31993D0402

93/402/EEG: Beschikking van de Commissie van 10 juni 1993 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit landen van Zuid-Amerika

Publicatieblad Nr. L 179 van 22/07/1993 blz. 0011 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 51 blz. 0031
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 51 blz. 0031


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 10 juni 1993 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit landen van Zuid-Amerika

(93/402/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1601/92 (2), en met name op de artikelen 14, 15 en 16,

Overwegende dat de eisen ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften en de veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit Colombia, Paraguay, Uruguay, Brazilië, Chili en Argentinië zijn vastgesteld bij, achtereenvolgens, de Beschikkingen 85/220/EEG (3), 86/191/EEG (4), 86/192/EEG (5), 86/195/EEG (6), 90/58/EEG (7) en 92/215/EEG (8) van de Commissie;

Overwegende dat in het vooruitzicht van de interne markt in het kader van het intracommunautaire handelsverkeer tal van gezondheidsmaatregelen zijn vastgesteld; dat voor het bereiken van de genoemde doelstellingen de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van vers vlees uit derde landen, in het bijzonder uit Zuid-Amerika, dienovereenkomstig aanpassing behoeven;

Overwegende dat bij deze aanpassing rekening moet worden gehouden met de epidemiologische situatie in de onderscheiden betrokken landen van Zuid-Amerika en ook met die in de verscheidene delen van het grondgebied van die landen; dat, aangezien de gezondheidssituatie in bepaalde gebieden van die onderscheiden landen hetzelfde beeld biedt, hiermee bij de invoering van de nieuwe regeling inzake gezondheidsgaranties rekening dient te worden gehouden;

Overwegende dat derhalve de voorschriften voor de invoer van vers vlees uit die verschillende categorieën gebieden ook verschillende gezondheidscertificaten vergen;

Overwegende dat het, om de communautaire wetgeving te verduidelijken en te vereenvoudigen, dienstig is om de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van vers vlees uit Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia, Paraguay en Uruguay in één tekst samen te brengen, waarbij de voor deze landen geldende beschikkingen worden ingetrokken;

Overwegende dat voor slachtafvallen die voor menselijke consumptie bestemd zijn, stringentere voorschriften worden vastgesteld; dat deze gezondheidsvoorschriften voorts van toepassing zijn onverminderd die welke zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/118/EEG van de Raad (9) en bij Beschikking 89/18/EEG van de Commissie (10) betreffende de voorwaarden voor de invoer uit derde landen van vers vlees dat bestemd is voor ander gebruik dan voor menselijke consumptie;

Overwegende dat, gelet op de epidemiologische kenmerken van mond- en klauwzeer bij schapen en geiten, bij de invoer van vlees van deze soorten bijzondere garanties dienen te worden geëist;

Overwegende dat het gehele grondgebied van Chili en het gedeelte van het grondgebied van Argentinië ten zuiden van de 42e breedtegraad sedert twaalf maanden vrij zijn van mond- en klauwzeer en dat in deze gebieden sedert twaalf maanden niet meer tegen deze ziekte wordt ingeënt;

Overwegende dat de veterinaire autoriteiten van Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia, Paraguay en Uruguay met betrekking tot runderpest en exotische vormen van mond- en klauwzeer in sommige van die gebieden garanties hebben gegeven, met name ten aanzien van de melding aan de Commissie en aan de Lid-Staten, binnen 24 uur, van het uitbreken van die ziekten, respectievelijk van de wijziging van het vaccinatiebeleid met betrekking tot die ziekten;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a) vers vlees: produkten die beantwoorden aan de bij artikel 2, onder a), van Richtlijn 64/433/EEG van de Raad (11) gegeven definitie;

b) vers vlees zonder been: het in het onderhavige artikel, onder a), bedoelde vlees en de middenrifspieren, met uitzondering van de slachtafvallen, waarbij de beenderen en de belangrijkste bereikbare lymfklieren zijn verwijderd;

c) schoongemaakte slachtafvallen:

