VERORDENING (EG) Nr. 3197/93 VAN DE COMMISSIE van 22 november 1993 inzake de levering van plantaardige olie als voedselhulp
Publicatieblad Nr. L 288 van 23/11/1993 blz. 0007 - 0009
VERORDENING (EG) Nr. 3197/93 VAN DE COMMISSIE van 22 november 1993 inzake de levering van plantaardige olie als voedselhulp DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 3972/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1930/90 (2), en met name op artikel 6, lid 1, onder c), Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1420/87 van de Raad van 21 mei 1987 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 3972/86 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp (3) de lijst van de voor voedselhulp in aanmerking komende landen en organisaties en de algemene criteria voor het vervoer van de voedselhulp na het fob-stadium zijn vastgesteld; Overwegende dat de Commissie, in het kader van verscheidene besluiten tot toekenning van voedselhulp, 305 ton plantaardige olie heeft toegewezen aan bepaalde begunstigden; Overwegende dat dit produkt moet worden geleverd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2200/87 van de Commissie van 8 juli 1987 tot vaststelling van algemene voorschriften voor de beschikbaarstelling in de Gemeenschap van produkten voor levering als communautaire voedselhulp (4), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 790/91 (5); dat met name de leveringstermijnen en -voorwaarden en de procedure die moet worden gevolgd om de aan de levering verbonden kosten te bepalen, dienen te worden vastgesteld; Overwegende dat is gebleken dat, met name op logistieke gronden, voor sommige acties na afloop van de eerste en de tweede termijn voor de indiening van de offertes geen opdracht is gegund; dat, om het bericht van inschrijving niet opnieuw te hoeven publiceren, een derde termijn voor het indienen van offertes dient te worden geopend, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 In het kader van de communautaire voedselhulp wordt in de Gemeenschap plantaardige olie beschikbaar gesteld voor levering aan de in de bijlage vermelde begunstigden overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2200/87 en de in de bijlage opgenomen voorwaarden. De levering wordt toegewezen via aanbesteding. De opdrachtnemer wordt geacht kennis te hebben genomen van alle geldende algemene en bijzondere voorwaarden. Elk ander in zijn offerte gemaakte beding of voorbehoud is nietig. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 22 november 1993. Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie (1) PB nr. L 370 van 30. 12. 1986, blz. 1. (2) PB nr. L 174 van 7. 7. 1990, blz. 6. (3) PB nr. L 136 van 26. 5. 1987, blz. 1. (4) PB nr. L 204 van 25. 7. 1987, blz. 1. (5) PB nr. L 81 van 28. 3. 1991, blz. 108. BIJLAGE PARTIJEN A en B 1. Maatregel nr. (1): 1140/93 (partij A); 1144/93 (partij B) 2. Programma: 1993 3. Begunstigde (2): CICR, 19, avenue de la Paix, CH-1202 Genève (tel. (41-22) 734 60 01; telex 22269 CICR CH) 4. Vertegenwoordiger van de begunstigde: Partij A: Délégation CICR, Av. Munungu 2374, Lubumbashi, Zaïre (tel. (243) 22 - 22 28 62) - Partij B: Délégation CICR, Man, Côte d'Ivoire (tel. (225) 79 06 45; telefax 79 00 53) 5. Plaats of land van bestemming (5): Partij A: Zaïre; partij B: Ivoorkust 6. Beschikbaar te stellen produkt: geraffineerde koolzaadolie 7. Kenmerken en kwaliteit van het produkt (3): zie PB nr. C 114 van 29. 4. 1991, blz. 1 (III.A.1.a)) 8. Totale hoeveelheid: 305 ton netto 9. Aantal partijen: 2 (Partij A: 180 ton; partij B: 125 ton) 10. Verpakking en opschriften (6) (7): zie PB nr. C 114 van 29. 4. 1991, blz. 1 (III.A.2.1, III.A.2.3 en III.A.3) Metalen blikken van 1 liter, zonder kartonnen schotten Vermeldingen in het Frans 11. Wijze van beschikbaarstelling van het produkt: op de markt van de Gemeenschap 12. Leveringsconditie: franco bestemming 13. Laadhaven: - 14. Door de begunstigde opgegeven loshaven: - 15. Loshaven: - 16. Adres van de opslagplaats en eventueel loshaven: Partij A: entrepôt CICR, Lubumbashi - Partij B: entrepôt CICR, Man 17. Periode van beschikbaarstelling in de laadhaven in geval van toekenning van de levering franco laadhaven: 10 - 23. 1. 1994 18. Uiterste termijn voor de levering: 13. 3. 1994 (partij A); 27. 2. 1994 (partij B) 19. Procedure voor het vaststellen van de leveringskosten: inschrijving 20. Datum van het verstrijken van de termijn voor de indiening van de offertes: 7. 12. 1993 om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) 21. A. Bij tweede inschrijving: a) uiterste termijn voor de indiening van de offertes: 21. 12. 1993 om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) b) periode van beschikbaarstelling in de laadhaven in geval van toekenning van de levering franco laadhaven: 24. 1 - 6. 2. 1994 c) uiterste termijn voor de levering: 27. 3. 1994 (partij A); 13. 3. 1994 (partij B) B. Bij derde inschrijving: a) uiterste datum voor de indiening van de offertes: 4. 1. 1994 om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) b) periode van beschikbaarstelling in de laadhaven in geval van toekenning van de levering franco laadhaven: 7 - 20. 2. 1994 c) uiterste termijn voor de levering: 10. 4. 1994 (partij A); 27. 3. 1994 (partij B) 22. Bedrag van de inschrijvingszekerheid: 15 ecu/ton 23. Bedrag van de leveringszekerheid: 10 % van het bedrag van de offerte uitgedrukt in ecu 24. Adres voor de inzending van de offertes en de inschrijvingszekerheden (1): Bureau de l'aide alimentaire, à l'attention de Monsieur T. Vestergaard, bâtiment Loi 120, bureau 7/46, 200, rue de la Loi, B-1049 Bruxelles (telex 22037 AGREC B of 25670 AGREC B; telefax (32-2) 296 20 05 / 295 01 32 / 296 10 97 / 295 01 30 / 296 33 04) 25. Op verzoek van de leverancier toepasselijke restitutie (4): - Voetnoten (1) Het nummer van de maatregel dient in iedere briefwisseling te worden aangehaald. (2) Degene aan wie is gegund neemt zo spoedig mogelijk contact op met de begunstigde om na te gaan welke documenten voor verzending zijn vereist. (3) Degene aan wie is gegund bezorgt aan de begunstigde een certificaat van een officiële instantie, waarin wordt verklaard dat voor het te leveren produkt de in de betrokken Lid-Staat geldende stralingsnormen niet zijn overschreden. Op het radioactiviteitsattest moet het gehalte aan caesium 134 en 137 en aan jodium 131 worden vermeld. De inschrijver legt aan de begunstigde of aan zijn vertegenwoordiger bij de levering een gezondheidscertificaat over. (4) Het bepaalde in artikel 7, lid 3, onder g), van Verordening (EEG) nr. 2200/87 geldt niet voor de indiening van de offertes. (5) Delegatie van de Commissie waarmee degene aan wie wordt gegund contact moet opnemen: zie PB nr. C 114 van 29. 4. 1991, blz. 33. (6) Te leveren in containers van 20 voet. (7) In afwijking van PB nr. C 114 wordt de tekst van punt III.A.3.c) gelezen: "de vermelding "Europese Gemeenschap"".