31994D0798

94/798/EG: Besluit van de Raad van 8 december 1994 tot aanvaarding, namens de Gemeenschap, van de bijlagen E.7 en F.4 bij de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures

Publicatieblad Nr. L 331 van 21/12/1994 blz. 0011 - 0021
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 16 blz. 0059
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 16 blz. 0059


BESLUIT VAN DE RAAD van 8 december 1994 tot aanvaarding, namens de Gemeenschap, van de bijlagen E.7 en F.4 bij de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures (94/798/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113 juncto artikel 228, lid 2, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Gemeenschap, bij Besluit 75/199/EEG (1), de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures (Overeenkomst van Kyoto) heeft aanvaard;

Overwegende dat de bijlagen bij deze Overeenkomst betreffende de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten en betreffende de douaneformaliteiten in het postverkeer door de Gemeenschap aanvaard kunnen worden;

Overwegende dat bij deze aanvaarding echter over enkele punten een voorbehoud dient te worden gemaakt gezien de eisen in verband met de douane-unie en de communautaire douanewetgeving,

BESLUIT:

Artikel 1

De hierna genoemde bijlagen bij de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures worden namens de Gemeenschap aanvaard met de daarin aangegeven punten van voorbehoud:

- bijlage E.7 betreffende de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten met een algemeen voorbehoud en een voorbehoud ten aanzien van de normen 3, 9 en 20 en de aanbevelingen 11, 13, 16, 17 en 25;

- bijlage F.4 betreffende de douaneformaliteiten in het postverkeer met een algemeen voorbehoud en een voorbehoud ten aanzien van de normen 19 en 26 en de aanbevelingen 23, 24 en 25.

De teksten van de bijlagen E.7 en F.4 bij de Overeenkomst zijn respectievelijk in de bijlagen I en II bij het onderhavige besluit opgenomen; de desbetreffende punten van voorbehoud van de Gemeenschap zijn in de aanhangsels verwoord.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de secretaris-generaal van de Internationale Douaneraad mededeling te doen van de aanvaarding, namens de Gemeenschap, van de in artikel 1 bedoelde bijlagen, met de in dat artikel aangegeven punten van voorbehoud.

Gedaan te Brussel, 8 december 1994.

Voor de Raad De Voorzitter G. REXRODT

(1) PB nr. L 100 van 21. 4. 1975, blz. 1.

BIJLAGE I

"BIJLAGE E.7 betreffende de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten

INLEIDING De nationale wetgeving van de meeste Staten bevat bepalingen op grond waarvan het mogelijk is goederen die bij de vervaardiging van exportgoederen zijn gebruikt, van rechten vrij te stellen.

Bij de tijdelijke invoer van goederen voor actieve veredeling is het mogelijk terugbetaling of schorsing van rechten en heffingen bij de invoer te verkrijgen voor buitenlandse goederen die bij de vervaardiging van exportprodukten zijn gebruikt.

Onderwerp van deze bijlage is de invoer van goederen met vrijstelling van rechten en heffingen indien deze goederen equivalent zijn met de goederen die reeds in het vrije verkeer waren en die gebruikt zijn om produkten te verkrijgen die uit het douanegebied zijn uitgevoerd.

Deze vrijstelling kan echter afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten de invoer van goederen die equivalent zijn met goederen die in reeds uitgevoerde goederen zijn opgenomen als gunstig voor de nationale economie beschouwen.

De produkten die zijn verkregen met behulp van goederen waarvoor vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer is verleend, kunnen op de interne markt worden geleverd. Worden zij toch uitgevoerd, dan kan opnieuw de vrijstelling van rechten voor equivalente goederen worden aangevraagd.

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN In deze bijlage wordt verstaan onder:

a) "invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten": de douaneregeling op grond waarvan equivalente goederen vrij van rechten en heffingen kunnen worden ingevoerd. Equivalente goederen zijn goederen die, wat soort, kwaliteit en technische kenmerken betreft, gelijk zijn aan goederen die in het vrije verkeer waren en die gebruikt zijn bij de vervaardiging van produkten die reeds definitief zijn uitgevoerd;

b) "rechten en heffingen bij invoer": de douanerechten en andere rechten, heffingen, vergoedingen of overige belastingen die bij of in verband met de invoer van goederen worden geheven, met uitzondering van de vergoedingen en belastingen waarvan het bedrag ongeveer gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;

c) "persoon": zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon tenzij uit de context anders blijkt.

PRINCIPE 1. Norm Op de invoer van equivalente goederen zijn de bepalingen van deze bijlage van toepassing.

TOEPASSINGSGEBIED 2. Norm De nationale wetgeving bepaalt in welke omstandigheden en op welke voorwaarden equivalente goederen met vrijstelling van rechten kunnen worden ingevoerd.

Opmerkingen 1) De omstandigheden waarin equivalente goederen vrij van rechten en heffingen kunnen worden ingevoerd, kunnen in algemene termen of gedetailleerd worden omschreven, of door een combinatie van beide mogelijkheden.

2) De vrijstelling kan afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten de invoer van de goederen die equivalent zijn met de goederen die in reeds uitgevoerde goederen zijn opgenomen als gunstig voor de nationale economie beschouwen.

3) De vrijstelling kan worden voorbehouden aan personen die in het douanegebied zijn gevestigd.

3. Norm De invoer van de goederen die equivalent zijn met goederen die zich in het vrije verkeer bevonden en die in reeds uitgevoerde goederen waren opgenomen, vindt plaats met volledige vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer, onder voorbehoud van de betaling van de rechten en heffingen die bij uitvoer van de produkten zouden zijn terugbetaald of kwijtgescholden.

Opmerkingen 1) Vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer kan worden verleend voor grondstoffen, halffabrikaten, delen en onderdelen die equivalent zijn met die welke, zonder te zijn verwerkt, in de uitgevoerde produkten zijn opgenomen.

2) Goederen zoals katalysators, versnellers of vertragers van chemische reacties die gebruikt worden voor de verkrijging van produkten die onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten zijn uit te voeren en die tijdens het gebruik geheel of gedeeltelijk verdwijnen zonder in het uit te voeren produkt te zijn opgenomen, kunnen worden gelijkgesteld met goederen die voor de verkrijging van deze produkten zijn gebruikt en kunnen ook vrij van rechten en heffingen bij invoer worden ingevoerd. Deze vrijsteling wordt evenwel normaliter niet toegestaan voor goederen die bij de verkrijging slechts een ondergeschikte rol spelen, zoals smeermiddelen.

4. Aanbeveling Vrijstelling van rechten bij de invoer van equivalente goederen wordt niet geweigerd om de enkele reden dat de produkten naar een bepaald land zijn uitgevoerd.

5. Norm De nationale wetgeving bepaalt welke categorieën personen vergunning kunnen krijgen equivalente goederen met vrijstelling van rechten in te voeren.

Opmerking De exporteur, de fabrikant of de eigenaar van de uitgevoerde produkten kan de houder zijn van de vergunning voor de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten.

6. Norm Vrijstelling van rechten bij de invoer van equivalente goederen kan slechts worden verleend voor goederen waarvan het gebruik ter verkrijging van het uitgevoerde produkt kan worden vastgesteld.

Opmerking Om het gebruik van goederen ter verkrijging van het uitgevoerde produkt vast te stellen, kunnen de douaneautoriteiten het fabricageproces of de boeken van de fabrikant van de uit te voeren produkten controleren.

UITVOER VAN PRODUKTEN ONDER VOORBEHOUD VAN DE INVOER VAN EQUIVALENTE GOEDEREN MET VRIJSTELLING VAN RECHTEN a) Formaliteiten vóór de uitvoer van de produkten 7. Norm De nationale wetgeving bepaalt in welke omstandigheden de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten van een voorafgaande vergunning afhankelijk is en wijst de instanties aan die gemachtigd zijn deze vergunning te verlenen.

8. Aanbeveling Personen die voortdurend belangrijke werkzaamheden verrichten die de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten met zich brengen kunnen een algemene vergunning voor deze werkzaamheden verkrijgen.

9. Norm De bevoegde autoriteiten bepalen de soort, de kwaliteit, de technische kenmerken en de hoeveelheid van de verschillende goederen die zich in het vrije verkeer bevinden en die opgenomen zijn in de goederen die onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten zijn uit te voeren, waarbij zij uitgaan van de werkelijke omstandigheden waaronder deze produkten zijn verkregen.

10. Aanbeveling Bij de vaststelling van de hoeveelheden van de verschillende goederen die zijn opgenomen in de produkten die onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten zijn uit te voeren, houden de bevoegde autoriteiten rekening met niet terug te winnen verliezen en afvallen die bij de vervaardiging van deze produkten ontstaan.

11. Aanbeveling Wanneer de produkten die onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten zijn uit te voeren, grotendeels gelijkblijvende kenmerken hebben en onder technisch welomschreven voorwaarden worden verkregen, stellen de bevoegde autoriteiten de verschillende goederen die in de uit te voeren produkten zijn opgenomen op forfaitaire wijze vast.

b) Aangifte ten uitvoer onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten 12. Norm De nationale wetgeving bepaalt onder welke voorwaarden de produkten die met voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten zijn uit te voeren aan het bevoegde douanekantoor worden aangeboden en aangegeven (uitvoer).

Opmerking De nationale wetgeving kan bepalen dat de goederenaangifte die bij uitvoer van de produkten is opgesteld de gegevens moet bevatten aan de hand waarvan de douane de hoveelheden van de verschillende goederen kan vaststellen waarvoor bij invoer vrijstelling van rechten en heffingen zal worden aangevraagd.

13. Aanbeveling Wanneer de bevoegde autoriteiten niet kunnen beschikken op een aanvraag voor een vergunning voor de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten, mag de aangever de produkten onverwijld uitvoeren mits aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan en zonder dat hierdoor op de uiteindelijke beslissing wordt vooruitgelopen.

14. Aanbeveling De nationale formulieren die gebruikt worden voor de uitvoer van produkten onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten, worden geharmoniseerd met het formulier goederenaangifte (uitvoer).

c) Controle van de produkten die zijn uitgevoerd onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten 15. Aanbeveling Op verzoek van de aangever en om redenen die door de douaneautoriteiten geldig worden geacht, staan deze, indien mogelijk, toe dat de uit te voeren produkten onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten in de lokalen van de betrokkene worden gecontroleerd. De daaraan verbonden kosten komen ten laste van de aangever.

d) Toegelaten bestemmingen van produkten die zijn uitgevoerd onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten 16. Aanbeveling Produkten die zijn uitgevoerd onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten mogen in een vrije haven of een vrije zone worden opgeslagen.

