BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 3 november 1992

tot wijziging van Zevende Beschikking 85/356/EEG van de Raad betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebracht zaaizaad

(92/519/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/400/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (2),

Gelet op Zevende Beschikking 85/356/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebracht zaaizaad (3), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 92/221/EEG (4),

Overwegende dat bietenzaad krachtens Beschikking 85/356/EEG moet voldoen aan de in de desbetreffende OESO-regeling vastgestelde eisen;

Overwegende dat de OESO-eisen, wat gewichtspercentage aan inerte stof betreft, niet langer overeenstemmen met de in Richtlijn 66/400/EEG vastgestelde eisen;

Overwegende dat daarom alle communautaire eisen moeten gelden voor bietenzaad waarop Beschikking 85/356/EEG van toepassing is;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deel II, punt 1.3, van de bijlage bij Beschikking 85/356/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste streepje wordt vervangen door "Richtlijn 66/400/EEG, bijlage I.B,".

2. De tweede zin wordt geschrapt.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 3 november 1992. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie