31992L0122

Richtlijn 92/122/EEG van de Raad van 21 december 1992 waarbij de Helleense Republiek wordt gemachtigd de liberalisatie van bepaalde kapitaalverrichtingen uit de stellen overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 88/361/EEG

Publicatieblad Nr. L 409 van 31/12/1992 blz. 0033 - 0034


RICHTLIJN 92/122/EEG VAN DE RAAD van 21 december 1992 waarbij de Helleense Republiek wordt gemachtigd de liberalisatie van bepaalde kapitaalverrichtingen uit te stellen overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 88/361/EEG

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 69,

Gelet op Richtlijn 88/361/EEG van de Raad van 24 juni 1988 voor de uitvoering van artikel 67 van het Verdrag (1), inzonderheid op artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Monetair Comité,

Overwegende dat de Helleense Republiek op grond van artikel 6, lid 2, tot en met 31 december 1992 beperkingen mag blijven toepassen op de in bijlage IV, lijsten III en IV, van de richtlijn vermelde kapitaalverrichtingen; dat dit lid voorziet in de mogelijkheid deze termijn met ten hoogste drie jaar te verlengen;

Overwegende dat de Helleense Republiek een programma van economische stabilisatie en hervorming heeft uitgevoerd; dat het proces van begrotingsconsolidatie is versneld en met de begroting 1993 zal worden versterkt; dat, ondanks het streven naar aanpassing dat gaande is, er nog geen gegronde verwachtingen zijn dat monetaire en wisselkoersstabiliteit binnen het bereik liggen; dat de handhaving van beperkingen op kortlopende kapitaalverrichtingen voor een welbepaalde periode noodzakelijk is om een soepel verlopende macro-economische aanpassing te verzekeren en het monetaire en het wisselkoersbeleid te steunen na de toetreding van de drachme tot het wisselkoersmechanisme van het Europees Monetair Stelsel (EMS); dat de Helleense Republiek heeft verzocht om een verlenging van de termijn voor volledige liberalisatie van kortlopende kapitaalverrichtingen tot 1 januari 1995; dat zij echter voornemens is met ingang van 1 januari 1993 over te gaan tot de opheffing van een aantal van de momenteel toegepaste beperkingen;

Overwegende dat de Commissie in samenwerking met het Monetair Comité de economische en financiële ontwikkelingen in de Griekse economie aan een onderzoek heeft onderworpen; dat uit dit onderzoek blijkt dat, hoewel vorderingen zijn gemaakt bij de stabilisatie van de economie en de betalingsbalanssituatie is verbeterd, de bestaande ernstige budgettaire onevenwichtigheden en de nog hoge inflatie deze verbetering kwetsbaar maken; dat een geleidelijke liberalisatie van kortlopende kapitaalverrichtingen wenselijk is voordat een duurzame verbetering in de stabilisatie van de economie tot stand kan worden gebracht;

Overwegende dat door de Griekse autoriteiten hervormingen zijn ingevoerd en liberalisatiemaatregelen zijn genomen op het gebied van de financiële markten; dat het financiële bestel echter nog niet voldoende ontwikkeld is om een volledig vrij verkeer van kapitaal aan te kunnen;

Overwegende dat er, gezien het bovenstaande, redenen zijn voor een verlenging van de machtiging tot het toepassen van beperkingen op kortlopende kapitaalverrichtingen,

Overwegende echter dat zulk een uitzondering in geen geval kapitaalcontroles onder voorwaarden tegengesteld aan artikel 8 A van het Verdrag kan rechtvaardigen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De Helleense Republiek kan tijdelijk beperkingen van het in de bijlage bij deze richtlijn genoemde kapitaalverkeer handhaven, onder de voorwaarden en binnen de termijn welke in deze bijlage zijn vermeld.

Artikel 2

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 21 december 1992.

Voor de Raad

De Voorzitter

D. HURD

(1) PB nr. L 178 van 8. 7. 1988, blz. 5.