17. Aanbeveling Produkten die zijn uitgevoerd onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten mogen, met het oog op hun latere uitvoer, in een douane-entrepot worden opgeslagen.

e) Afgifte van een document waaruit blijkt dat de produkten zijn uitgevoerd onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten 18. Norm Wanneer produkten zijn uitgevoerd onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten, geven de douaneautoriteiten de aangever een document aan de hand waarvan deze kan bewijzen dat hij goederen, die equivalent zijn met de goederen die in het vrije verkeer waren en in deze produkten zijn opgenomen, met vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer mag invoeren.

Opmerking Het bewijsstuk dat aan de aangever wordt afgegeven kan bestaan uit een door de douane gewaarmerkte kopie van de aangifte ten uitvoer onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten, of kan op een ander passend formulier worden opgesteld.

INVOER VAN GOEDEREN 19. Norm De nationale wetgeving bepaalt onder welke voorwaarden equivalente goederen die voor vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer in aanmerking komen, bij het bevoegde douanekantoor worden aangeboden en aangegeven.

OpmerkingDe nationale wetgeving kan bepalen dat de goederenaangifte de nodige gegevens moet bevatten met het oog op de toekenning van de vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer en dat de door de douaneautoriteiten afgegeven documenten bij deze aangifte moeten worden gevoegd.

20. Norm De bevoegde autoriteiten stellen de termijn vast waarbinnen equivalente goederen die voor vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer in aanmerking komen moeten worden ingevoerd, waarbij zij met de behoeften van het bedrijfsleven rekening houden.

21. Norm Equivalente goederen die voor vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer in aanmerking komen mogen via een ander douanekantoor dan het douanekantoor van uitvoer worden ingevoerd.

22. Norm Equivalente goederen die voor vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer in aanmerking komen mogen in een enkele of meerdere zendingen worden ingevoerd.

23. Norm Equivalente goederen die gedekt zijn door verschillende documenten ten bewijze van het feit dat zij met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, mogen in een enkele zending worden ingevoerd.

24. Norm Equivalente goederen die voor vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer in aanmerking komen mogen uit een ander land worden ingevoerd dan het land waarnaar de produkten zijn uitgevoerd.

25. Aanbeveling Equivalente goederen die voor vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer in aanmerking komen, mogen, op door de douaneautoriteiten vastgestelde voorwaarden, worden ingevoerd door een andere persoon dan degene die de produkten heeft uitgevoerd.

26. Aanbeveling Op verzoek van de aangever en om redenen die de douaneautoriteiten geldig achten, staan deze, indien mogelijk, toe dat equivalente goederen die voor vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer in aanmerking komen, worden gecontroleerd in de lokalen van de betrokkene. De daaraan verbonden kosten komen ten laste van de aangever.

27. Norm De nationale wetgeving bepaalt welke douanebehandeling van toepassing is wanneer produkten die onder voorbehoud van de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten zijn uitgevoerd, weer worden ingevoerd.

INLICHTINGEN BETREFFENDE DE INVOER VAN EQUIVALENTE GOEDEREN MET VRIJSTELLING VAN RECHTEN 28. Norm De douaneautoriteiten zien erop toe dat belanghebbenden zonder problemen de nodige inlichtingen kunnen verkrijgen over de invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten."

Aanhangsel bij bijlage I Punten van voorbehoud van de Gemeenschap ten aanzien van bijlage E.7 van de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures

1. Algemeen voorbehoud (algemene opmerking) De bepalingen van deze bijlage komen over het algemeen overeen met de EG-wetgeving inzake de regeling actieve veredeling. De Lid-Staten kunnen, zo nodig, hun eigen voorbehoud formuleren ten aanzien van punten die niet door de EG-wetgeving zijn gedekt.

2. Norm 3 Worden invoergoederen in een andere Lid-Staat van de Gemeenschap onder de regeling actieve veredeling geplaatst dan de Lid-Staat waar de vergunning voor deze regeling is verleend en waar de veredeling wordt verricht, dan kan deze norm slechts worden toegepast mits aan de voorwaarden van de EG-wetgeving inzake actieve veredeling wordt voldaan.

De EG-wetgeving inzake de belasting op de toegevoegde waarde voorziet voor dit speciale geval niet in vrijstelling. De betrokken belastingplichtigen hebben in het algemeen recht op volledige aftrek van de verschuldigde BTW voor equivalente goederen.

3. Norm 9 Voor toekenning van de regeling wordt in de Gemeenschap in het algemeen de voorwaarde gesteld dat de invoergoederen en de goederen die bij de vervaardiging van het uitgevoerde produkt zijn gebruikt, onder dezelfde post van het douanetarief van de Gemeenschap zijn ingedeeld, en dezelfde handelskwaliteit en dezelfde technische eigenschappen hebben.

4. Aanbeveling 11 Momenteel voorziet de EG-wetgeving inzake actieve veredeling slechts voor enkele produkten in fortaitaire opbrengstpercentages.

