93/197/EEG: Beschikking van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen
Publicatieblad Nr. L 086 van 06/04/1993 blz. 0016 - 0033
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 49 blz. 0069
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 49 blz. 0069
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde1 landen(1) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/36/EEG(2) , en met name op artikel 15, onder a), en artikel 16, Overwegende dat bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad(3) , laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 93/100/EEG van de Commissie(4) , de lijst is vastgesteld van derde landen waaruit de Lid-Staten met name de invoer van paardachtigen toestaan; Overwegende dat ook de bij Beschikking 92/160/EEG van de Commissie(5) , gewijzigd bij Beschikking 92/161/EEG(6) , vastgestelde regionalisering van bepaalde op bovengenoemde lijst voorkomende derde landen in aanmerking dient te worden genomen; Overwegende dat de bevoegde nationale veterinaire autoriteiten zich ertoe hebben verbonden de Commissie en de Lid-Staten, per telegram, telex- of faxbericht, binnen 24 uur van de bevestiging van het uitbreken bij paardachtigen van een infectieuze of besmettelijke ziekte van lijst A of lijst B van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE) of van het besluit tegen een van de ziekten in te enten in kennis te stellen, dan wel hen tijdig van enigerlei wijziging in de nationale voorschriften voor de invoer van paardachtigen op de hoogte te brengen; Overwegende dat de voor de invoer van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen vast te stellen voorschriften van toepassing zijn onverminderd de bij Richtlijn 86/469/EEG van de Raad(7) vastgestelde eis dat aan paardachtigen geen stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking voor mestdoeleinden mogen worden toegediend; Overwegende dat de Lid-Staten bij de invoer van paardachtigen de voorschriften in acht dienen te nemen van Richtlijn 91/496/EEG van de Raad(8) , gewijzigd bij Beschikking 92/438/EEG(9) , waarbij de beginselen zijn vastgesteld voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die de Gemeenschap worden binnengebracht; Overwegende dat de gezondheidssituatie in bepaalde derde landen zodanige overeenkomsten vertoont dat op basis daarvan verschillende zones voor de invoer van paardachtigen kunnen worden vastgesteld; Overwegende dat de onderscheiden categorieën paardachtigen hun eigen kenmerken hebben en de invoer ervan voor verschillende doeleinden wordt toegestaan; dat derhalve voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen specifieke gezondheidseisen moeten worden vastgesteld; Overwegende dat, wegens verschillen in de gezondheidssituatie, voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen verschillende gezondheidscertificaten moeten worden vastgesteld; Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Onverminderd Beschikking 92/160/EEG staan de Lid-Staten de invoer toe van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen - die afkomstig zijn uit de in bijlage I bij de onderhavige beschikking genoemde derde landen en - die voldoen aan de eisen die zijn vastgesteld in het desbetreffende gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage II bij de onderhavige beschikking. Artikel 2 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 5 februari 1993. Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie (1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 42. (2) PB nr. L 157 van 10. 6. 1992, blz. 28. (3) PB nr. L 146 van 14. 6. 1979, blz. 15. (4) PB nr. L 40 van 17. 2. 1993, blz. 23. (5) PB nr. L 71 van 18. 3. 1992, blz. 27. (6) PB nr. L 71 van 18. 3. 1992, blz. 29. (7) PB nr. L 275 van 26. 9. 1986, blz. 36. (8) PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 56. (9) PB nr. L 243 van 25. 8. 1992, blz. 27. BIJLAGE I Groep A Finland, Groenland, IJsland, Noorwegen, Oostenrijk, Zweden, Zwitserland. Groep B Australië, Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, de ex-Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro, Nieuw-Zeeland, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland(1) , Servië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Wit-Rusland. Groep C Canada, Hong-Kong(2) , Japan(3) , de Verenigde Staten van Amerika. Groep D Argentinië, Barbados(4) , Bermuda(5) , Bolivia(6) , Brazilië(7) , Chili, Cuba(8) , Jamaica, Mexico, Paraguay, Uruguay. Groep E Algerije, Bahrein(9) , Israël, Jordanië(10) , Koeweit(11) , Libië(12) , Malta(13) , Mauritius, Oman(14) , Tunesië, de Verenigde Arabische Emiraten(15) . (1) Regionalisering van het land als omschreven in Beschikking 92/160/EEG van de Commissie. (2) Alleen geregistreerde paarden. BIJLAGE II A. Gezondheidscertificaat voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit in groep A ingedeelde derde landen B. Gezondheidscertificaat voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit in groep B ingedeelde derde landen C. Gezondheidscertificaat voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit in groep C ingedeelde derde landen D. Gezondheidscertificaat voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit in groep D ingedeelde derde landen E. Gezondheidscertificaat voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit in groep E ingedeelde derde landen - A - GEZONDHEIDSCERTIFICAAT voor de invoer in de Gemeenschap van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit Finland, Groenland, IJsland, Noorwegen, Oostenrijk, Zweden en Zwitserland Nr. van het certificaat: . Derde land van verzending(1) : . Bevoegd ministerie: . Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat: . I. Identificatie van het dier /* Tabellen: zie PB */ Het dier wordt uit: . (plaats van uitvoer) rechtstreeks verzonden naar: . (Lid-Staat en plaats van bestemming) - te voet(2) of - per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip(3) : . . (het transportmiddel vermelden, samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, naar gelang van het geval) Naam en adres van de afzender: . . Naam en adres van de geadresseerde: . . III. Gegevens met betrekking tot de gezondheid Ondergetekende verklaart dat het hierboven omschreven dier aan de volgende voorwaarden voldoet: a) het is afkomstig uit een land waar voor de volgende ziekten een aangifteplicht bestaat: paardepest, dourine, kwade droes, paardeëncefalomyelitis (alle vormen, met inbegrip van VEE), infectieuze anemie, vesiculaire stomatitis, rabies, miltvuur; b) het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen(4) ; c) het gaat niet om een dier dat moet worden afgemaakt in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke dierziekte; d) het dier heeft in de laatste drie maanden vóór de uitvoer (of, indien het jonger is dan drie maanden, sedert zijn geboorte) verbleven op bedrijven onder veterinair toezicht in het land van verzending en het is in de laatste 30 dagen vóór de verzending niet in aanraking geweest met paardachtigen die niet ten minste een gelijkwaardige gezondheidsstatus hadden; e) het is afkomstig van het grondgebied van een derde land of, in geval van officiële regionalisering volgens de EEG-wetgeving, uit een deel van het grondgebied van een derde land: i) waar in de laatste twee jaar geen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis is voorgekomen; ii) waar in de laatste zes maanden geen dourine is voorgekomen; iii) waar in de laatste zes maanden geen kwade droes is voorgekomen; iv) - waar in de laatste zes maanden geen vesiculaire stomatitis is voorgekomen(5) of - waar in de laatste zes maanden vesiculaire stomatitis is voorgekomen; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op ........................................(6) , d.i. ten hoogste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op vesiculaire stomatitis onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:12(7) ; v) - waar, wanneer het een niet-gecastreerd mannelijk dier betreft, in de laatste zes maanden geen enkel geval van equiene virusarteritis (EVA) officieel is geconstateerd(8) of - in de laatste zes maanden officieel equiene virusarteritis (EVA) is geconstateerd; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(9) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:4(10) of - is sperma van het dier, gewonnen op .........................................(11) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusisolatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat(12) ; f) het dier is niet afkomstig van het grondgebied van een derde land of uit een deel van het grondgebied van een derde land dat volgens de EEG-wetgeving als besmet met paardepest wordt beschouwd: - het dier is niet ingeënt tegen paardepest(13) , of - het dier is ingeënt tegen paardepest op ..........................................(14) (15) ; g) het dier is niet afkomstig van en heeft geen contact gehad met paardachtigen van een bedrijf ten aanzien waarvan om veterinairrechtelijke redenen verbodsmaatregelen hebben gegolden: i) in geval van paardeëncefalomyelitis, gedurende zes maanden vanaf de datum waarop de met deze ziekte besmette dieren zijn geslacht, ii) in geval van infectieuze anemie, tot de datum waarop, nadat alle besmette dieren waren geslacht, de resterende dieren negatief hadden gereageerd op twee Coggins-tests die met een tussenpoos van drie maanden waren verricht, iii) in geval van vesiculaire stomatitis, gedurende zes maanden, iv) in geval van rabies, gedurende één maand na constatering van het laatste geval, v) in geval van miltvuur, gedurende 15 dagen na constatering van het laatste geval; indien evenwel alle op het bedrijf aanwezige dieren van voor de ziekte vatbare soorten zijn geslacht en de bedrijfsruimte volledig is ontsmet, moeten de verbodsmaatregelen hebben gegolden gedurende 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop de dieren zijn geslacht en de bedrijfsruimten zijn ontsmet, behalve in geval van miltvuur, waarvoor de maatregelen gedurende 15 dagen moeten hebben gegolden; h) het dier vertoont geen klinische symptomen van besmettelijke equiene metritis, het is niet afkomstig van een bedrijf waar in de laatste twee maanden besmetting met besmettelijke equiene metritis is vermoed en het is onrechtstreeks noch rechtstreeks via coïtus in contact geweest met paardachtigen die besmet waren met of ervan verdacht werden besmet te zijn met besmettelijke equiene metritis; i) het dier is, naar zijn weten, in de laatste 15 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring, niet in contact geweest met paardachtigen die leden aan een besmettelijke ziekte; j) het dier heeft, met negatief resultaat, de volgende serologische test ondergaan, uitgevoerd met een bloedmonster dat is genomen op .........................................