31990R1219

VERORDENING (EEG) Nr. 1219/90 VAN DE COMMISSIE van 8 mei 1990 betreffende het beëindigen van de visserij op kabeljauw en schelvis door vissersvaartuigen die de vlag voeren van het Verenigd Koninkrijk

Publicatieblad Nr. L 120 van 11/05/1990 blz. 0030 - 0030


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1219/90 VAN DE COMMISSIE

van 8 mei 1990

betreffende het beëindigen van de visserij op kabeljauw en schelvis door vissersvaartuigen die de vlag voeren van het Verenigd Koninkrijk

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2241/87 van de Raad van 23 juli 1987 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de visserijactiviteiten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3483/88 (2), inzonderheid op artikel 11, lid 3,

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 4049/89 van de Raad van 19 december 1989 houdende verdeling, voor 1990, van bepaalde vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de exclusieve economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen (3) quota vastlegt voor kabeljauw en schelvis voor 1990;

Overwegende dat het, om de naleving te waarborgen van de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten uit bepaalde bestanden waarvoor een quotum is vastgesteld, noodzakelijk is dat de Commissie de datum vastlegt waarop het toegewezen quotum wordt geacht volledig te zijn gebruikt ten gevolge van de vangsten verricht door de vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat;

Overwegende dat, volgens de gegevens medegedeeld aan de Commissie, de vangsten van kabeljauw en schelvis in de wateren van de ICES-gebieden I en II (Noorse wateren ten noorden van 62° 00 NB), door vaartuigen die de vlag voeren van het Verenigd Koninkrijk of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, het voor 1990 toegewezen quotum hebben bereikt; dat het Verenigd Koninkrijk de visserij op deze bestanden verboden heeft met ingang van 27 april 1990; dat het daarom noodzakelijk is deze datum aan te houden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Door de vangsten van kabeljauw en schelvis in de wateren van de ICES-gebieden I en II (Noorse wateren ten noorden van 62° 00 NB), door vaartuigen die de vlag voeren van het Verenigd Koninkrijk of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, wordt het aan het Verenigd Koninkrijk voor 1990 toegewezen quotum geacht volledig te zijn gebruikt.

De visserij op kabeljauw en schelvis in de wateren van de ICES-gebieden I en II (Noorse wateren ten noorden van 62° 00 NB), door vaartuigen die de vlag voeren van het Verenigd Koninkrijk of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, is verboden alsmede het aan boord houden, de overlading en het lossen van deze bestanden die door vermelde vaartuigen in deze wateren zijn gevangen na de datum van toepassing van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 27 april 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 8 mei 1990.

Voor de Commissie

Manuel MARÍN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 207 van 29. 7. 1987, blz. 1.

(2) PB nr. L 306 van 11. 11. 1988, blz. 2.

(3) PB nr. L 389 van 30. 12. 1989, blz. 44.