31989R2048

Verordening (EEG) nr. 2048/89 van de Raad van 19 juni 1989 houdende algemene regels met betrekking tot de controles in de wijnbouwsector

Publicatieblad Nr. L 202 van 14/07/1989 blz. 0032 - 0040
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0233
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0233


VERORDENING ( EEG ) Nr . 2048/89 VAN DE RAAD van 19 juni 1989 houdende algemene regels met betrekking tot de controles in de wijnbouwsector

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1236/89 ( 2 ), inzonderheid op artikel 79, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 3 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 4 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal

Comité ( 5 ),

Overwegende dat voor een eenvormige toepassing van de voorschriften in de wijnbouwsector regels moeten worden vastgesteld om, enerzijds, de reeds op nationaal en op communautair niveau bestaande controleprocedures te verbeteren en, anderzijds, de rechtstreekse samenwerking tussen de instanties die met controle in de wijnbouwsector zijn belast, zoals tot op heden voorzien bij Verordening ( EEG ) nr . 359/79 ( 6 ), te versterken;

Overwegende dat bovendien algemene regels moeten worden vastgesteld voor de instelling en de werking van de communautaire structuur bestaande uit een team van op het gebied van wijnbouwcontroles gespecialiseerde ambtenaren, welke structuur op het niveau van de Commissie ervoor moet zorgen dat de communautaire voorschriften op een eenvormige wijze worden toegepast;

Overwegende dat de regels moeten worden vastgesteld volgens welke de nationale instanties en de Commissie elkaar bijstand dienen te verlenen ten einde ervoor te zorgen dat de wijnbouwvoorschriften juist worden toegepast, en met name door middel van preventieve acties en opsporing van inbreuken of van praktijken waarvan wordt vermoed dat deze een inbreuk op de voorschriften vormen; dat deze regels de toepassing van de bijzondere voorschriften op het gebied van de communautaire uitgaven, betreffende de indeling in een lagere klasse van v.q.p.r.d . of op strafrechtelijk gebied of inzake administratieve boetes niet in de weg staan; dat de Lid-Staten ervoor dienen te zorgen dat de toepassing van de bijzondere voorschriften op de laatstgenoemde twee gebieden geen afbreuk doet aan de doelstelling van deze verordening noch aan de doeltreffendheid van de erin voorgeschreven controles;

Overwegende dat in het bijzonder bij de ernstige fraudes die zich zowel in 1985 als in 1986 in deze sector hebben

voorgedaan, is gebleken dat de door de Lid-Staten vastgestelde maatregelen om ervoor te zorgen dat de wijnbouwvoorschriften worden nageleefd, onvoldoende doeltreffend zijn; dat de Lid-Staten derhalve moet worden verzocht voorschriften vast te stellen die een juiste toepassing van de voorschriften garanderen; dat er een definitie moet komen van sterk fraude-gevoelige gebieden waarvoor een verbeterde controle nodig is, zonder de mogelijkheid uit te sluiten de controles op andere gebieden van de wijnbouwregeling zonodig eveneens te verbeteren;

Overwegende dat iedere Lid-Staat voor een grotere doeltreffendheid van het optreden van de controle-instanties dient zorg te dragen en dat hij daartoe een instantie aanwijst die het contact onderhoudt tussen de Lid-Staten en met de Commissie; dat het voorts nodig is dat de controles worden gecooerdineerd tussen de bevoegde instanties in alle Lid-Staten waar de wijnbouwcontroles aan verschillende bevoegde instanties zijn toevertrouwd;

Overwegende dat bij alle inzake wijnbouwcontroles bevoegde instanties kennis van de maatregelen, besluiten of interpretaties in verband met de toepassing van de wijnbouwvoorschriften in een Lid-Staat voor een goede harmonisatie van de wetgeving op communautair niveau noodzakelijk is; dat er tussen de Lid-Staten onderling en tussen de Lid-Staten en de Commissie een permanente uitwisseling van nuttige informatie ter zake tot stand dient te worden gebracht;

Overwegende dat, om ertoe bij te dragen de toepassing van de voorschriften overal in de Gemeenschap op eenvormige wijze te doen geschieden, met name de Lid-Staten de nodige maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat het personeel van de bevoegde controle-instanties technisch voldoende onderlegd is en dat de vakkennis van dat personeel op een met dat van hun collega's in de overige Lid-Staten vergelijkbaar niveau staat en dat dit personeel bovendien over ten minste een zodanige onderzoekbevoegdheid beschikt die voor het doen naleven van de voorschriften onontbeerlijk is; dat het wenselijk is de bevoegdheden van het controlerend personeel van de Lid-Staten te omschrijven;

