31994R0688

VERORDENING (EG) Nr. 688/94 VAN DE COMMISSIE van 28 maart 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3713/92 houdende verlenging van de termijn na afloop waarvan artikel 11, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen, moet worden toegepast op de invoer uit bepaalde derde landen

Publicatieblad Nr. L 084 van 29/03/1994 blz. 0009 - 0009
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 13 blz. 0120
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 13 blz. 0120


VERORDENING (EG) Nr. 688/94 VAN DE COMMISSIE van 28 maart 1994 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3713/92 houdende verlenging van de termijn na afloop waarvan artikel 11, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen, moet worden toegepast op de invoer uit bepaalde derde landen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2608/93 van de Commissie (2), en met name op artikel 16, lid 3, tweede streepje,

Overwegende dat de termijn na afloop waarvan artikel 11, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 moet worden toegepast op uit bepaalde derde landen ingevoerde produkten, bij Verordening (EEG) nr. 3713/92 van de Commissie (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1593/93 (4), met 15 maanden is verlengd;

Overwegende dat een aantal derde landen bij de Commissie een verzoek heeft ingediend om te worden opgenomen in de lijst van derde landen als vastgesteld in artikel 11, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2092/91, en gegevens als bedoeld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 94/92 van de Commissie (5) heeft verstrekt vóór de in artikel 16, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde datum;

Overwegende dat voor sommige van derde landen uit een onderzoek van de informatie is gebleken dat produktie- en controleregels worden toegepast die tot op grote hoogte voldoen aan de in artikel 11, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 vastgestelde gelijkwaardigheidseis; dat het onderzoek evenwel op bepaalde punten moet worden aangevuld en uitgediept, zodat vooralsnog geen beslissing kan worden genomen betreffende het opnemen van deze derde landen in de in artikel 11, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde lijst;

Overwegende dat voor de invoer in de Gemeenschap uit bepaalde EVA-landen weldra regelingen zullen worden vastgesteld in het kader van de EER-Overeenkomst;

Overwegende dat de termijn voor het beëindigen van dit onderzoek derhalve dient te worden verlengd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité dat is ingesteld bij artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2092/91,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3713/92 worden de woorden "met zes maanden" vervangen door de woorden "met 26 maanden".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 april 1994.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 28 maart 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 198 van 22. 7. 1991, blz. 1.

(2) PB nr. L 239 van 24. 9. 1993, blz. 10.

(3) PB nr. L 378 van 23. 12. 1992, blz. 21.

(4) PB nr. L 153 van 25. 6. 1993, blz. 15.

(5) PB nr. L 11 van 17. 1. 1992, blz. 14.