelen 92, 93, 95, 119, 120 en 123,

Overwegende dat de bepalingen voor de uitvoering van de in de Toetredingsakte bedoelde regeling inzake de toegang tot de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de huidige Lid-Staten vallende wateren en van de regeling inzake de toegang tot de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Finland en Zweden vallende wateren, moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat in de artikelen 95 en 123 van de Toetredingsakte is bepaald dat de voorwaarden voor de uitoefening van visserijactiviteiten door vaartuigen van de huidige Gemeenschap in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Finland en Zweden vallen, identiek zijn aan die welke vóór de inwerkingtreding van deze Akte van toepassing waren;

Overwegende dat in de artikelen 91 en 118 van de Toetredingsakte is bepaald dat de voorwaarden voor de uitoefening van visserijactiviteiten door vaartuigen van Finland en Zweden in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de Lid-Staten van de huidige Gemeenschap vallen, identiek zijn aan die welke vóór de inwerkingtreding van deze Akte van toepassing waren;

Overwegende dat in de artikelen 93 en 120 van de Toetredingsakte is bepaald dat de voorwaarden voor de uitoefening van visserijactiveiten door vaartuigen van Finland en Zweden in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Finland en Zweden vallen, identiek zijn aan die welke vóór de inwerkingtreding vn deze Akte van toepassing waren;

Overwegende dat in de Toetredingsakte is bepaald dat de in deze verordening omschreven toegangsregeling van toepassing blijft gedurende een overgangsperiode die afloopt op de datum waarop de communautaire regeling inzake het visdocument van toepassing wordt, welke datum in geen geval later mag zijn dan de datum waarop de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (1) bedoelde periode verstrijkt;

Overwegende dat krachtens artikel 2, lid 3, van het Toetredingsverdrag de Instellingen van de Europese Gemeenschappen vóór de toetreding maatregelen, en met name de in de Akte bedoelde maatregelen, kunnen vaststellen en dat deze maatregelen slechts in werking treden onder voorbehoud van en op de datum van de toetreding;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Werkingssfeer Bij deze verordening worden de bepalingen voor de uitvoering van de toegangsregeling als omschreven in de Toetredingsakte vastgesteld die van toepassing zijn in:

- de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Finland vallen,

- de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Zweden vallen,

- de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de Lid-Staten van de huidige Gemeenschap vallen.

Artikel 2

De vaartuigen uit de Gemeenschap hebben toegang tot de in artikel 1 bedoelde wateren op de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.

TITEL I BEPALINGEN INZAKE DE TOEGANG TOT DE WATEREN DIE ONDER DE SOEVEREINITEIT OF DE JURISDICTIE VAN ZWEDEN EN FINLAND VALLEN, MET UITZONDERING VAN ICES-SECTOR III a (SKAGERRAK EN KATTEGAT) EN ICES-SECTOR III b (OERESUND) HOOFDSTUK I

Voorwaarden voor visserij door vaartuigen van de huidige Gemeenschap en vaartuigen van Finland in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Zweden vallen

Artikel 3

Vaartuigen van de huidige Gemeenschap mogen slechts visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren van ICES-sector III d die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Zweden vallen, voor zover zij in het bezit zijn van een op verzoek van de Commissie door Zweden afgegeven visvangstmachtiging en zij de in deze machtiging vermelde voorwaarden en de in bijlage I, afdeling 1, vermelde bepalingen voor de visserij in het bedoelde gebied in acht nemen.

Artikel 4

Vaartuigen van Finland mogen slechts visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren van ICES-sector III d die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Zweden vallen, voor zover zij de in bijlage I, afdeling 2, vermelde voorwaarden in acht nemen.

HOOFDSTUK 2

Voorwaarden voor visserij door vaartuigen van Zweden in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Finland vallen

Artikel 5

Vaartuigen van Zweden mogen slechts visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren van ICES-sector III d die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Finland vallen, voor zover zij de in bijlage II vermelde voorwaarden in acht nemen.

