31991R0599

Verordening (EEG) nr. 599/91 van de Raad van 5 maart 1991 betreffende een kredietgarantie voor de uitvoer van landbouwprodukten en levensmiddelen uit de Gemeenschap naar de Sowjetunie

Publicatieblad Nr. L 067 van 14/03/1991 blz. 0021 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 16 blz. 0244
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 16 blz. 0244


VERORDENING ( EEG ) Nr . 599/91 VAN DE RAAD van 5 maart 1991 betreffende een kredietgarantie voor de uitvoer van landbouwprodukten en levensmiddelen uit de Gemeenschap naar de Sowjetunie

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 113 en 235,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3),

Overwegende dat de Sowjetunie de Gemeenschap om levering van landbouwprodukten en levensmiddelen heeft verzocht; dat het dienstig is dat de Gemeenschap, om de uitvoer van deze produkten naar de Sowjetunie te vergemakkelijken, een kredietgarantie verleent, zonder daardoor de voorwaarden voor een normale voorziening volgens de regels van de markt in het gedrang te brengen;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor de uitvoer van levensmiddelen, op verzoek van de Sowjetunie, in het kader van tussen de Sowjetunie en ondernemingen in de Gemeenschap gesloten contracten; dat moet worden bepaald dat de garantie uitsluitend zal worden verleend voor de aankoop van landbouwprodukten en levensmiddelen van oorsprong uit de Gemeenschap,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1

Er wordt een garantie van de Gemeenschap voor middellange-termijnkrediet, hierna "garantie" te noemen, ingesteld om de Sowjetunie in staat te stellen landbouwprodukten en levensmiddelen uit de Europese Gemeenschap te importeren op de in deze verordening bepaalde voorwaarden . Artikel 2

De garantie van de Gemeenschap, die wordt verleend tegen betaling van een borgstellingsprovisie, dekt, ingeval de schuldenaar in gebreke blijft, 98 % van de terugbetaling van het kapitaal en de rente van de leningen in ecu die door een in de Gemeenschap gevestigd "bankconsortium" aan de Sowjetunie worden verstrekt voor de aankoop en de invoer van landbouwprodukten en levensmiddelen overeenkomstig een tussen de Commissie en de Sowjetunie te sluiten akkoord, waarover de Commissie in overleg met een comité, bestaande uit Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, onderhandelingen zal voeren .

Voornoemd akkoord dient onder meer de lijst en de hoeveelheden van de aan te kopen produkten te bevatten, alsmede de aankoop - en invoercondities en de bepalingen inzake de leningen . In het akkoord worden tevens de door de Sowjetunie verstrekte waarborgen met betrekking tot de doeltreffendheid van de distributie van de aangekochte produkten vermeld . Daartoe wordt een onafhankelijk controleorgaan belast met het toezicht op de distributie van deze produkten . Artikel 3

Het krediet waarvan de terugbetaling wordt gegarandeerd, kan maximaal 500 miljoen ecu bedragen voor een duur van ten hoogste drie jaar, met terugbetaling in zes gelijke halfjaarlijkse termijnen gerekend vanaf het verstrijken van de opnametermijn . Het krediet valt onder de betalings - en transfergarantie van een instantie die gerechtigd is het landenrisico te dekken en deviezentransfers toe te staan . De termijn voor de opname van het krediet is beperkt tot zes maanden, gerekend vanaf de datum van ondertekening van het in artikel 2 genoemde akkoord . Deze lening kan in tranches worden opgenomen . De uitbetaling van deze tranches hangt af van de mate waarin de Sowjetunie voldoet aan de bepalingen van het in artikel 2 genoemde akkoord en aan de voorwaarden voor de toekenning van de garantie . Artikel 4

De garantie wordt uitsluitend verleend als de handelscontracten die worden gefinancierd met de leningen waarvoor de garantie geldt, uitsluitend betrekking hebben op de aankoop van landbouwprodukten en levensmiddelen van oorsprong uit de Gemeenschap en als voor de levering van deze produkten de vrije mededinging gewaarborgd is . De overige voorwaarden waaronder de garantie aan het bankconsortium wordt toegekend, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 6 . Met inachtneming van de aldus vastgestelde voorwaarden sluit de Commissie een contract met betrekking tot de garantie met het bankconsortium . Artikel 5

De Commissie is belast met het beheer van de garantie overeenkomstig de procedure van artikel 6 . Artikel 6

De Commissie wordt bijgestaan door een comité, "Comité Garantie USSR" te noemen, bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie .

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen . Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie . Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen . Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel . De voorzitter neemt niet aan de stemming deel .

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht . In dat geval :

- stelt de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten uit tot twee maanden na de datum van kennisgeving;

- kan de Raad binnen de in het eerste streepje genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen . Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel, 5 maart 1991 . Voor de Raad

De Voorzitter

J . F . POOS ( 1 ) PB nr . C 22 van 30 . 1 . 1991, blz . 9 . ( 2 ) Advies uitgebracht op 22 februari 1991 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ). ( 3 ) Advies uitgebracht op 30 januari 1991 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ).