31992D0326

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 18 juni 1992 tot vaststelling van een tweejarenprogramma (1992-1993) voor de ontwikkeling van een Europese dienstenstatistiek (92/326/EEG) -

Publicatieblad Nr. L 179 van 01/07/1992 blz. 0131 - 0134


BESCHIKKING VAN DE RAAD van 18 juni 1992 tot vaststelling van een tweejarenprogramma (1992-1993) voor de ontwikkeling van een Europese dienstenstatistiek (92/326/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Overwegende dat in de resolutie van de Raad van 19 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van een programma van prioritaire maatregelen op het gebied van de statistische informatie: Statistisch Programma van de Europese Gemeenschappen (1989-1992) (2) het belang wordt onderstreept van een algemeen en samenhangend kader dat aan de communautaire vereisten op het gebied van de statistische informatie voldoet doordat het de onderlinge aanpassing van de methoden en een gemeenschappelijke grondslag van begrippen, definities en normen waarborgt;

Overwegende dat het Statistisch Programma van de Europese Gemeenschappen voorziet in de verbetering van de dienstenstatistiek als onmisbaar hulpmiddel voor het doeltreffend functioneren van de interne markt; dat bij de inventarisatie van de huidige gegevens, uitgevoerd in het kader van dit Statistisch Programma, aanzienlijke lacunes in de dienstenstatistiek zijn vastgesteld;

Overwegende dat uit Besluit 89/490/EEG van de Raad van 28 juli 1989 inzake de verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van de ondernemingen, inclusief het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (3) de noodzaak kan voortvloeien om deze ondernemingen, die grotendeels tot de dienstensector behoren, statistische informatie te verschaffen aan de hand waarvan zij doeltreffend kunnen opereren op de interne markt;

Overwegende dat in Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen (4) wordt gesteld dat voor de verbetering van de dekkingsgraad van het BNPmp is vereist dat eerst de statistische grondslagen worden ontwikkeld; dat de dienstenstatistiek, gezien het toenemende belang van de dienstensector in de economie, een belangrijk onderdeel van deze statistische grondslagen vormt;

Overwegende dat in de resolutie van de Raad van 14 november 1989 betreffende de binnenlandse handel in het kader van de interne markt (5) de aandacht wordt gevestigd op de noodzaak om de statistische gegevens over de handel te verbeteren door deze in overeenstemming te brengen met de communautaire definities;

Overwegende dat in Beschikking 88/524/EEG van de Raad van 26 juli 1988 betreffende de tenuitvoerlegging van een actieplan voor de oprichting van een markt voor informatiediensten (6) het standpunt wordt ingenomen dat voor de formulering van het desbetreffende beleid fundamentele gegevens over deze sector noodzakelijk zijn;

Overwegende dat, rekening houdend met Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de cooerdinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de Lid-Staten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (7) het verzamelen van vergelijkbare basisinformatie over de audiovisuele diensten van wezenlijk belang is voor de integratie en de verdere ontwikkeling van deze sector;

Overwegende dat in de resolutie van het Europese Parlement van 17 maart 1989 over de invloed van de infrastructuren en de tertiaire sector bij de regionale ontwikkeling - vooruitzichten voor een nieuw regionaal beleid (8) aan de Commissie wordt verzocht geregionaliseerde en geharmoniseerde gegevens over de dienstensector te verstrekken;

Overwegende dat de multilaterale onderhandelingen over de internationale handel in diensten betere statistische gegevens noodzakelijk maken, ten einde een effectieve liberalisatie op lange termijn te bereiken;

Overwegende dat ernaar gestreefd moet worden de inzamelingsprocedure voor de ondernemingen zo veel mogelijk te vereenvoudigen, zij het met behoud van de kwaliteit van de gegevens, door goede statistische basisinstrumenten te ontwikkelen, en dat ervoor gezorgd moet worden dat de administratieve belasting van de ondernemingen niet nodeloos toeneemt;

Overwegende dat, met het oog op de opbouw van het Europa van de burgers door middel van een verkennende studie moet worden nagegaan hoe de statistische informatie tot de niet-commerciële dienstverlening aan individuen en aan de gemeenschap kan worden uitgebreid;

Overwegende dat er een programma met een looptijd van twee jaar dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat een bedrag van 8,5 miljoen ecu noodzakelijk wordt geacht voor de tenuitvoerlegging van het tweejarenprogramma;

Overwegende dat de bedragen die voor de financiering van het tweejarenprogramma moeten worden vastgelegd voor de periode na het begrotingsjaar 1992, moeten worden ingepast in het dan geldende communautaire financiële kader,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het tweejarenprogramma (1992-1993) voor de ontwikkeling van een Europese dienstenstatistiek, hierna het "programma" genoemd, wordt bij deze vastgesteld.

