31990R1906

Verordening (EEG) nr. 1906/90 van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van handelsnormen voor vlees van pluimvee

Publicatieblad Nr. L 173 van 06/07/1990 blz. 0001 - 0004
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 33 blz. 0038
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 33 blz. 0038


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1906/90 VAN DE RAAD

van 26 juni 1990

tot vaststelling van handelsnormen voor vlees van pluimvee

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1235/89 (2), inzonderheid op artikel 2, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 2777/75 is bepaald dat handelsnormen moeten worden vastgesteld die met name op de indeling in gewichts- en kwaliteitsklassen, op de verpakking, de opslag, het vervoer, de aanbiedingsvorm en op het merken van bepaalde soorten vlees van pluimvee betrekking kunnen hebben;

Overwegende dat dergelijke normen tot een verbetering van de kwaliteit van vlees van pluimvee kunnen bijdragen en bijgevolg de verkoop van dat vlees kunnen bevorderen; dat het derhalve in het belang is van zowel de producenten als de handelaars en de consumenten dat voor vlees van pluimvee dat voor menselijke consumptie geschikt is, handelsnormen gelden;

Overwegende dat met het oog hierop deze normen moeten gelden voor de betrokken soorten vlees van pluimvee die in de verschillende handelsstadia in de Gemeenschap in de handel worden gebracht; dat het ook nodig blijkt dat al het vlees van pluimvee op grond van bevleesdheid en uiterlijk in twee categorieën wordt ingedeeld; dat het desalniettemin wenselijk is te bepalen dat die normen niet van toepassing zijn op plaatselijke verkopen op kleine schaal en in gevallen waarbij het uitsnijden en uitbenen op de plaatsen van verkoop geschiedt als bedoeld in artikel 3, leden 5 en 7, van Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/657/EEG (4), alsmede wanneer het gaat om leveringen aan de levensmiddelenindustrie;

Overwegende dat voor de etikettering van vlees van pluimvee de algemene voorschriften gelden die zijn vastgesteld bij Richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/395/EEG (6); dat, gelet op de aard van de betrokken produkten en om de consumenten beter te kunnen informeren alsook om het handelsverkeer te bevorderen, bepaalde aanvullende eisen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Richtlijn 79/112/EEG en dat het wenselijk is het vlees van pluimvee in twee bevleesdheidscategorieën in te delen en de voorwaarden vast te stellen omtrent de staat waarin het vlees van pluimvee te koop dient te worden aangeboden; dat het om dezelfde redenen eveneens wenselijk is dat van de aanduidingen omtrent de gebruikte koelmethode en het houderijsysteem slechts in overeenstemming met vast te stellen gemeenschappelijke regels gebruik wordt gemaakt;

Overwegende dat vers vlees van pluimvee uit microbiologisch oogpunt als zeer bederfelijk moet worden beschouwd; dat derhalve voor vers vlees van pluimvee de datum van minimale houdbaarheid moet worden vervangen door de uiterste consumptiedatum overeenkomstig artikel 9 bis, lid 1, van Richtlijn 79/112/EEG;

Overwegende dat het zowel voor de producent als voor de consument van wezenlijk belang is dat uit derde landen ingevoerd vlees van pluimvee aan de communautaire normen voldoet; dat evenwel deze verordening niet dient te gelden voor vlees van pluimvee dat voor uitvoer uit de Gemeenschap is bestemd;

Overwegende dat ter toepassing van deze verordening nadere bepalingen moeten worden vastgesteld; dat, aangezien het daarbij vooral gaat om technische aangelegenheden en de voorschriften waarschijnlijk geregeld zullen moeten worden gewijzigd, de procedure van artikel

17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 daartoe het meest geëigend is; dat het om dezelfde redenen noodzakelijk is dat volgens dezelfde procedure maatregelen worden genomen om een eenvormige toepassing van deze verordening te garanderen;

