31989S0708

BESCHIKKING Nr. 708/89/EGKS VAN DE COMMISSIE van 17 maart 1989 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van bepaalde gewalste platte produkten, van ijzer of van niet gelegeerd staal, koudgewalst, van oorsprong uit Joegoslavië

Publicatieblad Nr. L 078 van 21/03/1989 blz. 0014 - 0017


*****

BESCHIKKING Nr. 708/89/EGKS VAN DE COMMISSIE

van 17 maart 1989

tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van bepaalde gewalste platte produkten, van ijzer of van niet gelegeerd staal, koudgewalst, van oorsprong uit Joegoslavië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

Gelet op Beschikking nr. 2424/88/EGKS van de Commissie van 29 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit de landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1), zoals deze is gerectificeerd (2), inzonderheid op artikel 11,

Na overleg in het kader van het in genoemde beschikking bedoelde Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

(1) In maart 1988 heeft de Commissie een klacht ontvangen die was ingediend door de Europese Vereniging van IJzer- en Staalproducerende Industrieën (Eurofer) namens producenten wier gezamenlijke produktie het merendeel van de Gemeenschapsproduktie van het betrokken produkt vormt. De klacht bevatte bewijsmateriaal van dumping en van daaruit voortvloeiende aanzienlijke schade, dat voldoende werd geacht voor het inleiden van een procedure. De Commissie heeft derhalve door middel van een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (3) de inleiding van een anti-dumpingprocedure aangekondigd betreffende de invoer in de Gemeenschap van gewalste platte produkten van ijzer of van niet gelegeerd staal (met uitzondering van dynamoband of transformatorband) met een breedte van 600 mm of meer, koudgewalst, niet geplateerd noch bekleed, vallende onder de GN-codes 7209 11 00, 7209 12 90, 7209 13 90, 7209 14 90, 7209 21 00, 7209 22 90, 7209 23 90, 7209 24 91, 7209 24 99, 7209 31 00, 7209 32 90, 7209 33 90, 7209 34 90, 7209 41 00, 7209 42 90, 7209 43 90, 7209 44 90, 7209 90 10, 7209 90 90, van oorsprong uit Joegoslavië, en is met een onderzoek begonnen.

(2) De Commissie heeft de haar bekende betrokken exporteurs en importeurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de indieners van de klacht hiervan officieel in kennis gesteld en de rechtstreeks betrokken partijen de gelegenheid gegeven hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en dit desgevraagd mondeling toe te lichten.

(3) Het merendeel der Joegoslavische producenten/exporteurs en enkele de Commissie bekende importeurs hebben hun standpunt schriftelijk medegedeeld. Een van de importeurs mocht dit desgevraagd mondeling toelichten.

(4) Door of namens communautaire kopers of verwerkers van de betrokken koudgewalste platte produkten van ijzer of staal werden geen opmerkingen ingediend.

(5) De Commissie heeft alle gegevens die zij met het oog op een voorlopige vaststelling nodig achtte, verzameld en geverifieerd en een onderzoek ingesteld ten kantore van de volgende ondernemingen:

EEG-producenten

- Stahlwerke Peine-Salzgitter AG, Salzgitter, Bondsrepubliek Duitsland;

- Cockerill Sambre SA, Seraing, België,

- Italsider SpA, Genua, Italië;

- Hoogovens Groep BV, IJmuiden, Nederland;

- British Steel plc, Londen, Verenigd Koninkrijk.

EEG-importeurs

- Sam Industriestoffhandelsgesellschaft mbH, Werne, Bondsrepubliek Duitsland;

- Intersteel and Metals SRL, Milaan, Italië.

(6) De Commissie heeft op haar verzoek een uitvoerige schriftelijke documentatie ontvangen van de communautaire producenten die de klacht hadden ingediend en van enkele importeurs en heeft de daarin vervatte gegevens voor zover zulks nodig werd geacht, geverifieerd.

(7) De Commissie heeft eveneens vragenlijsten gezonden naar de, voor zover haar bekend, betrokken Joegoslavische producenten ten einde de nodige informatie te verkrijgen en heeft de voor een antwoord gestelde tijdsduur aanzienlijk verlengd. De door de Joegoslavische producenten ingediende gegevens waren evenwel onvolledig en zij weigerden in het bijzonder details bekend te maken inzake hoeveelheden en prijzen met betrekking tot hun binnenlandse markt en bepaalde uitvoertransacties. De Commissie kwam onder deze omstandigheden tot de slotsom dat verificatie ten kantore niet gerechtvaardigd was en besloot voor haar voorlopige vaststellingen van het beschikbare bewijsmateriaal uit te gaan.