5. Aanbeveling 13 Volgens de EG-wetgeving is het uitsluitend mogelijk vergunningen voor actieve veredeling met terugwerkende kracht af te geven in uitzonderingsgevallen wanneer hiervoor gegronde redenen bestaan en voor zover de aanvraag hiertoe vóór aanvaarding van de aangifte ten uitvoer van de veredelingsprodukten is ingediend.

6. Aanbevelingen 16 en 17 Volgens de EG-wetgeving geeft de opslag van veredelingsprodukten in vrije zones en entrepots eerst aanleiding tot gebruik van de regeling invoer van equivalente goederen met vrijstelling van rechten bij de daadwerkelijke uitvoer van de produkten.

7. Norm 20 Over het algemeen voorziet de EG-wetgeving, voor de invoer van de invoergoederen, in een termijn van zes maanden na de voorafgaande uitvoer van de veredelingsprodukten (met mogelijke verlenging met zes maanden op verzoek van de vergunninghouder). Voor bepaalde categorieën goederen gelden echter kortere, niet-verlengbare termijnen.

8. Aanbeveling 25 Volgens de EG-wetgeving inzake actieve veredeling moet in bepaalde gevallen het bewijs worden geleverd dat uitsluitend de houder van de vergunning actieve veredeling bij de transactie voordeel heeft.

BIJLAGE II

"BIJLAGE F.4 betreffende douaneformaliteiten in het postverkeer

INLEIDING De post blijft één van de belangrijkste communicatiemiddelen in individuele relaties, niet alleen om wensen en nieuws uit te wisselen, maar ook om cadeaus en andere goederen te verzenden.

De douane moet noodzakelijkerwijs een rol vervullen in het internationale postverkeer, want zij moet ervoor zorgen, zoals bij goederen die op andere wijze worden in- of uitgevoerd, dat de verschuldigde rechten en belastingen worden geheven, dat verboden en beperkingen bij in- en uitvoer in acht worden genomen en, in het algemeen, ervoor zorgen dat de regels die zij moet toepassen, worden nageleefd.

Gezien de bijzondere aard van het postverkeer wijken de douaneformaliteiten voor postzendingen enigszins af van de douaneformaliteiten bij het vervoer van goederen met andere middelen. Postzendingen hebben enerzijds kleine afmetingen, maar zijn anderzijds zeer talrijk, en om onaanvaardbare vertragingen te voorkomen, moeten voor deze zendingen speciale administratieve maatregelen worden genomen. Dergelijke maatregelen zijn mogelijk omdat in bijna alle landen de post door overheidsdiensten wordt bezorgd en omdat de twee officiële instanties die zich met het postverkeer bezighouden, namelijk de post en de douane, nauw samenwerken.

Niet alleen op nationaal vlak werken douane en post nauw samen, maar ook op internationaal vlak is er een nauwe samenwerking tussen de Wereldpostunie, de internationale organisatie die voorschriften voor het postverkeer uitvaardigt, en de Raad. Deze twee internationale instanties hebben een Verbindingscomité opgericht in het kader waarvan douane- en postdeskundigen bijeenkomen om op internationaal vlak tot aanvaardbare oplossingen te komen voor problemen die op nationaal of bilateraal niveau niet konden worden opgelost.

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

a) "postzendingen": zendingen per brievenpost en van postpakketten;

b) "zendingen per brievenpost": brieven, postkaarten, drukwerk, braillestukken en pakjes die volgens de thans geldende besluiten van de Wereldpostunie "zendingen per brievenpost" worden genoemd.

Opmerking Volgens de Wereldpostunie gaan bepaalde zendingen per brievenpost vergezeld van een douaneaangifteformulier C1 en/of C2/CP3, al naar gelang van het geval;

c) "postpakketten": zendingen die "pakketpost" zijn genoemd in de zin van de thans geldende besluiten van de Wereldpostunie.

Opmerking Volgens de Wereldpostunie gaan postpakketten vergezeld van een douaneaangifteformulier C2/CP3;

d) "Wereldpostunie": intergouvernementele organisatie die bij het Verdrag van Bern van 1874 onder de naam "Algemene Postunie" werd opgericht, die in 1878 de naam "Wereldpostunie" heeft aangenomen en die sinds 1948 een gespecialiseerde instelling van de Verenigd Naties is (hoofdkantoor te Bern);

e) "rechten en heffingen bij invoer": de douanerechten en alle ander rechten, heffingen, vergoedingen of belastingen die bij of ter gelegenheid van de invoer van goederen worden geheven, met uitzondering van de vergoedingen en heffingen waarvan het bedrag ongeveer gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;

f) "rechten en heffingen bij uitvoer": de douanerechten en alle andere rechten, heffingen, vergoedingen en belastingen die bij of ter gelegenheid van de uitvoer van goederen worden geheven, met uitzondering van de vergoedingen en heffingen waarvan het bedrag ongeveer gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;

g) "aangifte van goederen": de handeling, in de door de douane voorgeschreven vorm, waarmee de belanghebbende aangeeft onder welke douaneregeling goederen zijn te plaatsen en de gegevens mededeelt die de douane voor de toepassing van de regeling nodig heeft;

h) "inklaring of uitklaring": het vervullen van de nodige douaneformaliteiten om invoergoederen in het vrije verkeer te brengen, om ze onder een andere douaneregeling te plaatsen of om goederen uit te voeren;

