31990R1356

VERORDENING ( EEG ) NR. 1356/90 VAN DE RAAD VAN 14 MEI 1990 TOT VASTSTELLING, VOOR HET VERKOOPSEIZOEN 1990/1991, VAN DE GEGARANDEERDE MAXIMUMHOEVEELHEID VOOR KATOEN EN VAN DE MINIMUMPRIJS VOOR NIET-GEEGRENEERDE KATOEN

Publicatieblad Nr. L 134 van 28/05/1990 blz. 0021 - 0021


VERORDENING (EEG) Nr. 1356/90 VAN DE RAAD

van 14 mei 1990

tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1990/1991, van de gegarandeerde maximumhoeveelheid voor katoen en van de minimumprijs voor niet-geëgreneerde katoen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Griekenland, inzonderheid op Protocol nr. 4 betreffende katoen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 4006/87 (1),

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1964/87 van de Raad van 2 juli 1987 tot aanpassing van de steunregeling voor katoen die is ingesteld bij het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 (2), inzonderheid op artikel 2, lid 1,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2169/81 van de Raad van 27 juli 1981 tot vaststelling van de algemene voorschriften van de steunregeling voor katoen (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 791/89 (4), inzonderheid op artikel 9, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie (5),

Overwegende dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1964/87 ieder jaar voor katoen een gegarandeerde maximumhoeveelheid wordt vastgesteld met inachtneming van de produktie in de loop van een referentieperiode en van de te verwachten ontwikkeling van de vraag;

Overwegende dat de Raad, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2169/81, ieder jaar een minimumprijs voor niet-geëgreneerde katoen vaststelt op een niveau dat garandeert dat de producent zijn produkten kan verkopen tegen een prijs die de streefprijs zo dicht mogelijk benadert; dat bij de vaststelling van die prijs rekening moet worden gehouden met de marktschommelingen en met de kosten van het vervoer van niet-geëgreneerde katoen van de produktiegebieden naar de egreneringsgebieden; dat deze prijs moet worden vastgesteld voor de kwaliteit waarvoor de streefprijs wordt vastgesteld af landbouwbedrijf;

Overwegende dat op grond van vorengenoemde criteria de gegarandeerde maximumhoeveelheid en de minimumprijs als volgt dienen te worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1990/1991 wordt de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1964/87 bedoelde gegarandeerde maximumhoeveelheid voor katoen vastgesteld op 752 000 ton.

Artikel 2

Voor het verkoopseizoen 1990/1991 wordt de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2169/81 bedoelde minimumprijs voor niet-geëgreneerde katoen vastgesteld op 91,23 ecu/100 kg. Deze prijs geldt voor goederen af landbouwbedrijf.

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde hoeveelheid en de in artikel 2 bedoelde prijs gelden voor niet-geëgreneerde katoen van de kwaliteit aangegeven in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1355/90 van de Raad van 14 mei 1990 houdende vaststelling voor het verkoopseizoen 1990/1991 van de streefprijs voor niet-geëgreneerde katoen (6).

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 september 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 mei 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

D. J. O'MALLEY

(1) PB nr. L 377 van 31. 12. 1987, blz. 49.

(2) PB nr. L 184 van 3. 7. 1987, blz. 14.

(3) PB nr. L 211 van 31. 7. 1981, blz. 2.

(4) PB nr. L 85 van 30. 3. 1989, blz. 7.

(5) PB nr. C 49 van 28. 2. 1990, blz. 28.

(6) Zie blz. 20 van dit Publikatieblad.