BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 22 december 1992 betreffende de toekenning van financiële steun voor modelprojecten ten behoeve van het gecombineerd vervoer

(93/45/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Overwegende dat de huidige situatie en de verwachte ontwikkeling van het vervoerstelsel in de Gemeenschap vereisen dat de middelen van de Gemeenschap op vervoergebied optimaal worden beheerd met inachtneming van de milieu-eisen en dat dit optimale beheer betekent dat inschakeling van het gecombineerd vervoer moet worden bevorderd, zoals ook de Raad in zijn resolutie van 30 oktober 1990 betreffende de totstandbrenging van een Europees netwerk voor gecombineerd vervoer van mening was (1);

Overwegende dat de verwezenlijking van een netwerk voor gecombineerd vervoer moet worden aangevuld door maatregelen voor het opzetten van intermodale vervoerketens;

Overwegende dat, aangezien dergelijke maatregelen een nieuw werkterrein vormen, de onontbeerlijke kennis moet worden vergaard ten einde het nut van een gemeenschappelijk beleid op dit terrein te onderzoeken en dat er onder die omstandigheden modelprojecten moeten worden opgezet die ten doel hebben inzicht te verschaffen in de uitvoerbaarheid van maatregelen voor het opzetten van intermodale vervoerketens;

Overwegende dat deze modelprojecten, met inachtneming van het beginsel van vrije keuze van de vervoerwijze, financiële steunmaatregelen moeten omvatten die via doeltreffende samenwerking, waarbij de mededingingsregels tussen de ondernemers worden geëerbiedigd, diensten van goede kwaliteit helpen ontwikkelen;

Overwegende dat deze financiële steun, die bestemd is om maatregelen voor het opzetten van de keten van de betrokken vervoertakken te bevorderen, betrekking moet hebben op uiteenlopende kwaliteitsacties, met uitzondering van financiering van feitelijke infrastructuur of projecten voor technologisch onderzoek, hetzij in de vorm van studies, met name uitvoerbaarheidsstudies, hetzij in de vorm van financiële bijdragen aan vernieuwende acties die beogen de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren;

Overwegende dat dergelijke financiële steun van beperkte duur moet zijn en een doorslaggevende aanvulling moet vormen zodat ondernemers worden aangezet tot het ontwikkelen van dergelijke diensten,

BESLUIT:

Artikel 1

1. Komen in aanmerking voor communautaire financiële steun modelprojecten op bestaande of in het leven te roepen gecombineerd-vervoerverbindingen die erop gericht zijn:

- maatregelen te beproeven:

- ter verbetering van de organisatie en werking van gecombineerd-vervoerdiensten op die verbindingen,

- die integratie van de ondernemers en het betrekken van alle ondernemers bij de gehele logistieke keten beogen;

- te evalueren of via dergelijke maatregelen op termijn doeltreffende gecombineerd-vervoerdiensten tot stand kunnen worden gebracht die kunnen concurreren met het goederenvervoer over de weg en economisch rendabel zijn.

2. De financiering van de modelprojecten heeft een looptijd van vijf jaar.

Artikel 2

1. In het kader van dit besluit wordt onder gecombineerd vervoer verstaan het vervoer tussen de Lid-Staten van wegvoertuigen, containers of wissellaadbakken dat zonder uitlading van de goederen plaatsvindt en gebruik maakt van ten minste twee van de volgende drie vervoerwijzen, vervoer over de weg, railvervoer en vervoer over de binnenwateren.

2. Wanneer voor een regio van de Gemeenschap slechts toegang kan worden verkregen tot het communautaire grondgebied via een zeetraject, kan dit traject in het modelproject worden opgenomen.

3. De modelprojecten kunnen eveneens betrekking hebben op gecombineerd-vervoerverbindingen buiten de Gemeenschap, wanneer zulks wordt gerechtvaardigd door belangrijke vervoersstromen naar of uit de Gemeenschap.

Artikel 3

1. De financiële steun kan betrekking hebben op

- inleidende studies over aspecten die alle projecten gemeen hebben,

- uitvoerbaarheidsstudies aangaande een bepaalde onder een modelproject vallende verbinding,

- vernieuwende acties die verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening beogen.

2. De Commissie financiert modelprojecten binnen de volgende grenzen:

- tot 100 % voor een inleidende studie

- tot 50 % voor een uitvoerbaarheidsstudie

- tot 30 % voor vernieuwende acties.

Artikel 4

De communautaire financiële steun wordt toegekend op basis van een tussen de Commissie en elke begunstigde gesloten contract.

Artikel 5

De indienings-, selectie- en evaluatieprocedures van de projecten worden in de bijlage uiteengezet.

Gedaan te Brussel, 22 december 1992.

Voor de Commissie

Karel VAN MIERT

Lid van de Commissie

(1) Nota van het Secretariaat-Generaal van de Raad nr. 9832/90 van 12 november 1990.

BIJLAGE

Voorwaarden voor de toekenning van communautaire financiële steun voor modelprojecten in het gecombineerd vervoer 1. Looptijd

De financiering van de modelprojecten heeft een looptijd van vijf jaar (1992-1996).

2. Indieningsprocedure

Het voorstel voor een modelproject wordt door een Lid-Staat of een particuliere of openbare onderneming bij de Commissie ingediend. Het voorstel kan gezamenlijk door verscheidene Lid-Staten of ondernemingen worden gedaan.

3. Selectiecriteria

a. Het voorstel voor een modelproject moet worden goedgekeurd door de Lid-Staten op wier grondgebied de onder het modelproject vallende gecombineerd-vervoerverbinding zich bevindt.

b. De Commissie onderzoekt de voorstellen aan de hand van de volgende criteria:

- het belang van de verbinding op Europees niveau

- het effect op het goederenvervoer en de mogelijkheden van overheveling van wegvervoer naar gecombineerd vervoer

- de kosten van de voorgestelde maatregelen

- het tussen de partners van het project voorgestelde niveau en soort van samenwerking

- de vraag in hoeverre uitbreiding van het modelproject tot andere gecombineerd-vervoerdiensten mogelijk en interessant is

- naleving van de regels op het gebied van de mededinging en steunmaatregelen van de staten.

4. Besluit tot toekenning van financiering

De Commissie neemt een besluit aangaande de financiering van het project aan de hand van de in punt 3 gegeven criteria en na raadpleging van een groep door de Lid-Staten aangewezen deskundigen.