Artikel 2

Het programma beoogt:

a) het ontwerpen van een Europees referentiekader voor de dienstenstatistiek waarin de begrippen en methoden zijn opgenomen die het best geschikt zijn voor het voeren van en het toezicht op het communautaire beleid, met name op de tenuitvoerlegging van de Europese Akte, en die het best aansluiten op de eventuele behoeften van de nationale, regionale en lokale overheden, de internationale organisaties, het bedrijfsleven en de beroepsorganisaties;

b) de totstandbrenging van een Europees statistisch informatiesysteem over diensten;

c) de bevordering en de ondersteuning van de harmonisatie van de dienstenstatistiek in de Lid-Staten,

zonder echter de lasten voor de ondernemingen nodeloos te verzwaren.

Artikel 3

Ten einde de in artikel 2 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, worden overeenkomstig het in de bijlage opgenomen actieprogramma de volgende werkzaamheden ondernomen:

a) de analyse en evaluatie van de behoeften van de gebruikers aan statistieken over de dienstensector;

b) de ontwikkeling van een methodologisch kader voor de dienstenstatistiek;

c) de totstandbrenging van de structurele en technische elementen van een Europees statistisch informatiesysteem over diensten;

d) in voorkomend geval, proefenquêtes bij dienstverlenende bedrijven;

e) de ontwikkeling van statistische basisinstrumenten.

De Commissie maakt voor de tenuitvoerlegging van deze acties zoveel mogelijk gebruik van de bestaande instrumenten en procedures, met toepassing van het subsidiariteitsbeginsel.

Artikel 4

1. De Lid-Staten analyseren en evalueren de behoeften van de belangrijkste nationale gebruikers.

2. De Commissie cooerdineert die werkzaamheden, na raadpleging:

- van het Comité statistisch programma, ingesteld bij Besluit 89/382/EEG, Euratom (9);

- wat betreft de financiële diensten die onder zijn bevoegdheid vallen, van het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek, ingesteld bij Besluit 91/115/EEG (10).

3. De Lid-Staten doen de resultaten van de in lid 1 bedoelde werkzaamheden uiterlijk op 31 maart 1993 aan de Commissie toekomen.

Artikel 5

Ten einde de in artikel 3 bedoelde maatregelen ten uitvoer te leggen, verstrekken de Lid-Staten de Commissie de bestaande statistieken over de dienstensector, alsmede alle inlichtingen waar de Commissie om verzoekt betreffende het methodologische kader dat is gebruikt om die statistische gegevens te verzamelen.

Artikel 6

De Commissie presenteert de Raad vóór 1 januari 1994

a) een evaluatierapport over de resultaten van de in artikel 3 genoemde werkzaamheden;

b) de uit dat rapport getrokken conclusies met betrekking tot de voortzetting van het programma voor een communautaire dienstenstatistiek na 1993, en met name de voorstellen betreffende de opstelling van geharmoniseerde statistieken over diensten op basis van het in artikel 3, onder b), bedoelde methodologische kader.

Artikel 7

1. Het programma heeft een looptijd van twee jaar.

2. Het voor de tenuitvoerlegging ervan noodzakelijk geachte bedrag aan communautaire financiële middelen beloopt 8,5 miljoen ecu.

Voor het tweede toepassingsjaar van het programma moet het bedrag van de financiering in het dan geldende communautaire financiële kader worden ingepast.

3. De begrotingsautoriteit stelt de voor elk begrotingsjaar beschikbare kredieten vast, rekening houdend met de beginselen van goed beheer als bedoeld in artikel 2 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Luxemburg, 18 juni 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

Vitor MARTINS

(1) PB nr. C 129 van 20. 5. 1991, blz. 165. (2) PB nr. C 161 van 28. 6. 1989, blz. 1. (3) PB nr. L 239 van 16. 8. 1989, blz. 33. (4) PB nr. L 49 van 21. 2. 1989, blz. 26. (5) PB nr. C 297 van 25. 11. 1989, blz. 2. (6) PB nr. L 288 van 21. 10. 1988, blz. 39. (7) PB nr. L 298 van 17. 10. 1989, blz. 23. (8) PB nr. C 96 van 17. 4. 1989, blz. 243. (9) PB nr. L 181 van 28. 6. 1989, blz. 47. (10) PB nr. L 59 van 6. 3. 1991, blz. 19.

BIJLAGE

ACTIEPLAN VOOR DE ONTWIKKELING VAN EEN EUROPESE DIENSTENSTATISTIEK (1992-1993)

a) Analyse en evaluatie van de behoeften van de gebruikers aan statistieken over de dienstensector

Het doel is gegevens te verzamelen over de behoeften van de belangrijkste gebruikers, namelijk de Europese Instellingen, de nationale, regionale en lokale overheden, de internationale organisaties en het bedrijfsleven, en de behoefte aan statistieken te analyseren.

Ten einde het ondernemingsklimaat te verbeteren en de ontwikkeling van ondernemingen, met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf, dat grotendeels in de dienstensector actief is, te bevorderen, is vereist dat het bedrijfsleven kan beschikken over statistische informatie, aan de hand waarvan doeltreffend kan worden opgetreden op de interne markt.

Ten einde planning op lange termijn en convergentie van de statistische acties op communautair en nationaal niveau te vergemakkelijken, dient bij de analyse rekening te worden gehouden met de behoeften op lange termijn en de voltooiing van de interne markt, alsmede met de lasten en baten voor de autoriteiten die de statistieken verzamelen, voor de personen en de ondernemingen die de statistieken verstrekken en voor de verschillende gebruikers.

De betrokken partijen dienen zo nauw mogelijk samen te werken, ten einde de behoeften van de gebruikers vast te stellen. Deze samenwerking dient te worden bereikt via cooerdinatie op nationaal niveau door de Lid-Staten.

b) Vaststelling van een methodologisch kader voor de dienstenstatistieken

Het methodologische kader vormt het referentiekader voor de dienstenstatistiek, zowel voor de bestaande nationale gegevens, als voor de aanvullende gegevens die op Europees niveau zullen worden verzameld. Dit referentiekader zal de gegevens van de verschillende dienstensectoren en Lid-Staten beter vergelijkbaar maken, ondanks het feit dat de dienstverlening van land tot land verschilt als gevolg van uiteenlopende praktijken en rechtsstelsels. Het methodologische kader zal worden gebruikt als basisinstrument van harmonisatie voor de ontwikkeling van officiële Europese dienstenstatistieken en als aanbevolen referentiekader voor niet-officiële statistieken, met name voor marktonderzoek.

Het opzetten en de invoering van het methodologische kader zullen plaatsvinden in fasen waarbij onder andere rekening gehouden wordt met wat gaandeweg wordt onderkend ten aanzien van de behoeften en prioriteiten van de gebruikers.

c) Oprichting van een Europees statistisch informatiesysteem over diensten

De verzamelde gegevens zullen worden geïntegreerd in het statistisch informatiesysteem Mercure, omvattende:

- officiële gegevens die zijn verzameld in het kader van de nationale statistische systemen;

- gegevens afkomstig van andere projecten van Eurostat inzake de dienstensector;

- niet-officiële gegevens, die Eurostat in samenwerking met andere diensten van de Commissie zou kunnen verzamelen.

Bij de toezending van de officiële gegevens delen de Lid-Staten de Commissie alle inlichtingen betreffende de betrouwbaarheid daarvan mee, die een beperking van het gebruik of de publikatie daarvan tot gevolg kunnen hebben.

De Lid-Staten zenden de vertrouwelijke gegevens toe overeenkomstig de bepalingen van Verordening (Euratom, EEG) nr. 1588/90 van de Raad van 11 juni 1990 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (1).

De gegevens zullen in hoofdzaak betrekking hebben op de volgende sectoren:

- handel,

- horeca en reisbureaus,

- vervoer,

- financiële diensten (inclusief het verzekeringswezen),

- communicatie- en informatiediensten, audiovisuele diensten,

- zakelijke dienstverlening.

De in het informatiesysteem Mercure opgeslagen gegevens kunnen worden geraadpleegd via:

- een gegevensbank die door de Commissie zal worden opgezet;

- statistische publikaties over de dienstensector, waarin geleidelijk alle behandelde variabelen aan bod zullen komen.

Wat betreft de niet-commerciële dienstverlening ten behoeve van individuen en van de gemeenschap, zal de Commissie in de periode 1992-1993 beginnen met een verkennende studie over begrippen en definities, waarmee wordt beoogd te zijner tijd vast te stellen welke informatie in de Lid-Staten eventueel noodzakelijk is om het belang te meten van de volgende sectoren:

- sociale verzekeringen,

- onderwijs,

- gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening,

- verenigingen,

- cultuur, sport en recreatie,

- overige gemeenschapsvoorzieningen en persoonlijke diensten.

d) Proefenquêtes bij dienstverlenende bedrijven

Ten einde de kwaliteit van de gegevens over de dienstensector te verbeteren, dienen proefenquêtes te worden gehouden in Lid-Staten die in bepaalde dienstensectoren niet over vergelijkbare enquêtes beschikken. De proefenquêtes zullen preliminaire gegevens over de betreffende sectoren verschaffen en de weg effenen voor de regelmatige verzameling van gegevens op basis van de methodologie. Zij zullen worden uitgevoerd met behulp van de in het methodologisch kader ontwikkelde begrippen en methoden, beperkt zijn tot de dienstensector en uitsluitend worden uitgevoerd in de Lid-Staten die niet over voldoende gegevens beschikken.

Voorrang zal worden verleend aan de meest dynamische activiteiten en aan de activiteiten die in de huidige statistieken het minst aan bod komen.

e) Ontwikkeling van statistische basisinstrumenten

Er dienen statistische basisinstrumenten te worden ontwikkeld ten einde de procedures voor het verzamelen van gegevens bij de ondernemingen zoveel mogelijk te vereenvoudigen, zonder de kwaliteit van de gegevens aan te tasten. Deze statistische instrumenten maken deel uit van een gemeenschappelijke infrastructuur van de industrie en de dienstensector. Zij omvatten onder meer registers, EDI-technieken (elektronische gegevensuitwisseling), classificatiesystemen, steekproeven, questionnaires, instrumenten en onderzoek betreffende de convergentie van statistische en boekhoudkundige begrippen.

(1) PB nr. L 151 van 15. 6. 1990, blz. 1.