i) "in het vrije verkeer brengen": de douaneregeling op grond waarvan ingevoerde goederen definitief binnen het douanegebied kunnen blijven. Deze regeling houdt de betaling van de eventueel verschuldigde rechten en heffingen bij invoer in en de vervulling van de nodige douaneformaliteiten;

k) "controle van de postzendingen": de handeling door middel waarvan de douane de goederen die zich in postzendingen bevinden fysiek onderzoekt teneinde na te gaan wat de aard, oorsprong, staat, hoeveelheid en waarde is;

l) "goederen die zich in het vrije verkeer bevinden": goederen waarover zonder douanebeperkingen kan worden beschikt;

m) "douanecontrole": geheel van maatregelen die erop zijn gericht dat de wetten en voorschriften die de douane moet toepassen, worden nageleefd;

n) "vrijgave van de goederen": de handeling waarmee de douane de belanghebbenden toestaat over de goederen te beschikken die zijn in- of uitgeklaard;

o) "persoon": natuurlijke persoon of rechtspersoon, tenzij dit uit de context anders blijkt.

BEGINSELEN 1.Norm De douaneformaliteiten die op postzendingen van toepassing zijn worden beheerst door de bepalingen van deze bijlage.

2.Norm De nationale wetgeving bepaalt ten aanzien van postzendingen aan welke voorwaarden voor douanedoeleinden moet worden voldaan en welke formaliteiten door douanedoeleinden moeten worden vervuld.

3.Norm Postzendingen worden zo snel mogelijk in- en uitgeklaard, daar de douanecontrole beperkt wordt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat de wetten en voorschriften die de douane moet toepassen, worden nageleeftd.

BETREKKINGEN TUSSEN DOUANE- EN POSTAUTORITEITEN 4.Norm De nationale wetgeving bepaalt welke de taken en verplichtingen zijn van respectievelijk de douane- en postautoriteiten bij de douanebehandeling van postzendingen.

Opmerkingen 1) De postautoriteiten hebben bepaalde taken en verplichtingen die rechtstreeks uit de besluiten van de Wereldpostunie voortvloeien. Andere taken en verplichtingen kunnen in onderling overleg tussen de post- en douaneautoriteiten tussen hen worden verdeeld.

2) De postautoriteiten zijn gewoonlijk belast met het vervoer, de opslag en de aanbieding bij de douaneautoriteiten van postzendingen en kunnen deze, op verzoek van de douaneautoriteiten, voor douanecontroles openen. In sommige landen zijn het echter niet de postautoriteiten die belast zijn met het vervoer, de opslag en de aanbieding bij de douaneautoriteiten van postpakketten, maar is deze taak bij overeenkomst aan de spoorwegen toevertrouwd of aan andere erkende ondernemingen. Op grond van deze praktische regelingen rusten sommige van deze verplichtingen op de erkende onderneming.

3) Hoewel zij niet instaan voor de juistheid van de douaneaangiften (formulier C2/CP3 bij voorbeeld) zien de postautoriteiten van het land van vertrek er in principe op toe dat de douaneaangiften betreffende postzendingen samen met deze worden aangeboden en nemen zij, in de mate van het mogelijke, maatregelen om ervoor te zorgen dat ze correct en volledig worden ingevuld. Indien een douaneaangifte kennelijk onvolledig is, vestigen de postautoriteiten in het algemeen de aandacht van de afzender op de douanewetgeving en kunnen ze de betrokken postzending weigeren.

Wanneer een zending in verschillende deelzendingen is opgedeeld, met name in het geval van commerciële zendingen, delen de postautoriteiten de afzender gewoonlijk mede dat bij elke zending afzonderlijke documenten moeten worden gevoegd (certificaten van oorsprong bij voorbeeld).

5.Norm De douaneautoriteiten wijzen, eventueel in samenwerking met de postautoriteiten, de douanekantoren of andere lokalen aan waar de postzendingen kunnen worden in- en uitgeklaard.

Opmerkingen 1) Er kunnen gemeenschappelijke douane- en postkantoren worden ingericht, of douanebeambten kunnen permanent of gedurende bepaalde uren per dag in postkantoren hun werkzaamheden verrichten; in het laatste geval kunnen de postautoriteiten lokalen ter beschikking van de douane stellen.

2) Douanekantoren kunnen in uitwisselingskantoren worden ingericht, die postkantoren zijn die belast zijn met de uitwisseling van postzendingen met de bevoegde buitenlandse postautoriteiten.

UITVOER VAN POSTZENDINGEN a) Situatie van de goederen ten aanzien van de douane 6.Norm Goederen mogen per post worden uitgevoerd, ongeacht het feit dat deze goederen zich in het vrije verkeer bevinden of onder een douaneregeling zoals het stelsel douane-entrepots of tijdelijke invoer zijn geplaatst, mits alle formaliteiten zijn vervuld die voor de plaatsing onder die regeling zijn vereist.

Opmerking De uitvoer per post van bepaalde goederen zoals drugs, explosieven, ontvlambare produkten en andere gevaarlijke stoffen, is aan strenge regels gebonden en, op grond van de besluiten van de Wereldpostunie, in vele gevallen verboden.

b) Aanbieding bij de douane 7.Norm De douaneautoriteiten stellen vast welke postzendingen bij uitvoer bij hen met het oog op douanecontrole moeten worden aangeboden.