(16) , d.i. in de laatste 30 dagen vóór de uitvoer: - een Coggins-test op infectieuze anemie. IV. Het dier zal worden vervoerd in een voertuig dat vooraf is gereinigd en ontsmet met een in het land van verzending officieel erkend ontsmettingsmiddel, en dat zo is ontworpen dat uitwerpselen, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen vallen. De onderstaande verklaring, ondertekend door de eigenaar of diens vertegenwoordiger, maakt deel uit van het certificaat. V. Dit certificaat is tien dagen geldig. Bij vervoer per schip wordt deze termijn verlengd met de reistijd. /* Tabellen: zie PB */ Ondergetekende . (naam invullen in drukletters) (eigenaar of vertegenwoordiger van de eigenaar(17) van het hierboven omschreven dier) verklaart dat: 1. het dier van de plaats van verzending rechtstreeks naar de plaats van bestemming wordt vervoerd zonder in contact te komen met andere paardachtigen die niet ten minste dezelfde gezondheidsstatus hebben; het dier onder zodanige omstandigheden wordt vervoerd dat zijn gezondheid en welzijn worden gegarandeerd; 2. het dier sedert zijn geboorte in .............................................. (land van uitvoer) heeft verbleven of ten minste 90 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring het land van uitvoer is binnengekomen. . . (plaats, datum) (handtekening) Voor geregistreerde paardachtigen moeten de uitgevoerde tests, de resultaten daarvan en eventuele vaccinatie worden vermeld in het identificatiedocument (paspoort). - B - GEZONDHEIDSCERTIFICAAT voor de invoer in de Gemeenschap van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit Australië, Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, de ex-Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro, Nieuw-Zeeland, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland (18) , Servië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Wit-Rusland Nr. van het certificaat: . Derde land van verzending(19) : . Bevoegd ministerie: . Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat: . I. Identificatie van het dier /* Tabellen: zie PB */ Het dier wordt uit: . (plaats van uitvoer) rechtstreeks verzonden naar: . (Lid-Staat en plaats van bestemming) - te voet(20) of - per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip(21) : . . (het transportmiddel vermelden, samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, naar gelang van het geval) Naam en adres van de afzender: . . Naam en adres van de geadresseerde: . . III. Gegevens met betrekking tot de gezondheid Ondergetekende verklaart dat het hierboven omschreven dier aan de volgende voorwaarden voldoet: a) het is afkomstig uit een land waar voor de volgende ziekten een aangifteplicht bestaat: paardepest, dourine, kwade droes, paardeëncefalomyelitis (alle vormen, met inbegrip van VEE), infectieuze anemie, vesiculaire stomatitis, rabies, miltvuur; b) het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen(22) ; c) het gaat niet om een dier dat moet worden afgemaakt in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke dierziekte; d) het dier heeft in de laatste drie maanden vóór de uitvoer (of, indien het jonger is dan drie maanden, sedert zijn geboorte) verbleven op bedrijven onder veterinair toezicht in het land van verzending en het is in de laatste 30 dagen vóór de verzending niet in aanraking geweest met paardachtigen die niet ten minste een gelijkwaardige gezondheidsstatus hadden; e) het is afkomstig van het grondgebied van een derde land of, in geval van officiële regionalisering volgens de EEG-wetgeving, uit een deel van het grondgebied van een derde land: i) waar in de laatste twee jaar geen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis is voorgekomen; ii) waar in de laatste zes maanden geen dourine is voorgekomen; iii) waar in de laatste zes maanden geen kwade droes is voorgekomen; iv) - waar in de laatste zes maanden geen vesiculaire stomatitis is voorgekomen(23) of - waar in de laatste zes maanden vesiculaire stomatitis is voorgekomen; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(24) , d.i. ten hoogste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op vesiculaire stomatitis onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:12(25) ; v) - waar, wanneer het een niet-gecastreerd mannelijk dier betreft, in de laatste zes maanden geen enkel geval van equiene virusarteritis (EVA) officieel is geconstateerd(26) of - in de laatste zes maanden officieel equiene virusarteritis (EVA) is geconstateerd; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(27) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:4(28) of - is sperma van het dier, gewonnen op .........................................(29) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusisolatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat(30) ; f) het dier is niet afkomstig van het grondgebied van een derde land of uit een deel van het grondgebied van een derde land dat volgens de EEG-wetgeving als besmet met paardepest wordt beschouwd: - het dier is niet ingeënt tegen paardepest(31) , of - het dier is ingeënt tegen paardepest op .........................................(32) (33) ; g) het dier is niet afkomstig van en heeft geen contact gehad met paardachtigen van een bedrijf ten aanzien waarvan om veterinairrechtelijke redenen verbodsmaatregelen hebben gegolden: i) in geval van paardeëncefalomyelitis, gedurende zes maanden vanaf de datum waarop de met deze ziekte besmette dieren zijn geslacht, ii) in geval van infectieuze anemie, tot de datum waarop, nadat alle besmette dieren waren geslacht, de resterende dieren negatief hadden gereageerd op twee Coggins-tests die met een tussenpoos van drie maanden waren verricht, iii) in geval van vesiculaire stomatitis, gedurende zes maanden, iv) in geval van rabies, gedurende één maand na constatering van het laatste geval, v) in geval van miltvuur, gedurende 15 dagen na constatering van het laatste geval; indien evenwel alle op het bedrijf aanwezige dieren van voor de ziekte vatbare soorten zijn geslacht en de bedrijfsruimte volledig is ontsmet, moeten de verbodsmaatregelen hebben gegolden gedurende 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop de dieren zijn geslacht en de bedrijfsruimten zijn ontsmet, behalve in geval van miltvuur, waarvoor de maatregelen gedurende 15 dagen moeten hebben gegolden; h) het dier vertoont geen klinische symptomen van besmettelijke equiene metritis, het is niet afkomstig van een bedrijf waar in de laatste twee maanden besmetting met besmettelijke equiene metritis is vermoed en het is onrechtstreeks noch rechtstreeks via coïtus in contact geweest met paardachtigen die besmet waren met of ervan verdacht werden besmet te zijn met besmettelijke equiene metritis; i) het dier is, naar zijn weten, in de laatste 15 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring, niet in contact geweest met paardachtigen die leden aan een besmettelijke ziekte; j) het dier heeft, met negatief resultaat, de volgende serologische test ondergaan, uitgevoerd met een bloedmonster dat is genomen op .........................................(34) (35) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer: - een Coggins-test op infectieuze anemie, - een complementbindingsreactie op dourine(36) bij een verdunning 1:10, - een complementbindingsreactie op kwade droes(37) bij een verdunning 1:10. IV. Het dier zal worden vervoerd in een voertuig dat vooraf is gereinigd en ontsmet met een in het land van verzending officieel erkend ontsmettingsmiddel, en dat zo is ontworpen dat uitwerpselen, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen vallen. De onderstaande verklaring, ondertekend door de eigenaar of diens vertegenwoordiger, maakt deel uit van het certificaat. V. Dit certificaat is tien dagen geldig. Bij vervoer per schip wordt deze termijn verlengd met de reistijd. /* Tabellen: zie PB */ Ondergetekende . (naam invullen in drukletters) (eigenaar of vertegenwoordiger van de eigenaar(38) van het hierboven omschreven dier) verklaart dat: 1. het dier van de plaats van verzending rechtstreeks naar de plaats van bestemming wordt vervoerd zonder in contact te komen met andere paardachtigen die niet ten minste dezelfde gezondheidsstatus hebben; het dier onder zodanige omstandigheden wordt vervoerd dat zijn gezondheid en welzijn worden gegarandeerd; 2. het dier sedert zijn geboorte in ......................................... (land van uitvoer) heeft verbleven of ten minste 90 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring het land van uitvoer is binnengekomen. . . (plaats, datum) (handtekening) Voor geregistreerde paardachtigen moeten de uitgevoerde tests, de resultaten daarvan en eventuele vaccinatie worden vermeld in het identificatiedocument (paspoort). - C - GEZONDHEIDSCERTIFICAAT voor de invoer in de Gemeenschap van geregistreerde paarden uit Hong-Kong en Japan, alsmede van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit Canada en de Verenigde Staten van Amerika Nr. van het certificaat: . Derde land van verzending(39) : . Bevoegd ministerie: . Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat: . I. Identificatie van het dier /* Tabellen: zie PB */ Het dier wordt uit: . (plaats van uitvoer) rechtstreeks verzonden naar: . (Lid-Staat en plaats van bestemming) per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip(40) : . . (het transportmiddel vermelden, samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, naar gelang van het geval) Naam en adres van de afzender: . . Naam en adres van de geadresseerde: . . III. Gegevens met betrekking tot de gezondheid Ondergetekende verklaart dat het hierboven omschreven dier aan de volgende voorwaarden voldoet: a) het is afkomstig uit een land waar voor de volgende ziekten een aangifteplicht bestaat: paardepest, dourine, kwade droes, paardeëncefalomyelitis (alle vormen, met inbegrip van VEE), infectieuze anemie, vesiculaire stomatitis, rabies, miltvuur; b) het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen(41) ; c) het gaat niet om een dier dat moet worden afgemaakt in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke dierziekte; d) het dier heeft in de laatste drie maanden vóór de uitvoer (of, indien het jonger is dan drie maanden, sedert zijn geboorte) verbleven op bedrijven onder veterinair toezicht in het land van verzending en het is in de laatste 30 dagen vóór de verzending geïsoleerd in afwachting van de uitvoer; e) het is afkomstig van het grondgebied van een derde land of, in geval van officiële regionalisering volgens de EEG-wetgeving, uit een deel van het grondgebied van een derde land: i) waar in de laatste twee jaar geen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis is voorgekomen; ii) waar in de laatste zes maanden geen dourine is voorgekomen; iii) waar in de laatste zes maanden geen kwade droes is voorgekomen; iv) - waar in de laatste zes maanden geen vesiculaire stomatitis is voorgekomen(42) of - waar in de laatste zes maanden vesiculaire stomatitis is voorgekomen; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(43) , d.i. ten hoogste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op vesiculaire stomatitis onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:12(44) ; v) - waar, wanneer het een niet-gecastreerd mannelijk dier betreft, in de laatste zes maanden geen enkel geval van equiene virusarteritis (EVA) officieel is geconstateerd(45) of - in de laatste zes maanden officieel equiene virusarteritis (EVA) is geconstateerd; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(46) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:4(47) of - is sperma van het dier, gewonnen op .........................................(48) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusisolatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat(49) ; f) het dier is niet afkomstig van het grondgebied van een derde land of uit een deel van het grondgebied van een derde land dat volgens de EEG-wetgeving als besmet met paardepest wordt beschouwd: - het dier is niet ingeënt tegen paardepest(50) , of - het dier is ingeënt tegen paardepest op .........................................