Overwegende dat de ontwikkeling van het handelsverkeer in wijn tussen de onderscheiden Lid-Staten, met name de voortdurend in aantal toenemende multinationale ondernemingen in deze sector van het bedrijfsleven, en de mogelijkheden waarin de beheersvoorschriften voorzien om de behandelingen, al dan niet met steun, ook op een andere plaats te laten verrichten dan die waar het produkt is verkregen, aantonen dat de wijnbouwmarkten sterk interdependent zijn; dat deze situatie een grotere harmonisatie van de controlemethoden en een nauwere samenwerking tussen de verschillende, met controle belaste instanties vergt;

Overwegende dat voor consument en producent de fraudes niet te berekenen gevolgen hebben, zowel wat de gezondheid als het economisch aspect betreft; dat het derhalve onont -

beerlijk is de cohesie tussen de met controle belaste instanties te verbeteren door bij de Commissie met name een speciaal voor dit soort taak opgeleid team van ambtenaren te vormen; dat de kosten in verband met de vorming van dit team en de te verrichten controles voor rekening van de Gemeenschap dienen te komen;

Overwegende dat optreden van de met wijnbouwcontroles belaste gespecialiseerde ambtenaren van de Commissie moet worden gezien als een absolute noodzaak om zorg te kunnen dragen voor het op eenvormige wijze toepassen van de voorschriften en voor een doeltreffende bijstand aan hun collega's in de Lid-Staten; dat daartoe hun controleopdrachten in het kader van samen met de Lid-Staten opgestelde programma's dienen te worden geïntegreerd;

Overwegende dat, wanneer de gespecialiseerde ambtenaren van de Commissie in de uitoefening van hun taak herhaaldelijk moeilijkheden of moeilijkheden die ongegrond zijn, ondervinden, de Commissie aan de betrokken Lid-Staat niet alleen om een verklaring moet kunnen vragen maar ook om de middelen om haar taak tot een goed einde te brengen; dat de betrokken Lid-Staat derhalve ertoe is gehouden ervoor te zorgen dat zij haar verplichtingen op grond van deze verordening nakomt door deze ambtenaren bij de uitvoering van haar taak te helpen;

Overwegende dat het, ten einde de samenwerking tussen Lid-Staten voor de toepassing van de voorschriften in de wijnbouwsector doeltreffend te doen zijn, dienstig is dat de bevoegde instantie van een Lid-Staat kan samenwerken met de bevoegde instantie(s ) van een andere Lid-Staat, in beginsel door tussenkomst van de onderscheiden contactinstanties; dat er regels voor een dergelijke samenwerking dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat het, gezien de ingewikkelde aard van bepaalde zaken en de vereiste spoed, voor een bevoegde instantie die om bijstand heeft gevraagd, onontbeerlijk is met instemming van de aangezochte instantie, haar eigen gemachtigde ambtenaren, desnoods ter plaatse, aan het onderzoek te laten deelnemen;

Overwegende dat wanneer een groot risico voor fraude bestaat of wanneer de fraude verscheidene Lid-Staten of één enkele Lid-Staat aangaat, de verschillende betrokken instanties ambtshalve de bij deze verordening geopende weg van bijstand op eigen initiatief moeten volgen;

Overwegende dat het, terwille van het objectieve karakter van de controles, van belang is dat de gespecialiseerde ambtenaren van de Commissie of de ambtenaren van een bevoegde instantie van een Lid-Staat aan de bevoegde instantie van een andere Lid-Staat kunnen vragen monsters te nemen; dat de ambtenaar die daarom verzoekt de beschikking moet kunnen krijgen over die monsters en moet kunnen bepalen in welk laboratorium zij zullen worden onderzocht;

Overwegende dat gezien de vertrouwelijke aard van de uit hoofde van deze verordening uitgewisselde informatie deze gegevens onder het beroepsgeheim moeten vallen;

Overwegende dat het, met het oog op harmonisatie van de analytische controles in de gehele Gemeenschap, wenselijk is dat de Commissie kan deelnemen in de financiering van de controle-instrumenten die nodig zijn voor de verwezenlijking

van de met deze verordening nagestreefde doeleinden en een bank met analytische gegevens betreffende wijnbouwprodukten tot stand kan brengen bij het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek; dat het dienstig is dat de Commissie referentiemateriaal ter beschikking van de Lid-Staten stelt met het oog op de cooerdinatie van de ijking van de voor bepaalde analyses gebruikte apparaten;