Opmerking In het kader van het systeem van de "in- en uitklaring op basis van documenten" van postzendingen, dat in sommige landen in gebruik is, worden enkel de documenten en niet de zendingen zelf in eerste instantie bij de douane aangeboden. De douane deelt de postautoriteiten vervolgens mede welke zendingen bij hen voor controle moeten worden aangeboden.

8.Aanbeveling De douaneautoriteiten mogen, in het algemeen, niet eisen dat postzendingen bij uitvoer bij hen worden aangeboden, behalve indien zij goederen bevatten waarvan de uitvoer moet worden aangetoond, goederen die aan verboden of beperkingen bij uitvoer of aan rechten en heffingen bij uitvoer zijn onderworpen of goederen met een hogere waarde dan het bedrag dat bij de nationale wetgeving is vastgesteld, of wanneer de zendingen door de douane zijn geselecteerd in het kader van een steekproef of een keuring van grote partijen.

Opmerkingen 1) In verscheidene gevallen kan het nodig zijn de uitvoer te certificeren, met name wanneer goederen tijdelijk worden uitgevoerd, in het kader van het terugbetalingssysteem, of na tijdelijke invoer.

2) Goederen die per post worden uitgevoerd kunnen worden uitgeklaard voordat ze bij de post worden afgegeven of daarna. In landen waar goederen gewoonlijk worden uitgeklaard alvorens ze bij de post worden afgegeven, kan de douane de zendingen met een speciaal zegel of etiket merken; zij kan die zendingen verzegelen of op een begeleidend document, zoals het verzendingsformulier (CP2), aangeven dat uitvoer is toegestaan. In landen waar de goederen gewoonlijk worden uitgeklaard nadat ze bij de post zijn afgegeven, kan de uitklaring in een uitwisselingskantoor plaatsvinden of in een postkantoor waar de douane vertegenwoordigd is, terwijl de goederen, in voorkomend geval, voor controle naar een postkantoor van deze soort worden overgebracht.

3) Goederen waarop rechten en heffingen bij uitvoer zijn verschuldigd, worden gewoonlijk uitgeklaard voordat ze bij de post worden afgegeven. De rechten en heffingen worden dan voldaan voordat de goederen voor uitvoer bij de postautoriteiten worden afgegeven. In enkele landen echter kunnen de postautoriteiten de rechten en heffingen bij uitvoer in ontvangst nemen, waarbij de vereffening van de rekeningen en de betaling als bij invoer geschieden.

c) Documenten 9.Aanbeveling Een goederenaangifte bij de uitvoer van postzendingen is uitsluitend vereist indien deze goederen bevatten waarvan de uitvoer moet worden aangetoond, goederen die aan verboden of beperkingen bij uitvoer of aan rechten en heffingen bij uitvoer zijn onderworpen of goederen met een hogere waarde dan het bij de nationale wetgeving vastgestelde bedrag.

d) Controle van postzendingen 10.Norm De douaneautoriteiten verrichten geen systematische controle van alle postzendingen bij uitvoer, maar controleren uitsluitend door middel van steekproeven of keuringen van grote partijen.

11.Aanbeveling Maken de douaneautoriteiten gebruik van hun recht de postzendingen bij uitvoer te controleren, dan beperken zij deze controle tot hetgeen nodig is om ervoor te zorgen dat de wetten en voorschriften die zij moeten toepassen worden nageleefd.

DOORVOER VAN POSTZENDINGEN 12.Norm Postzendingen zijn aan geen enkele douaneformaliteit onderworpen wanneer ze in het internationale verkeer worden vervoerd.

INVOER VAN POSTZENDINGEN a) Goederen die kunnen worden toegelaten 13.Norm Goederen mogen per post worden ingevoerd, ongeacht het feit dat de goederen in het vrije verkeer worden gebracht of onder een andere douaneregeling worden geplaatst.

b) Aanbieding bij de douaneautoriteiten 14.Norm De douaneautoriteiten bepalen welke postzendingen bij invoer bij hen voor douanecontrole moeten worden aangeboden.

Opmerking In het kader van het systeem van de inklaring van postpakketten op basis van documenten, dat in sommige landen in gebruik is, worden enkel de documenten en niet de zendingen zelf in eerste instantie bij de douane aangeboden. De douane deelt de postautoriteiten vervolgens mede welke zendingen bij hen voor controle moeten worden aangeboden.

15.Aanbeveling De douaneautoriteiten eisen in het algemeen niet dat zendingen per brievenpost die tot de volgende categorieën behoren bij invoer bij hen worden aangeboden:

i) postkaarten en brieven die uitsluitend persoonlijke mededelingen bevatten;

ii) braillestukken;

iii) drukwerk waarop geen rechten of heffingen bij invoer verschuldigd zijn.

16.Norm Worden postzendingen bij invoer bij de douane aangeboden, dan vraagt deze slechts de documenten die voor inklaring noodzakelijk zijn.

Opmerkingen 1) Deze documenten kunnen verschillen, al naar gelang van de aard, de inhoud en de waarde, enz., van de zending. Het betreft hier gewoonlijk het douaneaangifteformulier C1 of C2/CP3 en het verzendingsformulier CP2 voor postpakketten, en de eventueel benodigde certificaten van oorsprong, facturen, enz.

