31990R1152

VERORDENING (EEG) Nr. 1152/90 VAN DE RAAD van 27 april 1990 tot invoering van een steunregeling voor kleine katoenproducenten

Publicatieblad Nr. L 116 van 08/05/1990 blz. 0001 - 0002
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 32 blz. 0151
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 32 blz. 0151


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1152/90 VAN DE RAAD

van 27 april 1990

tot invoering van een steunregeling voor kleine katoenproducenten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1964/87 van de Raad van 2 juli 1987 tot aanpassing van de steunregeling voor katoen die is ingesteld bij het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 (1), inzonderheid op artikel 3, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in de bij Protocol nr. 4 ingestelde steunregeling voor katoen, die is aangepast bij Verordening (EEG) nr. 1964/87, is bepaald dat het steunbedrag voor katoen wordt verminderd wanneer de produktie de voor het betrokken verkoopseizoen vastgestelde gegarandeerde maximumhoeveelheid overschrijdt; dat deze regeling in de afgelopen verkoopseizoenen tot inkomensdalingen bij de landbouwers heeft geleid, meer in het bijzonder bij de landbouwers met een klein katoenareaal; dat het inkomen van deze laatste categorie producenten dient te worden ondersteund door hun een forfaitair steunbedrag per hectare toe te kennen om de gevolgen van deze inkomensdaling te verzachten;

Overwegende dat het steunbedrag voor de kleine katoenproducenten dient te worden vastgesteld op een zodanig peil dat daardoor de extra kosten voor het niet-machinaal oogsten wordt gecompenseerd;

Overwegende dat de uitgaven voor de steunregeling voor de kleine producenten een bepaalde grens niet mogen overschrijden; dat daartoe een gegarandeerde maximumoppervlakte dient te worden bepaald, die op straffe van steunvermindering niet mag worden overschreden; dat deze gegarandeerde maximumoppervlakte gelijk is aan het gemiddelde areaal van de kleine producenten in 1987 en 1988;

Overwegende dat met het oog op een goed beheer dient te worden bepaald wat onder kleine producenten wordt verstaan;

Overwegende dat, om de uitvoering van deze regeling te vergemakkelijken, een procedure dient te worden vastgesteld waarbij een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie in een comité van beheer tot stand wordt gebracht;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/87 de Raad vóór het verkoopseizoen 1992/1993 besluit welke aanpassingen eventueel in de bij Protocol nr. 4 ingestelde regeling moeten worden aangebracht; dat het in afwachting van dit besluit raadzaam is de bij de onderhavige verordening ingevoerde regeling slechts tot het einde van het verkoopseizoen 1991/1992 te laten lopen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt een steunregeling voor kleine katoenproducenten ingesteld.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde steunregeling geldt voor de verkoopseizoenen 1989/1990, 1990/1991 en 1991/1992.

Artikel 3

1. De bij deze verordening ingestelde steun wordt voor elk van de drie verkoopseizoenen vastgesteld op 250 ecu per ingezaaide en geoogste hectare. Wanneer het katoenareaal van de in artikel 4 omschreven kleine producenten echter groter is dan de maximumoppervlakte waarvoor de Gemeenschapsgarantie geldt, wordt het steunbedrag voor het betrokken verkoopseizoen verminderd aan de hand van de geconstateerde overschrijding.

2. De in lid 1 bedoelde maximumoppervlakte waarvoor de Gemeenschapsgarantie geldt, wordt voor de drie betrokken verkoopseizoenen vastgesteld volgens de proce

dure van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3995/87 van de Commissie (2). Deze oppervlakte is gelijk aan het gemiddelde van het door de kleine producenten in 1987 en 1988 voor katoen gebruikte areaal.

Artikel 4

In de zin van deze verordening wordt onder kleine producent verstaan de katoenteler die in 1989, 1990 en 1991 niet meer dan 2,5 hectare katoen verbouwt en die vóór een nader te bepalen datum overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1201/89 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2733/89 (4), een aangifte van de ingezaaide oppervlakte en een verzoek om steun indient.

Artikel 5

1. De Lid-Staten behoeven de steun niet toe te kennen voor bedragen die lager zijn dan een door hen te bepalen minimum.

2. Het steunbedrag wordt in nationale valuta omgerekend tegen de landbouwomrekeningskoers die geldt op de eerste dag van het verkoopseizoen waarvoor dat bedrag verschuldigd is.

Artikel 6

De bij deze verordening ingevoerde steun wordt beschouwd als een interventiemaatregel ter regulering van de landbouwmarkten in de zin van artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2048/88 (6).

Artikel 7

1. De Commissie stelt de uitvoeringsbepalingen van deze verordening vast volgens de procedure van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1308/70.

2. De Commissie constateert volgens de in lid 1 bedoelde procedure elke overschrijding van de maximumoppervlakte waarvoor de garantie geldt en bepaalt de daaruit voortvloeiende verlaging van het steunbedrag.

Artikel 8

De Lid-Staten en de Commissie delen elkaar de nodige gegevens mee voor de uitvoering van deze verordening. Deze gegevens worden bepaald volgens de procedure van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1308/70. De wijze van mededeling en verspreiding van deze gegevens wordt volgens dezelfde procedure vastgesteld.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 september 1989.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 27 april 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. O'KENNEDY

(1) PB nr. L 184 van 3. 7. 1987, blz. 14.

(2) PB nr. C 96 van 17. 4. 1990.

(3) PB nr. C 112 van 7. 5. 1990.

(1) PB nr. L 146 van 4. 7. 1970, blz. 1.

(2) PB nr. L 377 van 31. 12. 1987, blz. 34.

(3) PB nr. L 123 van 4. 5. 1989, blz. 23.

(4) PB nr. L 263 van 9. 9. 1989, blz. 15.

(5) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.

(6) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 1.