ALGEMENE VOORWAARDEN

Artikel 6

1. Met het oog op de indiening van de aanvragen om visvangstmachtigingen bij de bevoegde autoriteiten, verstrekken de Lid-Staten de Commissie de lijsten van alle communautaire vaartuigen die hun vlag voeren en die voornemens zijn aan de in artikel 3 bedoelde visserijactiviteiten deel te nemen, alsmede de noodzakelijke informatie dienaangaande.

2. Nadat deze gegevens verstrekt zijn, zendt de Commissie deze lijsten naar de in lid 1 bedoelde Zweedse autoriteiten, na te hebben geverifieerd of de gegevens volledig zijn en of de aanvragen voldoen aan de in de bijlage I, afdeling 1, vermelde voorwaarden.

3. Na ontvangst van de door voornoemde bevoegde autoriteiten meegedeelde lijsten van vaartuigen waarvoor de visvangstmachtiging is verleend, zendt de Commissie deze lijsten door naar de betrokken Lid-Staat.

4. Vaartuigen die op 31 december in het bezit zijn van een visvergunning, mogen op grond daarvan hun visserijactiviteit voortzetten totdat de nieuwe lijsten van vaartuigen voor het volgende jaar door Zweden zijn vastgesteld en de betrokken visvangstmachtigingen zijn afgegeven.

TITEL II BEPALINGEN INZAKE DE TOEGANG TOT DE WATEREN DIE ONDER DE SOEVEREINITEIT OF DE JURISDICTIE VAN DE HUIDIGE LID-STATEN VALLEN, MET UITZONDERING VAN ICES-SECTOR III a (SKAGERRAK EN KATTEGAT) EN ICES-SECTOR III b (OERESUND) HOOFDSTUK 1

Voorwaarden voor visserij door vaartuigen van Zweden in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de huidige Lid-Staten vallen

Artikel 7

Vaartuigen van Zweden mogen slechts visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren van de ICES-sectoren III c en III d en ICES-deelgebied IV die onder de soevereiniteit of jurisdictie van de Lid-Staten van de huidige Gemeenschap vallen, voor zover zij de in de artikelen 8, 9 en 10 vastgestelde bepalingen naleven.

Artikel 8

1. In ICES-deelgebied IV en in de ICES-sectoren III c en III d mag slechts worden gevist indien vooraf door de Commissie, op verzoek van de Zweedse autoriteiten, een visvangstmachtiging is verleend en de in de bijlagen III en IV vastgestelde voorwaarden worden nageleefd. Elk vaartuig moet een afschrift van die bijlagen aan boord hebben.

2. Zweden deelt de Commissie bij het aanvragen van visvangstmachtigingen de volgende gegevens mee:

a) naam van het vaartuig,

b) registratienummer,

c) op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers,

d) haven van registratie,

e) naam en adres van de eigenaar of huurder,

f) brutotonnage en lengte over alles,

g) motorvermogen,

h) roepnaam en radiofrequentie,

i) visserijmethode die zal worden gebruikt,

j) gebied waar zal worden gevist,

k) vissoort waarop zal worden gevist,

l) periode waarvoor een machtiging wordt gevraagd.

3. De Commissie verwerkt elk verzoek tot aanpassing van de lijsten tijdens de geldigheidstermijn ervan zo spoedig mogelijk.

4. Het aantal geldige visvangstmachtigingen overeenkomstig het bepaalde in lid 1 dat in omloop is, mag op geen enkel tijdstip groter zijn dan:

- 95 voor de visserij op kabeljauw, sprot en haring in de Oostzee,

- 57 voor de visserij op haring, sprot en makreel in de ICES-sectoren IV a en IV b,

- 25 voor de visserij op kabeljauw, schelvis, wijting en andere soorten in ICES-deelgebied IV.

5. Een machtiging wordt verleend voor één enkel vaartuig. Indien verscheidene vaartuigen aan dezelfde visserijactiviteit deelnemen moet elk van deze vaartuigen een machtiging hebben.

6. Visvangstmachtigingen kunnen worden geannuleerd met het oog op de afgifte van nieuwe machtigingen. De annulering gaat in op de dag vóór die waarop de nieuwe machtigingen door de Commissie worden afgegeven. De nieuwe machtigingen gelden vanaf de datum waarop ze worden afgegeven.

7. Indien een quotum is opgebruikt voordat de geldigheidstermijn van de machtiging is verstreken, trekt de Commissie de machtiging geheel of gedeeltelijk in.

8. Indien de bij deze verordening vastgestelde verplichtingen niet worden nageleefd, trekt de Commissie de machtiging in.

9. Voor vaartuigen waarvoor de bij deze verordening vastgestelde verplichtingen niet zijn nageleefd, wordt gedurende een periode van ten hoogste twaalf maanden geen visvangstmachtiging verleend.

10. Vaartuigen die op 31 december in het bezit zijn van een visvergunning, mogen op grond daarvan hun visserijactiviteit voortzetten totdat de nieuwe lijsten voor het volgende jaar bij de Commissie zijn ingediend en zij de betrokken visvangstmachtingen heeft afgegeven.

Artikel 9

De Zweedse vaartuigen houden een logboek bij waarin de in bijlage III bedoelde gegevens worden vermeld. Zij delen de Commissie de in bijlage IV bedoelde gegevens mee overeenkomstig de in diezelfde bijlage vastgestelde regels.

Artikel 10

Indien naar behoren is vastgesteld dat een overtreding is begaan, delen de Lid-Staten de Commissie onverwijld de naam van het betrokken vaartuig en de eventueel getroffen maatregelen mede.

De Commissie deelt Zweden de naam en de kenmerken mede van de vaartuigen die, wegens een overtreding van de communautaire voorschriften, in de volgende maand(en) niet in de visserijzone van de huidige Gemeenschap mogen vissen.

TITEL III BEPALINGEN INZAKE DE TOEGANG TOT DE WATEREN VAN ICES-SECTOR III a (SKAGERRAK EN KATTEGAT) EN ICES-SECTOR III b (OERESUND)

Artikel 11

Communautaire vaartuigen mogen in ICES-sector III a (Skagerrak en Kattegat) vissen binnen de voor deze sector vastgestelde kwantitatieve beperkingen.

Artikel 12

Communautaire vaartuigen mogen in ICES-sector III b (OEresund) vissen voor zover de in bijlage V vermelde voorwaarden worden nageleefd.

TITEL IV SLOTBEPALING

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van Noorwegen, Oostenrijk, Finland en Zweden en op de datum van inwerkingtreding van dat Verdrag.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 21 december 1994.

Voor de Commissie

Yannis PALEOKRASSAS

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 389 van 31. 12. 1992, blz. 1.

BIJLAGE I

VOORWAARDEN VOOR VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE HUIDIGE GEMEENSCHAP EN VAARTUIGEN VAN FINLAND IN DE ZWEEDSE WATEREN I. Voorschriften voor visserij door vaartuigen van de huidige Gemeenschap

a) Zweedse voorschriften inzake de afgifte en het beheer van de visvangstmachtigingen aan vaartuigen van de huidige Gemeenschap

De Commissie deelt de Zweedse autoriteiten de lijsten van de vaartuigen, per visserijtak, mee, met vermelding van de naam en de kenmerken van de vaartuigen waarvoor een visvangstmachtiging wordt gevraagd. Zweden verwerkt elk verzoek tot aanpassing van een lijst zo spoedig mogelijk.

Zweden stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van elke overtreding die naar behoren is vastgesteld. Zweden deelt de Commissie de naam en de kenmerken mee van de vaartuigen die in de volgende maand(en) niet in de Zweedse visserijzone mogen vissen wegens overtreding van de communautaire voorschriften.

b) Aantal visvangstmachtigingen dat aan vaartuigen uit de huidige Gemeenschap wordt verleend voor het uitoefenen van de visserij in de Zweedse wateren van ICES-sector III d

Voor de visserij op kabeljauw, haring en sprot: totaal aantal geldige visvangstmachtigingen in omloop op enig tijdstip: 104.

Voor de visserij op zalm: totaal aantal geldige visvangstmachtigingen: 55.

c) Door de vaartuigen van de huidige Gemeenschap met een machtiging voor visserij in de Zweedse wateren, na te leven voorwaarden

1. De vaartuigen van de huidige Gemeenschap moeten de bevoegde Zweedse autoriteiten vóór het binnenvaren van de Zweedse wateren een actief bericht doen toekomen. In dit bericht moeten de volgende gegevens worden vermeld:

a) "actief bericht",

b) nationaliteit van het vaartuig en roepnaam,

c) de op het vaartuig aangebrachte identificatienummers en -letters en de naam van het vaartuig,

d) de datum en het tijdstip (GMT/UTC) waarop het vaartuig naar verwachting de Zweedse visserijzone zal binnenvaren,

e) de ICES-sector waar het vaartuig zal beginnen te vissen (slechts één sector opgeven),

f) de geografische positie (breedte- en lengtegraad) waar het vaartuig naar verwachting de Zweedse visserijzone zal binnenvaren,

g) de hoeveelheden vis (in kg), gespecificeerd per vissoort, in de ruimen bij het binnenvaren van de Zweedse visserijzone.

Nadat dit bericht is doorgezonden, dienen de vaartuigen op hetzelfde radiokanaal op een bevestiging van de bevoegde Zweedse autoriteiten te wachten dat het bericht is geregistreerd.

2. Vaartuigen van de huidige Gemeenschap die meer dan 14 dagen in de Zweedse visserijzone blijven, moeten de bevoegde Zweedse autoriteiten, te beginnen op de veertiende dag nadat ze de Zweedse visserijzone voor het eerst zijn binnengevaren, om de twee weken een tweewekelijks bericht doen toekomen. In dit bericht moeten de volgende gegevens worden vermeld:

a) "tweewekelijks bericht",

b) nationaliteit van het vaartuig en roepnaam,

c) de op het vaartuig aangebrachte identificatienummers en -letters en de naam van het vaartuig,

d) de datum en het tijdstip (GMT/UTC) waarop het bericht wordt medegedeeld,

e) de ICES-sector waarin wordt gevist (slechts één sector opgeven),

f) de geografische positie, opgegeven in lengte- en breedtegraad,

g) het aantal dagen dat is gevist sinds het "actieve bericht".

Nadat dit bericht is doorgezonden, dienen de vaartuigen op hetzelfde radiokanaal op een bevestiging van de bevoegde Zweedse autoriteiten te wachten dat het bericht is geregistreerd.

3. Vaartuigen van de huidige Gemeenschap die voornemens zijn de Zweedse visserijzone te verlaten, moeten de bevoegde Zweedse autoriteiten minsten één uur voordat ze deze zone uitvaren een passief bericht doen toekomen.

In dit bericht moeten de volgende gegevens worden verstrekt:

a) "passief bericht",

b) nationaliteit van het vaartuig en roepnaam,

c) de op het vaartuig aangebrachte identificatienummers en -letters en de naam van het vaartuig,

d) de datum en het tijdstip (GMT/UTC) waarop het vaartuig naar verwachting de Zweedse visserijzone zal uitvaren,

e) de ICES-sector waarin wordt gevist,

f) de geografische positie waar het vaartuig naar verwachting de Zweedse visserijzone zal uitvaren (lengte- en breedtegraad),

g) het aantal dagen dat is gevist sinds het "actieve bericht",

h) de hoeveelheden vis (in kg levend gewicht), gespecificeerd per vissoort, die in de Zweedse visserijzone zijn gevangen,

i) de hoeveelheden vis (in kg levend gewicht), gespecificeerd per vissoort, die aan boord zijn op het tijdstip waarop het bericht wordt doorgezonden.

Nadat het "passieve bericht" is doorgezonden, mogen de vaartuigen niet meer in de Zweedse visserijzone vissen.

II. Voorschriften voor visserij door vaartuigen van Finland

1. De vaartuigen van Finland moeten de bevoegde Zweedse autoriteiten vóór het binnenvaren van de Zweedse wateren een actief bericht doen toekomen.