- runderharten, waarbij de lymfklieren, het bindweefsel en het daaraan vastzittende vet volledig zijn verwijderd;

- runderlevers, waarbij de lymfklieren, het bindweefsel en het daaraan vastzittende vet volledig zijn verwijderd;

- hele kauwspieren van runderen, ingesneden overeenkomstig het bepaalde in punt 41 van bijlage I, hoofdstuk VIII, onder A, bij Richtlijn 64/433/EEG, waarbij de lymfklieren, het bindweefsel en het daaraan vastzittende vet volledig zijn verwijderd;

- rundertongen met epitheel, zonder been, kraakbeen of tonsillen;

- runderlongen, waarbij de trachea, de hoofdbronchiën en de mediastinale en bronchiale lymfklieren zijn verwijderd;

- andere slachtafvallen van runderen, zonder been of kraakbeen, waarbij de lymfklieren, het bindweefsel, het daaraan vastzittende vet en het slijm volledig zijn verwijderd.

Artikel 2

1. De Lid-Staten staan de invoer toe uit de in bijlage I vastgestelde gebieden van de in bijlage II genoemde categorieën vers vlees dat de in het gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage III vermelde garanties biedt. Dat certificaat bestaat uit een algemeen gezondheidscertificaat volgens het model in deel 1 en één van de specifieke gezondheidscertificaten volgens het model in deel 2 van bijlage III.

2. Met betrekking tot de invoer van de in artikel 1, onder c), omschreven, voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren bestemde slachtafvallen zien de Lid-Staten erop toe dat wordt voldaan aan:

- het bepaalde in lid 1,

- de in Richtlijn 92/118/EEG vervatte eisen,

- de in Beschikking 89/18/EEG vervatte voorwaarden.

Na aankomst in de Gemeenschap, namelijk tijdens het produktieproces, moet het basisprodukt in een hermetisch gesloten recipiënt worden gesteriliseerd, waarbij een Fc-waarde van ten minste 3 moet worden bereikt. Uit een veterinaire controle van het eindprodukt moet blijken dat deze waarde werkelijk is bereikt.

Artikel 3

1. De Lid-Staten staan de invoer toe van de in artikel 1, onder c), omschreven, voor de bereiding van vleesprodukten die een warmtebehandeling hebben ondergaan, bestemde, slachtafvallen; de slachtafvallen moeten de garanties bieden die zijn vastgesteld in het gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage III, bestaande uit een algemeen gezondheidscertificaat volgens het model in deel 1 en één van de specifieke gezondheidscertificaten volgens het model in deel 2 van die bijlage.

2. De toestemming wordt slechts verleend aan door de Lid-Staten speciaal daarvoor erkende inrichtingen. Daartoe delen de Lid-Staten de Commissie onverwijld mede welke inrichtingen zijn erkend en op welke voorwaarden.

3. De toestemming wordt steeds slechts verleend aan een door de nationale autoriteiten erkende verwerkende inrichting die onder permanente veterinaire controle staat, waarbij bovendien wordt gegarandeerd dat het basisprodukt uitsluitend voor de aangegeven bestemming zal worden gebruikt zonder dat er gevaar bestaat dat het met een niet-gesteriliseerd produkt in aanraking komt, en dat het basisprodukt de inrichting niet in ongewijzigde staat zal verlaten, behalve om, indien nodig, onder toezicht van een officiële dierenarts naar een destructiebedrijf te worden gebracht. Bovendien moeten de onderstaande minimumvoorwaarden in acht worden genomen:

a) Bij verzending naar het grondgebied van de Gemeenschap moet het basisprodukt worden verpakt in lekvrije, verzegelde containers; op het karton, de containers en de begeleidende documenten moet de volgende vermelding worden aangebracht: "Uitsluitend voor de industriële bereiding van vleesprodukten die een warmtebehandeling hebben ondergaan". Op de containers en de begeleidende documenten moeten de naam en het adres van de erkende inrichting van bestemming worden aangebracht.