Overwegende dat, aangezien het belangrijk is de organisatie van de bij deze verordening bedoelde controles zo doeltreffend mogelijk te maken, in het kader van het Beheerscomité wijn op geregelde tijdstippen tussen de vertegenwoordigers van de verschillende betrokken nationale instanties gedachtenwisselingen dienen te worden georganiseerd; dat deze gedachtenwisselingen betrekking moeten hebben op actuele vraagstukken inzake vastgestelde of vermoede inbreuken en, meer in het algemeen, inzake de toepassing van deze verordening ten einde tot een eenvormige toepassing van deze voorschriften in de gehele Gemeenschap bij te dragen;

Overwegende dat in Verordening ( EEG ) nr . 1468/81 van de Raad van 19 mei 1981 betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten en samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie, met het oog op de juiste toepassing van de douane - en landbouwvoorschriften ( 7 ), gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 945/87 ( 8 ), uitdrukkelijk is bepaald dat op het gebied van de wijnbouw de bij Verordening ( EEG ) nr . 359/79 vastgestelde specifieke voorschriften ten aanzien van samenwerking gelden;

Overwegende dat rekening dient te worden gehouden met de inzake samenwerking tussen de met controle belaste instanties opgedane ervaring; dat de werkingssfeer daarvan dient te worden verruimd ten einde in het bijzonder rekening te houden met de inrichting, op communautair niveau, van een structuur die voortaan ter zake bevoegd zal zijn; dat Verordening ( EEG ) nr . 359/79 bijgevolg dient te worden ingetrokken ten einde de voorschriften waarbij de betrekkingen tussen de instanties worden geregeld, te herzien;

Overwegende dat derhalve in de wijnbouwsector nieuwe samenwerkingsprocedures moeten worden ingevoerd die, rekening houdend met de eigen, met een communautaire controlestructuur, waarvan de bevoegdheden dienen te worden vastgesteld, verband houdende kenmerken van de sector, in het raam van Verordening ( EEG ) nr . 1468/81 moeten worden ingepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Beginselen

1 . In deze verordening worden de regels ter verbetering van de controles in de wijnbouwsector vastgesteld .

Bij deze verordening wordt de communautaire structuur ingesteld die aan gespecialiseerde controleurs van de Com -

missie de mogelijkheid biedt in deze sector handelend op te treden in samenwerking met de instanties die door de Lid-Staten met de uitvoering van de controles in de wijnbouwsector zijn belast . In deze tekst worden regels voor deze samenwerking gegeven .

Tevens worden in deze verordening maatregelen vastgesteld betreffende de betrekkingen die de in de tweede alinea bedoelde instanties van verschillende Lid-Staten met het oog op het voorkomen of opsporen van inbreuken op de betrokken communautaire bepalingen en de uit hoofde daarvan vastgestelde nationale bepalingen onderling en met de Commissie onderhouden .

2 . De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing voor zover zij samenvallen met die van :

- de communautaire controles op de uitgaven, met name de controles als bedoeld in artikel 9 van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 9 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2048/88 ( 10 ),

- de boekhoudkundige controles als bedoeld in Richtlijn 77/435/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de door de Lid-Staten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de Landbouw ( 11 ),

- het communautaire systeem dat is ingesteld bij Beschikking 89/45/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks - en gebruiksartikelen ( 12 ).

Deze verordening laat de toepassing onverlet van de communautaire bepalingen betreffende de indeling van in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen in een lagere klasse, volgens welke het besluit om een v .q.p.r.d . in een lagere klasse in te delen ook indien het op een organoleptisch onderzoek gebaseerd is, onder de bevoegdheid van de Lid-Staat van oorsprong van de v.q.p.r.d . valt, onverminderd de ontheffingen voor kleine hoeveelheden .

Deze verordening laat onverlet de toepassing in de Lid -

Staten :

- van de specifieke bepalingen voor de betrekkingen tussen de Lid-Staten op het gebied van fraudebestrijding in de wijnbouwsector, voor zover zij de toepassing van deze verordening kunnen vergemakkelijken;

- van de regels inzake :

- de strafrechtelijke procedure of de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen Lid-Staten;

- de procedure inzake administratieve boetes .

Artikel 2 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder :

a ) "wijnbouwregeling '': alle bepalingen op wijnbouwgebied van de Gemeenschap en de ter toepassing daarvan vastgestelde nationale bepalingen,

b ) "bevoegde instantie '': iedere autoriteit of bevoegde dienst die door de Lid-Staat belast is met de controle op de inachtneming van de wijnbouwregeling,

c ) "contactinstantie '': de bevoegde instantie of de autoriteit die door de Lid -Staat is aangewezen om in te staan voor de nodige betrekkingen met de contactinstanties van andere Lid-Staten of met de Commissie .

