31994D0075

94/75/EG, Euratom: Beschikking van de Commissie van 1 februari 1994 tot wijziging van Beschikking 90/184/Euratom, EEG waarbij Denemarken wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 036 van 08/02/1994 blz. 0013 - 0013


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 1 februari 1994 tot wijziging van Beschikking 90/184/Euratom, EEG waarbij Denemarken wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek) (94/75/EG, Euratom)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gelet op Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), inzonderheid op artikel 13,

Overwegende dat de Lid-Staten op grond van artikel 28, lid 3, van Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (2), hierna genoemd "zesde richtlijn", bepaalde handelingen kunnen blijven vrijstellen of belasten en dat deze handelingen in aanmerking moeten worden genomen voor de vaststelling van de grondslag van de BTW-middelen;

Overwegende dat artikel 1, punt 1, eerste alinea, en punt 2, onder a), van Richtlijn 89/465/EEG (3) de Lid-Staten met ingang van 1 januari 1990 de mogelijkheid ontneemt bepaalde categorieën handelingen bedoeld in de bijlagen E en F van de zesde richtlijn te blijven belasten of vrijstellen; dat de desbetreffende door de Commissie verleende machtigingen voor de vaststelling van de grondslag van de BTW-middelen derhalve dienen te worden ingetrokken;

Overwegende dat de Commissie op grond van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 ten aanzien van Denemarken Beschikking 90/184/Euratom, EEG (4) heeft gegeven, waarbij Denemarken met ingang van het begrotingsjaar 1989 wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde;

Overwegende dat Denemarken vanaf 1 januari 1991 de in bijlage F, punten 13 en 15, van de zesde BTW-richtlijn bedoelde handelingen belast; dat de uit hoofde hiervan verleende machtigingen derhalve vanaf deze datum dienen te worden ingetrokken;

Overwegende dat het Raadgevend Comité voor de eigen middelen het verslag waarin de adviezen van zijn leden over deze beschikking zijn neergelegd, heeft goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. Punt 2 van artikel 1 van Beschikking 90/184/Euratom, EEG vervalt voor de sedert 1 januari 1991 verrichte handelingen.

2. Punt 2 van artikel 2 van Beschikking 90/184/Euratom, EEG vervalt voor de sedert 1 januari 1991 verrichte handelingen.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.

Gedaan te Brussel, 1 februari 1994.

Voor de Commissie

Peter SCHMIDHUBER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 155 van 7. 6. 1989, blz. 9.

(2) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1.

(3) PB nr. L 226 van 3. 8. 1989, blz. 21.

(4) PB nr. L 99 van 19. 4. 1990, blz. 37.