31989R3506

Verordening (EEG) nr. 3506/89 van de Commissie van 23 november 1989 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3703/85 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde soorten verse of gekoelde vis

Publicatieblad Nr. L 342 van 24/11/1989 blz. 0011 - 0012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0143
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0143


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3506/89 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 1989

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3703/85 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde soorten verse of gekoelde vis

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1495/89 (2), en met name op artikel 4, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 103/76 van de Raad van 19 januari 1976 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde soorten verse of gekoelde vis (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 33/89 (4), en met name op de artikelen 6, lid 7, 8, lid 5, en 9,

Overwegende dat de uitvoering van de controle dient te worden vergemakkelijkt; dat het dienstig is een passende termijn vast te stellen voor de indeling en de etikettering van bepaalde soorten verse of gekoelde vis;

Overwegende dat de ervaring heeft geleerd dat de indeling aan de hand van de steekproeven moet worden uitgebreid tot andere pelagische vis dan haring en makreel; dat derhalve uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld voor de soorten waarvoor die methode wordt voorgeschreven;

Overwegende dat derhalve Verordening (EEG) nr. 3703/85 van de Commissie (5) moet worden gewijzigd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor visserijprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 3703/85 wordt als volgt gewijzigd:

1. De artikelen 7, 8 en 9 worden de artikelen 10, 11 en 12.

In het nieuwe artikel 11, derde streepje, wordt het cijfer »7" vervangen door »10".

2. Artikel 6 wordt als volgt gelezen:

»Artikel 6

De in de artikelen 7 en 8 van Verordening (EEG) nr. 103/76 bedoelde indeling in en de vermelding van de versheids- en grootteklasse gebeurt binnen een redelijke termijn voordat de produkten voor het eerst te koop worden aangeboden, ten einde zo de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3796/81 bedoelde controle te vergemakkelijken.

Artikel 7

1. De indeling van de in bijlage II vermelde soorten in de verschillende versheids- en grootteklassen aan de hand van steekproeven als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 103/76, wordt uitgevoerd volgens de bepalingen die zijn vastgesteld in de volgende leden en in artikel 8.

2. De monsters worden, rekening houdende met de handelsgebruiken in de Lid-Staten, zodanig genomen dat zij representatief zijn voor de betrokken hoeveelheden. De monsters worden volgens een zekere regelmaat genomen waarbij rekening wordt gehouden met het gewicht van de te nemen monsters en de totale voor verkoop bestemde hoeveelheid.

3. De monsters worden genomen uit de voor de verkoop bestemde hoeveelheid volgens onderstaand schema. Voor hoeveelheden boven 100 ton bedragen zij ten minste 0,08 %.

1.2 // // // Voor de verkoop bestemde hoeveelheid (ton) // Minimumgewicht van de te nemen monsters (kg) // // // minder dan 5 // 8 // 5 tot minder dan 15 // 20 // 15 tot minder dan 40 // 40 // 40 tot minder dan 60 // 60 // 60 tot minder dan 80 // 80 // 80 tot minder dan 100 // 100 // 100 en meer // 120 // //

4. Als de vis wordt aangevoerd door een vaartuig dat is uitgerust met bewaartanks voor vis, worden, rekening houdende met bovenstaande bepalingen, monsters genomen van de inhoud van elke tank.

Artikel 8

1. Alle vis van ieder monster wordt ingedeeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 103/76. De versheidsklasse wordt bepaald volgens de criteria vermeld onder de punten I van bijlage A bij deze verordening.

Vervolgens worden de voor de verkoop bestemde hoeveelheden ingedeeld volgens dezelfde indeling als die van de vis van het monster, tenzij een visuele keuring van de betrokken hoeveelheden aanleiding geeft tot twijfels inzake de representativiteit van het monster.

Wat de versheids- en grootteklasse betreft is een schommeling binnen de in artikel 2 vastgestelde grenzen toegestaan.

2. Als uit onderzoek van het monster blijkt

a) dat meer dan 10 % van de onderzochte vissen behoort tot versheidsklasse B, wordt het gewicht van de volgens artikel 7, lid 3, te nemen monsters, ten minste verdubbeld. Een voldoende aantal vissen wordt eveneens onderzocht aan de hand van de versheidscriteria die zijn vervat in de punten II van bijlage A bij Verordening (EEG) nr. 103/76. De betrokken hoeveelheden kunnen in een hogere klasse dan klasse B worden ingedeeld wanneer de kwaliteit van alle vissen van het tweede monster hoger is dan klasse B;

b) dat een deel van de onderzochte vissen niet voldoet aan de voorwaarden voor verkoop voor menselijke consumptie, mogen de betrokken hoeveelheden niet voor dit doel worden verkocht, tenzij bij indeling overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 8 van Verordening (EEG) nr. 103/76 blijkt dat een deel daarvan mag worden verkocht voor menselijke consumptie;

c) dat bepaalde hoeveelheden, wat de versheid en de grootte betreft, mogelijk niet homogeen zijn, bepalen de in artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 103/76 bedoelde deskundigen hoe groot de extra te nemen monsters moeten zijn.

3. Als uit een visuele keuring van de vissen blijkt dat zij aan boord van de vaartuigen niet zijn bewaard overeenkomstig artikel 6, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 103/76, is de in lid 2, onder a), beschreven beoordelingsmethode van toepassing.

Artikel 9

De Lid-Staten garanderen via regelmatige controles dat voor produkten die volgens de steekproefmethode zijn ingedeeld, Verordening (EEG) nr. 103/76 wordt nageleefd.".

3. De bijlage wordt bijlage I en de volgende nieuwe bijlage II wordt toegevoegd:

»BIJLAGE II

1. Haring van de soort Clupea harengus

2. Sardines van de soort Sardina pilchardus

3. Makreel van de soort Scomber scombrus

4. Makreel van de soort Scomber japonicus

5. Horsmakreel van de soort Trachurus spp.

6. Ansjovis van de soort Engraulis spp.

7. Zeeschijter van de soort Maena smaris".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 23 november 1989.

Voor de Commissie

Manuel MARÍN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1.

(2) PB nr. L 148 van 1. 6. 1989, blz. 1.

(3) PB nr. L 20 van 28. 1. 1976, blz. 29.

(4) PB nr. L 5 van 7. 1. 1989, blz. 18.

(5) PB nr. L 351 van 28. 12. 1985, blz. 63.