TITEL II

VERBETERING VAN DE DOOR DE LID-STATEN UIT TE VOEREN CONTROLES

Artikel 3 Beginselen

1 . De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om de controle op de naleving van de wijnbouwregeling te verbeteren, met name op de punten die worden genoemd in de bijlage .

2 . De controles op de punten van de bijlage worden stelselmatig of steekproefsgewijze uitgevoerd . Bij steekproefsgewijze controles zien de Lid-Staten erop toe dat deze controles door aantal, aard en frequentie representatief zijn voor hun gehele grondgebied en overeenkomen met de hoeveelheid wijnbouwprodukten die is verhandeld of met het oog op verhandeling in voorraad wordt gehouden .

De Lid-Staten zien erop toe dat de bevoegde instanties over voldoende, bekwame en ervaren controleurs beschikken om in het bijzonder de in de bijlage bedoelde wijnbouwcontroles op doeltreffende wijze uit te voeren.

Artikel 4 Controle-instanties

1 . Wanneer een Lid-Staat verscheidene bevoegde instanties aanwijst, zorgt deze Staat ervoor dat de werkzaamheden van deze instanties worden gecooerdineerd.

2 . Iedere Lid-Staat wijst één enkele contactinstantie aan . Deze instantie :

- geeft de verzoeken om samenwerking met het oog op de toepassing van deze verordening door aan de contactinstanties van andere Lid-Staten of, in voorkomend geval, aan de Commissie;

- ontvangt van deze instanties of eventueel van de Commissie dergelijke verzoeken en geeft deze door aan de bevoegde instantie(s ) van de Lid-Staat waaronder zij ressorteert;

- vertegenwoordigt deze Lid-Staat ten opzichte van de andere Lid-Staten of de Commissie, in het kader van de samenwerking bedoeld in de titels III en IV;

- deelt de Commissie mede welke maatregelen uit hoofde van artikel 3 zijn getroffen;

- deelt aan de Commissie de op nationaal vlak genomen maatregelen en bestuursrechtelijke en gerechtelijke besluiten mede die voor de eenvormige toepassing van de wijnbouwregeling in de Gemeenschap van bijzonder belang zijn .

3 . De Commissie zet op basis van de in lid 2, vijfde streepje, bedoelde informatie een documentatiecentrum op en gebruikt dit om de verzoeken om inlichtingen van contactinstanties te beantwoorden .

Artikel 5 Bevoegdheden van de controleurs

Iedere Lid-Staat treft de nodige maatregelen om de controleurs van zijn bevoegde instantie(s ) bij de vervulling van hun taak te helpen . Hij ziet er meer in het bijzonder op toe dat deze controleurs, eventueel in samenwerking met die van zijn door hem daartoe gemachtigde diensten :

- toegang hebben tot de wijngaarden, tot de installaties voor de wijnbereiding, de opslag en de verwerking van wijnbouwprodukten en tot de middelen voor het vervoer van deze produkten,

- toegang hebben tot de bedrijfsruimten of opslagplaatsen en vervoermiddelen van een ieder die met het oog op de verkoop wijnbouwprodukten of produkten die voor gebruik in de wijnbouwsector bestemd kunnen zijn, in voorraad houdt, verhandelt of vervoert,

- een inventaris kunnen opmaken van de wijnbouwprodukten en van de stoffen of produkten die voor de bereiding van die produkten bestemd kunnen zijn,

- monsters kunnen nemen van de produkten die met het oog op de verkoop in voorraad worden gehouden, worden verhandeld of vervoerd,

- inzage kunnen krijgen van de boekhoudkundige gegevens of andere voor de controle nuttige bescheiden, en daarvan kopieën of uittreksels kunnen maken,

- passende conservatoire maatregelen kunnen nemen met betrekking tot de bereiding, het in voorraad houden, het

vervoer, de omschrijving en aanbiedingsvorm of de verhandeling van een wijnbouwprodukt of van een produkt dat bestemd is om voor de bereiding van een wijnbouwprodukt te worden gebruikt, ingeval er een gegrond vermoeden van ernstige overtreding van de communautaire bepalingen bestaat, in het bijzonder in geval van bedrieglijke handelingen of gevaren voor de volksgezondheid .

TITEL III

COMMUNAUTAIRE CONTROLESTRUCTUUR

Artikel 6 Gespecialiseerde controleurs van de Commissie

1 . De Commissie vormt een groep van gespecialiseerde controleurs die ermee belast zijn bij de controles ter plaatse met de bevoegde instanties van de Lid-Staten samen te werken, om te zorgen voor eenvormige toepassing van de wijnbouwregeling, met name ten aanzien van de in artikel 3 bedoelde punten .

De Commissie ziet erop toe dat deze controleurs over de technische kennis en over voldoende ervaring beschikken om de in de eerste alinea bedoelde controles uit te voeren .

