31991R2351

Verordening (EEG) nr. 2351/91 van de Commissie van 30 juli 1991 tot vaststelling van de voorschriften bij aankoop van rijst uit door een interventiebureau gehouden voorraden met het oog op de levering van voedselhulp

Publicatieblad Nr. L 214 van 02/08/1991 blz. 0051 - 0053
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 38 blz. 0115
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 38 blz. 0115


VERORDENING (EEG) Nr. 2351/91 VAN DE COMMISSIE van 30 juli 1991 tot vaststelling van de voorschriften bij aankoop van rijst uit door een interventiebureau gehouden voorraden met het oog op de levering van voedselhulp

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1806/89 (2), en met name op artikel 5, lid 5,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1424/76 van de Raad van 21 juni 1976 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor interventie op de rijstmarkt (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 794/91 (4), en met name op artikel 4, lid 2,

Overwegende dat voor de aankoop van rijst bij de interventiebureaus met het oog op voedselhulpleveringen in het kader van internationale verdragen of andere aanvullende programma's prijscondities en uitvoeringsbepalingen gelden die vooraf zijn vastgesteld;

Overwegende dat de gegadigden, om onder optimale voorwaarden aan de procedure voor de toewijzing van voedselhulpverleningen te kunnen deelnemen, in staat moeten worden gesteld om vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van de offertes op eigen kosten de kwaliteit en de kenmerken van het produkt na te gaan;

Overwegende dat de koopaanvragen met het oog op een vlotter verloop van de transacties alle gegevens moeten bevatten die voor de identificatie van het produkt nodig zijn;

Overwegende dat, om verstoringen van de markt in de Gemeenschap en eventuele concurrentiedistorsies tussen de gegadigden in de Gemeenschap te vermijden, de aankoopprijs van de produkten uit openbare interventievoorraden duidelijk moet worden vastgesteld en alle inschrijvers vooraf bekend moet zijn; dat daarom moet worden bepaald dat de inschrijver op een voedselhulplevering de produkten aankoopt tegen de op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1418/76 vastgestelde interventieaankoopprijs;

Overwegende dat, om te voorkomen dat de concurrentievoorwaarden die bij de indiening van de offertes voor de toewijzing van de voedselhulplevering gelden, na de toewijzing worden gewijzigd, van bepaalde voorschriften voor de aanpassing van de prijzen op grond van de datum van sluiting van de koopovereenkomst of de datum van uitslag van het produkt dient te worden afgeweken;

Overwegende dat op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2200/87 van de Commissie van 8 juli 1987 tot vaststelling van algemene voorschriften voor de beschikbaarstelling in de Gemeenschap van produkten voor levering als communautaire voedselhulp (5) de opdrachtnemer op de markt aangekochte produkten of daarvan vervaardigde produkten als voedselhulp mag leveren in plaats van produkten uit interventievoorraden of, in het voorkomende geval, daarvan vervaardigde produkten voor zover hij de in het inschrijvingsrecht vermelde goederen aankoopt; dat de nakoming van laatstgenoemde verplichting van wezenlijk belang is, enerzijds, om tot het nagestreefde doel, namelijk het opruimen van de interventievoorraden, bij te dragen en, anderzijds, om de inschrijvers bij de toewijzing van de levering een gelijke behandeling te waarborgen; dat derhalve moet worden bepaald dat de inschrijver een specifieke zekerheid stelt ter waarborging van het nakomen van de verplichting binnen een kort tijdsbestek aan het interventiebureau de aankoopprijs te betalen; dat daartoe bijgevolg ook moet worden bepaald dat, wanneer bij het interventiebureau geen koopaanvraag volgens voorschrift wordt ingediend, de op grond van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2200/87 gestelde zekerheid om de voedselhulpverlening te waarborgen wordt verbeurd; dat deze specifieke zekerheid overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwprodukten (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3745/89 (7), moet worden gesteld en vrijgegeven;

Overwegende dat voor de uitvoering van de voedselhulpleveringen van de Gemeenschap een specifieke controleregeling geldt en dat derhalve Verordening (EEG) nr. 569/88 van de Commissie van 16 februari 1988 tot vaststelling van de gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van produkten uit interventie (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2322/91 (9), niet dient te worden toegepast;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De aankoop van rijst uit door een interventiebureau gehouden voorraden met het oog op een in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1424/76 bedoelde voedselhulplevering, vindt plaats onder de vooorwaarden van deze verordening.

De artikelen 2 tot en met 7 voor de levering van communautaire voedselhulp ter uitvoering van de artikelen 5 en 6 van Verordening (EEG) nr. 3972/86 van de Raad (10) zijn van overeenkomstige toepassing op de eveneens in de eerste alinea bedoelde levering van nationale voedselhulp, specifieke nationale maatregelen inzake organisatie en toewijzing van laatstbedoelde leveringen evenwel daargelaten.

Artikel 2

Het betrokken interventiebureau stelt voor de uitvoering van de in artikel 1 bedoelde levering produkten beschikbaar die aan de in het bericht van inschrijving, onderscheidenlijk in de uitnodiging tot inschrijving, verlangde kenmerken beantwoorden.

Het interventiebureau treft de nodige maatregelen opdat een ieder die met het oog op de toewijzing van deze levering wil inschrijven, vanaf de bekendmaking van het bericht van inschrijving, onderscheidenlijk de ontvangst van de uitnodiging tot inschrijving, op eigen kosten monsters van het beschikbaar te stellen produkt kan onderzoeken. Aanvragen voor een onderzoek moeten worden gedaan, en de bemonstering moet plaatsvinden vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van de offertes in het kader van bovengenoemde procedure.

Artikel 3

1. Binnen zes werkdagen na de toewijzing van de voedselhulpverlening dient degene aan wie zij is toegewezen, met ongeacht welk schriftelijk communicatiemiddel bij het betrokken interventiebureau een koopaanvraag in voor de hoeveelheid van de partij of partijen die hem is, respectievelijk zijn toegewezen. In deze koopaanvraag worden vermeld:

a) naam en adres van de aanvrager;

b) een referentie aan de voedselhulpactie met het nummer van de specifieke partij of partijen die aan de aanvrager is, respectievelijk zijn toegewezen.

2. Bij de aanvraag wordt het bewijs gevoegd dat de betrokken levering aan de aanvrager is toegewezen. Dit bewijs wordt geleverd aan de hand van een afschrift van de kennisgeving die de betrokkenen als bericht van toewijzing is toegezonden.

3. De koopaanvraag is slechts ontvankelijk, wanneer deze aan de voorschriften van de leden 1 en 2 beantwoordt en vergezeld gaat van het bewijs dat

- de aanvrager overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 een zekerheid heeft gesteld voor een bedrag dat gelijk is aan de overeenkomstig artikel 5 voor de betrokken partij, respectievelijk partijen rijst te betalen aankoopprijs;

- voor het produkt en voor de als voedselhulp te leveren hoeveelheid een uitvoercertificaat is aangevraagd overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 891/89 van de Commissie (11).

4. Wanneer de koopaanvraag niet binnen de in lid 1 genoemde termijn wordt ingediend en behoudens overmacht, wordt de op grond van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2200/87 gestelde zekerheid onder de in het bericht van inschrijving, respectievelijk in de uitnodiging tot inschrijving bepaalde voorwaarden verbeurd.

Artikel 4

Wanneer de koopaanvraag aan artikel 3 voldoet, deelt het interventiebureau de aanvrager binnen drie werkdagen na de dag van indiening van de koopaanvraag per schriftelijke telecommunicatie mede dat deze is aanvaard.

Artikel 5

1. De voor de betrokken rijst te betalen prijs is de in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1418/76 bedoelde interventieaankoopprijs die geldt op de laatste dag van de termijn voor het indienen van de offertes in het kader van de procedure voor de toewijzing van de levering van voedselhulp, zonder aanpassing op grond van de kwaliteit van het produkt. Deze prijs wordt evenmin aangepast afhankelijk van de datum waarop het produkt werkelijk bij het interventiebureau wordt afgehaald. De prijs geldt voor los in het vervoermiddel gestorte goederen af opslagplaats.

2. De omrekeningskoers die op de aankoopprijs moet worden toegepast, is de landbouwomrekeningskoers die geldt op de dag waarop de termijn voor het indienen van de offertes verstrijkt.

Artikel 6

1. De koper betaalt het interventiebureau de aankoopprijs van de rijst vóór de afhaling van het produkt en binnen 30 dagen na de in artikel 4 bedoelde mededeling dat de aanvraag is aanvaard.

Binnen de in de eerste alinea genoemde termijn kan de afhaling van het produkt in overleg met het interventiebureau worden gespreid; in dat geval wordt, naar gelang van de tijdstippen waarop het graan werkelijk wordt afgehaald, ook de betaling gespreid.

De betaling van de aankoopprijs is een primaire eis in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85.

2. De risico's en de opslagkosten voor rijst die niet binnen de in lid 1 bepaalde termijn wordt afgehaald, worden door de koper gedragen.

Artikel 7

De in artikel 3, lid 3, eerste streepje, bedoelde zekerheid wordt vrijgegeven overeenkomstig titel V van Verordening (EEG) nr. 2220/85.

Artikel 8

De Commissie deelt het betrokken interventiebureau binnen drie werkdagen na de toewijzing van de levering alle nodige gegevens mede voor een vlotte afwikkeling van de aankoop, in het bijzonder de naam van de leverancier, respectievelijk de leveranciers, en van de partijen die voor de uitvoering van een voedselhulpactie beschikbaar worden gesteld.

Artikel 9

Voor de levering van nationale voedselhulp met produkten uit voorraden van een interventiebureau verstrekt de bevoegde nationale autoriteit de Commissie onverwijld, en ten minste acht werkdagen vóór elke uitvoeringsmaatregel, de essentiële gegevens ter zake van de beschikbaarstelling, inzonderheid de kenmerken van het produkt, de hoeveelheid, de voor de beschikbaarstelling vastgestelde periode en de bestemming van de levering.

Artikel 10

Verordening (EEG) nr. 569/88 is niet van toepassing voor aankopen bij de interventiebureaus in het kader van de onderhavige verordening.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 30 juli 1991. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 166 van 25. 6. 1976, blz. 1. (2) PB nr. L 177 van 24. 6. 1989, blz. 1. (3) PB nr. L 166 van 25. 6. 1976, blz. 24. (4) PB nr. L 82 van 28. 3. 1991, blz. 5. (5) PB nr. L 204 van 25. 7. 1987, blz. 1. (6) PB nr. L 205 van 3. 8. 1985, blz. 1. (7) PB nr. L 364 van 14. 12. 1989, blz. 54. (8) PB nr. L 55 van 1. 3. 1988, blz. 1. (9) PB nr. L 213 van 1. 8. 1991, blz. 64. (10) PB nr. L 370 van 30. 12. 1986, blz. 1. (11) PB nr. L 94 van 7. 4. 1989, blz. 13.