31990R0652

VERORDENING (EEG) Nr. 652/90 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1546/88 tot vaststelling van de nadere voorschriften voor de toepassing van de bij artikel 5 quater van Verordening (EEG) nr. 804/68 ingestelde extra heffing

Publicatieblad Nr. L 071 van 17/03/1990 blz. 0014 - 0014


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 652/90 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 1990

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1546/88 tot vaststelling van de nadere voorschriften voor de toepassing van de bij artikel 5 quater van Verordening (EEG) nr. 804/68 ingestelde extra heffing

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3879/89 (2), en met name op artikel 5 quater, lid 7,

Overwegende dat de Lid-Staten op grond van artikel 3 ter van Verordening (EEG) nr. 857/84 van de Raad van 31 maart 1984 houdende algemene voorschriften voor de toepassing van de in artikel 5 quater van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde heffing in de sector melk en zuivelprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3880/89 (4), na goedkeuring van de Commissie, aan bepaalde producenten aanvullende of specifieke referentiehoeveelheden mogen toewijzen, voor zover dergelijke hoeveelheden niet reeds zijn toegekend boven de gagarandeerde totale hoeveelheid als bedoeld in artikel 5 quater, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 804/68; dat daartoe de communautaire reserve bij Verordening (EEG) nr. 3881/89 van de Raad van 11 december 1989 tot vaststelling, voor de periode van 1 april 1989 tot en met 31 maart 1990, van de communautaire reserve voor de toepassing van de in artikel 5 quater van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde heffing in de sector melk en zuivelprodukten (5) is verhoogd tot 1 039 885,740 ton, die over de Lid-Staten moet worden verdeeld; dat Verordening (EEG) nr. 1546/88 van de Commissie (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3835/89 (7), derhalve moet worden gewijzigd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1546/88 wordt aan de derde alinea het volgende punt c) toegevoegd:

»c) 1 039 885,740 ton zal overeenkomstig artikel 3 ter, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 857/84 en overeenkomstig lid 2 van dat artikel, na goedkeuring door de Commissie, aan bepaalde producenten worden toegewezen.

Deze hoeveelheid wordt verdeeld als volgt:

- België: 32 110 ton

- Denemarken: 48 820 ton

- Duitsland: 234 230 ton

- Griekenland: 5 370 ton

- Spanje: 46 500 ton

- Frankrijk: 256 340 ton

- Ierland: 52 800 ton

- Italië: 87 980 ton

- Luxemburg: 2 650 ton

- Nederland: 119 790 ton

- Verenigd Koninkrijk: 153 295,740 ton.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(2) PB nr. L 378 van 27. 12. 1989, blz. 1.

(3) PB nr. L 90 van 1. 4. 1984, blz. 13.

(4) PB nr. L 378 van 27. 12. 1989, blz. 3.

(5) PB nr. L 378 van 27. 12. 1989, blz. 5.

(6) PB nr. L 139 van 4. 6. 1988, blz. 12.

(7) PB nr. L 372 van 20. 12. 1989, blz. 27.