31989R3038

VERORDENING (EEG) Nr. 3038/89 VAN DE COMMISSIE van 9 oktober 1989 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen van de bijzondere regeling voor de invoer van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk -

Publicatieblad Nr. L 291 van 10/10/1989 blz. 0045 - 0046


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3038/89 VAN DE COMMISSIE

van 9 oktober 1989

met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen van de bijzondere regeling voor de invoer van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Toetredingsakte van 1972, en met name op artikel 5, lid 2, van Protocol nr. 18,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2967/89 van de Raad van 25 september 1989 inzake de voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk (1), en met name op artikel 8,

Overwegende dat uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld, met name inzake de controle op de oorsprong en bestemming van de boter, alsmede de door het Verenigd Koninkrijk te verstrekken mededelingen; dat de speciale heffing die betaald is op grond van de voorlopige regeling als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3667/83 van de Raad (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2331/89 (3), hoger was dan de in de definitieve regeling vastgestelde heffing, zodat de betrokkenen een gedeeltelijke terugbetaling kunnen vragen; dat Verordening (EEG) nr. 3694/83 van de Commissie (4) derhalve moet worden ingetrokken;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Het in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2967/89 bedoelde certificaat:

a) is een genummerd certificaat afgegeven door de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland,

b) beantwoordt aan de door het Verenigd Koninkrijk vastgestelde bijkomende voorwaarden met het oog op de identificatie van de betrokken boter en de juistheid van de gegevens die in het certificaat zijn vermeld, en

c) wordt aan de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk voorgelegd bij de aanvaarding van de invoeraangifte.

2. Om er zeker van te zijn dat de boter op de datum waarop de invoeraangifte wordt aanvaard de voorgeschreven minimumouderdom heeft, wordt op het certificaat de datum vermeld waarop de betrokken boter is vervaardigd.

3. Het Verenigd Koninkrijk stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die krachtens lid 1, onder b), worden genomen.

Artikel 2

1. Met betrekking tot de controle van de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2967/89 bedoelde maximumhoeveelheden wordt rekening gehouden met alle hoeveelheden waarvoor in de betrokken periode invoeraangiften werden aanvaard.

2. Bij wijziging van het in ecu of in de nationale munteenheid uitgedrukte bedrag van de speciale heffing, moet de koers in aanmerking worden genomen die gold op de dag waarop de invoeraangifte werd aanvaard.

Artikel 3

1. Op de Nieuwzeelandse boter die in het kader van Verordening (EEG) nr. 2967/89 in het Verenigd Koninkrijk is ingevoerd, moet in alle handelsstadia in het Verenigd Koninkrijk de vermelding staan dat zij van oorsprong uit Nieuw-Zeeland is.

2. Wanneer de Nieuwzeelandse boter evenwel wordt vermengd met boter uit de Gemeenschap, die bestemd is voor direct verbruik, is het bepaalde in lid 1 slechts van toepassing tot het stadium van de verpakking in kleine verpakkingen.

3. Het Verenigd Koninkrijk neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:

a) de in het kader van Verordening (EEG) nr. 2967/89 ingevoerde Nieuwzeelandse boter het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk niet verlaat,

en,

b) op verzoek van de belanghebbenden het verschil tussen de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3667/83 vastgestelde heffing en de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2967/89 vastgestelde heffing voor de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3667/83 genoemde hoeveelheden waarvoor de invoeraangiften het tijdvak van 1 januari tot en met 30 september 1989 werden aanvaard, wordt terugbetaald.

Het Verenigd Koninkrijk stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die te dien einde zijn genomen.

Artikel 4

Voor boter waarvoor de in Verordening (EEG) nr. 2967/89 vervatte bijzondere invoerregeling geldt of heeft gegolden, deelt het Verenigd Koninkrijk uiterlijk aan het einde van iedere week aan de Commissie het volgende mede:

a) de in de voorafgaande week in het Verenigd Koninkrijk binnengekomen hoeveelheden:

- waarvoor de invoeraangiften werden aanvaard,

- waarvoor deze aangiften nog niet werden aanvaard;

b) de in het Verenigd Koninkrijk opgeslagen hoeveelheden die op de jongste datum bekend zijn:

- waarvoor de invoeraangiften werden aanvaard,

- waarvoor deze aangiften nog niet werden aanvaard;

c) de in de voorafgaande week op de Britse markt verkochte hoeveelheden:

- bestemd voor direct verbruik,

- vermengd met boter uit de Gemeenschap, die bestemd is voor direct verbruik,

- bestemd voor andere doeleinden;

d) de cumulatieve hoeveelheden vanaf 1 januari van ieder jaar die op de jongste datum bekend zijn:

- waarvoor de invoeraangiften werden anvaard,

- waarvoor de invoeraangiften nog niet werden aanvaard,

- die zijn verkocht op de Britse markt en onderverdeeld als vermeld onder c);

e) de hoeveelheden die onderweg zijn tussen Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk, met aanduiding van hun vermoedelijke datum van aankomst;

f) de in het eerste verkoopstadium toegepaste verkoopprijzen.

Artikel 5

Verordening (EEG) nr. 3694/83 wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 oktober 1989.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 9 oktober 1989.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 281 van 30. 9. 1989, blz. 114.

(2) PB nr. L 366 van 28. 12. 1983, blz. 16.

(3) PB nr. L 220 van 29. 7. 1989, blz. 75.

(4) PB nr. L 368 van 29. 12. 1983, blz. 32.