(8) Het dumpingonderzoek liep van 1 januari 1987 tot en met 30 juni 1988.

B. DUMPING

a) Normale waarde

(9) Aangezien de Joegoslavische producenten weigerden gegevens te verstrekken aangaande de verkopen van koudgewalste platte produkten van ijzer of staal op de binnenlandse markt, bepaalde de Commissie de normale waarden voorlopig door uit te gaan van de gepubliceerde basisprijzen (1) zoals deze gedurende het onderzoektijdvak van toepassing waren, en waarnaar was verwezen in de briefwisseling die in de Slotakte van de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal enerzijds, en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië anderzijds - 83/42/EGKS (2) is opgenomen.

b) Prijzen bij uitvoer

(10) Aangezien de Joegoslavische producent naliet gedetailleerde gegevens inzake zijn uitvoertransacties over te leggen waardoor het mogelijk zou zijn de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap voor de betrokken produkten te bepalen, heeft de Commissie haar voorlopige vaststelling op het beschikbare bewijsmateriaal gebaseerd.

De Commissie heeft hiertoe gebruik gemaakt van gegevens uit aanvragen voor invoervergunningen, die aan de Commissie door de bevoegde nationale overheden waren voorgelegd, in het bijzonder gegevens over de aankoopprijzen die door de importeurs die om de vergunning verzochten, waren verstrekt. De Commissie heeft deze gegevens zoveel mogelijk ten kantore van de importeurs die medewerking verleenden, geverifieerd.

c) Vergelijking

(11) Bij de vergelijking van de normale waarde, dit wil zeggen de basisprijzen zonder douanerechten, met de uitvoerprijzen, heeft de Commissie zo nodig en voor zover het bewijsmateriaal daartoe beschikbaar was, rekening gehouden met verschillen in omstandigheden en verkoopvoorwaarden zoals kosten voor vervoer, verzekering, verzending en verlading.

(12) Aangezien de basisprijzen cif grens Gemeenschap worden berekend, werden alle vergelijken op het niveau cif grens Gemeenschap, niet ingeklaard, gemaakt.

d) Dumpingmarges

(13) De uitvoerprijzen, vastgesteld volgens de werkwijze die in punt 10 is omschreven, werden vergeleken met de overeenkomstige normale waarde die was afgeleid van de gepubliceerde basisprijzen, per transactie, waarbij de dumpingmarges gelijk waren aan het bedrag waarmee de vastgestelde normale waarde de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap overschrijdt.

(14) Uit het bovengenoemde voorlopige onderzoek van de feiten blijkt het bestaan van dumping, waarbij de gewogen gemiddelde marge 15,4 % bedraagt.

C. SCHADE

(15) Met betrekking tot de schade die door de invoer met dumping is veroorzaakt, blijkt uit het de Commissie ter beschikking staande bewijsmateriaal dat de invoer uit Joegoslavië steeg van 10 115 ton in 1985 tot 114 372 ton in 1987 en dat deze in de eerste zes maanden van 1988 80 777 ton bedroeg. Het overeenkomstige marktaandeel daarvan steeg van 0,4 % in 1985 tot 4,2 % in 1987 en 5,6 % in het eerste halfjaar van 1988. De meest getroffen Lid-Staten waren Italië en het Verenigd Koninkrijk. Het marktaandeel van de desbetreffende invoer steeg in Italië zeer snel van 0,7 % in 1985 tot 14,8 % in de tweede helft van 1987 en in het Verenigd Koninkrijk van nul in 1985 tot 12,5 % in de eerste helft van 1988.

(16) Uit het de Commissie ter beschikking staande bewijsmateriaal blijkt eveneens dat de prijzen waartegen de invoer met dumping uit Joegoslavië in de Gemeenschap werd verkocht, gedurende het onderzoektijdvak variërend van 7 % tot 25 % onder de prijzen van de producenten in de Gemeenschap lagen. Door de Commissie werd op basis van prijsaanpassingen in offertes voor invoer van koudgewalste platte produkten van oorsprong uit Joegoslavië, die haar door producenten in de Gemeenschap waren bekendgemaakt, de prijsonderbieding vastgesteld.

