94/370/EG: Beschikking van de Raad van 21 juni 1994 tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied
Publicatieblad Nr. L 168 van 02/07/1994 blz. 0031 - 0033
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 58 blz. 0223
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 58 blz. 0223
BESCHIKKING VAN DE RAAD van 21 juni 1994 tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (94/370/EG) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43, Gezien het voorstel van de Commissie (1), Gezien het advies van het Europees Parlement (2), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), Overwegende dat, op grond van de ervaring, verbetering moet worden gebracht in bepaalde mechanismen die zijn vastgesteld bij Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (4); Overwegende dat met name in de programma's voor de uitroeiing van en de controle op dierziekten, de programma's voor de bestrijding van bepaalde zooenosen en de programma's ter verbetering van de veterinaire structuren in het kader van de interne markt, moet worden voorzien in een tijdschema voor de verschillende werkzaamheden, in de indiening door de Lid-Staten van een programma in het jaar dat voorafgaat aan de uitvoering ervan, in de vaststelling van een lijst van goedgekeurde programma's voor het daaropvolgende jaar, in de goedkeuring van de afzonderlijke programma's, in de vaststelling van de hoogte (in procent) van de financiële bijdrage van de Gemeenschap en van het maximumbedrag van de bijdrage, in een progressieve verlaging van de vergoedingen bij niet-naleving van de vastgestelde termijnen, en in de vaststelling van een minimumniveau voor de vergoedingen in het kader van urgente maatregelen; Overwegende dat bovendien de lijst van ziekten in bijlage, Groep 1, moet worden aangevuld met klassieke varkenspest en vesiculaire varkensziekte, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Beschikking 90/424/EEG wordt als volgt gewijzigd: 1. aan artikel 3, lid 1, worden de twee volgende streepjes toegevoegd: "- Afrikaanse varkenspest, - besmettelijke runderperipneumonie"; 2. in artikel 4 wordt lid 1 vervangen door: "1. De bepalingen van artikel 3 zijn ook van toepassing wanneer het hoofd moet worden geboden aan voor de Unie nadelige situaties op gezondheidsgebied ten gevolge van de in lid 1 bedoelde ziekten, ook indien het grondgebied waar de ziekte zich ontwikkelt onderworpen is aan een bestrijdingsprogramma overeenkomstig artikel 24."; 3. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 10 bis De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt niet verleend wanneer met de maatregel een totaalbedrag is gemoeid van minder dan 10 000 ecu."; 4. in artikel 11, lid 6, wordt de datum "1 januari 1995" vervangen door "1 januari 1998"; 5. aan artikel 16 wordt de volgende alinea toegevoegd: "Deze deelname kan geen betrekking hebben op gegevens die door andere internationale organisaties verspreid worden en kan ook geen doublure van dergelijke gegevens inhouden."; 6. artikel 19 wordt in fine als volgt uitgebreid: "wetgeving op veterinair gebied, alsmede voor de ontwikkeling van onderwijs en opleiding op veterinair gebied nodig zijn."; 7. in artikel 24 worden de leden 3 tot en met 9 vervangen door de volgende tekst: "3. Uiterlijk op 1 juni van elk jaar, en voor het eerst uiterlijk op 1 augustus 1994, leggen de Lid-Staten aan de Commissie de programma's voor waarvoor een financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt gevraagd. Daarbij i) verstrekken de Lid-Staten de nodige financiële gegevens; ii) geven zij de geraamde kosten voor elk ingediend programma op; iii) geven zij voor meerjarenprogramma's de looptijd van het programma en de jaarlijkse kostenramingen aan. Een programma dat na 1 juni, of voor het eerst na 1 augustus 1994, wordt ingediend, komt niet in aanmerking voor financiering in het daaropvolgende jaar. Indien een Lid-Staat een programma indient dat zich over verscheidene jaren uitstrekt (meerjarenprogramma), moet hij bovenbedoelde gegevens voor het eerste jaar alsook voor elk eventueel later jaar verstrekken. 4. De Commissie onderzoekt de ingediende programma's zowel uit veterinair als uit financieel oogpunt. De Lid-Staten delen de Commisie alle aanvullende gegevens mede die deze nodig acht om het programma te kunnen beoordelen. De periode voor onderzoek van de programma's loopt af op 1 september van elk jaar. Uiterlijk op 15 juli van elk jaar worden die aanvullende gegevens door de Commissie opgevraagd. 5. Elk jaar wordt vóór 15 oktober volgens de procedure van artikel 42 de lijst vastgesteld van de programma's waarvoor een financiële bijdrage van de Gemeenschap kan worden verleend in het daaropvolgende jaar, en wordt voor elk programma de geraamde hoogte (in procent) en het bedrag van die bijdrage bepaald, alsmede de financieringsvooruitzichten voor de lopende programma's in het kader van een meerjarenprogramma. 