VERORDENING (EEG) Nr. 1234/93 VAN DE COMMISSIE van 19 mei 1993 tot vaststelling van de referentieprijzen voor kersen voor het verkoopseizoen 1993
Publicatieblad Nr. L 124 van 20/05/1993 blz. 0032 - 0033
VERORDENING (EEG) Nr. 1234/93 VAN DE COMMISSIE van 19 mei 1993 tot vaststelling van de referentieprijzen voor kersen voor het verkoopseizoen 1993 DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 638/93 (2), en met name op artikel 27, lid 1, Gelet op Verordening (EEG) nr. 3813/92 van de Raad van 28 december 1992 betreffende de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast (3), en met name op artikel 9, lid 1, Gelet op Verordening (EEG) nr. 3824/92 van de Commissie van 28 december 1992 inzake de in ecu vastgestelde prijzen en bedragen die moeten worden gewijzigd naar aanleiding van de monetaire herschikkingen (4), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 784/93 (5), en met name op artikel 2, Overwegende dat luidens artikel 23, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 jaarlijks, vóór het begin van het verkoopseizoen, referentieprijzen worden vastgesteld die voor de gehele Gemeenschap gelden; Overwegende dat, in verband met de betekenis van de kersenproduktie in de Gemeenschap, voor dit produkt een referentieprijs dient te worden vastgesteld; Overwegende dat de in een bepaald produktieseizoen geoogste kersen worden afgezet over een periode die zich uitstrekt van april tot en met september; dat de kleine hoeveelheden die in de maand april en de eerste twintig dagen van mei, alsmede van 11 augustus tot en met 30 september worden geoogst, de vaststelling van referentieprijzen voor deze periodes niet rechtvaardigen; dat bijgevolg slechts voor het tijdvak van 21 mei tot en met 10 augustus referentieprijzen moeten worden vastgesteld; Overwegende dat krachtens artikel 23, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de referentieprijzen worden vastgesteld op een peil dat gelijk is aan dat van het voorafgaande verkoopseizoen, verhoogd, na aftrek van het forfaitair bedrag van de vervoerkosten voor het voorafgaande verkoopseizoen die op de communautaire produkten drukken vanaf de produktiegebieden tot de verbruikscentra van de Gemeenschap, - met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit, verminderd met de stijging van de produktiviteit, - met het forfaitair bedrag van de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen; dat het aldus verkregen peil evenwel niet hoger mag zijn dan het rekenkundig gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, verhoogd met de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen, waarbij het aldus verkregen bedrag wordt verhoogd met de ontwikkeling van de produktiekosten verminderd met de stijging van de produktiviteit; dat de referentieprijs voorts niet lager mag zijn dan de voor het voorafgaande verkoopseizoen geldende referentieprijs; Overwegende dat, om rekening te houden met de seizoenverschillen in de prijzen, het verkoopseizoen in verscheidene periodes dient te worden verdeeld en voor elke periode een referentieprijs dient te worden vastgesteld; Overwegende dat de producentenprijzen gelijk zijn aan het gemiddelde van de prijzen die in de drie jaren voorafgaande aan de datum van vaststelling van de referentieprijs voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die qua verpakking aan bepaalde eisen voldoen; dat voor de vaststelling van het gemiddelde voor elke representatieve markt de prijzen die, gelet op de op de betrokken markt geconstateerde normale schommelingen, uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht, buiten beschouwing moeten worden gelaten; Overwegende dat in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3820/92 van de Commissie van 28 december 1992 houdende overgangsmaatregelen voor de toepassing van de bij Verordening (EEG) nr. 3813/92 van de Raad vastgestelde agromonetaire maatregelen (6) is aangegeven hoe de bepalingen van de vroegere regeling overeenstemmen met die van de met ingang van 1 januari 1993 geldende agromonetaire regeling; Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 3824/92 is aangegeven op welke prijzen en bedragen voor de sector groenten en fruit met ingang van 4 januari 1993 de bij Verordening (EEG) nr. 537/93 van de Commissie (7) vastgestelde coëfficiënt 1,012674 wordt toegepast; dat op grond van artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3824/92 de aldus verlaagde prijzen en bedragen voor alle betrokken sectoren moeten worden vastgesteld; dat, overeenkomstig artikel 23, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1035/72, deze aanpassing echter niet tot gevolg mag hebben dat de referentieprijs op een lager peil komt te liggen dan in het vorige verkoopseizoen; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Voor het verkoopseizoen 1993 worden de referentieprijzen voor kersen (GN-code 0809 20), uitgedrukt in ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, in verpakking, als volgt vastgesteld: - mei (van 21 t/m 31): 140,71 - juni: 125,70 - juli: 115,49 - augustus (van 1 t/m 10): 88,58. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op 21 mei 1993. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 19 mei 1993. Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie (1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1. (2) PB nr. L 69 van 20. 3. 1993, blz. 7. (3) PB nr. L 387 van 31. 12. 1992, blz. 1. (4) PB nr. L 387 van 31. 12. 1992, blz. 29. (5) PB nr. L 79 van 1. 4. 1993, blz. 54. (6) PB nr. L 387 van 31. 12. 1992, blz. 22. (7) PB nr. L 57 van 10. 3. 1993, blz. 18.