De Commissie heeft ten opzichte van aanbiedingen van het Joegoslavische produkt gedurende het onderzoektijdvak kennisgevingen ontvangen van prijsaanpassingen voor een totale hoeveelheid van ongeveer 290 000 ton, waarmee de omvang van de gedumpte invoer aanzienlijk wordt overschreden. Uit dit bewijsmateriaal blijkt dat afgezien van de schade die door rechtstreekse verkoopverliezen ten gevolge van de stijging van de omvang van de gedumpte invoer uit Joegoslavië was veroorzaakt, aanzienlijke schade werd berokkend doordat de prijzen van de producenten in de Gemeenschap werden onderboden. De defensieve aanpassingen van de prijzen aan die van laaggeprijsde offertes van gedumpte produkten veroorzaakten voor producenten in de Gemeenschap een verlies aan inkomsten van naar schatting ten minste 21,5 miljoen ecu. Op deze grondslag heeft de Commissie de gewogen gemiddelde marge van prijsonderbieding gedurende het onderzoektijdvak voorlopig op 14,75 % vastgesteld.

(17) Uit de ter beschikking van de Commissie staande gegevens blijkt eveneens dat verkopen van producenten van koudgewalste platte produkten in de Gemeenschap, gemeten aan leveringen aan handelaren op de markt van de Gemeenschap die rechtstreeks in mededinging staan met de betrokken invoer uit Joegoslavië, tussen 1984, toen de invoer

uit Joegoslavië een marktaandeel van 0,4 % behaalde, en 1987 toen het Joegoslavische marktaandeel 4,2 % had bereikt, met 8,5 % afnamen. De Commissie nam eveneens in aanmerking dat gedurende deze periode het gebruik van koudgewalste platte produkten op de vrije markt in de Gemeenschap met 5,5 % was toegenomen.

(18) De gevolgen hiervan voor de bedrijfstak van de Gemeenschap waren een verlies aan verkopen en een vermindering van het marktaandeel, in combinatie met een aanzienlijk verlies aan inkomsten. De invoer uit Joegoslavië met dumping maakte het de ondernemingen van de Gemeenschap, die juist een crisistoestand te boven waren gekomen, ook onmogelijk volledig van het herstel van de vraag naar koudgewalste platte produkten te profiteren en de nodige verbetering van hun rentabiliteit te verkrijgen.

(19) De Commissie heeft eveneens overwogen of schade was veroorzaakt door andere factoren, zoals een daling van het verbruik in de Gemeenschap en invoer uit andere derde landen die geen dumping zouden hebben toegepast. Voorlopig werd vastgesteld dat de invoer uit andere derde landen gedurende het onderzoektijdvak eveneens met mate was gestegen doch dat vanwege de sterkere stijging van het verbruik in de Gemeenschap het marktaandeel daarvan met 1,5 percentpunt terug was gevallen terwijl het Joegoslavische aandeel terzelfder tijd met 3,7 percentpunt was gestegen.

Uit het de Commissie ter beschikking staande bewijsmateriaal blijkt bovendien dat meer dan 90 % van de invoer uit andere derde landen van oorsprong was uit landen waarmee de Commissie vrijwillige staalregelingen heeft gesloten. De Commissie is derhalve van mening dat deze invoer, vanwege het kwantitatieve maximum, de daling van het marktaandeel en de verplichtingen van deze landen om de prijsregels van de Gemeenschap in acht te nemen, niet mag worden beschouwd als een factor die de bedrijfstak van de Gemeenschap aanzienlijke schade zou kunnen hebben berokkend.

(20) De aanzienlijke stijging van de invoer met dumping en de prijzen waartegen deze invoer in de Gemeenschap ten verkoop wordt aangeboden, hebben de Commissie tot de vaststelling gebracht dat de gevolgen van de invoer met dumping van bepaalde koudgewalste platte produkten van ijzer en staal van oorsprong uit Joegoslavië voorlopig, afzonderlijk genomen, moeten worden beschouwd als aanzienlijke schade aan de betrokken bedrijfstak van de Gemeenschap te berokkenen.

D. BELANG VAN DE GEMEENSCHAP

(21) De Commissie diende er rekening mee te houden dat de staalnijverheid van de Gemeenschap voor de noodzaak staat haar herstructureringswerkzaamheden voort te zetten en dat de terugkeer naar normale marktomstandigheden, na de geleidelijke opheffing van de door de Commissie ingestelde crisisregeling, alleen kan worden bereikt indien op de markt eerlijke handelsvoorwaarden tot stand worden gebracht.

In dit verband brengt de invoer met dumping van aanzienlijke hoeveelheden produkten in de Gemeenschap eveneens de doelstellingen van de externe maatregelen, aangenomen in het kader van het gemeenschappelijke staalbeleid, in het geding. Derde landen die regelingen inzake de staalhandel met de Gemeenschap hebben afgesloten, zullen deze regelingen alleen in acht nemen en vernieuwen indien zij een redelijke kans zien de vastgestelde hoeveelheden tegen de overeengekomen prijzen te verkopen.