6. Elk programma dat is opgenomen in de in punt 5 genoemde lijst, wordt, eventueel gewijzigd in verband met het in de leden 4 en 5 bedoelde onderzoek, vóór 1 december individueel goedgekeurd volgens de procedure van artikel 42. Volgens dezelfde procedure worden voor elk programma het niveau van de financiële bijdrage van de Gemeenschap, de eventuele voorwaarden voor de verlening daarvan en het maximumbedrag van de bijdrage bepaald. 7. Alle programma's worden goedgekeurd voor een periode van één jaar en worden tussen 1 januari en 31 december van elk jaar ten uitvoer gelegd. Voor elk lopend programma leggen de Lid-Staten vóór 1 juni een eerste technische en financiële evaluatie voor. Deze evaluatie kan vergezeld gaan van een verzoek om verlenging van de maatregel overeenkomstig het bepaalde in lid 3. In het kader van de goedkeuring van het in lid 5 bedoelde besluit stelt de Commissie de Lid-Staten in kennis van de situatie. 8. De betalingsaanvragen voor de uitgaven die door een Lid-Staat in het kader van een bepaald programma zijn gedaan, worden bij de Commissie ingediend vóór 1 juni van het jaar na het jaar waarin het programma afloopt. Bij niet-naleving van de vastgestelde termijn wordt de financiële bijdrage van de Gemeenschap verlaagd met 25 % op 1 juli, met 50 % op 1 september, met 75 % op 1 oktober en met 100 % op 1 november van dat jaar. 9. De Commissie neemt vóór 15 oktober een besluit over de steunverlening en zij stelt de Lid-Staten in het kader van het Permanent Veterinair Comité vóór 1 november van haar besluit in kennis met het oog op een evaluatie. 10. De Commissie kan, in samenwerking met de bevoegde nationale autoriteiten, controles ter plaatse verrichten om zich van de uitvoering van de programma's waarvoor de Gemeenschap een financiële bijdrage verleent, te vergewissen. Hiertoe kunnen zij door controle op een representatief percentage bedrijven nagaan of de bevoegde autoriteit erop toeziet dat de uitvoering van de programma's correct verloopt. Deze controle kan plaatsvinden tijdens een andere controle die de deskundigen van de Commissie op grond van de veterinaire wetgeving moeten verrichten. De Commissie stelt de Lid-Staten is kennis van het controleresultaat. 11. De bepalingen ter uitvoering van dit artikel, en met name die ter uitvoering van lid 8, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 41. 12. Voor de reeds door de Commissie goedgekeurde of nog goed te keuren programma's voor de periode van 1 juli 1994 tot en met 31 december 1994 blijven de bepalingen van artikel 24 van toepassing die golden vóór de wijziging die voortvloeit uit Beschikking 94/370/EG van de Raad van 21 juni 1994 tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (5)(). De hierboven bedoelde programma's lopen evenwel uiterlijk op 31 december 1994 af. 8. aan artikel 25 worden de volgende leden toegevoegd: "3. Voor te financieren programma's die in 1994 worden goedgekeurd, kan de financiële bijdrage van de Gemeenschap echter minder bedragen dan 50 %. 4. De Raad, die op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt, zal artikel 25 uiterlijk op 31 december 1995 in het licht van de opgedane ervaring en de doelstellingen van de interne markt, opnieuw bezien."; 9. artikel 26 wordt gelezen: "Artikel 26 De financiële middelen die nodig zijn voor de in deze titel vastgestelde maatregelen, worden elk jaar vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure."; 10. de artikelen 30 en 31 vervallen; 11. artikel 32 wordt als volgt gelezen: "Artikel 32 De leden 3 tot en met 11 van artikel 24 zijn in het kader van dit hoofdstuk van toepassing."; 12. aan artikel 36, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: "Deze bijscholingsstages of -bijeenkomsten staan, indien er plaatsen beschikbaar zijn, op verzoek van de bevoegde autoriteiten en na instemming van de Commissie, open voor personeel van derde landen, die met de Unie een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van veterinaire controles hebben gesloten, alsmede voor personen met een wetenschappelijke veterinaire opleiding die hun kennis op het gebied van de communautaire regelgeving wensen aan te vullen."; 13. artikel 38, lid 3, wordt als volgt gelezen: "3. De leden 3 tot en met 11 van artikel 24 zijn in het kader van dit artikel van toepassing."; 14. artikel 40 wordt als volgt gelezen: "Artikel 40 De betalingen worden gedaan in ecu tegen de koers die in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen is bekendgemaakt op de eerste werkdag van de maand waarin de betalingsaanvraag is ontvangen."; 15. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 43 bis Om de drie jaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de toepassing van deze beschikking."; 16. in de bijlage worden onder "Groep 1" de volgende streepjes toegevoegd: "- Vesiculaire varkensziekte - Endemische klassieke varkenspest - Infectieuze hematopoïetische necrose (IHN)". Artikel 2 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Luxemburg, 21 juni 1994. Voor de Raad De Voorzitter G. MORAITIS (1) PB nr. C 4 van 6. 1. 1994, blz. 5. (2) PB nr. C 91 van 28. 3. 1994. (3) PB nr. C 148 van 30. 5. 1994, blz. 23. (4) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 94/77/EG van de Commissie (PB nr. L 36 van 8. 2. 1994, blz. 15). (5)() PB nr. L 168 van 2. 7. 1994, blz. 31."