b) Minstens 24 uur vooraf dienen de invoerders of hun vertegenwoordigers, per telecommunicatie of met gebruikmaking van enig ander middel van gegevensoverdracht, het veterinaire personeel van de grenscontrolepost van binnenkomst over de aankomst van het basisprodukt in te lichten en dit personeel inlichtingen te verstrekken omtrent hoeveelheid, oorsprong en bestemming ervan.

c) Van de plaats van aankomst op het grondgebied van de Gemeenschap moet het basisprodukt, rechtstreeks en zonder overlading, in lekvrije, behoorlijk verzegelde containers of transportmiddelen onder permanent veterinair toezicht naar de door de nationale autoriteiten erkende, eveneens onder permanent veterinair toezicht staande verwerkende inrichting van bestemming worden vervoerd.

d) Zodra het basisprodukt op het grondgebied van de Gemeenschap is aangekomen en voordat het naar de erkende verwerkende inrichting wordt verzonden, moet de plaatselijke officiële dierenarts ten spoedigste vooraf van die verzending in kennis worden gesteld.

e) Tijdens het produktieproces moet het basisprodukt in hermetisch gesloten recipiënten worden gesteriliseerd, waarbij een Fc-waarde van ten minste 3 moet worden bereikt, of worden gekookt tot een kerntemperatuur van ten minste 80 °C; uit een veterinaire controle van het eindprodukt moet blijken dat deze waarde werkelijk is bereikt.

f) De onder c) bedoelde voertuigen, containers of andere transportmiddelen, alsmede alle voorzieningen en voorwerpen die vóór de sterilisatie met het basisprodukt in contact zijn geweest, moeten worden schoongemaakt en ontsmet; de verpakkingen van het basisprodukt moeten in een verbrandingsoven worden vernietigd.

4. Van de in lid 1 bedoelde toestemming moet kennis worden gegeven aan de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten over het grondgebied waarvan het basisprodukt zal worden vervoerd.

Artikel 4

Deze beschikking wordt in het licht van de ontwikkeling van de gezondheidssituatie in de Gemeenschap en in de gebieden van Zuid-Amerika vanwaar uit invoer wordt toegestaan, opnieuw bezien.

Artikel 5

Deze beschikking is van toepassing met ingang van de zestigste dag volgende op die van haar kennisgeving aan de Lid-Staten.

Het bepaalde in artikel 2, lid 2, is evenwel van toepassing met ingang van 1 oktober 1993.

Artikel 6

1. a) De Beschikkingen 85/220/EEG, 86/191/EEG, 86/192/EEG, 86/195/EEG, 90/58/EEG en 92/215/EEG, met uitzondering van de bepalingen inzake de invoer van vers vlees voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren, worden ingetrokken op de zestigste dag volgende op die van de kennisgeving van de onderhavige beschikking aan de Lid-Staten.

b) De Lid-Staten staan de invoer toe van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees dat is voortgebracht en gecertificeerd overeenkomstig het bepaalde in de Beschikkingen 85/220/EEG, 86/191/EEG, 86/192/EEG, 86/195/EEG, 90/58/EEG en 92/215/EEG, tot en met de vijftiende dag volgende op het onder a) genoemde tijdstip.

2. a) De bepalingen van de Beschikkingen 85/220/EEG, 86/191/EEG, 86/192/EEG, 86/195/EEG, 90/58/EEG en 92/215/EEG inzake de invoer van vers vlees voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren worden op 1 oktober 1993 ingetrokken.

b) De Lid-Staten staan de invoer toe van vers vlees, bestemd voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren, dat is voortgebracht en gecertificeerd overeenkomstig het bepaalde in de Beschikkingen 85/220/EEG, 86/191/EEG, 86/192/EEG, 86/195/EEG, 90/58/EEG en 92/215/EEG, tot en met de vijftiende dag volgende op het onder a) genoemde tijdstip.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 10 juni 1993.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28.

(2) PB nr. L 173 van 27. 6. 1992, blz. 13.

(3) PB nr. L 102 van 12. 4. 1985, blz. 53.

(4) PB nr. L 140 van 27. 5. 1986, blz. 32.

(5) PB nr. L 140 van 27. 5. 1986, blz. 42.

(6) PB nr. L 142 van 28. 5. 1986, blz. 51.

(7) PB nr. L 40 van 14. 2. 1990, blz. 15.

(8) PB nr. L 104 van 22. 4. 1992, blz. 63.

(9) PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.

(10) PB nr. L 8 van 11. 1. 1989, blz. 17.

(11) PB nr. 121 van 29. 7. 1964, blz. 2012/64.

BIJLAGE I

OMSCHRIJVING VAN DE IN ZUID-AMERIKA VASTGESTELDE GEBIEDEN VOOR DE VETERINAIRE DIERGEZONDHEIDSCERTIFICERING

/* Tabellen: zie PB */

BIJLAGE II

Versie nr. 01/93

VOOR DE CERTIFICERING VEREISTE VETERINAIRRECHTELIJKE GARANTIES (1)

/* Tabellen: zie PB */

(1) De letters (A, B, C, D, E, F) in de kolommen verwijzen naar de certificaten inzake de specifieke gezondheidsgaranties, waarvan de modellen zijn vastgesteld in bijlage III, deel 2, van Beschikking 93/402/EEG en die overeenkomstig artikel 2 van dezelfde beschikking elk van deze produkten moeten vergezellen.

(*) MC = menselijke consumptie.

IBV = bestemd voor de industrie voor de bereiding van vleesprodukten die een warmtebehandeling hebben ondergaan:

1 = harten

2 = levers

3 = kauwspieren als omschreven in artikel 1, onder c), van Beschikking 93/402/EEG.

4 = tongen

IVG = bestemd voor de industrie voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren.

BIJLAGE III

DEEL 1 ALGEMEEN GEZONDHEIDSCERTIFICAAT Land van bestemming:

Referentienummer van het vleeskeuringscertificaat (1):

Land van verzending: Code van het gebied:

Ministerie:

Dienst:

Referentie:

(facultatief)

I. Identificatie van het vlees

Vlees van:

(diersoort)

Aard van het produkt:

Aard van de verpakking:

Aantal stuks of colli:

Nettogewicht:

II. Herkomst van het vlees

Adres(sen) en erkenningsnummer(s) van het (de) erkende slachthuis (slachthuizen) (2):

Adres(sen) en erkenningsnummer(s) van de erkende uitsnijderij(en) (2):

Adres(sen) en erkenningsnummer(s) van het (de) erkende koelhuis (koelhuizen) (2):

III. Bestemming van het vlees

Het vlees wordt verzonden van:

(plaats van verzending)

naar:

(land en plaats van bestemming)

per (vervoermiddel) (3):

Naam en adres van de afzender:

Naam en adres van de geadresseerde:

DEEL 2 Model A

IV. Gezondheidsverklaring

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat:

1. het hierboven omschreven verse vlees van runderen, zonder been (4), afkomstig is van:

- dieren die ten minste in de laatste drie maanden vóór het slachten of sedert hun geboorte, wanneer de dieren jonger zijn dan drie maanden, in het in bijlage I bij Beschikking 93/402/EEG met de code . . ., versie nr. . . . ., aangegeven gebied hebben verbleven;

- dieren die tijdens bovengenoemde periode hebben verbleven in een gebied waar de runderen regelmatig tegen mond- en klauwzeeer worden ingeënt in het kader van een officieel gecontroleerd programma;

- dieren die komen van een bedrijf waarvoor geen officiële beperkende maatregelen gelden in verband met de diergezondheid, waar zich in de laatste 60 dagen vóór hun vertrek geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan en waar omheen zich, in een gebied met een straal van 25 km, in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

