31993R1571

Verordening (EEG) nr. 1571/93 van de Raad van 14 juni 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1883/78 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie

Publicatieblad Nr. L 154 van 25/06/1993 blz. 0046 - 0047
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 50 blz. 0091
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 50 blz. 0091


VERORDENING (EEG) Nr. 1571/93 VAN DE RAAD van 14 juni 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1883/78 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriƫntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), inzonderheid op artikel 3, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (2),

Gezien het advies van het Europees Parlement (3),

Overwegende dat de basisregels voor de communautaire financiering van de interventiemaatregelen waarvoor geen bedrag per eenheid wordt vastgesteld in het kader van een gemeenschappelijke marktordening, zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1883/78 (4), in het bijzonder ten aanzien van de methode voor de bepaling van de gefinancierde bedragen, de financiering van de uitgaven die voortvloeien uit de aanwending van de voor de interventieaankoop van produkten benodigde middelen, de waardering van de voorraden die naar het volgende begrotingsjaar moeten worden overgeboekt, en de financiering van de uitgaven die voortvloeien uit de materiƫle verrichtingen in verband met de opslag;

Overwegende dat in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1883/78 is bepaald dat de rentekosten die door de Lid-Staten worden gemaakt voor de aanwending van middelen voor de aankoop van produkten in het kader van de openbare interventie, door de Gemeenschap worden gefinancierd aan de hand van een uniforme rentevoet;

Overwegende dat in een Lid-Staat de nodige herfinanciering bij de aankoop van landbouwprodukten door de interventiebureaus slechts mogelijk kan blijken tegen een rentepercentage dat aanzienlijk hoger is dan de uniforme rentevoet;

Overwegende dat wanneer dit renteverschil voor een bepaalde Lid-Staat als buitensporig wordt beschouwd, moet worden voorzien in de toepassing van een mechanisme om dergelijke situaties te verhelpen;

Overwegende dat in dat geval toch een deel van het verschil tussen de door de betrokken Lid-Staat betaalde buitengewoon hoge rente en de uniforme rentevoet ten laste van die Lid-Staat moet blijven om hem ertoe aan te zetten de voordeligste financiering te vinden;

Overwegende dat deze wijziging van de regeling een beperkte looptijd moet krijgen en van toepassing moet zijn vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar;

Overwegende dat de bij artikel 5, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2050/88 (5) geopende mogelijkheid om de uniforme rentevoet vast te stellen op een lager peil dan het representatieve peil, een toepassing vormt van het beginsel dat is neergelegd in artikel 2, eerste alinea, van het Financieel Reglement van de Gemeenschap (6); dat deze bepaling niet langer slechts gedurende een beperkte periode van toepassing dient te zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1883/78 wordt als volgt gewijzigd:

1. in de tweede alinea worden de woorden "voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 1992" geschrapt;

2. de volgende alinea wordt toegevoegd:

"In afwijking van de eerste alinea kan de Commissie, indien de ten laste van een Lid-Staat komende rentevoet meer dan tweemaal zo hoog is als de uniforme rentevoet, voor de begrotingsjaren 1993 tot en met 1995 voor de financiering van de door deze Lid-Staat gemaakte rentekosten de uniforme rentevoet, verhoogd met het verschil tussen het dubbele van laatstgenoemde rentevoet en de ten laste van deze Lid-Staat komende werkelijke rentevoet, toepassen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing voor de uitgaven die vanaf 1 oktober 1992 worden gedaan.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 14 juni 1993.

Voor de Raad

De Voorzitter

B. WESTH

(1) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2048/88 (PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 1).

(2) PB nr. C 57 van 27. 2. 1993, blz. 7.

(3) Advies uitgebracht op 28 mei 1993 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(4) PB nr. L 216 van 5. 8. 1978, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 787/89 (PB nr. L 85 van 30. 3. 1989, blz. 1).

(5) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 6.

(6) PB nr. C 80 van 24. 3. 1991, blz. 1.