(22) Ondanks het recente herstel van de staalmarkt, juist voldoende om de crisissituatie te boven te komen en de Commissie ertoe in staat te stellen het stelsel van produktiequota op te heffen, ondervindt de staalnijverheid van de Gemeenschap nog steeds ernstige moeilijkheden. Het is bovendien nodig de herstructurering met het oog op een betere aanpassing van de capaciteiten aan de verwachte vraag op de middellange termijn voort te zetten, de uitrusting te moderniseren en de produktieprocessen te rationaliseren. De oneerlijke praktijken van buitenlandse exporteurs mogen daarbij niet verhinderen dat de operaties van producenten in de Gemeenschap voldoende inkomsten opleveren en de gepubliceerde lijstprijzen van de producenten in de Gemeenschap op de markt van de Gemeenschap moeten wel degelijk worden gerealiseerd. In het licht van deze situatie en de bovengenoemde factoren is de Commissie tot de slotsom gekomen dat het in het belang van de Gemeenschap is dat maatregelen worden genomen.

Om te voorkomen dat gedurende de verdere procedure nog schade wordt veroorzaakt, zouden deze maatregelen de vorm moeten aannemen van een voorlopig anti-dumpingrecht, ingesteld op de invoer van bepaalde koudgewalste platte produkten van ijzer of staal van oorsprong uit Joegoslavië.

E. HOOGTE VAN HET RECHT

(23) Rekening houdend met het feit dat de bedrijfstak van de Gemeenschap de gepubliceerde lijstprijzen moet realiseren om voldoende inkomsten te verwerven en de gevolgen van de herstructurering binnen aanvaardbare grenzen te houden, zou het recht lager moeten zijn dan de dumpingmarge doch voldoende om de geconstateerde schade op te heffen en dient het te worden uitgedrukt als een bedrag in ecu, te betalen over elke in de Gemeenschap ingevoerde ton van het produkt. Deze vorm, van het recht lijkt in verband met de specifieke omstandigheden van de markt voor de betrokken produkten het meest aangewezen om te waarborgen dat de maatregel aan het gestelde doel beantwoordt en ontduiking te voorkomen. De Commissie stelde op deze grondslag het bedrag van het voorlopige recht dat nodig is om de schade op te heffen op 54 ecu, te betalen voor elke in de Gemeenschap ingevoerde ton produkt.

(24) Er dient een tijdsduur te worden vastgesteld waarbinnen de betrokken partijen hun standpunten kenbaar kunnen maken en kunnen verzoeken dit mondeling toe te lichten,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Een voorlopig anti-dumpingrecht wordt ingesteld op de invoer van gewalste platte produkten, van ijzer of van niet gelegeerd staal (met uitzondering van dynamoband of transformatorband), met een breedte van 600 mm of meer, koudgewalst, niet geplateerd noch bekleed, overeenkomende met de GN-codes 7209 11 00, 7209 12 90, 7209 13 90, 7209 14 90, 7209 21 00, 7209 22 90, 7209 23 90, 7209 24 91, 7209 24 99, 7209 31 00, 7209 32 90, 7209 33 90, 7209 34 90, 7209 41 00, 7209 42 90, 7209 43 90, 7209 44 90, 7209 90 10, 7209 90 90, van oorsprong uit Joegoslavië.

2. Het recht bedraagt 54 ecu per 1 000 kg.

3. De voor douanerechten van kracht zijnde bepalingen zijn van toepassing.

4. Het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van de in lid 1 bedoelde produkten is afhankelijk van het stellen van een waarborg gelijk aan het bedrag van het voorlopige recht.

Artikel 2

Onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 4, onder b) en c), van Beschikking nr. 2424/88/EGKS, kunnen de betrokken partijen binnen één maand na de inwerkingtreding van deze beschikking hun standpunt schriftelijk bekendmaken en verzoeken door de Commissie te worden gehoord.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 11, 12 en 14 van Beschikking nr. 2424/88/EGKS, is deze beschikking van toepassing voor een tijdsduur van vier maanden, of tot het tijdstip waarop de Commissie vóór het verstrijken van deze periode definitieve maatregelen vaststelt.

Deze beschikking is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 maart 1989.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 18.

(2) PB nr. L 273 van 5. 10. 1988, blz. 19.

(3) PB nr. C 184 van 14. 7. 1988, blz. 4.

(1) PB nr. C 120 van 15. 5. 1985, blz. 25;

PB nr. C 119 van 5. 5. 1987, blz. 3;

PB nr. C 333 van 11. 12. 1987, blz. 2;

PB nr. C 17 van 22. 1. 1988, blz. 2.

(2) PB nr. L 41 van 14. 2. 1983, blz. 113.