- dieren die ten minste in de laatste 40 dagen vóór hun vertrek op het (de) bedrijf (bedrijven) van oorsprong hebben verbleven en die niet via een markt doch rechtstreeks en zonder in contact te komen met dieren waarvan het vlees niet aan de eisen voor uitvoer naar de Gemeenschap voldoet, van het bedrijf naar het betrokken erkende slachthuis zijn gebracht; wanneer deze dieren in vervoermiddelen zijn vervoerd, zijn deze laatste vóór het laden gereinigd en ontsmet;

- dieren die in de laatste 24 uur vóór het slachten in het slachthuis zijn gekeurd overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk VI van bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG en waarvan met name de bek en de poten zijn onderzocht zonder dat symptomen van mond- en klauwzeer zijn gevonden;

2. het hierboven omschreven verse vlees zonder been afkomstig is uit (een) inrichting(en), waar, wanneer een geval van mond- en klauwzeer is geconstateerd, de werkzaamheden die verband houden met voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemd vlees, eerst mogen worden hervat nadat alle aanwezige dieren zijn geslacht, al het vlees is verwijderd en de inrichting(en) onder toezicht van een officiële dierenarts volledig is (zijn) gereinigd en ontsmet;

3. het hierboven omschreven verse vlees zonder been afkomstig is van karkassen:

i) die gedurende ten minste 24 uur bij een omgevingstemperatuur van meer dan + 2 °C zijn bestorven voordat zij zijn uitgebeend,

en

ii) waarbij, nadat zij waren bestorven en voordat zij werden uitgebeend, de pH, elektronisch gemeten in het midden van de longissimus dorsi, telkens minder dan 6,0 bedroeg.

4. Datum waarop de dieren zijn geslacht (5);

5.

Gedaan te , op Stempel (6)

(handtekening van de officiële dierenarts)

(naam in drukletters, titel en hoedanigheid van de ondertekenaar)

Model B

IV. Gezondheidsverklaring

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat:

1. het hierboven omschreven verse vlees afkomstig is van:

- dieren die zijn geboren, gemest en geslacht in het gebied dat in bijlage I van Beschikking 93/402/EEG is aangegeven met de code . . . . . ., versie nr. . . . . . .;

- dieren die komen van een bedrijf waar zich in de laatste 30 dagen vóór hun vertrek geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan en waarom heen zich, in een gebied met een straal van 10 km, in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

- dieren die, zonder in contact te komen met dieren waarvan het vlees niet aan de eisen voor uitvoer naar de Gemeenschap voldoet, van het bedrijf van oorsprong naar het betrokken erkende slachthuis zijn gebracht; wanneer de dieren in vervoermiddelen zijn vervoerd, zijn deze laatste vóór het laden gereinigd en ontsmet;

- dieren die in de laatste 24 uur vóór het slachthuis zijn gekeurd overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 64/433/EEG, zonder dat daarbij symptomen van mond- en klauwzeer zijn geconstateerd;

- wanneer het vers schape- of geitevlees betreft, dieren die niet komen van een bedrijf waarvoor om gezondheidsredenen een verbodsmaatregel heeft gegolden wegens het uitbreken van schape- of geitebrucellose in de laatste zes weken;

2. het hierboven omschreven verse vlees afkomstig is uit (een) inrichting(en) waar, wanneer een geval van mond- en klauwzeer is geconstateerd, de werkzaamheden die verband houden met voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemd vlees, eerst mogen worden hervat nadat alle aanwezige dieren zijn geslacht, al het vlees is verwijderd en de inrichting(en) onder toezicht van een officiële dierenarts volledig is (zijn) gereinigd en ontsmet.