2 . De Commissie legt de nodige contacten met de contactinstanties van de Lid-Staten om programma's voor gemeenschappelijke controleacties uit te werken . De Lid-Staten werken met de Commissie samen om haar bij de vervulling van die taak te helpen .

3 . De gespecialiseerde controleurs van de Commissie mogen meewerken aan de controles die door de bevoegde instanties van de Lid-Staten worden ingesteld .

De Commissie mag de contactinstanties van de Lid-Staten verzoeken controles uit te voeren waaraan haar gespecialiseerde controleurs kunnen meewerken .

De controleurs van de Lid-Staten hebben te allen tijde de leiding over de in de eerste en tweede alinea bedoelde controles .

De Commissie :

- mag de Lid-Staten verzoeken om inlichtingen over de door hen beoogde controles;

- waarschuwt tijdig, vóór het begin van de gezamenlijke controles als bedoeld in de eerste en de tweede alinea, de contactinstantie van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan deze controles zullen plaatsvinden .

4 . Om mee te werken aan de in lid 3 bedoelde controles, leggen de gespecialiseerde controleurs van de Commissie een schriftelijk mandaat over waarin hun identiteit en functie zijn vermeld .

Bij de vervulling van hun taken genieten de gespecialiseerde controleurs van de Commissie de rechten en bevoegdheden als bedoeld in artikel 5, eerste, tweede, derde en vijfde streepje, onverminderd de beperkingen die de Lid-Staten hun eigen controleurs bij de uitoefening van de betrokken controles opleggen .

De gespecialiseerde controleurs van de Commissie nemen tijdens de controles een houding aan die strookt met de voorschriften en gebruiken die de controleurs van de Lid-Staten in acht dienen te nemen .

Wanneer de gespecialiseerde controleurs van de Commissie bij de uitoefening van hun functie moeilijkheden ondervinden, stelt de betrokken Lid-Staat hun de nodige middelen ter beschikking zodat zij hun opdrachten tot een goed einde kunnen brengen .

5 . Na afloop van iedere in lid 3 bedoelde controleactie doet de Commissie de contactinstantie van de betrokken Lid-Staat een mededeling toekomen over de resultaten van de werkzaamheden van haar gespecialiseerde controleurs . In deze mededeling wordt melding gemaakt van de eventueel geconstateerde moeilijkheden en inbreuken op de geldende voorschriften .

Artikel 7 Financiele bepalingen

De kosten van de instelling van de groep van gespecialiseerde controleurs van de Commissie alsmede de kosten van hun controleacties worden door de Gemeenschap gedragen . De middelen daartoe worden vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure .

TITEL IV

WEDERZIJDSE BIJSTAND VAN DE

CONTROLE-INSTANTIES

Artikel 8 Bijstand op verzoek

1 . Een bevoegde instantie van een Lid-Staat die op haar grondgebied controleacties onderneemt met name met betrekking tot :

- het verhandelen van wijnbouwprodukten van oorsprong uit een andere Lid-Staat of uit een derde land, of

- het vergelijkend onderzoek van bescheiden of van kwaliteiten bij produkten die met het oog op verhandeling in voorraad worden gehouden of die zijn verhandeld,

mag inlichtingen vragen bij de Commissie of bij een bevoegde instantie van een andere Lid-Staat die al dan niet rechtstreeks bij de verhandeling betrokken kan zijn .

Wanneer de in de eerste alinea bedoelde controleacties betrekking hebben op een produkt van oorsprong uit een derde land en de verhandeling van dit produkt van specifiek belang kan zijn voor andere Lid-Staten, wordt de Commissie ingelicht .

De aangezochte partij verstrekt de aanvragende bevoegde instantie alle inlichtingen die deze nodig heeft om haar opdracht te vervullen .

2 . Op een met redenen omkleed verzoek van de aanvragende bevoegde instantie gaat de aangezochte partij over tot het instellen of neemt zij de nodige maatregelen voor het laten instellen van een speciaal toezicht of van controles om het beoogde doel te bereiken .

3 . De overeenkomstig de leden 1 en 2 aangezochte bevoegde instantie treedt op alsof zij op eigen initiatief of op verzoek van een autoriteit van het eigen land handelt .

4 . Met instemming van de aangezochte bevoegde instantie mag de aanvragende bevoegde instantie controleurs aanwijzen die in haar dienst zijn of die in dienst zijn van een andere bevoegde instantie van die Lid-Staat die zij vertegenwoordigt :

- hetzij om in de kantoren van de bestuursrechtelijke autoriteiten van de Lid-Staat waar de aangezochte instantie is gevestigd, inlichtingen over de toepassing van de wijnbouwregeling of over controleacties te verkrijgen, met inbegrip van het maken van kopieën van vervoersdocumenten en andere documenten dan wel uittreksels uit de registers,

- hetzij om aanwezig te zijn bij de krachtens lid 2 vereiste acties .

