31993D0329R(01)

Rectificatie van Besluit 93/329/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake tijdelijke invoer en de aanvaarding van de daarbij behorende bijlagen (Overeenkomst van Istanboel) (PB nr. L 130 van 27. 5.1993)

Publicatieblad Nr. L 289 van 24/11/1993 blz. 0040 - 0042


Rectificatie van Besluit 93/329/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake tijdelijke invoer en de aanvaarding van de daarbij behorende bijlagen (Overeenkomst van Istanboel) (Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 130 van 27 mei 1993)

1. Op bladzijde 2 wordt de laatste alinea van artikel 1 vervangen door de volgende tekst:

"De aanbevelingen van de Internationale Douaneraad betreffende het ATA-carnet en het CPD-carnet worden namens de Gemeenschap aanvaard onder de voorwaarden uiteengezet in bijlage IV van dit besluit. Deze aanbevelingen staan in bijlage V onderscheidenlijk bijlage VI bij dit besluit.".

2. De bijlagen V en VI, waarvan de tekst hierna staat, worden aan het besluit toegevoegd.

"BIJLAGE V

AANBEVELING VAN 25 JUNI 1992 VAN DE INTERNATIONALE DOUANERAAD BETREFFENDE DE AANVAARDING VAN HET ATA-CARNET IN HET KADER VAN TIJDELIJKE INVOER

DE INTERNATIONALE DOUANERAAD,

HERINNEREND aan de Overeenkomst inzake tijdelijke invoer (Overeenkomst van Istanboel), die tijdens zijn 75e en 76e vergadering, in Istanboel op 26 juni 1990 gehouden, is aangenomen,

IN HERINNERING BRENGEND dat aanhangsel I van bijlage A van deze Overeenkomst een model van een document voor tijdelijke invoer bevat (ATA-carnet) dat dient te worden gebruikt voor de tijdelijke invoer van goederen, met uitzondering van vervoermiddelen, en dat dit model en de voorwaarden voor het gebruik ervan vrijwel gelijk zijn aan die van het ATA-carnet dat wordt gebruikt voor tijdelijke invoer uit hoofde van de Douaneovereenkomst van 1961 inzake het ATA-carnet voor de tijdelijke invoer van goederen (ATA-Overeenkomst),

CONSTATEREND dat het de bedoeling is dat bijlage A van de Overeenkomst van Istanboel te zijner tijd de ATA-Overeenkomst vervangt, doch dat het bij deze Overeenkomst ingestelde ATA-carnet voortaan ook uit hoofde van de Overeenkomst van Istanboel zal worden toegepast,

ERVAN OVERTUIGD dat alle noodzakelijke maatregelen dienen te worden genomen om het ATA-carnet ook in de toekomst zonder moeilijkheden toe te passen,

ZICH ERVAN BEWUST dat het aan de ATA-Overeenkomst gehechte model van het ATA-carnet eerst onlangs is herzien en dat de organisaties die ATA-carnets afgeven hiervan een groot aantal in de omgewerkte versie hebben gedrukt,

REKENING HOUDEND MET de financiële verliezen die zouden ontstaan wanneer de organisaties welke ATA-carnets afgeven verplicht zouden zijn hun voorraad onlangs gedrukte ATA-carnets te vervangen door nieuwe carnets volgens het model dat in aanhangsel I van bijlage A van de Overeenkomst van Istanboel is opgenomen,

CONSTATEREND dat de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties die hun activiteiten uitoefenen overeenkomstig bijlage A van de Overeenkomst van Istanboel dezelfde zullen zijn als die welke reeds actief zijn in het kader van de ATA-Overeenkomst,

VERHEUGD OVER het feit dat de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties die hun activiteiten uitoefenen in het kader van de ATA-Overeenkomst, het ATA-carnet eveneens in het kader van de Overeenkomst van Istanboel wensen toe te passen en dat zij zich ertoe hebben verbonden de bij de twee Overeenkomsten bedoelde ATA-carnets te waarborgen,

BEVEELT AAN dat de partijen bij de ATA-Overeenkomst of de Overeenkomst van Istanboel die het ATA-carnet aanvaarden voor de tijdelijke invoer van goederen op hun grondgebied, zowel het model van het ATA-carnet dat in de bijlage van de ATA-Overeenkomst is opgenomen als het model van het ATA-carnet dat in aanhangsel I van bijlage A van de Overeenkomst van Istanboel is opgenomen, aanvaarden.

VERZOEKT de secretaris-generaal van de Internationale Douaneraad de partijen bij de ATA-Overeenkomst of de Overeenkomst van Istanboel in kennis te stellen van de verbintenis van de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties om ten aanzien van de douaneautoriteiten de bij de twee Overeenkomsten bedoelde carnets te waarborgen. De secretaris-generaal wordt eveneens verzocht de onderhavige aanbeveling bij deze kennisgeving te voegen.

VERZOEKT elke partij bij de ATA-Overeenkomst of bij de Overeenkomst van Istanboel die de onderhavige aanbeveling al dan niet aanvaardt, de secretaris-generaal van de Internationale Douaneraad hiervan in kennis te stellen. Deze kennisgeving dient plaats te vinden binnen de termijn van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop de secretaris-generaal de overeenkomstsluitende partijen in kennis heeft gesteld van de verbintenis van de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties om de bij de twee Overeenkomsten bedoelde carnets te waarborgen.

In geval van aanvaarding van de aanbeveling worden de datum met ingang waarvan zijn van toepassing zal zijn en de toepassingsmethoden eveneens ter kennis van de secretaris-generaal gebracht.