Overwegende dat maximumpercentages moeten worden vastgesteld voor de technisch onvermijdbare waterabsorptie tijdens het behandelen van verse, bevroren en diepgevroren karkassen; dat uniforme methoden moeten worden vastgesteld om na te gaan of aan deze voorschriften wordt voldaan; dat het, rekening houdend met het technische karakter van de vast te stellen regels, wenselijk is dat deze worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75; dat bijgevolg Verordening (EEG) nr. 2967/76 van de Raad van 23 november 1976 houdende vaststelling van gemeenschappelijke normen betreffende het watergehalte van bevroren of diepgevroren hanen, kippen en kuikens (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3204/83 (2), dient te worden ingetrokken;

Overwegende dat elke Lid-Staat de autoriteiten dient aan te wijzen die op de naleving van deze verordening moeten toezien; dat met betrekking tot dat toezicht in alle Lid-Staten dezelfde procedure dient te worden gevolgd;

Overwegende dat elke Lid-Staat dient te bepalen welke sancties in geval van inbreuk op de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Bij deze verordening worden communautaire handelsnormen vastgesteld voor bepaalde soorten en aanbiedingsvormen van vlees van pluimvee van de onderstaande in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2777/75 genoemde soorten:

- hanen en kippen,

- eenden,

- ganzen,

- kalkoenen,

- parelhoenders.

Het in de uitoefening van een beroep of bedrijf in de handel brengen van dit vlees van pluimvee binnen de Gemeenschap is slechts toegestaan indien daarbij aan het bepaalde in deze verordening wordt voldaan.

2. Deze verordening is slechts van toepassing op geslacht pluimvee en op delen en slachtafvallen daarvan met inbegrip van vette levers (foies gras), waarvan de lijst wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

3. Deze verordening is niet van toepassing op:

- vlees van pluimvee dat voor uitvoer uit de Gemeenschap bestemd is,

- verkoopvormen als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 71/118/EEG.

4. Deze verordening laat onverlet de bepalingen in de veterinaire en in de levensmiddelensector die ten doel hebben zowel te waarborgen dat de produkten aan de normen van hygiëne voldoen en voor consumptie geschikt zijn als de gezondheid van mens en dier te beschermen.

Artikel 2

In deze verordening wordt verstaan onder:

1. »vlees van pluimvee": het voor menselijke consumptie geschikt vlees van pluimvee dat met uitzondering van koudebehandeling aan geen enkele behandeling onderworpen is geweest ten einde conservering ervan te verzekeren;

2. »karkas": het gehele lichaam van een dier van de in artikel 1, lid 1, bedoelde soorten pluimvee, dat is uitgebloed, geplukt en van de ingewanden ontdaan; het wegnemen van het hart, de lever, de longen, de spiermaag, de krop en de nieren en het afsnijden van de poten ter hoogte van het tarsaal gewricht en van de kop zijn evenwel facultatief; een van de ingewanden ontdaan karkas kan ten verkoop worden aangeboden met of zonder slachtafvallen, d.w.z. hart, lever, spiermaag en hals in de buikholte;

3. »delen van een karkas": vlees van pluimvee dat, aan de hand van de omvang en de kenmerken van het spierweefsel, kan worden geïdentificeerd als afkomstig van enig deel van het karkas;

4. »voorverpakt vlees van pluimvee": vlees van pluimvee dat wordt aangeboden in de vorm als bedoeld in artikel 1, lid 3, onder b), van Richtlijn 79/112/EEG;

5. »vers vlees van pluimvee": niet door koude verstijfd vlees van pluimvee dat moet worden bewaard bij een temperatuur die niet lager mag zijn dan -2 °C en niet hoger dan +4 °C;

6. »bevroren vlees van pluimvee": vlees van pluimvee dat, zodra dit in het kader van de normale slachtprocedures mogelijk is, moet worden bevroren en moet worden bewaard bij een temperatuur van ten hoogste -12 °C.