In dit bericht moeten de volgende gegevens worden vermeld:

a) "actief bericht",

b) nationaliteit van het vaartuig en roepnaam,

c) de op het vaartuig aangebrachte identificatienummers en -letters en de naam van het vaartuig,

d) de datum en het tijdstip (GMT/UTC) waarop het vaartuig naar verwachting de Zweedse visserijzone zal binnenvaren,

e) de ICES-sector waar het vaartuig zal beginnen te vissen (slechts één sector opgeven),

f) de geografische positie (breedte- en lengtegraad) waar het vaartuig naar verwachting de Zweedse visserijzone zal binnenvaren,

g) de hoeveelheden vis (in kg), gespecificeerd per vissoort, in de ruimen bij het binnenvaren van de Zweedse visserijzone.

Nadat dit bericht is doorgezonden, dienen de vaartuigen op hetzelfde radiokanaal op een bevestiging van de bevoegde Zweedse autoriteiten te wachten dat het bericht is geregistreerd.

2. Vaartuigen van Finland die meer dan 14 dagen in de Zweedse visserijzone blijven, moeten de bevoegde Zweedse autoriteiten, te beginnen op de veertiende dag nadat ze de Zweedse visserijzone voor het eerst zijn binnengevaren om de twee weken een tweewekelijks bericht doen toekomen.

In dit bericht moeten de volgende gegevens worden vermeld:

a) "tweewekelijks bericht",

b) nationaliteit van het vaartuig en roepnaam,

c) de op het vaartuig aangebrachte identificatienummers en -letters en de naam van het vaartuig,

d) de datum en het tijdstip (GMT/UTC) waarop het bericht wordt medegedeeld,

e) de ICES-sector waarin wordt gevist (slechts één sector opgeven),

f) de geografische positie, opgegeven in lengte- en breedtegraad,

g) het aantal dagen dat is gevist sinds het "actieve bericht".

Nadat dit bericht is doorgezonden, dienen de vaartuigen op hetzelfde radiokanaal op een bevestiging van de bevoegde Zweedse autoriteiten te wachten dat het bericht is geregistreerd.

3. Vaartuigen van Finland die voornemens zijn de Zweedse visserijzone te verlaten, moeten de bevoegde Zweedse autoriteiten minstens één uur voordat ze deze zone uitvaren een passief bericht doen toekomen.

In dit bericht moeten de volgende gegevens worden verstrekt:

a) "passief bericht",

b) nationaliteit van het vaartuig en roepnaam,

c) de op het vaartuig aangebrachte identificatienummers en -letters en de naam van het vaartuig,

d) de datum en het tijdstip (GMT/UTC) waarop het vaartuig naar verwachting de Zweedse visserijzone zal uitvaren,

e) de ICES-sector waarin wordt gevist,

f) de geografische positie waar het vaartuig naar verwachting de Zweedse visserijzone zal uitvaren (lengte- en breedtegraad),

g) het aantal dagen dat is gevist sinds het "actieve bericht",

h) de hoeveelheden vis (in kg levend gewicht), gespecificeerd per vissoort, die in de Zweedse visserijzone zijn gevangen,

i) de hoeveelheden vis (in kg levend gewicht), gespecificeerd per vissoort, die aan boord zijn op het tijdstip waarop het bericht wordt doorgezonden.

Nadat dit bericht is doorgezonden, dienen de vaartuigen op hetzelfde radiokanaal op een bevestiging van de bevoegde Zweedse autoriteiten te wachten dat het bericht is geregistreerd.

Nadat het "passieve bericht" is doorgezonden, mogen de vaartuigen niet meer in de Zweedse visserijzone vissen.

BIJLAGE II

Finse voorschriften voor visserij door Zweedse vaartuigen in de wateren onder de soevereiniteit of de jurisdictie van Finland Voorwaarden voor visserij door vaartuigen van Zweden:

1. De vaartuigen van Zweden moeten bij het binnenvaren van de Finse visserijzone aan het betrokken radiostation onmiddellijk de volgende gegevens meedelen:

- naam, identificatienummers en -letters,

- roepnaam,

- geografische positie,

- het tijdstip waarop zij de zone binnenvaren,

- de vangsten aan boord,

- de ICES-sector met vermelding van hun positie,

- de ICES-sector waar het vaartuig zal beginnen te vissen (slechts één sector opgeven).

2. Bij het verlaten van de Finse visserijzone moeten de vaartuigen de bevoegde Finse autoriteiten minstens één uur voor het buitenvaren van de Finse visserijzone een passief bericht zenden, met vermelding van het tijdstip waarop ze naar verwachting de zone uitvaren en de hoeveelheden vis die zij in de Finse visserijzone hebben gevangen.

