31992R0811

Verordening (EEG) nr. 811/92 van de Commissie van 31 maart 1992 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3846/87 tot vaststelling van de landbouwproduktennomenclatuur voor de uitvoerrestituties

Publicatieblad Nr. L 086 van 01/04/1992 blz. 0065 - 0071


VERORDENING (EEG) Nr. 811/92 VAN DE COMMISSIE van 31 maart 1992 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3846/87 tot vaststelling van de landbouwproduktennomenclatuur voor de uitvoerrestituties

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1628/91 (2), inzonderheid op artikel 18,

Gezien het advies van het Monetair Comité,

Overwegende dat krachtens artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 805/68 het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1 van die verordening bedoelde produkten op de wereldmarkt en in de Gemeenschap kan worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 885/68 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 427/77 (4), de algemene voorschriften betreffende de toekenning van restituties bij uitvoer in de sector rundvlees en de criteria voor het bepalen van het bedrag ervan zijn vastgesteld;

Overwegende dat de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees en bepaalde soorten conserven zijn vastgesteld bij de Commissieverordeningen (EEG) nr. 32/82 (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3169/87 (6), (EEG) nr. 1964/82 (7), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3169/87, en (EEG) nr. 2388/84 (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3988/87 (9);

Overwegende dat de toepassing van deze voorschriften en criteria op de te verwachten marktsituatie in de sector rundvlees leidt tot het vaststellen van de restitutie zoals hierna volgt;

Overwegende dat, in verband met de huidige toestand op de markt van de Gemeenschap en de mogelijkheden om vlees af te zetten, met name in bepaalde derde landen, restituties dienen te worden toegekend bij uitvoer van mannelijke volwassen runderen met een levend gewicht van 300 kg of meer en wat de overige runderen betreft, met een levend gewicht van 250 kg of meer; dat de in de laatste jaren opgedane ervaring heeft aangetoond dat het dienstig is levende runderen, fokdieren van zuiver ras, met een gewicht van 250 kg of meer voor vrouwelijke runderen en van 300 kg of meer voor mannelijke runderen, op dezelfde wijze te behandelen als andere runderen, mits bepaalde bijzondere administratieve formaliteiten worden vervuld;

Overwegende dat restituties moeten worden toegekend bij uitvoer naar bepaalde bestemmingen van bepaalde vormen van vers en gekoeld vlees zoals vermeld in bijlage I onder GN-code 0201, van bepaalde vormen van bevroren vlees zoals vermeld in bijlage I onder GN-code 0202, van bepaalde vormen van slachtafvallen zoals vermeld in bijlage I onder GN-code 0206 en van bepaalde andere bereidingen en conserven en vlees of slachtafvallen zoals vermeld in bijlage I onder GN-code 1602 50 10;

Overwegende dat, gezien de zeer uiteenlopende kenmerken van produkten van de produktcodes 0201 20 90 700 en 0202 20 90 100 gebruikt bij restituties, de restitutie slechts dient te worden toegekend voor die deelstukken waarin het gewicht van het been niet meer dan een derde van het gewicht van dat deelstuk uitmaakt;

Overwegende dat voor de afzonderlijk verpakte delen zonder been van de GN-codes 0201 30 en 0202 30 een minimumpercentage mager vlees moet worden bepaald;

Overwegende dat ook restituties moeten worden toegekend voor verse of bevroren delen zonder been, zelfs indien zij niet individueel zijn verpakt, alsmede voor gehakt vlees en dat de tekst van de postonderverdelingen voor verse delen zonder been moet worden verduidelijkt;

Overwegende dat met betrekking tot vlees van runderen, zonder been, gezouten en gedroogd, traditionele handelsstromen naar Zwitserland bestaan; dat het, in zoverre het noodzakelijk is deze handelsstromen te handhaven, dienstig is de restitutie vast te stellen op een bedrag dat het verschil dekt tussen de prijzen op de Zwitserse markt en de prijzen bij uitvoer der Lid-Staten; dat er ook mogelijkheden zijn voor de uitvoer van dat vlees en van gezouten, gedroogd en gerookt vlees naar bepaalde derde landen in Afrika, het Nabije Oosten en het Midden-Oosten; dat met deze situatie rekening moet worden gehouden en dat derhalve een restitutie moet worden vastgesteld;

Overwegende dat voor bepaalde andere aanbiedingsvormen en conserven van vlees of van slachtafvallen zoals vermeld in bijlage I onder GN-code 1602 50 90 de deelname door de Gemeenschap aan de internationale handel kan worden gehandhaafd door restituties toe te kennen waarvan het bedrag werd bepaald rekening houdende met hetgeen tot nu toe aan de exporteur werd verleend;

Overwegende dat voor de overige produkten in de sector rundvlees vaststelling van een restitutie geen aanbeveling verdient vanwege de geringe omvang waarin de Gemeenschap daarmede aan de wereldhandel deelneemt;

Overwegende dat, ten einde de normale werking van het stelsel van restituties te verzekeren, het nodig is voor de berekening van deze laatste:

- een uit de spilkoers voortvloeiende omrekeningskoers waarop de in artikel 3, lid 1, laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1676/85 van de Raad (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2205/90 (2), bedoelde correctiefactor is toegepast, voor de munteenheden welke onderling worden gehandhaafd binnen een contante maximummarge op een bepaald moment van 2,25 %,

- een omrekeningskoers voor de andere munteenheden, die is gebaseerd op het gemiddelde van de koersen van de ecu die in een bepaalde periode zijn bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, serie C, en op welke koers de in het vorige streepje bedoelde correctiefactor is toegepast,

aan te houden;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 704/92 (4), de nomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor landbouwprodukten is vastgesteld;

Overwegende dat, om de douaneformaliteiten bij uitvoer voor de exporteurs te vereenvoudigen, voor bevroren vlees dezelfde restitutiebedragen moeten worden toegekend als voor vers of gekoeld vlees van andere runderen dan volwassen mannelijke runderen;

Overwegende dat de ervaring leert dat het in bepaalde gevallen vaak moeilijk is in bereidingen en conserven van GN-code 1602 50 het aandeel van ander vlees dan rundvlees te bepalen; dat deze post derhalve uitsluitend voor met rundvlees bereide produkten gereserveerd moet worden en een nieuwe post voor mengsels van vlees of slachtafvallen moet worden gecreëerd; dat voor een scherpere controle op andere produkten dan mengsels van vlees en slachtafvallen moet worden bepaald dat sommige van deze produkten slechts voor een restitutie in aanmerking komen wanneer zij zijn vervaardigd in het kader van de regeling als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad van 4 maart 1980 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwprodukten (5), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2026/83 (6);

Overwegende dat de analysecriteria voor bereidingen en conserven van GN-code 1602 50 90 moeten worden aangevuld door inzonderheid een maximum voor de verhouding collageen/eiwit vast te stellen al naar gelang van het vleesgehalte van deze produkten;

Overwegende dat, om misbruiken bij de uitvoer van bepaalde fokdieren van zuiver ras te voorkomen, de restitutie voor vrouwelijke dieren moet worden gedifferentieerd al naar gelang van de leeftijd van de dieren;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De lijst der produkten waarvoor bij uitvoer de in artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 805/68 bedoelde restitutie wordt toegekend en de bedragen van deze restitutie worden vastgesteld in bijlage I.

De beschrijving van GN-code 0102 10 00 in sector 6 van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 wordt vervangen door die in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 april 1992.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 31 maart 1992. Voor de Commissie Ray MAC SHARRY Lid van de Commissie

BIJLAGE I

(in ecu/100 kg) >RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de overlegging van het in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 32/82 opgenomen attest.

(2) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de inachtneming van de voorwaarden van Verordening (EEG) nr. 1964/82.

(3) De restitutie voor gepekeld rundvlees wordt verleend voor het nettogewicht van het vlees, na aftrek van het gewicht van de pekel.

(4) PB nr. L 336 van 29. 12. 1979, blz. 44.

(5) PB nr. L 221 van 19. 8. 1984, blz. 28.

(6) Het gehalte aan mager rundvlees met uitzondering van vet wordt bepaald aan de hand van de analyseprocedure die is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2429/86 van de Commissie (PB nr. L 210 van 1. 8. 1986, blz. 39).

(7) De bestemmingen zijn de volgende:

01 derde landen,

02 derde landen van Noord-Afrika, het Nabije Oosten en het Midden-Oosten, met uitzondering van Cyprus, en derde landen van West-, Centraal-, Oost- en Zuid-Afrika, met uitzondering van Botswana, Kenia, Madagascar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië,

03 Europese derde landen, de Canarische eilanden, Ceuta, Melilla, Cyprus, Groenland, Pakistan, Sri Lanka, Birma, Thailand, Viëtnam, Indonesië, de Filippijnen, China, Noord-Korea en Hong-Kong, alsook de bestemmingen bedoeld in artikel 34 van Verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie (PB nr. L 351 van 14. 12. 1987, blz. 1), met uitzondering van Oostenrijk, Zweden en Zwitserland,

04 Oostenrijk, Zweden en Zwitserland,

05 Verenigde Staten van Amerika, als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie (PB nr. L 336 van 29. 12. 1979, blz. 44),

06 Frans-Polynesië en Nieuw-Caledonië,

07 Canada,

08 derde landen van Noord-, West-, Centraal-, Oost- en Zuid-Afrika, met uitzondering van Botswana, Kenia, Madagascar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië,

09 Zwitserland.

(8) Krachtens artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 885/68 wordt geen restitutie toegekend bij de uitvoer van produkten die uit derde landen worden ingevoerd en naar derde landen worden wederuitgevoerd.

(9) De toekenning van de restitutie is afhankelijk van de vervaardiging in het kader van het bij artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 565/80 vastgestelde stelsel.

NB: De derde landen zijn die, die in Verordening (EEG) nr. 3518/91 van de Commissie (PB nr. L 334 van 5. 12. 1991, blz. 10) zijn bepaald.

Produktcodes en voetnoten: zie de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie.

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>