90/324/EEG: Beschikking van de Commissie van 20 december 1989 betreffende de vaststelling van het communautaire bestek voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende gebieden in Noord-Jutland (Denemarken) (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)
Publicatieblad Nr. L 158 van 23/06/1990 blz. 0083 - 0084
***** BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 20 december 1989 betreffende de vaststelling van het communautaire bestek voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de onder doelstelling 2 vallende gebieden in Noord-Jutland (Denemarken) (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek) (90/324/EEG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de cooerdinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (1), inzonderheid op artikel 9, lid 9, Overwegende dat de Commissie krachtens artikel 9, lid 9, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 op basis van de door de Lid-Staten ingediende plannen voor regionale en sociale omschakeling, in het kader van het partnerschap en met instemming van de betrokken Lid-Staat, communautaire bestekken voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap vaststelt; Overwegende dat het communautaire bestek krachtens de tweede alinea van voornoemd lid 9 met name het volgende omvat: de prioritaire zwaartepunten, de vormen van bijstandsverlening, het indicatieve financieringsplan, met vermelding van het bedrag en de bronnen van de bijstandsverlening, alsmede de duur van deze bijstandsverlening; Overwegende dat titel III, artikel 8 en volgende, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de cooerdinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (2) de voorwaarden behelst voor de opstelling en de uitvoering van de communautaire bestekken; Overwegende dat de Deense Regering op 11 september 1989 bij de Commissie de in artikel 9, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 bedoelde plannen en acties heeft ingediend voor de gebieden in Noord-Jutland, die in aanmerking komen voor steunverlening krachtens doelstelling 2 en door de Commissie bij Beschikking 89/288/EEG (3) overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 3, van die verordening zijn vastgesteld; Overwegende dat de door de Lid-Staat ingediende plannen een beschrijving omvatten van de gekozen zwaartepunten alsmede gegevens over de bijstandsverlening van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), de Europese Investeringsbank (EIB) en de overige voor de verwezenlijking van deze plannen voorziene financieringsinstrumenten; Overwegende dat het onderhavige communautaire bestek met instemming van de betrokken Lid-Staat in het kader van het in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2052/88 bedoelde partnerschap is vastgesteld; Overwegende dat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 4253/88, ook de EIB bij de opstelling van dit communautaire bestek betrokken is geweest; dat zij zich bereid heeft verklaard tot de verwezenlijking van dit bestek bij te dragen op basis van de in de onderhavige beschikking gegeven ramingen van de bedragen voor leningen en overeenkomstig de voor haar geldende statutaire bepalingen; Overwegende dat de Commissie bereid is na te gaan of de andere communautaire leningsinstrumenten, volgens de voor hen geldende specifieke bepalingen, kunnen bijdragen aan de financiering van dit bestek; Overwegende dat deze beschikking in overeenstemming is met het advies van het Comité voor de ontwikkeling en omschakeling van regio's en van het Comité van het Europees Sociaal Fonds; Overwegende dat deze beschikking, overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, als verklaring van intentie aan de betrokken Lid-Staat wordt toegezonden; Overwegende dat de betalingsverplichtingen met betrekking tot de bijdrage van de Structuurfondsen aan de financiering van de in dit communautaire bestek opgenomen bijstandsmaatregelen, overeenkomstig artikel 20, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, zullen worden aangegaan op basis van door de Commissie te geven beschikkingen tot goedkeuring van de betrokken maatregelen, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Het communautaire bestek voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in de gebieden in Noord-Jutland, die krachtens doelstelling 2 in aanmerking komen voor steunverlening tijdens de periode 1 januari 1989 tot en met 31 december 1991, wordt goedgekeurd. De Commissie verklaart voornemens te zijn tot de verwezenlijking van dit communautaire bestek bij te dragen volgens de hierin vervatte gedetailleerde bepalingen en in overeenstemming met de voorschriften en richtsnoeren van de Structuurfondsen en de overige bestaande financieringsinstrumenten. Artikel 2 Het communautaire bestek omvat de volgende hoofdpunten: a) de voor de gezamenlijke actie in aanmerking genomen prioritaire zwaartepunten: - steun voor produktieve investeringen; - beroepsopleidingsvoorzieningen en adviesverstrekking ter ondersteuning van beroepsontwikkeling en toerisme; - verbetering van het milieu in samenhang met werkgelegenheidscheppende activiteiten; b) een overzicht van de hoofdzakelijk in de vorm van operationele programma's toe te passen vormen van bijstandsverlening; c) een indicatief financieringsplan met de tegen constante prijzen van 1989 berekende totale kosten voor de prioritaire zwaartepunten van de gezamenlijke actie van de Gemeenschap en de betrokken Lid-Staat, de bestaande meerjarige nationale beleidsmaatregelen meegerekend, ten bedrage van 54,6 miljoen ecu voor de gehele periode, alsmede de beschikbaar te stellen bijstand van de Gemeenschap die als volgt wordt verdeeld: (in miljoen ecu) 1.2 // // // EFRO // 10,6 // ESF // 6,1 // // // Totaal Structuurfondsen // 16,7 // // Voor het in dit verband op te brengen nationale aandeel in de financiering, dat wil zeggen 19,8 miljoen ecu voor de openbare sector en 18,1 miljoen ecu voor de particuliere sector, kan gedeeltelijk gebruik worden gemaakt van communautaire leningen van de Europese Investeringsbank en andere leningsinstrumenten. Artikel 3 Deze verklaring van intentie is gericht tot het Koninkrijk Denemarken. Gedaan te Brussel, 20 december 1989. Voor de Commissie Bruce MILLAN Lid van de Commissie (1) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 9. (2) PB nr. L 374 van 31. 12. 1988, blz. 1. (3) PB nr. L 112 van 25. 4. 1989, blz. 19.