De in het eerste streepje bedoelde kopieën mogen slechts met instemming van de aangezochte bevoegde instantie worden gemaakt .

5 . De aanvragende bevoegde instantie die een overeenkomstig lid 4, eerste alinea, aangewezen controleur naar een Lid-Staat wil sturen om aanwezig te zijn bij de in het tweede streepje van die alinea bedoelde controles, stelt de aangezochte bevoegde instantie daarvan tijdig vóór het begin van deze acties in kennis .

De controleurs van de aangezochte bevoegde instantie hebben te allen tijde de leiding over de controles .

De controleurs van de aanvragende bevoegde instantie :

- leggen een schriftelijk mandaat over waarin hun identiteit en functie zijn vermeld;

- genieten, behoudens de door de Lid-Staat van de aangezochte bevoegde instantie aan zijn eigen controleurs bij de uitvoering van de betrokken controles opgelegde beperkingen :

- het recht van toegang als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede streepje,

- een recht van informatie over de resultaten van de door de controleurs van de aangezochte bevoegde instantie uit hoofde van artikel 5, derde en vijfde streepje, verrichte controles;

- nemen tijdens de controles een houding aan die overeenkomt met de voorschriften en gebruiken die de controleurs van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de controle wordt verricht, in acht dienen te nemen .

6 . De in dit artikel bedoelde met redenen omklede verzoeken worden aan de aangezochte bevoegde instantie van de betrokken Lid-Staat doorgezonden via de contactinstantie van deze Lid-Staat . Hetzelfde geldt voor :

- de antwoorden op deze verzoeken;

- de mededelingen betreffende de toepassing van de leden 2, 4 en 5 .

Ten einde de samenwerking tussen de Lid-Staten doeltreffender en sneller te maken, mogen de Lid-Staten, in afwijking van de eerste alinea, in sommige passende omstandigheden toestaan dat een bevoegde instantie :

- haar met redenen omklede verzoeken of mededelingen rechtstreeks aan een bevoegde instantie van een andere Lid-Staat richt;

- rechtstreeks antwoordt op de met redenen omklede verzoeken of mededelingen die zij ontvangt van een bevoegde instantie van een andere Lid-Staat .

Artikel 9 Bijstand uit eigen beweging

1 . Wanneer een bevoegde instantie van een Lid-Staat een gegrond vermoeden heeft of er kennis van krijgt dat

- een in artikel 1, lid 2, van Verordening ( EEG ) nr . 822/87 bedoeld produkt niet in overeenstemming is met de wijnbouwregeling of dat er frauduleuze handelingen plaatsvinden om een dergelijk produkt te verkrijgen of te verhandelen en

- dit gebrek aan overeenstemming voor een of meer andere Lid-Staten van specifiek belang is en tot bestuursrechtelijke maatregelen of rechtsvervolgingen aanleiding kan geven,

deelt deze bevoegde instantie dit via de contactinstantie waaronder zij ressorteert, onverwijld mede aan de contactinstantie van de betrokken Lid-Staat en aan de Commissie .

2 . Indien de Commissie een gegrond vermoeden heeft of kennis krijgt van de in lid 1 bedoelde feiten, stelt zij de contactinstanties van alle Lid-Staten daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 10 Gemeenschappelijke bepalingen

1 . De in artikel 8, lid 1, en artikel 9 bedoelde inlichtingen gaan vergezeld van bescheiden of andere nuttige bewijsstuk -

ken, alsmede van de opgave van de eventuele bestuursrechtelijke maatregelen of rechtsvervolgingen . Zij betreffen met name :

- de samenstelling en de organoleptische eigenschappen,

- de omschrijving en de aanbiedingsvorm,

- de naleving van de voorschriften inzake de bereiding en de verhandeling van het betrokken produkt .

2 . Nadat de Commissie in kennis is gesteld van de in de artikelen 8 en 9 bedoelde samenwerking tussen Lid-Staten, zorgt zij, zo nodig, voor de voor een goede organisatie van de voorgenomen acties onontbeerlijke cooerdinatie, met name door de nationale instanties alle haar ter beschikking staande middelen voor snelle informatie -uitwisseling ten dienste te stellen .

3 . De contactinstanties die betrokken zijn bij de zaak waarvoor de procedure van wederzijdse bijstand, bedoeld in de artikelen 8 en 9, is ingeleid, stellen elkaar onverwijld in kennis van :

- het verloop van het onderzoek, met name door middel van rapporten en andere stukken of door middel van moderne informatiedragers;

- de bestuursrechtelijke of gerechtelijke gevolgen van de betrokken verrichtingen .

