31992D0143

92/143/EEG: Beschikking van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de radionavigatiesystemen die bestemd zijn om in Europa te worden gebruikt

Publicatieblad Nr. L 059 van 04/03/1992 blz. 0017 - 0018
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 4 blz. 0078
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 4 blz. 0078


BESCHIKKING VAN DE RAAD van 25 februari 1992 betreffende de radionavigatiesystemen die bestemd zijn om in Europa te worden gebruikt (92/143/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 84, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in het onder auspiciën van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) opgestelde Verdrag van 1974 voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Solas 1974) wordt bepaald dat de verdragsluitende partijen regelingen moeten treffen voor de invoering en het onderhoud van aan de verkeersomvang en de risicograad beantwoordende navigatiehulpmiddelen;

Overwegende dat de IMO in haar resolutie A.666 (16) releveert dat er een wereldomspannend radionavigatiesysteem vereist is en tevens wijst op de mogelijkheid om op grondstations gebaseerde systemen zoals de Chayka-ketens, het Decca-navigatiesysteem, het Loran-C-systeem, het Omega-systeem en het differentiële Omega-systeem regionaal te exploiteren;

Overwegende dat de "International Association of Lighthouse Authorities" bevestigt dat, wil aan de behoeften van de zeescheepvaart worden voldaan, een op grondstations gebaseerd radionavigatiesysteem noodzakelijk is, alsvorens wereldomspannende satellietsystemen ruim toegankelijk worden, en ook daarna in de nabije toekomst naast die systemen noodzakelijk zal blijven;

Overwegende dat het de taak van de Gemeenschap is om een hoge graad van veiligheid van de scheepvaart en bescherming van het mariene milieu te waarborgen;

Overwegende dat de kustwacht van de Verenigde Staten van Amerika heeft besloten zijn Loran-C-verplichtingen buiten de Verenigde Staten van Amerika met ingang van 1994 te beëindigen en voornemens is om de Loran-C-installaties aan te bieden aan de landen waar deze zijn opgesteld;

Overwegende dat sommige Lid-Staten voornemens zijn deel te nemen aan een of meer regionale overeenkomsten betreffende de totstandbrenging van Loran-C-ketens die respectievelijk Noordwest-Europa en de Noordatlantische Oceaan, de Middellandse Zee, het Iberisch Schiereiland en de Oostzee bestrijken, terwijl enkele van deze zones reeds worden bestreken door op grondstations gebaseerde systemen zoals Decca en Omega;

Overwegende dat de Lid-Staten niet verplicht zijn de bestaande radionavigatiesystemen, zoals Decca of Omega, af te schaffen, op voorwaarde dat zij in overeenstemming met regionale overeenkomsten dienaangaande voldoen aan hun verplichtingen met betrekking tot Loran-C;

Overwegende dat met name het Loran-C-systeem aan de internationale eisen voldoet; dat een algemener gebruik van het Loran-C-systeem aan de ontwikkeling van satellietnavigatiehulpmiddelen geen afbreuk doet, te meer daar systeemcontrole en continuïteit van radionavigatiedekking bij een combinatie van satelliet- en Loran-C-navigatiesystemen op uitstekende wijze gewaarborgd zijn, hetgeen de veiligheid op zee en de milieubescherming ten goede komt;

Overwegende dat de totstandbrenging van regionale Loran-C-systemen moet waarborgen dat het Europese maritieme gebied coherent en volledig wordt bestreken, waarbij zoveel mogelijk dient te worden vermeden dat de gebruikers van bestaande, op grondstations gebaseerde radionavigatiesystemen met extra kosten geconfronteerd worden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Zonder afbreuk te doen aan de bestaande radionavigatiesystemen streven de Lid-Staten die deelnemen aan of zich aansluiten bij regionale Loran-C-overeenkomsten, de internationale doelstellingen na.

2. Wat hun deelneming aan de in lid 1 bedoelde regionale overeenkomsten betreft, streven de Lid-Staten ernaar configuraties van radionavigatiesystemen tot stand te brengen die het grootst mogelijke geografische gebied in Europa en aangrenzende wateren bestrijken.

Artikel 2

De Commissie:

- draagt zorg voor de cooerdinatie tussen de aan de in artikel 1 bedoelde regionale overeenkomsten deelnemende Lid-Staten, ten einde de compatibiliteit van de op regionaal niveau ingevoerde Loran-C-ketens te waarborgen;

- stimuleert de ontwikkeling van ontvangers die zijn aangepast aan de gestage ontwikkelingen op het gebied van satellietsystemen en aan de verbetering van het huidige Loran-C-systeem;

- vervolgt haar werkzaamheden ten behoeve van de invoering van een radionavigatieplan waarin rekening wordt gehouden met de vooruitgang in de satellietnavigatiesystemen, de bestaande op grondstations gebaseerde systemen en de plannen van de Lid-Staten op het gebied van de radionavigatie, en

- stelt, in voorkomend geval, aan de Raad passende maatregelen voor.

Artikel 3

In hun hoedanigheid van lid of waarnemer bij de "International Association of Lighthouse Authorities" steunen de Lid-Staten en de Commissie het streven om een wereldomvattend radionavigatiesysteem waarin Loran-C-ketens zijns opgenomen, tot stand te brengen met het doel om de omvang van het Loran-C-net overal ter wereld te vergroten opdat de veiligheid van de scheepvaart en de bescherming van het mariene milieu worden verbeterd.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 25 februari 1992. Voor de Raad

De Voorzitter

Vitor MARTINS

(1) PB nr. C 53 van 28. 2. 1991, blz. 71, en PB nr. C 317 van 7. 12. 1991, blz. 16. (2) PB nr. C 280 van 28. 10. 1991, blz. 32. (3) PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 22.