RICHTLIJN 94/44/EG VAN DE COMMISSIE van 19 september 1994 tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 82/130/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende elektrisch materieel, bestemd voor gebruik in explosieve omgeving van mijngashoudende mijnen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 82/130/EEG van de Raad van 15 februari 1982 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende elektrisch materieel, bestemd voor gebruik in explosieve omgeving van mijngashoudende mijnen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/9/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), inzonderheid op artikel 7,

Overwegende dat het, gezien de huidige stand van de techniek, noodzakelijk is de inhoud van de in bijlage A van Richtlijn 82/130/EEG bedoelde geharmoniseerde normen aan te passen;

Overwegende dat het, gezien de aard van het bovengenoemde materieel, noodzakelijk is te voorzien in een overgangsperiode om de industrie in staat te stellen zich aan de wijzigingen van de normen aan te passen;

Overwegende dat de in de onderhavige richtlijn vermelde maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Klein Comité van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gesondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen en andere winningsindustrieën,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage A bij Richtlijn 82/130/EEG wordt vervangen door bijlage A van de onderhavige richtlijn.

Artikel 2

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke, bestuursrechtelijke en administratieve bepalingen in werking treden om uiterlijk 30 september 1995 aan deze richtlijn te voldoen; zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

2. Tot en met 30 juni 2003 blijven de Lid-Staten de in artikel 4 van Richtlijn 82/130/EEG bedoelde maatregelen toepassen op bedrijfsmiddelen waarvan de overeenstemming met de geharmoniseerde normen blijkt uit de afgifte van het in artikel 8 van Richtlijn 82/130/EEG bedoelde certificaat van overeenstemming, mits de afgifte ervan voor 1 januari 1997 is geschied.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 19 september 1994.

Voor de Commissie

Padraig FLYNN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 59 van 2. 3. 1982, blz. 10.

(2) PB nr. L 100 van 19. 4. 1994, blz. 1.

BIJLAGE

"BIJLAGE A

GEHARMONISEERDE NORMEN

De geharmoniseerde normen waaraan het materieel, afhankelijk van het type van beveiliging, moet voldoen zijn de in onderstaande tabel vermelde Europese normen.

De overeenkomstig de onderhavige richtlijn opgestelde certificaten zijn van de zogenaamde D-generatie. Het volgnummer op elk van de certificaten dient te worden voorafgegaan door de letter D.

EUROPESE NORMEN

(vastgesteld door CENELEC, Stassartstraat 35, B-1050 Brussel)

"" ID="1">EN 50014> ID="2">Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Algemene bepalingen> ID="3">1> ID="4">maart 1977"> ID="2">Wijziging 1> ID="4">juli 1979"> ID="2">Wijziging 2> ID="4">juni 1982"> ID="2">Wijzigingen 3 en 4> ID="4">december 1982"> ID="2">Wijziging 5> ID="4">februari 1986"> ID="1">EN 50015> ID="2">Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Olievulling "o"> ID="3">1> ID="4">maart 1977"> ID="2">Wijziging 1> ID="4">juli 1979"> ID="1">EN 50016> ID="2">Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Inwendige overdruk "p"> ID="3">1> ID="4">maart 1977"> ID="2">Wijziging 1> ID="4">juli 1979"> ID="1">EN 50017> ID="2">Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Zandvulling "q"> ID="3">1> ID="4">maart 1977"> ID="2">Wijziging 1> ID="4">juli 1979"> ID="1">EN 50018> ID="2">Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Drukvast omhulsel "d"> ID="3">1> ID="4">maart 1977"> ID="2">Wijziging 1> ID="4">juli 1979"> ID="2">Wijziging 2> ID="4">december 1982"> ID="2">Wijziging 3> ID="4">november 1985"> ID="1">EN 50019> ID="2">Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Verhoogde veiligheid "e"> ID="3">1> ID="4">maart 1977"> ID="2">Wijziging 1> ID="4">juli 1979"> ID="2">Wijziging 2> ID="4">september 1983"> ID="2">Wijziging 3> ID="4">december 1985"> ID="2">Wijziging 4> ID="4">oktober 1989"> ID="2">Wijziging 5> ID="4">augustus 1990"> ID="1">EN 50020> ID="2">Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Intrinsieke veiligheid "i"> ID="3">1> ID="4">maart 1977"> ID="2">Wijziging 1> ID="4">juli 1979"> ID="2">Wijziging 2> ID="4">december 1985"> ID="2">Wijziging 3> ID="4">mei 1990"> ID="2">Wijziging 4> ID="4">mei 1990"> ID="2">Wijziging 5> ID="4">mei 1990"> ID="1">EN 50028> ID="2">Elektrische apparatuur voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Inkapseling "m"> ID="3">1> ID="4">februari 1987"> ID="1">EN 50033> ID="2">Elektrische apparatuur voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen:"> ID="2">Petlampen> ID="3">2> ID="4">maart 1991"">