4 . De vervoerskosten in verband met de toepassing van artikel 8, leden 2 en 4, komen ten laste van :

- de Lid-Staat die een controleur heeft aangewezen voor de in bovengenoemde leden beoogde maatregelen, of

- de begroting van de Gemeenschap, op verzoek van de contactinstantie van de Lid-Staat, als de Commissie het communautaire belang van de betrokken controleactie vooraf formeel heeft erkend .

5 . Dit artikel laat de nationale voorschriften inzake de geheimhouding van het gerechtelijk onderzoek onverlet .

TITEL V

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 11 Cooerdinatie van controleacties

De Commissie mag vertegenwoordigers van de contactinstanties, eventueel vergezeld van vertegenwoordigers van bevoegde instanties, van verscheidene Lid-Staten bijeenroepen ter cooerdinatie van controleacties waarbij zij betrokken zijn .

Artikel 12 Monsternemingen

In het kader van de toepassing van de titels III en IV mogen de gespecialiseerde controleurs van de Commissie of de onder een bevoegde instantie van een Lid-Staat ressorterende controleurs de bevoegde instantie van een andere Lid-Staat verzoeken om monsters te nemen overeenkomstig de ter zake in die Lid-Staat geldende bepalingen .

De aanvragende controleur heeft de beschikking over de uit hoofde van de eerste alinea genomen monsters en wijst met name het laboratorium aan waar deze monsters zullen worden onderzocht.

Artikel 13 Analyses

De laboratoria die worden aangewezen om analyses te verrichten in het kader van de toepassing van deze verordening, worden gekozen onder de laboratoria bedoeld in artikel 79, lid 1, van Verordening ( EEG ) nr . 822/87 .

De analysemethoden zijn die welke zijn bedoeld in artikel 74 van bovengenoemde verordening .

Artikel 14 Met toepassing van deze verordening verkregen inlichtingen - bewijskracht

1 . De met toepassing van deze verordening in welke vorm dan ook medegedeelde inlichtingen zijn vertrouwelijk . Zij vallen onder het beroepsgeheim en genieten de bescherming die krachtens de wetgeving van de Lid-Staat die deze inlichtingen heeft ontvangen, voor gelijkaardige inlichtingen geldt, en tevens krachtens de overeenkomstige, voor de communautaire instanties geldende bepalingen .

De in de eerste alinea bedoelde inlichtingen mogen slechts worden medegedeeld aan personen die daarvan op grond van hun functie in de Lid-Staten of bij de Instellingen van de Gemeenschap kennis dienen te nemen . De gegevens mogen evenmin voor andere dan de in deze verordening genoemde doeleinden worden gebruikt, tenzij de instantie die de gegevens heeft verstrekt, daarmee uitdrukkelijk instemt en voor zover de bepalingen die van kracht zijn in de Lid-Staat waar de ontvangende instantie is gevestigd, zich niet tegen een dergelijke mededeling of gebruik van de gegevens verzetten .

2 . Deze verordening belet niet dat de met toepassing ervan verkregen inlichtingen worden gebruikt in het kader van rechtsvorderingen of -vervolgingen die wegens het niet nakomen van landbouw - of financiële regelingen worden ingesteld .

3 . De vaststellingen die met toepassing van deze verordening door de gespecialiseerde controleurs van de Commissie

of door de controleurs van een bevoegde instantie van een Lid-Staat worden gedaan, kunnen door de bevoegde instanties van de andere Lid-Staten of door de Commissie worden ingeroepen . In dat geval mag aan die vaststellingen geen geringere waarde toegekend worden enkel omdat zij niet van de betrokken Lid-Staat afkomstig zijn .

Artikel 15 Gecontroleerde personen

Natuurlijke of rechtspersonen en groeperingen van dergelijke personen wier beroepsactiviteiten aan de in deze verordening genoemde controles kunnen worden onderworpen, mogen deze controles geenszins hinderen, doch moeten deze te allen tijde vergemakkelijken .

Artikel 16 Controle-instrumenten

1 . De Commissie mag bijdragen in de financiering van de controle-instrumenten die voor het bereiken van de doeleinden van deze verordening vereist zijn .

2 . De Commissie zet bij het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek een databank met analytische gegevens over de wijnbouwprodukten op met het oog op een gecooerdineerde en eenvormige toepassing van de analysemethoden als bedoeld in artikel 74 van Verordening ( EEG ) nr . 822/87, met name de op kernspinresonantie gebaseerde methoden .

Iedere Lid-Staat zendt het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek de nader te bepalen monsters en analyseverslagen voor het opzetten van deze databank toe .

3 . De Commissie stelt de Lid-Staten referentiemateriaal ter beschikking voor het cooerdineren van de ijking van de apparatuur die bij bepaalde analyses in de wijnbouwsector wordt gebruikt .

Artikel 17 Informatie over de toepassing van deze verordening

1 . Met het oog op de toepassing van deze verordening belegt de Commissie tot en met 31 december 1990 ieder kwartaal en in de daaropvolgende jaren ten minste eenmaal per jaar, in het kader van het Comité van beheer voor wijn, een vergadering met de vertegenwoordigers van de contactinstanties, die eventueel door vertegenwoordigers van bevoegde instanties worden vergezeld .

De vergaderingen bestaan met name in :

- een algemene bespreking van de werking van de wederzijdse bijstand tussen de bevoegde instanties;

- een gedachtenwisseling over de conclusies die uit de ervaring met de samenwerking op het gebied van de wijnbouw moeten worden getrokken;

- het organiseren van studiebijeenkomsten waarop de controleurs van de Lid-Staten en van de Commissie hun kennis over de toepassing van deze verordening kunnen vergroten .

2 . De Commissie doet aan het Europese Parlement en aan de Raad jaarlijks een bondig rapport toekomen waarin de mededelingen als bedoeld in artikel 6, lid 5, worden samengevat, met in voorkomend geval aanbevelingen voor verbetering van de controleregeling .

In dit bondige rapport wordt melding gemaakt van de

opmerkingen die de Lid-Staten eventueel hebben gemaakt naar aanleiding van bovengenoemde mededelingen .

Artikel 18 Verordening ( EEG ) nr . 359/79 wordt ingetrokken .

Artikel 19 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1990 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg, 19 juni 1989 .

Voor de Raad

De Voorzitter

C . ROMERO HERRERA

( 1 ) PB nr . L 84 van 27 . 3 . 1987, blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 128 van 3 . 5 . 1989, blz . 31 .

( 3 ) PB nr . C 24 van 29 . 1 . 1988, blz . 8 .

( 4 ) PB nr . C 94 van 11 . 4 . 1988, blz . 209 .

( 5 ) PB nr . C 95 van 11 . 4 . 1988, blz . 9 .

( 6 ) PB nr . L 54 van 5 . 3 . 1979, blz . 136.(7 ) PB nr . L 144 van 2 . 6 . 1981, blz . 1 .

( 8 ) PB nr . L 90 van 2 . 4 . 1987, blz . 3 .( 9 ) PB nr . L 94 van 28 . 4 . 1970, blz . 13 .

( 10 ) PB nr . L 185 van 15 . 7 . 1988, blz . 1 .

( 11 ) PB nr . L 172 van 12 . 7 . 1977, blz . 17 .

( 12 ) PB nr . L 17 van 21 . 1 . 1989, blz . 51 . BIJLAGE IN ARTIKEL 3, LID 1, BEDOELDE PUNTEN DIE GECONTROLEERD MOETEN WORDEN - Oogst -, produktie - en voorraadopgaven .

- Het in voorraad houden en het verhandelen van niet-verpakte wijnbouwprodukten, met inbegrip van het opstellen en het gebruik van de geleidedocumenten voor het vervoer en het bijhouden van registers .

- Bestemming en gebruik van al dan niet gerectificeerde, geconcentreerde druivemost waarvoor steun wordt toegekend .

- Rooiing en herbeplanting alsmede aanplant van nieuwe wijnstokken .

- Natuurlijk alcohol-volumegehalte van de druiven die bij de wijnbereiding worden gebruikt .

- Grondstoffen die bij de wijnbereiding worden gebruikt .

- Oenologische procédés, met inbegrip van het in voorraad houden en verhandelen van produkten die worden gebruikt voor de behandeling van produkten uit de wijnbouwsector .

- Bestemming van wijn van druiverassen die niet bij de wijndruiverassen zijn ingedeeld .

- De verrijking van druiven, most en wijn, alsmede het in voorraad houden en het verhandelen van saccharose, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost .

- De bereiding van geconcentreerde druivemost en van gerectificeerde geconcentreerde druivemost met inbegrip van de produktie van de gebruikte grondstof .

- Het in voorraad houden, het verhandelen, het distilleren en het vernietigen van de bijprodukten van de wijnbereiding .

- Distillatie en opslag van produkten waarvoor steun wordt verleend .

- Samenstelling van de produkten .

- Bijwerking van het wijnbouwkadaster .

- Omschrijving en aanbiedingsvorm van de produkten van de wijnbouwsector .