BIJLAGE III

Voorwaarden voor visserij door Zweedse vaartuigen in de wateren van de huidige Gemeenschap (Logboek) Bij het vissen door Zweedse vaartuigen in de 200-mijlszone van de Lid-Staten van de Gemeenschap waarvoor de communautaire visserijvoorschriften gelden, moeten onmiddellijk na de hierna genoemde activiteiten de volgende gegevens in het logboek worden genoteerd:

1. Na iedere trek:

1.1. gevangen hoeveelheid van elke soort (in kg levend gewicht);

1.2. datum en tijdstip van de trek;

1.3. geografische positie tijdens de trek;

1.4. gebruikte vismethode.

2. Na iedere overlading op of vanuit een ander vaartuig:

2.1. de vermelding "ontvangen van" of "overgeladen op";

2.2. overgeladen hoeveelheid van elke soort (in kg levend gewicht);

2.3. naam, identificatieletters en -nummers van het vaartuig waarop of waaruit de overlading heeft plaatsgevonden.

3. Na iedere aanlanding in een haven van de Gemeenschap:

3.1. naam van de haven;

3.2. aangelande hoeveelheid van elke soort (in kg levend gewicht).

4. Na ieder bericht aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen:

4.1. datum en tijdstip van het bericht;

4.2. aard van het bericht: IN, OUT, ICES (CIEM), WKL of 2 WKL;

4.3. bij een radiobericht: naam van het radiostation.

BIJLAGE IV

Voorwaarden voor visserij door Zweedse vaartuigen in de wateren van de huidige Gemeenschap (Mededeling van gegevens) 1. De hierna gevraagde gegevens moeten aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen worden meegedeeld volgens het onderstaande schema:

1.1. telkens wanneer het vaartuig de 200-mijlszone van de Lid-Staten van de huidige Gemeenschap waarvoor communautaire visserijvoorschriften gelden, binnenvaart:

a) de in punt 1.5 bedoelde gegevens;

b) de hoeveelheden in het ruim (in kg levend gewicht), per vissoort;

c) de datum en de ICES-sector waar de kapitein zal beginnen te vissen.

Wanneer het vaartuig om visserijtechnische redenen de in dit punt bedoelde zone op een bepaalde dag meer dan eenmaal moet binnenvaren, is een mededeling bij het eerste binnenvaren voldoende;

1.2. telkens wanneer het vaartuig de in punt 1.1 bedoelde zone verlaat:

a) de in punt 1.5 bedoelde gegevens;

b) de hoeveelheden in het ruim (in kg levend gewicht), per vissoort;

c) de na het vorige bericht gevangen hoeveelheid van elke soort (in kg levend gewicht);

d) de ICES-sector waar de vangsten zijn gedaan;

e) de hoeveelheden (in kg levend gewicht), per vissoort, die op andere vaartuigen zijn overgeladen sinds het vaartuig de zone is binnengevaren, met vermelding van het vaartuig waarop de hoeveelheden zijn overgeladen;

f) de hoeveelheden (in kg levend gewicht), per vissoort, die in een haven van de Gemeenschap zijn aangeland sind het vaartuig de zone is binnengevaren.

Wanneer het vaartuig om visserijtechnische redenen de in punt 1.1 bedoelde zone op een bepaalde dag meer dan eenmaal moet binnenvaren, is één mededeling bij het laatste buitenvaren voldoende;

1.3. wanneer op haring en makreel wordt gevist, om de drie dagen, te beginnen op de derde dag nadat het vaartuig voor het eerst de in punt 1.1 bedoelde zone is binnengevaren, en wanneer op andere soorten dan haring en makreel wordt gevist, elke week, te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig voor het eerst de in punt 1.1 bedoelde zone is binnengevaren:

a) de in punt 1.5 bedoelde gegevens;

b) de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden (in kg levend gewicht), per vissoort;

c) de ICES-sector waar de vangsten zijn gedaan;

1.4. telkens wanneer het vaartuig de grens tussen twee ICES-sectoren overschrijdt:

a) de in punt 1.5 bedoelde gegevens;

b) de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden (in kg levend gewicht), per vissoort;

c) de ICES-sector waar de vangsten zijn gedaan.

1.5. a) Naam, roepnaam, identificatieletters en -nummers van het vaartuig en naam van de kapitein;

b) volgnummer van het bericht voor de betrokken reis;

c) aanduiding van de aard van het bericht;

d) datum, tijdstip en geografische positie van het vaartuig.

2.1. De in punt 1 bedoelde gegevens moeten aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel (telex 24189 FISEU B) worden medegedeeld via een van de in punt 3 vermelde radiostations, en wel in de in punt 4 aangegeven vorm.

2.2. Indien het bericht wegens overmacht niet door het vaartuig kan worden verzonden, mag het namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden verzonden.

"" ID="1">3.> ID="2">Naam van het radiostation> ID="3">Oproepletters van het radiostation"> ID="2">Blaavand> ID="3">OXB"> ID="2">Norddeich> ID="3">DAFDAK"> ID="3">DAHDAL"> ID="3">DAIDAM"> ID="3">DAJDAN"> ID="2">Scheveningen> ID="3">PCH"> ID="2">Oostende> ID="3">OST"> ID="2">North Foreland> ID="3">GNF"> ID="2">Humber> ID="3">GKZ"> ID="2">Cullercoats> ID="3">GCC"> ID="2">Wick> ID="3">GKR"> ID="2">Portpatrick> ID="3">GPK"> ID="2">Anglesey> ID="3">GLV"> ID="2">Ilfracombe> ID="3">GIL"> ID="2">Niton> ID="3">GNI"> ID="2">Stonehaven> ID="3">GND"> ID="2">Portishead> ID="3">GKA"> ID="3">GKB"> ID="3">GKC"> ID="2">Land's End> ID="3">GLD"> ID="2">Valentia> ID="3">EJK"> ID="2">Malin Head> ID="3">EJM"> ID="2">Boulogne> ID="3">FFB"> ID="2">Brest> ID="3">FFU"> ID="2">Saint-Nazaire> ID="3">FFO"> ID="2">Bordeaux-Arcachon> ID="3">FFC"> ID="2">Stockholm> ID="3">SOJ"> ID="2">Goeteborg> ID="3">SOG"> ID="2">Roenne> ID="3">OYE">

4. Vorm van de berichten

De in punt 1 bedoelde gegevens moeten in onderstaande volgorde worden verstrekt:

- naam van het vaartuig;

- roepnaam van het vaartuig;

- op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers;

- het volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis;

- aanduiding van de aard van het bericht met een van de volgende codes:

i) bericht bij het binnenvaren in een van de zones bedoeld in punt 1.1: IN;

ii) bericht bij het verlaten van een van de zones bedoeld in punt 1.1: OUT;

iii) bericht bij het binnenvaren van een andere ICES-sector: ICES;

iv) wekelijks bericht: WKL;

v) bericht om de drie dagen: 2 WKL;

- datum, tijdstip en geografische positie;

- ICES-sector waar naar verwachting met de visserij zal worden begonnen;

- datum waarop naar verwachting met de visserij zal worden begonnen;

- het gewicht (in kg levend gewicht) van de vangsten in de ruimen, gespecificeerd per vissoort met gebruikmaking van de in punt 5 vermelde codes;

- de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden (in kg levend gewicht), gespecificeerd per vissoort met gebruikmaking van de in punt 5 vermelde codes;

- de ICES-sector waar de vangsten zijn gedaan;

- de sedert het vorige bericht op en/of vanuit andere vaartuigen overgeladen hoeveelheden (in kg levend gewicht), gespecificeerd per vissoort;

- nam en roepnaam van het vaartuig waarop en/of waaruit deze hoeveelheden zijn overgeladen;

- gewicht (in kg levend gewicht) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht in een haven van de Gemeenschap zijn aangeland;

- naam van de kapitein.

