31990D0092

90/92/EEG: Beschikking van de Commissie van 20 december 1989 betreffende de vaststelling van het communautaire bestek voor de bijstandsverlening door het Europees Sociaal Fonds in België uit hoofde van de doelstellingen 3 en 4 (Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek)

Publicatieblad Nr. L 064 van 13/03/1990 blz. 0016 - 0017


*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 december 1989

betreffende de vaststelling van het communautaire bestek voor de bijstandsverlening door het Europees Sociaal Fonds in België uit hoofde van de doelstellingen 3 en 4

(Slechts de teksten in de Franse en de Nederlandse taal zijn authentiek)

(90/92/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de cooerdinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (1), inzonderheid op artikel 10, lid 3,

Gezien het advies van het Raadgevend Comité van het Europees Sociaal Fonds,

Overwegende dat de Commissie uit hoofde van artikel 10, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 op grond van de door de Lid-Staten ingediende plannen ter bestrijding van de langdurige werkloosheid en ter inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, in het kader van het partnerschap en met instemming van de betrokken Lid-Staat, het communautaire bestek voor de verwezenlijking van de doelstellingen 3 en 4 vaststelt;

Overwegende dat, krachtens de tweede alinea van deze bepaling, het communautaire bestek met name de vastgestelde prioritaire zwaartepunten, de vormen van bijstandsverlening, het indicatieve financieringsplan, alsook de duur van de bijstandsverlening omvat;

Overwegende dat in de artikelen 8 en volgende van titel III van Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de cooerdinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (2) is aangegeven op welke wijze de communautaire bestekken zijn opgesteld en toegepast;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (3) de voorwaarden voor toepassing van dit financieel instrument zijn vastgesteld;

Overwegende dat de Belgische autoriteiten hun plannen hebben ingediend omvattende acties ter bestrijding van de langdurige werkloosheid en ter inschakeling van jongeren in het arbeidsproces;

Overwegende dat het onderhavige communautaire bestek met instemming van de betrokken Lid-Staat is opgesteld in het kader van het partnerschap zoals vastgesteld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2052/88;

Overwegende dat het onderhavige communautaire bestek betrekking heeft op het gehele Belgische grondgebied;

Overwegende dat in de door de Commissie in toepassing van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 4255/88 goedgekeurde richtsnoeren (89/C 45/04) de communautaire keuzen en criteria zijn vastgesteld met betrekking tot de bestrijding van de langdurige werkloosheid en de inschakeling van de jongeren in het arbeidsproces (4);

Overwegende dat deze beschikking conform het advies is van het Comité van het Europees Sociaal Fonds;

Overwegende dat deze beschikking uit hoofde van artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 als verklaring van intentie aan de Lid-Staat wordt toegezonden;

Overwegende dat krachtens artikel 20, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 de budgettaire betalingsverplichtingen met betrekking tot de bijdrage van de Structuurfondsen in de financiering van de onder de communautaire bestekken vallende bijstandsverlening zullen worden aangegaan op grond van later bij de goedkeuring van de betrokken maatregelen te nemen besluiten door de Commissie,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het communautaire bestek voor de bijstandsverlening door het Europees Sociaal Fonds op het gehele Belgische grondgebied uit hoofde van de doelstellingen 3 en 4 wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 1990 tot en met 31 december 1992.

De Commissie verklaart voornemens te zijn bij te dragen tot de verwezenlijking van dit communautaire bestek overeenkomstig de daarin vervatte bepalingen en in overeenstemming met de voorschriften en de richtsnoeren die gelden voor de werking van het Europees Sociaal Fonds.

Artikel 2

Het communautaire bestek behelst de volgende hoofdbestanddelen:

a) de vastgestelde prioritaire zwaartepunten:

- voor doelstelling 3:

zwaartepunt 1: bijwerking, basisopleiding,

beroepsopleiding,

zwaartepunt 2: opleidingen in de technologische beroepen,

zwaartepunt 3: maatregelen voor kansarme groepen:

a) gehandicapten,

b) vrouwen,

c) migranten,

zwaartepunt 4: hulp bij indienstneming;

- voor doelstelling 4:

zwaartepunt 1: bijwerking, basisopleiding,

beroepsopleiding,

zwaartepunt 2: opleidingen in technologische beroepen,

zwaartepunt 3: maatregelen voor kansarme groepen:

a) gehandicapten,

b) vrouwen,

c) migranten,

zwaartepunt 4: hulp bij indienstneming;

b) overzicht van de vormen van bijstandsverlening die overwegend in de vorm van operationele programma's zullen worden uitgevoerd;

c) een indicatief financieringsplan met vermelding van de uit te trekken middelen, die voor de gehele periode 374,66 miljoen ecu belopen, waarvan 174 miljoen ecu ten laste van het Europees Sociaal Fonds en het resterende gedeelte ten laste van de nationale, regionale of plaatselijke overheid. Ter bepaling van de gedachten zij vermeld dat dit bedrag op de volgende wijze wordt verdeeld:

- 87,26 miljoen ecu voor doelstelling 3,

- 79,30 miljoen ecu voor doelstelling 4,

- 7,44 miljoen ecu uit hoofde van artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4255/88.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België.

Gedaan te Brussel, 20 december 1989.

Voor de Commissie

Vasso PAPANDREOU

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 9.

(2) PB nr. L 374 van 31. 12. 1988, blz. 1.

(3) PB nr. L 374 van 31. 12. 1988, blz. 21.

(4) PB nr. C 45 van 24. 2. 1989, blz. 6.