3. Datum waarop de dieren zijn geslacht (7).

Gedaan te , op Stempel (8)

(handtekening van de officiële dierenarts)

(naam in drukletters, titel en hoedanigheid van de ondertekenaar)

Model C

IV. Gezondheidsverklaring

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat:

1. het hierboven omschreven verse vlees zonder been (9) (10), van schapen en geiten, afkomstig is van:

- dieren die ten minste in de laatste drie maanden vóór het slachten of sedert hun geboorte, wanneer de dieren jonger zijn dan drie maanden, in het in bijlage I bij Beschikking 93/402/EEG met de code . . . ., versie nr. . . . ., aangegeven gebied hebben verbleven;

- dieren die tijdens bovengenoemde periode hebben verbleven in een gebied waar de runderen in het kader van een officieel gecontroleerd programma regelmatig tegen mond- en klauwzeer worden ingeënt;

- dieren die komen van een bedrijf waarvoor in verband met de diergezondheid geen officiële beperkende maatregelen gelden, waar zich in de laatste 120 dagen vóór hun vertrek geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan en waar omheen zich, in een gebied met een straal van 50 km, in de laatste 60 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

- dieren die ten minste in de laatste 40 dagen vóór hun vertrek op het (de) bedrijf (bedrijven) van oorsprong hebben verbleven en die niet via een markt doch rechtstreeks, zonder in contact te komen met dieren waarvan het vlees niet aan de eisen voor uitvoer naar de Gemeenschap voldoet, van het bedrijf naar het betrokken erkende slachthuis zijn gebracht; wanneer deze dieren in vervoermiddelen zijn vervoerd, zijn deze laatste vóór het laden gereinigd en ontsmet;

- dieren die in de laatste 24 uur vóór het slachten in het slachthuis zijn gekeurd overeenkomstig het bepaalde in bijlage I, hoofdstuk VI, bij Richtlijn 64/433/EEG en waarvan met name de bek en de poten zijn onderzocht zonder dat symptomen van mond- en klauwzeer zijn gevonden;

- dieren die niet komen van een bedrijf waarvoor wegens het uitbreken, in de laatste zes weken, van schape- of geitebrucellose een verbodsmaatregel heeft gegolden;

2. het hierboven omschreven verse vlees zonder been afkomstig is uit (een) inrichting(en) waar, wanneer een geval van mond- en klauwzeer is geconstateerd, de werkzaamheden die verband houden met voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemd vlees, eerst mogen worden hervat nadat alle aanwezige dieren zijn geslacht, al het vlees is verwijderd en de inrichting(en) onder toezicht van een officiële dierenarts volledig is zijn gereinigd en ontsmet;

3. het hierboven omschreven verse vlees zonder been afkomstig is van karkassen:

i) die gedurende ten minste 24 uur bij een omgevingstemperatuur van meer dan +2 ° C zijn bestorven voordat zij zijn uitgebeend,

en

ii) waarbij, nadat zij waren bestorven en voordat zij werden uitgebeend, de pH, elektronisch gemeten in het midden van de longissimus dorsi telkens minder dan 6,0 bedroeg.

4. Datum waarop de dieren zijn geslacht (11).

5.

Gedaan te , op Stempel (12)

(handtekening van de officiële dierenarts)

(naam in drukletters, titel en hoedanigheid van de ondertekenaar)

Model D

IV. Gezondheidsverklaring

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat het hierboven omschreven verse vlees afkomstig is van dieren die ten minste in de laatste drie maanden vóór het slachten of sedert hun geboorte, wanneer de dieren jonger zijn dan drie maanden, in het in bijlage I bij Beschikking 93/402/EEG met de code . . . . ., versie nr. . . . . ., aangegeven gebied hebben verbleven.

Datum waarop de dieren zijn geslacht (13).

Gedaan te , op Stempel (14)

(handtekening van de officiële dierenarts)

(naam in drukletters, titel en hoedanigheid van de ondertekenaar)

Model E

IV. Gezondheidsverklaring

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat:

1. de hierboven omschreven slachtafvallen (15) afkomstig zijn van:

- runderen die ten minste in de laatste drie maanden vóór het slachten of sedert hun geboorte, wanneer de dieren jonger zijn dan drie maanden, in het in bijlage I bij Beschikking 93/402/EEG met de code . . . . . ., versie nr. . . . . . ., aangegeven gebied hebben verbleven;

- runderen die tijdens bovengenoemde periode hebben verbleven in een gebied waar de runderen regelmatig tegen mond- en klauwzeer worden ingeënt in het kader van een officieel gecontroleerd programma;

- runderen die komen van (een) bedrijf (bedrijven) waar zich in de laatste 60 dagen vóór hun vertrek geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan en waar omheen zich, in een gebied met een straal van 25 km, in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

- runderen die ten minste in de laatste 40 dagen vóór hun vertrek op het (de) bedrijf (bedrijven) van oorsprong hebben verbleven en die niet via een markt doch rechstreeks, zonder in contact te komen met dieren waarvan het vlees niet aan de eisen voor uitvoer naar de Gemeenschap voldoet, van het bedrijf naar het betrokken erkende slachthuis zijn gebracht; wanneer deze dieren in vervoermiddelen zijn vervoerd, zijn deze laatste vóór het laden gereinigd en ontsmet;

- runderen die in de laatste 24 uur vóór het slachten in het slachthuis zijn gekeurd overeenkomstig het bepaalde in bijlage I, hoofdstuk VI, bij Richtlijn 64/433/EEG en waarvan met name de bek en de poten zijn onderzocht zonder dat symptomen van mond- en klauwzeer zijn gevonden;

2. de hierboven omschreven slachtafvallen afkomstig zijn uit (een) inrichting(en) waar, wanneer een geval van mond- en klauwzeer is geconstateerd, de werkzaamheden die verband houden met voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemd vlees, eerst mogen worden hervat, nadat alle aanwezige dieren zijn geslacht, al het vlees is verwijderd en de inrichting(en) onder toezicht van een officiële dierenarts volledig is (zijn) gereinigd en ontsmet;

3. de hierboven omschreven slachtafvallen gedurende ten minste drie uur of, wanneer het kauwspieren betreft, gedurende ten minste 24 uur bij een omgevingstemperatuur van meer dan +2 °C zijn bestorven.

4. Datum (data) waarop de dieren zijn geslacht (16)

5.

Gedaan te , op Stempel (17)

(handtekening van de officiële dierenarts)

(naam in drukletters, titel en hoedanigheid van de ondertekenaar)

Model F

IV. Gezondheidsverklaring

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat:

1. de hierboven omschreven slachtafvallen (18) afkomstig zijn van:

- runderen die ten minste in de laatste drie maanden vóór het slachten of sedert hun geboorte, wanneer de dieren jonger zijn dan drie maanden, in het in bijlage I bij Beschikking 93/402/EEG met de code . . ., versie nr. . . . . . ., aangegeven gebied hebben verbleven;

- runderen die tijdens bovengenoemde periode hebben verbleven in een gebied waar de runderen in het kader van een officieel gecontroleerd programma regelmatig tegen mond- en klauwzeer worden ingeënt;

- runderen die komen van (een) bedrijf (bedrijven) waar zich in de laatste 60 dagen vóór hun vertrek geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan en waar omheen zich, in een gebied met een straal van 25 km, in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

- runderen die in de laatste 24 uur vóór het slachten in het slachthuis zijn gekeurd overeenkomstig het bepaalde in bijlage I, hoofdstuk VI, bij Richtlijn 64/433/EEG en waarvan met name de bek en de poten zijn onderzocht zonder dat symptomen van mond- en klauwzeer zijn gevonden;

2. de hierboven omschreven slachtafvallen afkomstig zijn uit (een) inrichting(en) waar, wanneer een geval van mond- en klauwzeer is geconstateerd, de werkzaamheden die verband houden met voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemd vlees, eerst mogen worden hervat, nadat alle aanwezige dieren zijn geslacht, al het vlees is verwijderd en de inrichting(en) onder toezicht van een officiële dierenarts volledig is (zijn) gereinigd en ontsmet;

3. de hierboven omschreven slachtafvallen gedurende ten minste drie uur of, wanneer het kauwspieren betreft, gedurende ten minste 24 uur bij een omgevingstemperatuur van meer dan +2 °C zijn bestorven.

4. Datum (data) waarop de dieren zijn geslacht (19).

5.

