31994D0433

94/433/EG: Beschikking van de Commissie van 30 mei 1994 houdende toepassingsbepalingen van Richtlijn 93/24/EEG van de Raad wat de statistische enquêtes naar de rundveestapel en naar de produktie van rundvee betreft en tot wijziging van die richtlijn

Publicatieblad Nr. L 179 van 13/07/1994 blz. 0027 - 0032
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 59 blz. 0040
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 59 blz. 0040


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 30 mei 1994 houdende toepassingsbepalingen van Richtlijn 93/24/EEG van de Raad wat de statistische enquêtes naar de rundveestapel en naar de produktie van rundvee betreft en tot wijziging van die richtlijn (94/433/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 93/24/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de rundveeproduktie (1), inzonderheid op artikel 1, lid 3, artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 2, artikel 6, leden 1 en 2, artikel 8, leden 1 en 2, artikel 10, lid 3, en artikel 12, lid 2,

Overwegende dat het voor de uitvoering van de enquêtes, zoals bepaald in Richtlijn 93/24/EEG, noodzakelijk is over nauwkeurige definities te beschikken; dat in dit verband ten eerste de landbouwbedrijven waarop de enquêtes betrekking hebben, moeten worden omschreven; dat voorts de afzonderlijke categorieën, waarnaar de resultaten van de enquête moeten worden ingedeeld, nauwkeurig moeten worden gedefinieerd en dat moet worden vastgesteld ten aanzien van welke grootteklassen en gebieden de Lid-Staten met regelmatige tussenpozen de enquêteresultaten moeten uitwerken; dat met het oog op de slachtstatistieken een algemeen geldende definitie van het slachtgewicht nodig is;

Overwegende dat, nu de indeling van levende runderen in de gecombineerde nomenclatuur uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 2505/92 van de Commissie (2) is gewijzigd, bij de gegevens over de intracommunautaire handel en bij die over de handel met derde landen geen onderscheid meer kan worden gemaakt tussen stieren en ossen; dat dientengevolge ook de indeling van de bruto eigen produktie volgens deze beide categorieën, zoals vereist bij Richtlijn 93/24/EEG, niet meer mogelijk is; dat bijgevolg genoemde richtlijn wijziging behoeft;

Overwegende dat overeenkomstig Richtlijn 93/24/EEG de Lid-Staten op verzoek kunnen worden gemachtigd de enquêtes van mei of juni alleen in bepaalde gebieden te houden, met dien verstande dat deze enquêtes betrekking dienen te hebben op ten minste 70 % van de nationale rundveestapel; dat voorts Lid-Staten waarvan de rundveestapel slechts een klein percentage van de totale rundveestapel van de Gemeenschap uitmaakt, op verzoek kunnen worden gemachtigd om volledig van de enquêtes van mei/juni of van december af te zien of om van de definitieve resultaten van de enquête voor mei/juni een regionale indeling te maken; dat de Lid-Staten op verzoek toestemming kunnen krijgen om voor de vaststelling van de rundveestapel administratieve bronnen in plaats van statistische enquêtes te benutten alsmede om de definitieve resultaten voor de even jaren en/of de resultaten van de enquête van mei/juni naar grootteklassen in te delen;

Overwegende dat met betrekking tot de genoemde afwijkingsmogelijkheden de Lid-Staten verzoeken hebben ingediend;

Overwegende dat Beschikking 73/262/EEG van de Commissie (3), gewijzigd bij Beschikking 90/501/EEG (4), dient te worden ingetrokken;

Overwegende dat, aangezien Richtlijn 93/24/EEG vanaf 1 januari 1994 van toepassing is, de bepalingen van de onderhavige beschikking eveneens vanaf die datum dienen te gelden;

Overwegende dat deze beschikking in overeenstemming is met het advies van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. Een landbouwbedrijf in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 93/24/EEG is een technisch-economische eenheid die onder één beheer is geplaatst en landbouwprodukten voortbrengt.

2. De enquête overeenkomstig artikel 1, lid 1, van Richtlijn 93/24/EEG heeft betrekking op:

a) landbouwbedrijven met ten minste één hectare landbouwgrond;

b) landbouwbedrijven met minder dan één hectare landbouwgrond, indien deze in een zekere omvang voor de verkoop produceren of indien de produktie-eenheid bepaalde natuurlijke drempels overschrijdt.

3. De Lid-Staten die voor de enquête een andere drempel wensen toe te passen, dienen deze drempel zodanig vast te stellen dat alleen de kleinste bedrijven, die samen niet meer dan 1 % tot het bruto standaardsaldo, in de zin van Beschikking 85/377/EEG van de Commissie (5), van de Lid-Staat bijdragen, van de enquête worden uitgesloten.

Artikel 2

De definities van de in artikel 3, lid 1, artikel 10, lid 2, en artikel 12, lid 2, van Richtlijn 93/24/EEG genoemde categorieën runderen zijn in bijlage I opgenomen.

Artikel 3

De in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 93/24/EEG bedoelde gebieden zijn in bijlage II genoemd.

Artikel 4

De in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 93/24/EEG bedoelde grootteklassen zijn in bijlage III vastgelegd.

Artikel 5

Het in artikel 10, lid 1, van Richtlijn 93/24/EEG genoemde slachtgewicht is omschreven in bijlage IV.

Artikel 6

In artikel 12, lid 2, van Richtlijn 93/24/EEG worden de categorieën "D. Stieren" en "E. Ossen" samengevoegd tot de categorie "D. Stieren en ossen".

Artikel 7

1. Overeenkomstig artikel 1, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 93/24/EEG worden de in bijlage V, onder a), genoemde Lid-Staten gemachtigd de enquêtes van mei of juni alleen in bepaalde gebieden te houden, met dien verstande dat deze enquêtes betrekking dienen te hebben op ten minste 70 % van de nationale rundveestapel.

2. Overeenkomstig artikel 1, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 93/24/EEG worden de in bijlage V, onder b), genoemde Lid-Staten gemachtigd volledig af te zien van de enquêtes in mei/juni of in december.

3. Overeenkomstig artikel 1, lid 2, derde alinea, van Richtlijn 93/24/EEG worden de in bijlage V, onder c), genoemde Lid-Staten gemachtigd administratieve bronnen in plaats van statistische enquêtes te benutten.

4. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 93/24/EEG wordt de in bijlage V, onder d), genoemde Lid-Staten toestemming verleend om van de definitieve resultaten van de enquête van mei/juni een regionale indeling te maken.

5. Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Richtlijn 93/24/EEG wordt de in bijlage V, onder e), genoemde Lid-Staten toestemming verleend om de definitieve resultaten voor de even jaren en/of de resultaten van de enquête van mei/juni naar grootteklassen in te delen.

Artikel 8

Beschikking 73/262/EEG wordt ingetrokken.

Artikel 9

Deze beschikking is van toepassing vanaf 1 januari 1994.

Artikel 10

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 30 mei 1994.

Voor de Commissie

Henning CHRISTOPHERSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 149 van 21. 6. 1993, blz. 5.

(2) PB nr. L 267 van 14. 9. 1992, blz. 1.

(3) PB nr. L 253 van 10. 9. 1973, blz. 5.

(4) PB nr. L 278 van 10. 10. 1990, blz. 41.

(5) PB nr. L 220 van 17. 8. 1985, blz. 1.

BIJLAGE I

Definitie van de categorieën

"" ID="1">Kalveren> ID="2">A. a) Runderen van minder dan één jaar, bestemd om als kalveren te worden geslacht.> ID="3">A. Kalveren"> ID="2">De definitie van kalveren is opgenomen in de volgende kolom, onder A> ID="3">Runderen (huisdieren) met een levend gewicht van 300 kg of minder, die nog niet hun tweede gebit hebben"> ID="1">Stieren> ID="3">D. Stieren"> ID="3">Mannelijke niet-gecastreerde dieren, niet begrepen onder A"> ID="1">Ossen> ID="3">E. Ossen"> ID="3">Mannelijke gecastreerde dieren, niet begrepen onder A"> ID="1">Vaarzen> ID="2">C. b) ba)> ID="3">B. Vaarzen"> ID="2">Vrouwelijke runderen van ten minste twee jaar die nog niet hebben gekalfd> ID="3">Vrouwelijke runderen die nog niet hebben gekalfd, niet begrepen onder A"> ID="1">Slachtvaarzen> ID="2">C. b) ba) 1)"> ID="2">Vaarzen voor de vleesproduktie"> ID="1">Overige vaarzen> ID="2">C. b) ba) 2)"> ID="2">Vaarzen die als fokdieren worden gehouden en bestemd zijn ter vervanging van melkkoeien of andere koeien"> ID="1">Koeien> ID="2">C. b) bb)> ID="3">B. Koeien"> ID="2">Vrouwelijke runderen die al eens hebben gekalfd (eventueel met inbegrip van dieren van minder dan twee jaar)> ID="3">Vrouwelijke runderen die al eens hebben gekalfd"> ID="1">Melk- en kalf-> ID="2">C. b) bb) 1)"> ID="1">koeien> ID="2">Koeien die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gehouden voor de produktie van melk bestemd voor de menselijke consumptie en/of voor de fabricage van zuivelprodukten. Met inbegrip van uitgemolken koeien (ongeacht het feit of zij tussen de laatste lactatie en het slachten al dan niet worden aangehouden in vetweiderij)"> ID="1">Andere koeien> ID="2">C. b) bb) 2)"> ID="2">Andere koeien dan melk- en kalfkoeien, werkkoeien eventueel daaronder begrepen">

BIJLAGE II

Gebieden België: Provincies

Denemarken: -

Duitsland: Bundeslaender

Griekenland: Regio's van de Dienst voor regionale ontwikkeling

Spanje: Galicia

Principado de Asturias

Cantabria

País Vasco

Navarra

La Rioja

Aragón

Cataluña

Baleares

Castilla y León

Madrid

Castilla-La Mancha

Comunidad Valenciana y

Región de Murcia

Extremadura

Andalucía

Andere Comunidades autónomas

Frankrijk: Champagne-Ardennes

Picardie - Nord-Pas-de-Calais

Basse-Normandie - Haute-Normandie

Bourgogne

Alsace-Lorraine

Franche-Comté

Pays-de-la-Loire

Bretagne

Poitou-Charentes

Aquitaine

Midi-Pyrénées

Limousin

Rhône-Alpes

Auvergne

Overige regio's

Ierland: -

Italië: Regio's

Luxemburg: -

Nederland: Provincies

Portugal: Regio's

Verenigd Koninkrijk: Standaardregio's (Standard Regions)

BIJLAGE III

Grootteklassen naar aantal runderen

"" ID="1">I> ID="2">1-2 1-9 (1)()> ID="5">1-2 1-9 (1)()> ID="8">1-2 1-9 (1)()"> ID="1">II> ID="2">3-9> ID="5">3-9> ID="8">3-9"> ID="1">III> ID="2">10-19> ID="5">10-19> ID="8">10-19"> ID="1">IV> ID="2">20-29> ID="5">20-29> ID="8">20-29"> ID="1">V> ID="2">30-49> ID="5">30-49> ID="8">30-49"> ID="1">VI> ID="2">50-99> ID="5">50-99> ID="8">50-99"> ID="1">VII> ID="2">100-199> ID="5">100-199> ID="8">100-199"> ID="1">VIII> ID="2">200-299 & ge; 100 (2)(b)> ID="5">200-299 & ge; 100 (3)(c)> ID="8">200-299 & ge; 100 (3)(c)"> ID="1">IX> ID="2">300-499> ID="5">& ge; 300> ID="8">& ge; 300"> ID="1">X> ID="2">& ge; 500"> ID="2">Totaal > ID="5">Totaal > ID="8">Totaal ""

>

(1)() Onderverdeling facultatief: NL, DK.

(2)(b) Onderverdeling facultatief: P, L, GR.

(3)(c) Onderverdeling facultatief: P, L, GR, F.

BIJLAGE IV

Definitie van het slachtgewicht Het slachtgewicht is het koud gewicht van het lichaam van het geslachte dier na het villen, het uitbloeden en het ontdoen van de ingewanden en na verwijdering van de geslachtsorganen, de uiteinden van de ledematen (afgesneden bij het carpaal respectievelijk tarsaal gewicht), de kop, de staart, de nieren, het niervet en de uier.

BIJLAGE V

a) Lid-Staten die gemachtigd zijn de enquêtes van mei of juni alleen in bepaalde gebieden te houden

Frankrijk

Italië

b) Lid-Staten die gemachtigd zijn volledig van de enquêtes van mei/juni of december af te zien

mei/juni december

Portugal Griekenland

c) Lid-Staten die gemachtigd zijn voor de enquêtes van mei/juni en/of december administratieve bronnen in plaats van statistische enquêtes te benutten

mei/juni december

d) Lid-Staten die toestemming hebben om een regionale indeling van de definitieve resultaten van de enquête van mei/juni te maken

België

Griekenland

Nederland

e) Lid-Staten die toestemming hebben om de definitieve resultaten voor de even jaren en/of de resultaten van de enquête van mei/juni in grootteklassen in te delen

even jaren mei/juni

Duitsland Denemarken

België

Griekenland

Nederland