Overeenkomstig de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 kunnen echter bepaalde toleranties worden vastgesteld;

7. »diepgevroren vlees van pluimvee": vlees van pluimvee dat moet worden bewaard bij een temperatuur van ten hoogste -18 °C binnen de toleranties van Richtlijn 89/108/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake voor menselijke voeding bestemde diepvriesprodukten (3);

8. »niet voorverpakt vlees van pluimvee": vlees van pluimvee ten verkoop aangeboden aan de eindverbruiker zonder voorverpakking of op diens verzoek op de plaats van verkoop verpakt.

Artikel 3

1. Vlees van pluimvee als omschreven in artikel 1 wordt ingedeeld in categorie A of categorie B, naar gelang van de bevleesdheid en de uiterlijke verschijningsvorm van de karkassen of delen. Categorie A wordt onderverdeeld in A1 en A2 aan de hand van volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 vast te stellen voorschriften. Deze indeling houdt met name rekening met de vleesontwikkeling, het aanwezige vet en de omvang van eventuele letsels en kneuzingen.

2. Vlees van pluimvee wordt in een van de volgende staten in de handel gebracht:

- vers,

- bevroren, of

- diepgevroren.

3. Voorverpakt bevroren of diepgevroren vlees van pluimvee kan worden ingedeeld naar gewichtsklasse; nadere bepalingen voor de uitvoering daarvan worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

Artikel 4

Onverminderd de overeenkomstig Richtlijn 79/112/EEG vastgestelde nationale voorschriften, moeten op de begeleidende handelsdocumenten in de zin van artikel 11, lid 1, onder b), van genoemde richtlijn de volgende aanvullende gegevens worden vermeld:

a) de in artikel 3, lid 1, van deze verordening bedoelde categorie;

b) de staat waarin het pluimveevlees in de handel wordt gebracht overeenkomstig artikel 3, lid 2, van deze verordening en de aanbevolen opslagtemperatuur.

Artikel 5

1. Onverminderd de overeenkomstig Richtlijn 79/112/EEG vastgestelde nationale voorschriften, moeten inzake etikettering, aanbiedingsvorm en reclame met betrekking tot voor de eindverbruiker bestemd vlees van pluimvee de in de leden 3, 4, 5 en 6 van dit artikel en in artikel 7, lid 2, aanvullende bijkomende eisen in acht worden genomen.

2. Voor vers vlees van pluimvee moet de datum van minimale houdbaarheid worden vervangen door de uiterste consumptiedatum overeenkomstig artikel 9 bis, lid 1, van Richtlijn 79/112/EEG.

3. Voor vlees van pluimvee in voorverpakking dienen op de voorverpakking of op het daaraan gehechte etiket tevens de volgende gegevens te worden vermeld:

a) de in artikel 3, lid 1, van deze verordening bedoelde categorie;

b) voor vers vlees van pluimvee, de totale prijs en de prijs per gewichtseenheid in de detailverkoop;

c) de staat waarin het vlees van pluimvee in de handel wordt gebracht overeenkomstig artikel 3, lid 2, van deze verordening en de aanbevolen opslagtemperatuur;

d) het registratienummer van het slachthuis of de uitsnijderij, behoudens in de gevallen waarin overeenkomstig artikel 3, lid 7, van Richtlijn 71/118/EEG het uitsnijden of het uitbenen op de plaatsen van verkoop geschiedt;

e) voor vlees van pluimvee dat ingevoerd wordt uit derde landen, het land van oorsprong.

4. Wanneer vlees van pluimvee onverpakt ten verkoop wordt aangeboden, behalve indien uitsnijden en uitbenen overeenkomstig artikel 3, lid 7, van Richtlijn 71/118/EEG op de plaatsen van verkoop en op verzoek en in aanwezigheid van de consument geschieden, is ten aanzien van de volgende aanvullende vermeldingen artikel 12 van Richtlijn 79/112/EEG van toepassing:

a) de in artikel 3, lid 1, van deze verordening bedoelde categorie;

b) de prijs per gewichtseenheid in de detailverkoop;

c) de staat waarin het pluimveevlees in de handel wordt gebracht overeenkomstig artikel 3, lid 2, van deze verordening, en de aanbevolen opslagtemperatuur;

d) het registratienummer van het slachthuis of van de uitsnijderij;

e) voor vlees van pluimvee dat ingevoerd wordt uit derde landen, het land van oorsprong.

5. De nadere regels met betrekking tot de aanduiding van de handelsbenaming in de zin van artikel 3, lid 1, punt 1, van Richtlijn 79/112/EEG kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

6. Volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 worden de nadere regels vastgesteld met betrekking tot:

a) de facultatieve aanduiding van de gebruikte koelmethode;

b) de facultatieve aanduiding van het gebruikte houderijsysteem en de voorwaarden voor de regelmatige controle waaraan het gebruik van deze aanduiding is onderworpen.

Volgens dezelfde procedure worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de in de eerste alinea, onder b), bedoelde regelmatige controle uitgevoerd kan worden door een instantie die door de Lid-Staat is aangewezen en waarvan de onafhankelijkheid ten opzichte van de betrokken producenten gewaarborgd is.

Artikel 6

In afwijking van de artikelen 3, 4 en 5 behoeft vlees van pluimvee niet te worden ingedeeld en behoeven de in die artikelen genoemde aanvullende gegevens niet te worden aangegeven wanneer het gaat om leveringen aan uitsnijderijen of vleeswarenfabrieken als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van Richtlijn 80/879/EEG van de Commissie van 3 september 1980 betreffende het aanbrengen van het keurmerk op vers vlees van pluimvee in grote verpakkingen (1).

Artikel 7

1. De maximumpercentages voor de technisch onvermijdbare waterabsorptie die tijdens het klaarmaken van verse, bevroren en diepgevroren karkassen niet mogen worden overschreden, evenals de eenvormige controlemethoden dienaangaande worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

2. De vermelding van de percentages technisch onvermijdbare waterabsorptie als bedoeld in lid 1 kan volgens dezelfde procedure verplicht worden gesteld.

Artikel 8

1. De Lid-Staten wijzen uiterlijk één maand vóór de datum waarop deze verordening van toepassing wordt de bevoegde autoriteiten aan die met de controle op de naleving van deze verordening worden belast.

2. De in lid 1 bedoelde aanwijzing en de eventuele daarin aangebrachte wijzigingen worden aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten medegedeeld.

3. De in lid 1 bedoelde autoriteiten voeren controles uit op:

a) representatieve monsters van vlees van pluimvee in alle handelsstadia en tijdens het vervoer;

b) een representatief monster van vlees van pluimvee bij de inklaring van uit derde landen ingevoerd vlees van pluimvee.

Artikel 9

De nadere bepalingen ter uitvoering van deze verordening, met name de indelingscriteria als bedoeld in artikel 3, lid 1, alsmede de maatregelen ter waarborging van een eenvormige toepassing van deze verordening, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

Artikel 10

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om op inbreuken op deze verordening sancties te stellen.

Artikel 11

De Lid-Staten en de Commissie stellen elkaar in kennis van alle gegevens die voor de toepassing van deze verordening nodig zijn.

Artikel 12

Verordening (EEG) nr. 2967/76 blijft van toepassing totdat de overeenkomstig artikel 7 van deze verordening aangenomen maatregelen ten uitvoer worden gelegd.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1991.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 26 juni 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. O'KENNEDY

(1) PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 77.

(2) PB nr. L 128 van 11. 5. 1989, blz. 29.

(3) PB nr. L 55 van 8. 3. 1971, blz. 23.

(4) PB nr. L 382 van 31. 12. 1988, blz. 3.

(5) PB nr. L 33 van 8. 2. 1979, blz. 1.

(6) PB nr. L 186 van 13. 6. 1989, blz. 17.

(1) PB nr. L 339 van 8. 12. 1976, blz. 1.

(2) PB nr. L 315 van 15. 11. 1983, blz. 17.

(3) PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 51.

(1) PB nr. L 251 van 24. 9. 1980, blz. 10.