Indien een overeenkomstsluitende partij binnen de termijn van één jaar geen kennisgeving aan de secretaris-generaal van de Internationale Douaneraad heeft verricht, betekent dit dat zij niet in staat is deze aanbeveling te aanvaarden. Deze overeenkomstsluitende partij kan de aanbeveling echter later aanvaarden.

De secretaris-generaal geeft deze inlichtingen door aan de douaneadministraties van de leden van de Raad. Hij geeft ze eveneens door aan de douaneadministraties van de leden van de Organisatie van de Verenigde Naties of van haar gespecialiseerde organisaties, aan de douane-unies of de economische unies die overeenkomstsluitende partij kunnen worden alsook aan het Internationale Bureau van Kamers van Koophandel.

BIJLAGE VI

AANBEVELING VAN 25 JUNI 1992 VAN DE INTERNATIONALE DOUANERAAD BETREFFENDE DE AANVAARDING VAN HET CPD-CARNET IN HET KADER VAN TIJDELIJKE INVOER

DE INTERNATIONALE DOUANERAAD,

HERINNEREND aan de Overeenkomst inzake tijdelijke invoer (Overeenkomst van Istanboel), die tijdens zijn 75e en 76e vergadering, in Istanboel op 26 juni 1990 gehouden, is aangenomen,

IN HERINERING BRENGEND dat aanhangsel II van bijlage A van deze Overeenkomst een model van een document voor tijdelijke invoer bevat (CPD-carnet) dat dient te worden gebruikt voor de tijdelijke invoer van vervoermiddelen ingevolge de bepalingen van bijlage C van deze Overeenkomst, en dat dit model en de voorwaarden voor het gebruik ervan vrijwel gelijk zijn aan die van de documenten voor tijdelijke invoer ("carnet de passages en douane") die vermeld zijn in het Douaneverdrag inzake de tijdelijke invoer van particuliere wegvoertuigen, 1954, en in de Douaneovereenkomst betreffende de tijdelijke invoer van voertuigen voor bedrijfsmatig wegvervoer, 1956 (hierna genoemd "Overeenkomst met betrekking tot voertuigen"),

CONSTATEREND dat de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties die hun activiteiten uitoefenen overeenkomstig bijlage C van de Overeenkomst van Istanboel dezelfde zullen zijn als die welke reeds actief zijn in het kader van de Overeenkomsten met betrekking tot voertuigen,

ZICH ERVAN BEWUST dat dient te worden gezorgd voor een probleemloze overgang van de Overeenkomsten met betrekking tot voertuigen naar bijlage C van de Overeenkomst van Istanboel en dat dient te worden vermeden dat de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties moeilijkheden ondervinden,

VERHEUGD OVER het feit dat de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties die hun activiteiten uitoefenen in het kader van de Overeenkomsten met betrekking tot voertuigen de uitgifte- en waarborgketens eveneens in werking wensen te stellen ten aanzien van gemotoriseerde wegvoertuigen en aanhangwagens, overeenkomstig de bepalingen van de bijlagen A en C van de Overeenkomst van Istanboel en over het feit dat zij zich ertoe hebben verbonden de bij de drie Overeenkomsten ingestelde CPD-carnets te waarborgen,

BEVEELT AAN dat de partijen bij de Overeenkomst van Istanboel die bijlage C van de Overeenkomst van Istanboel aanvaarden en een CPD-carnet voor de tijdelijke invoer van vervoermiddelen uit hoofde van deze bijlage aanvaarden, zowel het CPD-carnet als bedoeld in aanhangsel II van bijlage A van de Overeenkomst van Istanboel als de documenten voor tijdelijke invoer (carnets de passages en douane), bedoeld bij de Overeenkomsten met betrekking tot voertuigen, aanvaarden.

VERZOEKT de secretaris-generaal van de Internationale Douaneraad de partijen bij de Overeenkomst van Istanboel in kennis te stellen van de verbintenis van de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties om ten aanzien van de douaneautoriteiten de bij de drie Overeenkomsten bedoelde carnets te waarborgen. De secretaris-generaal wordt eveneens verzocht de onderhavige aanbeveling bij deze kennisgeving te voegen.

VERZOEKT elke partij bij de Overeenkomst van Istanboel die de onderhavige aanbeveling al dan niet aanvaardt, de secretaris-generaal van de Internationale Douaneraad hiervan in kennis te stellen. Deze kennisgeving dient plaats te vinden binnen de termijn van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop de secretaris-generaal de overeenkomstsluitende partijen in kennis heeft gesteld van de verbintenis van de organisaties van afgifte en de aansprakelijke organisaties om de bij de drie Overeenkomsten bedoelde carnets te waarborgen.

In geval van aanvaarding van de aanbeveling worden de datum met ingang waarvan zij van toepassing zal zijn en de toepassingsmethoden eveneens ter kennis van de secretaris-generaal gebracht.

Indien een overeenkomstsluitende partij binnen de termijn van één jaar geen kennisgeving aan de secretaris-generaal van de Internationale Douaneraad heeft verricht, betekent dit dat zij niet in staat is deze aanbeveling te aanvaarden. Deze overeenkomstsluitende partij kan de aanbeveling echter later aanvaarden.

De secretaris-generaal geeft deze inlichtingen door aan de douaneadministraties van de leden van de Raad. Hij geeft ze eveneens door aan de douaneadministraties van de leden van de Organisatie van de Verenigde Naties of van haar gespecialiseerde organisaties, aan de uitvoerend secretaris van de Economische Commissie voor Europa, aan de douane-unies of de economische unies die overeenkomstsluitende partij kunnen worden alsook aan de Internationale Vereniging voor Toerisme (AIT) en de Internationale Federatie van Automobielclubs (FIA)."