31991R0718

VERORDENING (EEG) Nr. 718/91 VAN DE RAAD van 21 maart 1991 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3/84 tot instelling van een regeling voor intracommunautair verkeer van goederen die uit een Lid-Staat worden verzonden om tijdelijk te worden gebruikt in een of meer andere Lid-Staten -

Publicatieblad Nr. L 078 van 26/03/1991 blz. 0004 - 0005


VERORDENING ( EEG ) Nr . 718/91 VAN DE RAAD van 21 maart 1991 tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 3/84 tot instelling van een regeling voor intracommunautair verkeer van goederen die uit een Lid-Staat worden verzonden om tijdelijk te worden gebruikt in een of meer andere Lid-Staten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

In samenwerking met het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ),

Overwegende dat Verordening ( EEG) nr . 3/84 ( 4 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1292/89 ( 5 ), op 1 juli 1985 van toepassing is geworden voor een eerste proefperiode van drie jaar;

Overwegende dat de geldigheidsduur van de regeling voor intracommunautair verkeer van goederen bij Verordening ( EEG ) nr . 1292/89 werd verlengd; dat door de wijzigingen die bij de genoemde verordening in deze regeling zijn aangebracht een verband is gelegd tussen de Zeventiende Richtlijn 85/362/EEG van de Raad van 16 juli 1985 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake omzetbelasting - vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde bij tijdelijke invoer van andere goederen dan vervoermiddelen ( 6 ) en Verordening ( EEG ) nr . 3/84;

Overwegende dat volgens de huidige tekst van Verordening ( EEG ) nr . 3/84 kunstwerken die niet onder begeleiding van de kunstenaar of diens gemachtigde worden verzonden of tapijten die als handelsmonster worden aangeboden, niet voor de toepassing van deze regeling in aanmerking komen; dat deze situatie niet alleen een achteruitgang betekent ten opzichte van de situatie zoals die vóór 1 juli 1989 bestond, doch evenmin rekening houdt met het parallellisme met Richtlijn 85/362/EEG; dat het dienstig is te bepalen dat de genoemde verordening ook in deze gevallen van toepassing is;

Overwegende dat in artikel 8 A van het Verdrag is bepaald dat, in de loop van een periode die eindigt op 31 december 1992, geleidelijk de interne markt tot stand wordt gebracht, die een ruimte zonder binnengrenzen omvat waarin met name het vrije verkeer van goederen is gewaarborgd;

Overwegende dat de toepassing van deze bepaling tot gevolg heeft dat de procedure van de regeling van het tijdelijk intracommunautair verkeer overbodig wordt;

Overwegende dat de wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 3/84 in het belang van de burgers is; dat deze derhalve zo spoedig mogelijk dient te worden toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1

Verordening ( EEG ) nr . 3/84 wordt als volgt gewijzigd :

1 . in artikel 1, lid 1 bis :

- wordt punt b ) vervangen door :

"b ) Geconfectioneerde pelterijen, edelstenen, tapijten, met uitzondering van tapijten die als handelsmonster worden aangeboden, en bijouterieën;";

- vervalt punt e );

2 . aan artikel 16 worden de volgende alinea's toegevoegd :

"Deze verordening wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop Verordening ( EEG ) nr . 2726/90 (*) van toepassing wordt .

De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 15 de nodige overgangsbepalingen vast .

(*) PB nr . L 262 van 26 . 9 . 1990, blz . 1 .". Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel, 21 maart 1991 . Voor de Raad

De Voorzitter

G . WOHLFART ( 1 ) PB nr . C 204 van 15 . 8 . 1990, blz . 15 . ( 2 ) PB nr . C 324 van 24 . 12 . 1990 en besluit van 20 februari 1991 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ). ( 3 ) PB nr . C 41 van 18 . 2 . 1991, blz . 56 . ( 4 ) PB nr . L 2 van 4 . 1 . 1984, blz . 1 . ( 5 ) PB nr . L 130 van 12 . 5 . 1989, blz . 1 . ( 6 ) PB nr . L 192 van 24 . 7 . 1985, blz . 20 .