VERORDENING (EEG) Nr. 1550/93 VAN DE RAAD van 14 juni 1993 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1993/1994, van de afgeleide interventieprijzen voor witte suiker, de interventieprijs voor ruwe suiker, de minimumprijzen voor A-suikerbieten en B-suikerbieten, de drempelprijzen, en het bedrag van de vergoeding voor de verevening van de opslagkosten
Publicatieblad Nr. L 154 van 25/06/1993 blz. 0015 - 0016
VERORDENING (EEG) Nr. 1550/93 VAN DE RAAD van 14 juni 1993 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1993/1994, van de afgeleide interventieprijzen voor witte suiker, de interventieprijs voor ruwe suiker, de minimumprijzen voor A-suikerbieten en B-suikerbieten, de drempelprijzen, en het bedrag van de vergoeding voor de verevening van de opslagkosten DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 3, lid 5, artikel 5, lid 5, artikel 8, lid 4, en artikel 14, lid 5, Gezien het voorstel van de Commissie (2), Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1549/93 van de Raad van 14 juni 1993 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1993/1994, van bepaalde prijzen in de sector suiker en van de standaardkwaliteit voor suikerbieten (3) de interventieprijs van witte suiker is vastgesteld op 53,01 ecu per 100 kg voor de gebieden zonder tekorten; Overwegende dat in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 is bepaald dat voor ieder gebied met een tekort een afgeleide interventieprijs voor witte suiker moet worden vastgesteld; dat bij deze vaststelling rekening moet worden gehouden met de regionale verschillen in de suikerprijs waarvan mag worden aangenomen dat zij zich bij een normale oogst en een vrij handelsverkeer in suiker zullen voordoen wanneer de prijsvorming op de markt normaal verloopt; Overwegende dat een tekort te verwachten valt in de produktiegebieden van Italiƫ, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Portugal; Overwegende dat artikel 3, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 voorziet in de vaststelling van een interventieprijs voor ruwe suiker; dat bij de vaststelling van deze prijs dient te worden uitgegaan van de interventieprijs voor witte suiker; Overwegende dat de basisprijs voor suikerbieten bij Verordening (EEG) nr. 1549/93 is vastgesteld op 40 ecu per ton; dat in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 is bepaald dat de minimumprijs voor A-suikerbieten gelijk is aan 98 % van de basisprijs voor suikerbieten en dat de minimumprijs voor B-suikerbieten in beginsel gelijk is aan 68 % van die basisprijs, onverminderd artikel 28, lid 5, van voornoemde verordening; Overwegende dat overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 de drempelprijs voor witte suiker gelijk is aan de richtprijs vermeerderd met de forfaitair berekende vervoerkosten van het gebied in de Gemeenschap met het grootste overschot naar het verst verwijderde consumptiegebied met een tekort binnen de Gemeenschap, alsmede met een forfaitair bedrag in verband met de bijdrage in de opslagkosten; dat, gelet op de voorzieningssituatie in de Gemeenschap, rekening dient te worden gehouden met de vervoerkosten tussen de departementen in het noorden van Frankrijk en Palermo; Overwegende dat de drempelprijs voor ruwe suiker moet worden afgeleid van die voor witte suiker, rekening houdend met forfaitaire bedragen voor verwerking en rendement; Overwegende dat de drempelprijs voor melasse zodanig moet worden vastgesteld dat de opbrengst van de melasseverkoop het niveau kan bereiken van de ontvangsten van de ondernemingen waarmee rekening wordt gehouden bij de vaststelling van de basisprijs voor suikerbieten; Overwegende dat in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1358/77 van de Raad van 20 juni 1977 houdende de algemene voorschriften inzake verevening van de opslagkosten in de sector suiker en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 750/68 (4) is bepaald dat het bedrag van de vergoeding in het kader van de verevening van de opslagkosten per maand en per gewichtseenheid wordt vastgesteld op basis van de financieringskosten, de verzekeringskosten en de specifieke opslagkosten; dat, aangezien de prijzen op hetzelfde peil blijven, ook voor de financieringskosten een rente van 10 % moet worden gehandhaafd, en derhalve een maandelijks bedrag van 0,52 ecu per 100 kg witte suiker, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Voor de gebieden met een tekort in de Gemeenschap wordt de afgeleide interventieprijs voor witte suiker per 100 kg vastgesteld op: a) 54,22 ecu voor alle gebieden van het Verenigd Koninkrijk; b) 54,22 ecu voor alle gebieden van Ierland; c) 54,22 ecu voor alle gebieden van Portugal; d) 54,41 ecu voor alle gebieden van Spanje; e) 54,95 ecu voor alle gebieden van Italiƫ. Artikel 2 De interventieprijs voor ruwe suiker wordt vastgesteld op 43,94 ecu per 100 kg. Artikel 3 1. De minimumprijs voor A-suikerbieten wordt vastgesteld op 39,20 ecu per ton. 2. Behoudens toepassing van artikel 28, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 wordt de minimumprijs voor B-suikerbieten vastgesteld op 27,20 ecu per ton. Artikel 4 De drempelprijs wordt vastgesteld op: a) 63,90 ecu per 100 kg witte suiker; b) 54,60 ecu per 100 kg ruwe suiker; c) 6,89 ecu per 100 kg melasse. Artikel 5 Het bedrag van de vergoeding bedoeld in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1785/81 wordt vastgesteld op 0,52 ecu per 100 kg witte suiker per maand. Artikel 6 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing voor het verkoopseizoen 1993/1994. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Luxemburg, 14 juni 1993. Voor de Raad De Voorzitter B. WESTH (1) PB nr. L 177 van 1. 7. 1981, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3814/92 (PB nr. L 387 van 31. 12. 1992, blz. 7).(2) PB nr. C 80 van 20. 3. 1993, blz. 13.(3) Zie bladzijde 13 van dit Publikatieblad.(4) PB nr. L 156 van 25. 6. 1977, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3042/78 (PB nr. L 361 van 23. 12. 1978, blz. 8).