31992D0467

92/467/EEG: Beschikking van de Commissie van 2 september 1992 tot wijziging van Beschikking 90/613/EEG tot goedkeuring van de door Italië vastgestelde afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad ten aanzien van pootaardappelen van oorsprong uit Polen (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 264 van 10/09/1992 blz. 0023 - 0024


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 2 september 1992 tot wijziging van Beschikking 90/613/EEG tot goedkeuring van de door Italië vastgestelde afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad ten aanzien van pootaardappelen van oorsprong uit Polen (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek) (92/467/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige produkten schadelijke organismen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/10/EEG (2), en met name op artikel 14, lid 2,

Overwegende dat krachtens Richtlijn 77/93/EEG aardappelknollen van oorsprong uit derde landen waar potato spindle tuber viroid is voorgekomen, in beginsel niet in de Gemeenschap mogen worden binnengebracht tenzij in verband met het gevaar voor insleep van potato spindle tuber viroid kieming ervan onmogelijk is gemaakt en tenzij, indien zij van oorsprong zijn uit een land waarvan bekend is dat er Corynebacterium sepedonicum voorkomt, in het land van oorsprong de hand is gehouden aan bepalingen die als gelijkwaardig aan de communautaire bepalingen inzake de bestrijding van dit schadelijke organisme zijn erkend;

Overwegende dat in artikel 14, lid 1, onder c), iii), van Richtlijn 77/93/EEG de Lid-Staten evenwel de mogelijkheid wordt geboden om af te wijken van het voorschrift dat kieming onmogelijk moet zijn gemaakt, op voorwaarde dat er geen gevaar voor verspreiding van schadelijke organismen bestaat; dat dergelijke afwijkingen zijn onderworpen aan goedkeuring op bepaalde voorwaarden overeenkomstig artikel 14, lid 2, en ook moeten voldoen aan de vereisten van bijlage IV, deel A, punt 24;

Overwegende dat het in Italië gebruikelijk is aardappelen van het ras Sieglinde te verbouwen; dat het pootgoed van dit ras voor een deel uit Polen wordt ingevoerd;

Overwegende dat de door Italië voorgenomen afwijkingen voor de laatste vijf verkoopseizoenen voor pootaardappelen reeds zijn goedgekeurd bij de Beschikkingen 88/177/EEG (3), 88/632/EEG (4), 89/606/EEG (5) en 90/613/EEG (6) van de Commissie, gewijzigd bij Beschikking 91/591/EEG (7), op basis van een systeem met "gesloten gebieden" en afhankelijk van een aantal technische voorwaarden om verspreiding van schadelijke organismen te voorkomen;

Overwegende dat Italië het voornemen te kennen heeft gegeven om afwijkingen vast te stellen voor het lopende verkoopseizoen voor pootaardappelen;

Overwegende dat bekend is dat Polen nog niet vrij is van potato spindle tuber viroid en evenmin van Corynebacterium sepedonicum;

Overwegende dat Polen zijn programma voor de uitroeiing van deze schadelijke organismen op regionale basis verder heeft ontwikkeld; dat er goede gronden zijn om aan te nemen dat het programma voor de uitroeiing van deze schadelijke organismen ten minste in bepaalde "gesloten gebieden" (strefy zamkniete) van het district Lomza doeltreffend is geworden;

Overwegende dat de ziekten niet zijn aangetroffen in monsters van overeenkomstig Beschikking 91/591/EEG ingevoerde pootaardappelen; dat Polen de Commissie heeft meegedeeld dat de pootaardappelen van het ras Sieglinde die in 1992 in de vorengenoemde "gesloten gebieden" zijn geteeld van oorsprong zijn uit een Lid-Staat waar Corynebacterium sepedonicum voor zover bekend is, niet voorkomt en officieel gecertificeerd zijn op grond van Richtlijn 66/403/EEG van de Raad (8), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/17/EEG (9);

Overwegende dat, op grond van de informatie die is verzameld tijdens een missie in Polen in 1990, echter niet kon worden geconcludeerd dat er elementen zijn die het deugdelijk functioneren van het systeem van "gesloten gebieden" en bijgevolg de erkenning van de ten uitvoer gelegde bepalingen als gelijkwaardig aan de communautaire bepalingen inzake de bestrijding van Corynebacterium sepedonicum in de weg staan;

Overwegende dat derhalve is aangetoond dat er geen gevaar voor verspreiding van de schadelijke organismen bestaat, op voorwaarde dat de pootaardappelen van oorsprong zijn uit dergelijke gesloten gebieden en dat aan een aantal bijzondere technische voorwaarden wordt voldaan;

Overwegende dat de Commissie erop zal toezien dat Polen alle technische gegevens verstrekt die nodig zijn om toezicht te houden op de toepassing van de in de bovengenoemde situatie vereiste beschermende maatregelen en om de voortgang van het Poolse uitroeiingsprogramma te beoordelen;

Overwegende dat de door Italië voorgenomen afwijkingen derhalve thans voor het lopende verkoopseizoen voor aardappelen dienen te worden goedgekeurd op voorwaarde dat de bovenbedoelde voorwaarden erin zijn opgenomen, zulks onverminderd het bepaalde in Richtlijn 66/403/EEG en Richtlijn 70/457/EEG van de Raad (10), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/654/EEG (11);

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Planteziektenkundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 90/613/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2 wordt "1 juni 1992" vervangen door "1 maart 1993".

2. In artikel 3 wordt "van 15 oktober 1991 tot en met 31 maart 1992" vervangen door "van 15 oktober 1992 tot en met 31 december 1992, de laatste dag van binnenkomst in de Gemeenschap".

3. In artikel 3 wordt "31 maart 1992" vervangen door "31 december 1992".

4. In de bijlage wordt onder g) "15 april 1992" vervangen door "15 januari 1993".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek. Gedaan te Brussel, 2 september 1992. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20. (2) PB nr. L 70 van 17. 3. 1992, blz. 27. (3) PB nr. L 80 van 25. 3. 1988, blz. 52. (4) PB nr. L 350 van 20. 12. 1988, blz. 59. (5) PB nr. L 348 van 29. 11. 1989, blz. 31. (6) PB nr. L 328 van 28. 11. 1990, blz. 20. (7) PB nr. L 316 van 16. 11. 1991, blz. 43. (8) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2320/66. (9) PB nr. L 82 van 27. 3. 1992, blz. 69. (10) PB nr. L 225 van 12. 10. 1970, blz. 1. (11) PB nr. L 353 van 17. 12. 1990, blz. 48.