Gedaan te , op Stempel (20)

(handtekening van de officiële dierenarts)

(naam in drukletters, titel en hoedanigheid van de ondertekenaar)

(1) Facultatief.

(2) Facultatief wanneer het land van bestemming op grond van artikel 19, onder a), van Richtlijn 72/462/EEG de invoer toestaat van vers vlees dat bestemd is voor ander gebruik dan voor menselijke consumptie.

(3) Bij verzending per container dient het registratienummer te worden vermeld, bij verzending per vliegtuig het nummer van de vlucht en bij verzending per schip de naam van het schip.

(4) Vers vlees zonder been: vlees dat beantwoordt aan de in artikel 1 van Beschikking 93/402/EEG vastgestelde definitie.

(5) De Lid-Staten staan geen invoer toe van vlees van dieren die zijn geslacht vóór de datum waarop het betrokken gebied is opgenomen in bijlage I of in een periode waarin door de Commissie vastgestelde beperkende maatregelen van toepassing waren.

(6) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

(7) De Lid-Staten staan geen invoer toe van vlees van dieren die zijn geslacht vóór de datum waarop het betrokken gebied in bijlage I is opgenomen of in een periode waarin door de Commissie vastgestelde beperkende maatregelen van toepassing waren.

(8) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

(9) Vers vlees zonder been: vlees dat beantwoordt aan de in artikel 1 van Beschikking 93/402/EEG vastgestelde definitie.

(10) Het vlees mag niet op het grondgebied van de Gemeenschap worden binnengebracht binnen 21 dagen nadat de dieren zijn geslacht.

(11) De Lid-Staten staan geen invoer toe van vlees van dieren die zijn geslacht vóór de datum waarop het betrokken gebied in bijlage I is opgenomen of in een periode waarin door de Commissie vastgestelde beperkende maatregelen van toepassing waren.

(12) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

(13) De Lid-Staten staan geen invoer toe van vlees van dieren die zijn geslacht vóór de datum waarop het betrokken gebied in bijlage I is opgenomen of in een periode waarin door de Commissie vastgestelde beperkende maatregelen van toepassing waren.

(14) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

(15) Alleen eetbare slachtafvallen bestemd voor de bereiding van gekookte vleesprodukten, als bedoeld in artikel 3 van Beschikking 93/402/EEG, mogen worden ingevoerd.

(16) De Lid-Staten staan geen invoer toe van vlees van dieren die zijn geslacht vóór de datum waarop het betrokken gebied in bijlage I is opgenomen of in een periode waarin door de Commissie vastgestelde beperkende maatregelen van toepassing waren.

(17) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

(18) Alleen de volgende slachtafvallen van runderen uitsluitend bestemd voor de vervaardiging van een warmtebehandeling ondergaan hebbend voeder voor gezelschapsdieren, mogen worden ingevoerd: levers, waarbij de lymklieren, het bindweefsel en het daaraan vastzittende vet volledig zijn verwijderd, gehele kauwspieren ingesneden overeenkomstig het bepaalde in punt 41, hoofdstuk VIII, van bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG, waarbij de lymfklieren, het bindweefsel en het daaraan vastzittende vet volledig zijn verwijderd. Eveneens mogen worden ingevoerd schoongemaakte longen, waarbij de trachea, de hoofdbronchiën en de mediastinale en bronchiale lymfklieren zijn verwijderd en andere slachtafvallen zonder been of kraakbeen, waarbij de lymfklieren, het bindweefsel, het daaraan vastzittende vet en het slijn volledig zijn verwijderd. Deze invoer wordt slechts toegestaan binnen het raam van een kanaliseringssysteem en voor zover de produkten aan de bij Beschikking 93/402/EEG voorgeschreven controles en warmtebehandelingen onderworpen zijn geweest.

(19) De Lid-Staten staan geen invoer toe van vlees van dieren die zijn geslacht vóór de datum waarop het betrokken gebied in bijlage I is opgenomen of in een periode waarin door de Commissie vastgestelde beperkende maatregelen van toepassing waren.

(20) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.