5. Code voor het meedelen van de in punt 4 bedoelde vissoorten in de ruimen:

"" ID="1">- PRA:> ID="2">Noorse garnaal (Pandalus borealis),"> ID="1">- HKE:> ID="2">Heek (Merluccius merluccius),"> ID="1">- GHL:> ID="2">Zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides),"> ID="1">- COD:> ID="2">Kabeljauw (Gadus morhua),"> ID="1">- HAD:> ID="2">Schelvis (Melanogrammus aeglefinus),"> ID="1">- HAL:> ID="2">Heilbot (Hippoglossus hippoglossus),"> ID="1">- MAC:> ID="2">Makreel (Scomber scombrus),"> ID="1">- HOM:> ID="2">Horsmakreel (Trachurus trachurus),"> ID="1">- RNG:> ID="2">Round-nose grenadier (Coryphaenoides rupestris),"> ID="1">- POK:> ID="2">Zwarte koolvis (Pollachius virens),"> ID="1">- WHG:> ID="2">Wijting (Merlangius merlangus),"> ID="1">- HER:> ID="2">Haring (Clupea harengus),"> ID="1">- SAN:> ID="2">Zandspiering (Ammodytes spp.),"> ID="1">- SPR:> ID="2">Sprot (Sprattus sprattus),"> ID="1">- PLE:> ID="2">Schol (Pleuronectes platessa),"> ID="1">- NOP:> ID="2">Kever (Trisopterus esmarkii),"> ID="1">- LIN:> ID="2">Leng (Molva molva),"> ID="1">- PEZ:> ID="2">Garnaal (Penaeidae),"> ID="1">- ANE:> ID="2">Ansjovis (Engraulis encrassicholus),"> ID="1">- RED:> ID="2">Roodbaars (Sebastes spp.),"> ID="1">- PLA:> ID="2">Schotse schol (Hypoglossoides platessoides),"> ID="1">- SQX:> ID="2">Inktvis (Illex),"> ID="1">- YEL:> ID="2">Schar (Limanda ferruginea),"> ID="1">- WHB:> ID="2">Blauwe wijting (Gradus poutassou),"> ID="1">- TUN:> ID="2">Tonijn (Thunnidae),"> ID="1">- BLI:> ID="2">Blauwe leng (Molva dypterygia),"> ID="1">- USK:> ID="2">Lom (Brosme brosme),"> ID="1">- DGS:> ID="2">Doornhaai (Squalus acanthias),"> ID="1">- BSK:> ID="2">Reuzenhaai (Cetorinhus maximus),"> ID="1">- POR:> ID="2">Makreelhaai (Lamma nasus),"> ID="1">- SQC:> ID="2">Inktvis (Loligo spp.),"> ID="1">- POA:> ID="2">Braam (Brama brama),"> ID="1">- PIL:> ID="2">Sardine (Sardina pilchardus),"> ID="1">- CSH:> ID="2">Garnaal (Crangon crangon),"> ID="1">- LEZ:> ID="2">Schartong (Lepidorhombus spp.),"> ID="1">- MNZ:> ID="2">Zeeduivel (Lophius spp.),"> ID="1">- NEP:> ID="2">Langoestine (Nephrops norvegicus),"> ID="1">- POL:> ID="2">Witte koolvis (Pollachius pollachius),"> ID="1">- ARG:> ID="2">Zilvervis (Argentina sphyraena),"> ID="1">- SAL:> ID="2">Zalm (Salmo solar),"> ID="1">- OTH:> ID="2">Andere">

BIJLAGE V

Communautaire vaartuigen mogen in de OEresund vissen mits de volgende voorwaarden in acht worden genomen:

1. In wateren binnen de dieptelijn van 7 m is enkel toegelaten:

a) de haringvisserij met netten,

b) van juli tot en met oktober, de lijnvisserij.

2. In wateren buiten de dieptelijn van 7 m mag niet met trawlnetten en zegens worden gevist ten zuiden van de lijn van Ellekilde Hage naar Lerberget.

3. In afwijking van punt 2 mag op de "Middelgrunden" met een "Agnvod" worden gevist van niet meer dan 7,5 m tussen "Armspidserne".

4. Ten noorden van de in punt 2 aangegeven lijn mag met trawlnetten of Deense zegennetten worden gevist vanaf 3 zeemijl uit de kust.