(51) (52) ; g) het dier is niet afkomstig van en heeft geen contact gehad met paardachtigen van een bedrijf ten aanzien waarvan om veterinairrechtelijke redenen verbodsmaatregelen hebben gegolden: i) in geval van paardeëncefalomyelitis, gedurende zes maanden vanaf de datum waarop de met deze ziekte besmette dieren zijn geslacht, ii) in geval van infectieuze anemie, tot de datum waarop, nadat alle besmette dieren waren geslacht, de resterende dieren negatief hadden gereageerd op twee Coggins-tests die met een tussenpoos van drie maanden waren verricht, iii) in geval van vesiculaire stomatitis, gedurende zes maanden, iv) in geval van rabies, gedurende één maand na constatering van het laatste geval, v) in geval van miltvuur, gedurende 15 dagen na constatering van het laatste geval; indien evenwel alle op het bedrijf aanwezige dieren van voor de ziekte vatbare soorten zijn geslacht en de bedrijfsruimte volledig is ontsmet, moeten de verbodsmaatregelen hebben gegolden gedurende 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop de dieren zijn geslacht en de bedrijfsruimten zijn ontsmet, behalve in geval van miltvuur, waarvoor de maatregelen gedurende 15 dagen moeten hebben gegolden; h) het dier vertoont geen klinische symptomen van besmettelijke equiene metritis, het is niet afkomstig van een bedrijf waar in de laatste twee maanden besmetting met besmettelijke equiene metritis is vermoed en het is onrechtstreeks noch rechtstreeks via coïtus in contact geweest met paardachtigen die besmet waren met of ervan verdacht werden besmet te zijn met besmettelijke equiene metritis; i) het dier is, naar zijn weten, in de laatste 15 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring, niet in contact geweest met paardachtigen die leden aan een besmettelijke ziekte; j) het dier heeft, met negatief resultaat, de volgende serologische test ondergaan, uitgevoerd met een bloedmonster dat is genomen op .........................................(53) , d.i. in de laatste 30 dagen vóór de uitvoer: - een Coggins-test op infectieuze anemie. k) - het dier is niet ingeënt tegen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis(54) of - het dier is op .........................................(55) , d.i. ten minste zes maanden vóór de aan de uitvoer voorafgaande isolatie, ingeënt tegen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis(56) ; l) - het dier is ingeënt tegen westerse en oosterse paardeëncefalomyelitis met geïnactiveerde entstof op .........................................(57) (58) (59) , of tegen Japanse B-encefalitis op .........................................(60) (61) (62) , d.i. in de laatste zes maanden, doch ten minste 30 dagen vóór de uitvoer, of - het dier is tweemaal aan de hand van een hemagglutinatieremmingstest op westerse en oosterse paardeëncefalomyelitis onderzocht, met gebruikmaking van bloedmonsters die met een tussenpoos van 21 dagen zijn genomen, namelijk op .........................................(63) en op .........................................(64) , waarbij het tweede monster is genomen in de laatste tien dagen vóór de uitvoer, met negatief resultaat, wanneer het niet is ingeënt(65) , of - zonder toeneming van het gehalte aan antilichamen, wanneer het meer dan zes maanden geleden is ingeënt(66) . IV. Het dier zal worden vervoerd in een voertuig dat vooraf is gereinigd en ontsmet met een in het land van verzending officieel erkend ontsmettingsmiddel, en dat zo is ontworpen dat uitwerpselen, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen vallen(67) . De onderstaande verklaring, ondertekend door de eigenaar of diens vertegenwoordiger, maakt deel uit van het certificaat. V. Dit certificaat is tien dagen geldig. Bij vervoer per schip wordt deze termijn verlengd met de reistijd. /* Tabellen: zie PB */ Ondergetekende . (naam invullen in drukletters) (eigenaar of vertegenwoordiger van de eigenaar(68) van het hierboven omschreven dier) verklaart dat: 1. het dier van de plaats van verzending rechtstreeks naar de plaats van bestemming wordt vervoerd zonder in contact te komen met andere paardachtigen die niet ten minste dezelfde gezondheidsstatus hebben; het dier onder zodanige omstandigheden wordt vervoerd dat zijn gezondheid en welzijn worden gegarandeerd; 2. het dier sedert zijn geboorte in ......................................... (land van uitvoer) heeft verbleven of ten minste 90 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring het land van uitvoer is binnengekomen. . . (plaats, datum) (handtekening) Voor geregistreerde paardachtigen moeten de uitgevoerde tests, de resultaten daarvan en eventuele vaccinatie worden vermeld in het identificatiedocument (paspoort). - D - GEZONDHEIDSCERTIFICAAT voor de invoer van geregistreerde paarden uit Barbados, Bermuda, Bolivia, Cuba en Jamaica, alsmede van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit Argentinië, Brazilië, Chili, Mexico, Paraguay en Uruguay Nr. van het certificaat: . Derde land van verzending(69) : . Bevoegd ministerie: . Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat: . I. Identificatie van het dier /* Tabellen: zie PB */ Het dier wordt uit: . (plaats van uitvoer) rechtstreeks verzonden naar: . (Lid-Staat en plaats van bestemming) per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip(70) : . . (het transportmiddel vermelden, samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, naar gelang van het geval) Naam en adres van de afzender: . . Naam en adres van de geadresseerde: . . III. Gegevens met betrekking tot de gezondheid Ondergetekende verklaart dat het hierboven omschreven dier aan de volgende voorwaarden voldoet: a) het is afkomstig uit een land waar voor de volgende ziekten een aangifteplicht bestaat: paardepest, dourine, kwade droes, paardeëncefalomyelitis (alle vormen, met inbegrip van VEE), infectieuze anemie, vesiculaire stomatitis, rabies, miltvuur; b) het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen(71) ; c) het gaat niet om een dier dat moet worden afgemaakt in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke dierziekte; d) het dier heeft in de laatste drie maanden vóór de uitvoer (of, indien het jonger is dan drie maanden, sedert zijn geboorte) verbleven op bedrijven onder veterinair toezicht in het land van verzending en het is in de laatste 30 dagen vóór de verzending geïsoleerd in afwachting van de uitvoer; e) het is afkomstig van het grondgebied van een derde land of, in geval van officiële regionalisering volgens de EEG-wetgeving, uit een deel van het grondgebied van een derde land: i) waar in de laatste twee jaar geen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis is voorgekomen; ii) waar in de laatste zes maanden geen dourine is voorgekomen; iii) waar in de laatste zes maanden geen kwade droes is voorgekomen; iv) - waar in de laatste zes maanden geen vesiculaire stomatitis is voorgekomen(72) of - waar in de laatste zes maanden vesiculaire stomatitis is voorgekomen; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(73) , d.i. ten hoogste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op vesiculaire stomatitis onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:12(74) ; v) - waar, wanneer het een niet-gecastreerd mannelijk dier betreft, in de laatste zes maanden geen enkel geval van equiene virusarteritis (EVA) officieel is geconstateerd(75) of - in de laatste zes maanden officieel equiene virusarteritis (EVA) is geconstateerd; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(76) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:4(77) of - is sperma van het dier, gewonnen op .........................................(78) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusisolatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat(79) ; f) het dier is niet afkomstig van het grondgebied van een derde land of uit een deel van het grondgebied van een derde land dat volgens de EEG-wetgeving als besmet met paardepest wordt beschouwd: - het dier is niet ingeënt tegen paardepest(80) , of - het dier is ingeënt tegen paardepest op .........................................(81) (82) ; g) het dier is niet afkomstig van en heeft geen contact gehad met paardachtigen van een bedrijf ten aanzien waarvan om veterinairrechtelijke redenen verbodsmaatregelen hebben gegolden: i) in geval van paardeëncefalomyelitis, gedurende zes maanden vanaf de datum waarop de met deze ziekte besmette dieren zijn geslacht, ii) in geval van infectieuze anemie, tot de datum waarop, nadat alle besmette dieren waren geslacht, de resterende dieren negatief hadden gereageerd op twee Coggins-tests die met een tussenpoos van drie maanden waren verricht, iii) in geval van vesiculaire stomatitis, gedurende zes maanden, iv) in geval van rabies, gedurende één maand na constatering van het laatste geval, v) in geval van miltvuur, gedurende 15 dagen na constatering van het laatste geval; indien evenwel alle op het bedrijf aanwezige dieren van voor de ziekte vatbare soorten zijn geslacht en de bedrijfsruimte volledig is ontsmet, moeten de verbodsmaatregelen hebben gegolden gedurende 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop de dieren zijn geslacht en de bedrijfsruimten zijn ontsmet, behalve in geval van miltvuur, waarvoor de maatregelen gedurende 15 dagen moeten hebben gegolden; h) het dier vertoont geen klinische symptomen van besmettelijke equiene metritis, het is niet afkomstig van een bedrijf waar in de laatste twee maanden besmetting met besmettelijke equiene metritis is vermoed en het is onrechtstreeks noch rechtstreeks via coïtus in contact geweest met paardachtigen die besmet waren met of ervan verdacht werden besmet te zijn met besmettelijke equiene metritis; i) het dier is, naar zijn weten, in de laatste 15 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring, niet in contact geweest met paardachtigen die leden aan een besmettelijke ziekte; j) het dier heeft, met negatief resultaat, de volgende serologische tests ondergaan, uitgevoerd met bloedmonsters die zijn genomen op .........................................(83) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer: - een Coggins-test op infectieuze anemie; - een complementbindingsreactie op dourine bij een verdunning 1:10; - een complementbindingsreactie op kwade droes bij een verdunning 1:10; - een complementbindingsreactie op piroplasmose (Babesia equi en Babesia caballi) bij een verdunning 1:5; k) - het dier is niet ingeënt tegen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis(84) of - het dier is op .........................................(85) , d.i. ten minste zes maanden vóór de aan de uitvoer voorafgaande isolatie, ingeënt tegen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis(86) ; l) - het dier is ingeënt tegen westerse en oosterse paardeëncefalomyelitis met geïnactiveerde entstof op .........................................(87) , d.i. in de laatste zes maanden, doch ten minste 30 dagen vóór de uitvoer(88) , of - het dier is tweemaal aan de hand van een hemagglutinatieremmingstest op westerse en oosterse paardeëncefalomyelitis onderzocht, met gebruikmaking van bloedmonsters die met een tussenpoos van 21 dagen zijn genomen, namelijk op .........................................(89) en op .........................................(90) , waarbij het tweede monster is genomen in de laatste tien dagen vóór de uitvoer, met negatief resultaat, wanneer het niet is ingeënt(91) , of - zonder toeneming van het gehalte aan antilichamen, wanneer het meer dan zes maanden geleden is ingeënt(92) . IV. Het dier zal worden vervoerd in een voertuig dat vooraf is gereinigd en ontsmet met een in het land van verzending officieel erkend ontsmettingsmiddel, en dat zo is ontworpen dat uitwerpselen, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen vallen. De onderstaande verklaring, ondertekend door de eigenaar of diens vertegenwoordiger, maakt deel uit van het certificaat. V. Dit certificaat is tien dagen geldig. Bij vervoer per schip wordt deze termijn verlengd met de reistijd. /* Tabellen: zie PB */ Ondergetekende . (naam invullen in drukletters) (eigenaar of vertegenwoordiger van de eigenaar(93) van het hierboven omschreven dier) verklaart dat: 1. het dier van de plaats van verzending rechtstreeks naar de plaats van bestemming wordt vervoerd zonder in contact te komen met andere paardachtigen die niet ten minste dezelfde gezondheidsstatus hebben; het dier onder zodanige omstandigheden wordt vervoerd dat zijn gezondheid en welzijn worden gegarandeerd; 2. het dier sedert zijn geboorte in ......................................... (land van uitvoer) heeft verbleven of ten minste 90 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring in het land van uitvoer is binnengekomen. . . (plaats, datum) (handtekening) Voor geregistreerde paardachtigen moeten de uitgevoerde tests, de resultaten daarvan en eventuele vaccinatie worden vermeld in het identificatiedocument (paspoort). - E - GEZONDHEIDSCERTIFICAAT voor de invoer in de Gemeenschap van geregistreerde paarden uit Bahrein, Jordanië, Koeweit, Libië, Oman en de Verenigde Arabische Emiraten, alsmede van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit Algerije, Israël, Malta, Mauritius en Tunesië Nr. van het certificaat: . Derde land van verzending(94) : . Bevoegd ministerie: . Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat: . I. Identificatie van het dier /* Tabellen: zie PB */ Het dier wordt uit: . (plaats van uitvoer) rechtstreeks verzonden naar: . (Lid-Staat en plaats van bestemming) per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip(95) : . . (het transportmiddel vermelden, samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, naar gelang van het geval) Naam en adres van de afzender: . . Naam en adres van de geadresseerde: . . III. Gegevens met betrekking tot de gezondheid Ondergetekende verklaart dat het hierboven omschreven dier aan de volgende voorwaarden voldoet: a) het is afkomstig uit een land waar voor de volgende ziekten een aangifteplicht bestaat: paardepest, dourine, kwade droes, paardeëncefalomyelitis (alle vormen, met inbegrip van VEE), infectieuze anemie, vesiculaire stomatitis, rabies, miltvuur; b) het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen(96) ; c) het gaat niet om een dier dat moet worden afgemaakt in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke dierziekte; d) het dier heeft in de laatste drie maanden vóór de uitvoer (of, indien het jonger is dan drie maanden, sedert zijn geboorte) verbleven op bedrijven onder veterinair toezicht in het land van verzending en het heeft in de laatste 40 dagen vóór de verzending verbleven in een erkend isolatiecentrum, dat is beschermd tegen vectorinsekten; e) het is afkomstig van het grondgebied van een derde land of, in geval van officiële regionalisering volgens de EEG-wetgeving, uit een deel van het grondgebied van een derde land: i) waar in de laatste twee jaar geen Venezolaanse paardeëncefalomyelitis is voorgekomen; ii) waar in de laatste zes maanden geen dourine is voorgekomen; iii) waar in de laatste zes maanden geen kwade droes is voorgekomen; iv) - waar in de laatste zes maanden geen vesiculaire stomatitis is voorgekomen(97) of - waar in de laatste zes maanden vesiculaire stomatitis is voorgekomen; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(98) , d.i. ten hoogste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op vesiculaire stomatitis onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:12(99) ; v) - waar, wanneer het een niet-gecastreerd mannelijk dier betreft, in de laatste zes maanden geen enkel geval van equiene virusarteritis (EVA) officieel is geconstateerd(100) of - in de laatste zes maanden officieel equiene virusarteritis (EVA) is geconstateerd; in dat geval is een bloedmonster van het dier, genomen op .........................................(101) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusneutralisatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat bij een verdunning 1:4(102) of - is sperma van het dier, gewonnen op .........................................(103) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer, aan de hand van een virusisolatietest op EVA onderzocht, met negatief resultaat(104) ; f) het dier is niet afkomstig van het grondgebied van een derde land of uit een deel van het grondgebied van een derde land dat volgens de EEG-wetgeving als besmet met paardepest wordt beschouwd: - het dier is niet ingeënt tegen paardepest(105) , of - het dier is ingeënt tegen paardepest op .........................................(106) (107) ; g) het dier is niet afkomstig van en heeft geen contact gehad met paardachtigen van een bedrijf ten aanzien waarvan om veterinairrechtelijke redenen verbodsmaatregelen hebben gegolden: i) in geval van paardeëncefalomyelitis, gedurende zes maanden vanaf de datum waarop de met deze ziekte besmette dieren zijn geslacht, ii) in geval van infectieuze anemie, tot de datum waarop, nadat alle besmette dieren waren geslacht, de resterende dieren negatief hadden gereageerd op twee Coggins-tests die met een tussenpoos van drie maanden waren verricht, iii) in geval van vesiculaire stomatitis, gedurende zes maanden, iv) in geval van rabies, gedurende één maand na constatering van het laatste geval, v) in geval van miltvuur, gedurende 15 dagen na constatering van het laatste geval; indien evenwel alle op het bedrijf aanwezige dieren van voor de ziekte vatbare soorten zijn geslacht en de bedrijfsruimte volledig is ontsmet, moeten de verbodsmaatregelen hebben gegolden gedurende 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop de dieren zijn geslacht en de bedrijfsruimten zijn ontsmet, behalve in geval van miltvuur, waarvoor de maatregelen gedurende 15 dagen moeten hebben gegolden; h) het dier vertoont geen klinische symptomen van besmettelijke equiene metritis, het is niet afkomstig van een bedrijf waar in de laatste twee maanden besmetting met besmettelijke equiene metritis is vermoed en het is onrechtstreeks noch rechtstreeks via coïtus in contact geweest met paardachtigen die besmet waren met of ervan verdacht werden besmet te zijn met besmettelijke equiene metritis; i) het dier is, naar zijn weten, in de laatste 15 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring, niet in contact geweest met paardachtigen die leden aan een besmettelijke ziekte; j) het dier heeft, met negatief resultaat, de volgende serologische tests ondergaan, uitgevoerd met bloedmonsters die zijn genomen op .........................................(108) , d.i. in de laatste 21 dagen vóór de uitvoer: - een Coggins-test op infectieuze anemie. - een complementbindingsreactie op dourine bij een verdunning 1:10; - een complementbindingsreactie op kwade droes bij een verdunning 1:10; - een complementbindingsreactie op piroplasmose (Babesia equi en Babesia caballi) bij een verdunning 1:5; k) het dier heeft tweemaal een test op paardepest ondergaan als beschreven in bijlage D bij Richtlijn 90/426/EEG van de Raad, uitgevoerd met bloedmonsters die met een tussenpoos van 21 à 30 dagen zijn genomen, namelijk op .........................................(109) en op .........................................(110) , waarbij het tweede monster is genomen in de laatste tien dagen vóór de uitvoer, met negatief resultaat, wanneer het niet is ingeënt(111) , of zonder toeneming van het gehalte aan antilichamen, wanneer het is ingeënt(112) . IV. Het dier zal worden vervoerd in een voertuig dat vooraf is gereinigd en ontsmet met een in het land van verzending officieel erkend ontsmettingsmiddel, en dat zo is ontworpen dat uitwerpselen, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen vallen. De onderstaande verklaring, ondertekend door de eigenaar of diens vertegenwoordiger, maakt deel uit van het certificaat. V. Dit certificaat is tien dagen geldig. Bij vervoer per schip wordt deze termijn verlengd met de reistijd. /* Tabellen: zie PB */ Ondergetekende . (naam invullen in drukletters) (eigenaar of vertegenwoordiger van de eigenaar(113) van het hierboven omschreven dier) verklaart dat: 1. het dier van de plaats van verzending rechtstreeks naar de plaats van bestemming wordt vervoerd zonder in contact te komen met andere paardachtigen die niet ten minste dezelfde gezondheidsstatus hebben; het dier onder zodanige omstandigheden wordt vervoerd dat zijn gezondheid en welzijn worden gegarandeerd; 2. het dier sedert zijn geboorte in ......................................... (land van uitvoer) heeft verbleven of ten minste 90 dagen vóór de ondertekening van deze verklaring in het land van uitvoer is binnengekomen. . . (plaats, datum) (handtekening) Voor geregistreerde paardachtigen moeten de uitgevoerde tests, de resultaten daarvan en eventuele vaccinatie worden vermeld in het identificatiedocument (paspoort). (1) Of gedeelte van het grondgebied overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad. (2) Doorhalen wat niet van toepassing is. (3) Dit certificaat moet worden afgegeven op de datum van het inladen van het dier voor verzending naar de Lid-Staat van bestemming of, wanneer het gaat om een geregistreerd paard, op de laatste werkdag vóór inlading. (4) Datum invullen. (5) Of gedeelte van het grondgebied overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad. (6) Doorhalen wat niet van toepassing is. (7) Dit certificaat moet worden afgegeven op de datum van het inladen van het dier voor verzending naar de Lid-Staat van bestemming of, wanneer het gaat om een geregistreerd paard, op de laatste werkdag vóór inlading. (8) Datum invullen. (9) Voor Wit-Rusland, Estland, Letland, Litouwen, Rusland en Oekraïne moeten de laboratoriumtests worden uitgevoerd in een laboratorium erkend door de Lid-Staat van bestemming. De testresultaten, gecertificeerd door dit laboratorium, moeten worden gehecht aan het gezondheidscertificaat dat het dier begeleidt. (10) De tests op dourine en op kwade droes zijn niet vereist voor Australië en Nieuw-Zeeland. (11) Of gedeelte van het grondgebied overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad. (12) Dit certificaat moet worden afgegeven op de datum van het inladen van het dier voor verzending naar de Lid-Staat van bestemming of, wanneer het gaat om een geregistreerd paard, op de laatste werkdag vóór inlading. (13) Doorhalen wat niet van toepassing is. (14) Datum invullen. (15) De inentings- en testvoorschriften met betrekking tot westerse en oosterse paardeëncefalomyelitis gelden enkel voor Canada en de Verenigde Staten; de eis inzake inenting tegen Japanse B-encefalitis geldt enkel voor Hong-Kong en Japan. (16) Of gedeelte van het grondgebied overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad. (17) Dit certificaat moet worden afgegeven op de datum van het inladen van het dier voor verzending naar de Lid-Staat van bestemming of, wanneer het gaat om een geregistreerd paard, op de laatste werkdag vóór inlading. (18) Doorhalen wat niet van toepassing is. (19) Datum invullen. (20) Of gedeelte van het grondgebied overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad. (21) Dit certificaat moet worden afgegeven op de datum van het inladen van het dier voor verzending naar de Lid-Staat van bestemming of, wanneer het gaat om een geregistreerd paard, op de laatste werkdag vóór inlading. (22) Doorhalen wat niet van toepassing is. (23) Datum invullen.