2) Verschillende methoden kunnen bij het verzenden van het douaneaangifteformulier C2/CP3 worden gebruikt. Het formulier kan bij het verzendingsformulier worden gevoegd, op de zending worden geplakt, eraan worden gehecht of in de zending worden gesloten indien het land van bestemming dit vraagt. Het kan eveneens afzonderlijk worden verzonden, wanneer te dien einde bij overeenkomst bijzondere bepalingen zijn vastgesteld.

17.Norm Moet bij de invoer van postzendingen het douaneaangifteformulier C2/CP3 worden gebruikt, dan vragen de douaneautoriteiten hiervan slechts een enkel exemplaar.

c) Inklaring op grond van douaneaangifteformulieren C1 en C2/CP3 of een goederenaangifte 18.Aanbeveling Indien alle gegevens die de douaneautoriteiten eisen op het douaneaangifteformulier C1 of C2/CP3 en de daarbij gevoegde stukken voorkomen, worden de postzendingen op grond van deze documenten ingeklaard, zonder dat een aparte goederenverklaring wordt geëist, behalve in het geval van commerciële zendingen met een hogere waarde dan het bij de nationale wetgeving vastgestelde bedrag en goederen die bestemd zijn om onder een andere douaneregeling dan het vrije verkeer te worden geplaatst.

19.Norm Indien goederen die zich in postzendingen bevinden voor een andere douaneregeling dan het vrije verkeer moeten worden ingeklaard, wordt een goederenaangifte gedaan op het formulier dat voor de betrokken douaneregeling is vereist en in het vereiste aantal exemplaren; de andere formaliteiten die voor die regeling zijn vereist moeten eveneens worden vervuld.

Opmerking Het goederenaangifteformulier kan een nationaal document zijn of een internationaal document zoals het ATA-carnet.

20.Norm Is een goederenaangifte vereist voor postzendingen die in het vrije verkeer moeten worden gebracht, dan wordt een aangifteformulier gebruikt dat in overeenstemming is met het officiële model dat door de bevoegde autoriteiten is voorgeschreven, terwijl de andere formaliteiten die voor deze regeling zijn vereist eveneens moeten worden vervuld.

Opmerkingen 1) Het aangifteformulier voor het vrije verkeer kan hetzelfde formulier zijn als het formulier dat bij de invoer met andere middelen is voorgeschreven. Het kan ook een formulier zijn dat speciaal voor de invoer per post is opgesteld.

2) De goederenaangifte kan door de postautoriteiten, door de geadresseerde of door een daartoe gemachtigde vertegenwoordiger worden ingevuld.

d) Controle van de postzendingen 21.Norm De douaneautoriteiten verrichten geen systematische controle van de postzendingen bij invoer, maar controleren uitsluitend door middel van steekproeven of keuringen van grote partijen.

22.Aanbeveling Maken de douaneautoriteiten gebruik van hun recht de postzendingen bij invoer te controleren, dan beperken zij deze controle tot hetgeen nodig is om ervoor te zorgen dat de wetten en voorschriften die zij moeten toepassen worden nageleefd.

e) Betaling van rechten en heffingen bij invoer 23.Aanbeveling Goederen in postzendingen die voor het vrije verkeer worden ingevoerd worden aan een forfaitaire heffing onderworpen voor zover het niet gaat om zendingen van commerciële aard en de totale waarde van de goederen niet lager is dan 100 US-dollar. De forfaitaire heffing:

- kent verscheidene tarieven die alle categorieën rechten en heffingen bij invoer dekt,

- mag de vrijstelling bij invoer niet annuleren die uit hoofde van andere bepalingen op de goederen van toepassing zou kunnen zijn,

- moet de mogelijkheid open laten de goederen te belasten indien de geadresseerde bij de inklaring aanwezig is en daarom verzoekt, door toepassing van de normaal verschuldigde rechten en heffingen bij invoer; de douaneautoriteiten kunnen in dit geval echter eisen dat alle goederen waarop rechten en heffingen bij invoer verschuldigd zijn op deze manier worden belast, en - mag niet de mogelijkheid uitsluiten dat de douaneautoriteiten speciale tarieven vaststellen voor zwaar belaste goederen of bepaalde goederen van de forfaitaire heffing uitsluiten.

Opmerking Invoer wordt in het algemeen niet geacht van commerciële aard te zijn wanneer zij incidenteel is en uitsluitend betrekking heeft op goederen die bestemd zijn om door de geadresseerde of de leden van zijn gezin persoonlijk te worden ge- of verbruikt, en waarvan de aard en de hoeveelheid geen commerciële doeleinden doen vermoeden.

24.Aanbeveling Zendingen die uitsluitend uit persoonlijke giften bestaan (met uitzondering van alcohol, alcoholhoudende dranken en tabak) waarvan de totale waarde, vastgesteld aan de hand van de kleinhandelsprijzen in het land van verzending, niet meer dan 30 SDR bedraagt, worden van rechten en heffingen bij invoer vrijgesteld. Wanneer meerdere zendingen terzelfder tijd door eenzelfde afzender aan eenzelfde geadresseerde worden verzonden, wordt de waarde van deze zendingen samengeteld om de totale waarde vast te stellen. De formaliteiten om vrijstelling van rechten en heffingen bij invoer te verkrijgen dienen zo eenvoudig mogelijk te zijn. Bij invoer van deze giften zijn verboden of beperkingen van economische aard niet van toepassing.

Opmerkingen 1) Een gift wordt in het algemeen als persoonlijk beschouwd indien deze:

a) door een particulier die in het buitenland verblijft of namens deze naar een andere particulier wordt verzonden,

b) incidenteel van aard is,

c) uitsluitend goederen bevat die bestemd zijn voor het persoonlijk gebruik van de geadresseerde of van zijn gezin en waaraan, gezien de aard en de hoeveelheid van de ingevoerde goederen, elk handelskarakter vreemd is.

2) Ten behoeve van een snelle inklaring van zendingen die uit giften bestaan, vermeldt de afzender in het algemeen op het douaneaangifteformulier C1 of C2/CP3 dat de zending een gift is, en wat de waarde en de inhoud van de zending is.

25.Aanbeveling Wanneer de vrijgave is toegestaan van ingevoerde postzendingen die, vóór de betaling van de verschuldigde rechten en heffingen bij invoer, door de postautoriteiten of door een erkende onderneming aan de geadresseerde worden afgeleverd, passen de douaneautoriteiten zo eenvoudig mogelijke bepalingen toe voor de invordering van deze rechten en heffingen.

Opmerkingen 1) De postautoriteiten ontvangen gewoonlijk de rechten en heffingen bij invoer van de geadresseerde bij aflevering en doen periodieke betalingen aan de douane, bij voorbeeld aan het einde van elk kwartaal. De postautoriteiten kunnen echter de rechten en heffingen voor rekening van de geadresseerde aan de douane betalen, wanneer zij een zending ter aflevering ontvangen.

2) Gezien de niet-dwingende aard van de besluiten van de Wereldpostunie kan degene die goederen per post verzendt in bepaalde gevallen alle kosten voor zijn rekening nemen, met inbegrip van de rechten en heffingen bij invoer die bij aflevering moeten worden betaald.

TERUGBETALING OF KWIJTSCHELDING VAN RECHTEN EN HEFFINGEN BIJ INVOER 26.Norm Wanneer postzendingen niet worden afgeleverd bij de geadresseerde of door hem worden geweigerd, worden de rechten en heffingen bij invoer op de goederen die zich in de postzendingen bevinden op verzoek terugbetaald of kwijtgescholden, mits deze goederen:

a) weer worden uitgevoerd, of b) in opdracht van de douaneautoriteiten worden vernietigd of zonder kosten aan de schatkist afgestaan.

INLICHTINGEN BETREFFENDE DE DOUANEFORMALITEITEN IN HET POSTVERKEER 27.Norm De douaneautoriteiten zien erop toe dat belanghebbenden zonder problemen de nodige inlichtingen kunnen verkrijgen over de douaneformaliteiten in het postverkeer die in hun land van toepassing zijn.

Opmerking Deze inlichtingen kunnen worden verstrekt op de voor de douane gebruikelijke wijze of door middel van de voorlichtingsdiensten van de postautoriteiten.

Aanhangsel bij bijlage II Punten van voorbehoud van de Gemeenschap ten aanzien van bijlage F.4 bij de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisering van douaneprocedures

1. Algemeen voorbehoud (algemene opmerking) Slechts een deel van de bepalingen van deze bijlage wordt door de EG-wetgeving gedekt. De Lid-Staten kunnen, zo nodig, hun eigen voorbehoud formuleren ten aanzien van punten die niet door de EG-wetgeving zijn gedekt.

2. Norm 19 De EG-wetgeving inzake het ATA-carnet heeft geen betrekking op het postverkeer.

3. Aanbeveling 23 De EG-wetgeving kent geen forfaitaire heffingen voor de belasting op de toegevoegde waarde en accijnzen.

4. Aanbeveling 24 Volgens de EG-wetgeving kunnen goederen met een totale waarde van niet meer dan 45 ecu met vrijstelling van rechten worden ingevoerd indien ze zonder betaling in kleine zendingen zonder handelskarakter van een particulier in een derde land naar een particulier binnen het douanegebied van de Gemeenschap worden verzonden.

Bovendien kunnen, naast de kwantitatieve beperkingen voor tabak, alcohol en alcoholhoudende dranken, volgens de EG-wetgeving de volgende produkten voor de daarnaast genoemde maximumhoeveelheden met vrijstelling van rechten en heffingen worden ingevoerd:

Vrijstelling van belastingen a) koffie: 500 g of koffie-extracten of -essences: 200 g b) thee: 100 g of thee-extracten of -essences: 40 g Vrijstelling van rechten en heffingen c) parfum: 50 g of toiletwater: 0,25 l.

5. Norm 26 Volgens de EG-wetgeving kunnen goederen aan de schatkist worden afgestaan indien de wetgeving van de Lid-Staten in deze mogelijkheid voorziet.

De EG-wetgeving bepaalt tevens dat het in uitzonderingsgevallen, op een met redenen omkleed verzoek, met de toestemming van de douaneautoriteiten steeds mogelijk is tijdelijk ingevoerde goederen aan de schatkist af te staan.

De procedures voor de terugbetaling en kwijtschelding van accijnzen vallen onder de bevoegdheid van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap.