31989L0530

Richtlijn 89/530/EEG van de Raad van 18 september 1989 ter aanvulling en wijziging van Richtlijn 76/116/EEG voor wat betreft de spoorelementen boor, kobalt, koper, ijzer, mangaan, molybdeen en zink in meststoffen

Publicatieblad Nr. L 281 van 30/09/1989 blz. 0116 - 0124
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 19 blz. 0109
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 19 blz. 0109


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 18 september 1989

ter aanvulling en wijziging van Richtlijn 76/116/EEG voor wat betreft de spoorelementen boor, kobalt, koper, ijzer, mangaan, molybdeen en zink in meststoffen

(89/530/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

In samenwerking met het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat maatregelen dienen te worden vastgesteld die ertoe bestemd zijn de interne markt geleidelijk tot stand te brengen in de loop van een periode die eindigt op 31 december 1992; dat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen omvat, waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd;

Overwegende dat in Richtlijn 76/116/EEG van de Raad van 18 december 1975 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake meststoffen (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/284/EEG (5), voorschriften zijn vastgesteld met betrekking tot het in de handel brengen van meststoffen van het EEG-type; dat het noodzakelijk is gebleken deze richtlijn uit te breiden tot zeven spoorelementen (boor, kobalt, koper, ijzer, mangaan, molybdeen en zink) in deze meststoffen;

Overwegende dat Richtlijn 76/116/EEG voortaan van toepassing dient te zijn op vaste of vloeibare meststoffen die een of meer van bovengenoemde spoorelementen bevatten, die apart in de handel worden gebracht, op de mengsels daarvan en op bepaalde chelaatvorming voor spoorelementen;

Overwegende dat een voortdurende ontwikkeling en bijwerking van de richtlijnen inzake meststoffen met betrekking tot de aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de produkten die in de bijlagen van die richtlijnen zijn opgenomen, wenselijk is; dat het te dien einde noodzakelijk wordt geacht de taken van het Comité, bedoeld in Richtlijn 76/116/EEG uit te breiden,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De in hoofdstuk A van de bijlage vermelde vaste of vloeibare meststoffen die uitsluitend een van de spoorelementen boor, kobalt, koper, ijzer, mangaan, molybdeen of zink bevatten en die voldoen aan de specificaties van dat hoofdstuk, mogen worden voorzien van de vermelding »EEG-meststof".

2. Mengsels die zijn samengesteld uit twee of meer van de in lid 1 bedoelde meststoffen en ten minste twee verschillende spoorelementen bevatten, mogen worden voorzien van de vermelding »EEG-meststof" indien zij voldoen aan hoofdstuk B van de bijlage.

Artikel 2

EEG-meststoffen die voldoen aan artikel 1 moeten worden verpakt.

Artikel 3

1. Voor de EEG-meststoffen die voorkomen in bijlage I van Richtlijn 76/116/EEG moet het gehalte aan een of meer van de spoorelementen boor, kobalt, koper, ijzer, mangaan, molybdeen of zink worden aangegeven, indien

a) deze spoorelementen zijn toegevoegd en aanwezig zijn in hoeveelheden die ten minste gelijk zijn aan de in de hoofdstukken C en D van de bijlage van de onderhavige richtlijn opgenomen minimumwaarden,

b) de EEG-meststof blijft voldoen aan de specificaties die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 76/116/EEG.

2. Wanneer de spoorelementen gebruikelijke bestanddelen zijn van de grondstoffen die voor toevoeging van de hoofdbestanddelen en secundaire bestanddelen worden gebruikt, is vermelding hiervan facultatief, mits deze spoorelementen aanwezig zijn in hoeveelheden die ten minste gelijk zijn aan de in de hoofdstukken C en D van de bijlage van de onderhavige richtlijn opgenomen minimumwaarden.

Artikel 4

Voor de identificatie van de in deze richtlijn bedoelde meststoffen zijn de volgende vermeldingen verplicht:

a) de vermelding »EEG-meststof" in hoofdletters;

b) de typeaanduiding van de meststof:

- hetzij overeenkomstig hoofdstuk A van de bijlage,

- hetzij met de typeaanduiding »mengsel van spoorelementen" gevolgd door de namen van de daarin voorkomende spoorelementen of hun chemische symbolen,

- hetzij overeenkomstig bijlage I van Richtlijn 76/116/EEG, waarbij de typeaanduiding wordt aangevuld met een van de volgende vermeldingen:

»met spoorelementen", of

»met . . ." gevolgd door de naam van elk van de aanwezige spoorelementen of het chemisch symbool daarvoor.

Na de typeaanduiding mogen uitsluitend de getallen worden vermeld die het gehalte aangegeven aan hoofd- en secundaire bestanddelen die vallen onder Richtlijn 76/116/EEG.

Wanneer verschillende spoorelementen aanwezig zijn, worden zij vermeld in de alfabetische volgorde van hun chemische symbolen: B, Co, Cu, Fe, Mn, Mo, Zn;

c) het gewaarborgde gehalte voor elk van de waardegevende bestanddelen, het gewaarborgde gehalte aan bepaalde vormen en/of de oplosbaarheid zoals deze zijn voorgeschreven in de bijlagen van Richtlijn 76/116/EEG en, voor elk spoorelement, zoals ze zijn voorgeschreven in artikel 6;

d) wanneer een spoorelement geheel of gedeeltelijk een chemische verbinding vormt met een organisch molecuul, wordt de naam van het spoorelement gevolgd door een van de volgende benamingen:

- »chelaatvormer . . ." (benaming of afkorting van de chelaatvormer als in hoofdstuk E, punt 1, van de bijlage),

- »complexvormer . . ." (benaming van de complexvormer als in hoofdstuk E, punt 2, van de bijlage).

De vermelding van het gehalte aan spoorelementen moet geschieden in gewichtspercenten in gehele getallen, eventueel, voor meststoffen die slechts één spoorelement bevatten (hoofdstuk A van de bijlage), gevolgd door een decimaal. Voor meststoffen die meer dan een spoorelement bevatten, kan een aantal decimalen worden opgegeven dat voor elk element overeenkomt met het aantal decimalen in de hoofdstukken B, C en D van de bijlage.

Het gehalte aan spoorelementen moet worden vermeld met de volledige benaming in het chemische symbool.

etiket of de begeleidende papieren moeten, voor de produkten opgenomen in de hoofdstukken A en B van de bijlage, onder de verplichte of facultatieve vermeldingen worden voorzien van de opmerking:

»Alleen te gebruiken in geval van gebleken behoefte. De benodigde doses mogen niet worden overschreden.".

Artikel 5

De Lid-Staten mogen op hun grondgebied, zonder het in de handel brengen te belemmeren, en onder de verantwoordelijkheid van degene die verantwoordelijk is voor het op de markt brengen, de dosisaanduidingen en gebruiksaanwijzingen eisen die passen bij de bodemgesteldheid en de teelt waarvoor de meststof wordt gebruikt. Deze aanwijzingen moeten duidelijk gescheiden staan van de in artikel 4 bedoelde verplichte vermeldingen op het etiket.

Artikel 6

De Lid-Staten schrijven voor dat het gehalte aan spoorelementen van op de markt gebrachte EEG-meststoffen moet worden aangegeven in de vorm van het element (B, Co, Cu, Fe, Mn, Mo, Zn).

Het gehalte aan een spoorelement in meststoffen wordt als volgt aangegeven:

a) voor de in artikel 1, lid 1, bedoelde meststoffen: volgens de voorschriften van hoofdstuk A van de bijlage (kolom 6);

b) voor de in artikel 1, lid 2, en artikel 3 bedoelde meststoffen: door aan te geven:

- het totaalgehalte uitgedrukt als gewichtspercentage van de meststof, en

- het in water oplosbare gehalte, uitgedrukt in gewichtspercentage van de meststof, wanneer dit gehalte ten minste de helft van het totaalgehalte bedraagt.

Wanneer een spoorelement volledig oplosbaar is in water, wordt alleen het in water oplosbare gehalte aangegeven.

Het gehalte aan een spoorelement in meststoffen wordt bepaald onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in des analysemethoden waarin artikel 8 van Richtlijn 76/116/EEG voorziet. Wanneer een element chemisch gebonden is aan een organisch molecule, wordt het in de meststof aanwezige gehalte onmiddellijk na het in water oplosbare gehalte aangegeven in gewichtspercentage van de meststof, gevolgd door het woord »chelaatvormer" of »complexvormer" met de naam van het organisch molecule, zoals deze voorkomt in hoofdstuk E van de bijlage. De naam van het organisch molecule mag worden vervangen door de afkorting.

Artikel 7

De toegelaten toleranties ten opzichte van de aangegeven gehalten aan spoorelementen worden vastgesteld op:

- bij een gehalte hoger dan 2 %: 0,4 % in absolute waarde,

- bij een gehalte lager dan of gelijk aan 2 %: 20 % van de aangegeven waarde.

Artikel 8

Lid 1 van artikel 9 van Richtlijn 76/116/EEG wordt vervangen door:

»1. De wijzigingen die nodig zijn om de bijlagen aan de technische vooruitgang aan te passen, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 11.

Indien deze wijzigingen worden aangebracht, kan een meststof slechts in het verkeer worden gebracht:

a) indien deze geen schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu;

b) indien deze doeltreffende waardegevende bestanddelen bevat die zijn afgestemd op de behoeften van een bepaalde teelt of op de groeivoorwaarden van bepaalde teelten.".

Artikel 9

1. De Lid-Staten doen de nodige bepalingen in werking treden om binnen 18 maanden na de kennisgeving van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

2. De Lid-Staten delen de Commissie alle bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 10

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 18 september 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

E. CRESSON

(1) PB nr. C 304 van 29. 11. 1988, blz. 8.

(2) PB nr. C 47 van 20. 2. 1989, blz. 75, en besluit van 15 september 1989 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(3) PB nr. C 102 van 24. 4. 1989, blz. 9.

(4) PB nr. L 24 van 30. 1. 1976, blz. 21.

(5) PB nr. L 111 van 22. 4. 1989, blz. 34.

BIJLAGE

HOOFDSTUK A

MESTSTOFFEN WAARIN SLECHTS ÉÉN SPOORELEMENT WORDT AANGEGEVEN

NB 1: Een chelaatvormer kan worden aangeduid met de afkorting die voorkomt in hoofdstuk E.

NB 2: Als na oplossing van het produkt in water geen enkel residu achterblijft, mag dit worden aangeduid met »voor oplossing".

NB 3: Wanneer een spoorelement in chelaatvorm aanwezig is, moet worden aangegeven op welk pH-traject de stabiliteit van de fractie is gewaarborgd.

1.2.3.4.5.6 // // // // // // // Nr. // Typeaanduidingen // Wijze van produktie en hoofdbestanddelen // Minimumgehalte aan waardegevende spoorelementen (in gewichtspercenten). Aanduiding van de waardegevende bestanddelen. Verdere vereisten // Verdere gegevens betreffende de typeaanduiding // Spoorelementen waarvan het gehalte moet worden gewaarborgd. Oplosbaarheid. Andere hoedanigheden // // // // // // // 1 // 2 // 3 // 4 // 5 // 6 // // // // // // 1,6 // // BOOR

1.2.3.4.5.6 // // // // // // // 1a // Boorzuur // Produkt verkregen door de inwerking van een zuur op een boraat // 14 % B oplosbaar in water // De gebruikelijke handelsbenamingen mogen worden toegevoegd // Boor (B) oplosbaar in water // // // // // // // 1b // Natriumtetraboraat // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel natriumtetraboraat bevat // 10 % B oplosbaar in water // De gebruikelijke handelsbenamingen mogen worden toegevoegd // Boor (B) oplosbaar in water // // // // // // // 1c // Calciumtetraboraat // Produkt verkregen uit Colemaniet of Pandermiet dat als hoofdbestanddeel calciumtetraboraat bevat // 7 % B totaal Deeltjesgrootte: een zeef met een maaswijdte van 0,063 mm moet ten minste 98 % doorlaten // De gebruikelijke handelsbenamingen mogen worden toegevoegd // Boor (B) totaal // // // // // // // 1d // Boorethanolamine // Produkt verkregen door reactie van boorzuur met een ethanolamine // 8 % B oplosbaar in water // // Boor (B) oplosbaar in water // // // // // // // 1e // Boormeststof in oplossing of suspensie // Door oplossing of suspendering in water van de types 1a, 1b, 1d verkregen produkt // 2 % B oplosbaar in water // // Boor (B) oplosbaar in water // // // // // //

1.2.3.4.5.6 // // // // // // // 2a // Kobaltzout // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel een anorganisch kobaltzout bevat // 19 % Co oplosbaar in water // Bij de aanduiding dient de naam van het bijbehorende anion te worden vermeld // Kobalt (Co) oplosbaar in water // // // // // // // 2b // Kobaltchelaat // Door chemische binding van kobalt met een chelaatvormer verkregen produkt // 2 % Co oplosbaar in water, waarvan ten minste 8/10 in chelaatvorm // Aard van de chelaatvormer // Kobalt (Co) oplosbaar in water Kobalt (Co) in chelaatvorm // // // // // // // 2c // Kobaltmeststof in oplossing // Door oplossing in water van de types 2a en/of 2b verkregen produkt // 2 % Co oplosbaar in water // Bij de aanduiding dient de naam van het anorganische anion en de aard van de chelaatvormer te worden vermeld // Kobalt (Co) oplosbaar in water Kobalt (Co) in chelaatvorm // // // // // // 1,6 // KOPER

1.2.3.4.5.6 // // // // // // // 3a // Koperzout // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel een anorganisch koperzout bevat // 20 % Cu oplosbaar in water // Bij de aanduiding dient de naam van het bijbehorende anion te worden vermeld // Koper (Cu) oplosbaar in water // // // // // // // 3b // Koperoxide // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel koperoxide bevat // 70 % Cu totaal Deeltjesgrootte: een zeef met een maaswijdte van 0,063 mm moet ten minste 98 % doorlaten // // Koper (Cu) totaal // // // // // // // 3c // Koperhydroxide // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel koperhydroxide bevat // 45 % Cu totaal Deeltjesgrootte: een zeef met een maaswijdte van 0,063 mm moet ten minste 98 % doorlaten // // Koper (Cu) totaal // // // // // // // 3d // Koperchelaat // Door chemische binding van koper met een chelaatvormer verkregen produkt // 9 % Cu oplosbaar in water waarvan ten minste 8/10 in chelaatvorm // Aard van de chelaatvormer // Koper (Cu) oplosbaar in water Koper (Cu) in chelaatvorm // // // // // // // 3e // Meststof op basis van koper // Door menging van de types 3a, 3b, 3c of 3d en, eventueel, een niet toxische drager zonder voedingselementen verkregen produkt // 5 % Cu totaal Deeltjesgrootte: een zeef met een maaswijdte van 0,063 mm moet ten minste 98 % doorlaten // Aard van de chelaatvormer // Koper (Cu) totaal Koper (Cu) oplosbaar in water, indien ten minste 1/4 van het kopertotaal Koper (Cu) in chelaatvorm // // // // // // // 3f // Kopermeststof in oplossing // Door oplossing in water van de types 3a en/of 3d verkregen produkt // 3 % Cu oplosbaar in water // Aard van de chelaatvormer // Koper (Cu) oplosbaar in water Koper (Cu) in chelaatvorm // // // // // // // // // // // // // 1 // 2 // 3 // 4 // 5 // 6 // // // // // // 1,6 // 1,6 // IJZER

1.2.3.4.5.6 // // // // // // // 4a // IJzerzout // Langs chemische weg verkregen produkt met als hoofdbestanddeel een ferro(Fe II)-zout // 12 % Fe oplosbaar in water // Bij de aanduiding dient de naam van het bijbehorende anion te worden vermeld // IJzer (Fe) oplosbaar in water // // // // // // // 4b // IJzerchelaat // Door chemische binding van ijzer met een chelaatvormer verkregen produkt // 5 % Fe oplosbaar in water, waarvan minstens 8/10 in chelaatvorm // Aard van de chelaatvormer // IJzer (Fe) oplosbaar in water IJzer (Fe) in chelaatvorm // // // // // // // 4c // IJzermeststof in oplossing // Door oplossing in water van de types 4a en/of 4b verkregen produkt // 2 % Fe oplosbaar in water // Aard van de chelaatvormer // IJzer (Fe) oplosbaar in water IJzer (Fe) in chelaatvorm // // // // // // 1,6 // MANGAAN

1.2.3.4.5.6 // // // // // // // 5a // Mangaanzout // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel een anorganisch mangaan(Mn II)-zout bevat // 17 % Mn oplosbaar in water // Bij de aanduiding dient de naam van het bijbehorende anion te worden vermeld // Mangaan (Mn) oplosbaar in water // // // // // // // 5b // Mangaanchelaat // Door chemische binding van mangaan met een chelaatvormer verkregen produkt // 5 % Mn oplosbaar in water waarvan ten minste 8/10 in chelaatvorm // Aard van de chelaatvormer // Mangaan (Mn) oplosbaar in water Mangaan (Mn) in chelaatvorm // // // // // // // 5c // Mangaanoxide // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel mangaanoxiden bevat // 40 % Mn totaal Deeltjesgrootte: een zeef met een maaswijdte van 0,063 mm moet ten minste 80 % doorlaten // // Mangaan (Mn) totaal // // // // // // // 5d // Meststof op basis van mangaan // Door menging van de types 5a en 5c verkregen produkt // 17 % Mn totaal // // Mangaan (Mn) totaal Mangaan (Mn) oplosbaar in water als dit ten minste 1/4 van mangaan (Mn) totaal is // // // // // // // 5e // Mangaanmeststof in oplossing // Door oplossing in water van de types 5a en/of 5b verkregen produkt // 3 % Mn oplosbaar in water // Aard van de chelaatvormer // Mangaan (Mn) oplosbaar in water Mangaan (Mn) in chelaatvorm // // // // // // 1,6 // MOLYBDEEN

1.2.3.4.5.6 // // // // // // // 6a // Natriummolybdaat // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel natriummolybdaat bevat // 35 % Mo oplosbaar in water // // Molybdeen (Mo) oplosbaar in water // // // // // // // 6b // Ammoniummolybdaat // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel ammoniummolybdaat bevat // 50 % Mo oplosbaar in water // // Molybdeen (Mo) oplosbaar in water // // // // // // // 6c // Meststof op basis van molybdeen // Door menging van de types 6a en 6b verkregen produkt // 35 % Mo oplosbaar in water // // Molybdeen (Mo) oplosbaar in water // // // // // // // 6d // Molybdeenmeststof in oplossing // Door oplossing in water van de types 6a en/of 6b verkregen produkt // 3 % Mo oplosbaar in water // // Molybdeen (Mo) oplosbaar in water // // // // // // // // // // // // // 1 // 2 // 3 // 4 // 5 // 6 // // // // // // 1,6 // 1,6 // ZINK

1.2.3.4.5.6 // // // // // // // 7a // Zinkzout // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel een anorganisch zinkzout bevat // 15 % Zn oplosbaar in water // Bij de aanduiding dient de naam van het bijbehorende anion te worden vermeld // Zink (Zn) oplosbaar in water // // // // // // // 7b // Zinkchelaat // Door chemische binding van zink met een chelaatvormer verkregen produkt // 5 % Zn oplosbaar in water // Aard van de chelaatvormer // Zink (Zn) oplosbaar in water Zink (Zn) in chelaatvorm // // // // // // // 7c // Zinkoxide // Langs chemische weg verkregen produkt dat als hoofdbestanddeel zinkoxide bevat // 70 % Zn totaal // // Zink (Zn) totaal // // // // // // // 7d // Meststof op basis van zink // Door menging van de types 7a en 7c verkregen produkt // 30 % Zn totaal // // Zinc (Zn) totaal Zink (Zn) oplosbaar in water als dit ten minste 1/4 van zink (Zn) totaal is // // // // // // // 7e // Zinkmeststof in oplossing // Door oplossing in water van de types 7a en 7b verkregen produkt // 3 % Zn oplosbaar in water // Aard van de chelaatvormer // Zink (Zn) oplosbaar in water Hoeveelheid zink (Zn) in chelaatvorm // // // // // //

MINIMUMGEHALTE AAN SPOORELEMENTEN IN GEWICHTSPERCENTEN VAN DE MESTSTOF

HOOFDSTUK B

MENGSELS VAN SPOORELEMENTEN IN VLOEIBARE OF VASTE VORM

1.2,3 // // // // Wanneer het spoorelement aanwezig is // 1.2.3 // // uitsluitend in anorganische vorm // in chelaatvorm of complexvorm // // // // Per spoorelement: // // // Boor (B) // 0,2 // 0,2 // Kobalt (Co) // 0,02 // 0,02 // Koper (Cu) // 0,5 // 0,1 // IJzer (Fe) // 2,0 // 0,3 // Mangaan (Mn) // 0,5 // 0,1 // Molybdeen (Mo) // 0,02 // - // Zink (Zn) // 0,5 // 0,1 // // //

Minimaal totaalgehalte aan spoorelementen in een mengsel in vaste vorm: 5 gewichtspercent van de meststof.

Minimaal totaalgehalte aan spoorelementen in een mengsel in vloeibare vorm: 2 gewichtspercent van de meststof.

HOOFDSTUK C

EEG-MESTSTOFFEN DIE HOOFDBESTANDDELEN EN/OF SECUNDAIRE BESTANDDELEN MET SPOORELEMENTEN BEVATTEN EN IN DE BODEM WORDEN GEBRACHT

1.2.3 // // // // // Voor veldgewassen en weidegras // Voor gebruik in de tuinbouw // // // // Boor (B) // 0,01 // 0,01 // Kobalt (Co) // 0,002 // - // Koper (Cu) // 0,01 // 0,002 // IJzer (Fe) // 0,5 // 0,02 // Mangaan (Mn) // 0,1 // 0,01 // Molybdeen (Mo) // 0,001 // 0,001 // Zink (Zn) // 0,01 // 0,002 // // //

HOOFDSTUK D

EEG-MESTSTOFFEN VOOR VERSTUIVING OP BLADEREN DIE HOOFDBESTANDDELEN EN/OF SECUNDAIRE BESTANDDELEN MET SPOORELEMENTEN BEVATTEN

Boor (B) 0,01

Kobalt (Co) 0,002

Koper (Cu) 0,002

IJzer (Fe) 0,02

Mangaan (Mn) 0,01

Molybdeen (Mo) 0,001

Zink (Zn) 0,002 HOOFDSTUK E

LIJST VAN DE ORGANISCHE VERBINDINGEN DIE ALS COMPLEXVORMER VOOR SPOORELEMENTEN ZIJN TOEGELATEN

Definitie van spoorelementen in complexvorm:

In de zin van de richtlijn wordt onder spoorelementen in complexvorm verstaan de combinaties waarin het metaal aanwezig is in de vorm van:

- een chelaat;

- een complex.

Toegelaten produkten:

1. Chelaatvormers

De volgende zuren en hun natrium-, kalium- en ammoniumzouten:

1.2.3 // Ethyleendiaminetetra-azijnzuur: // EDTA // C10H16O8N2 // Diëthyleentriaminepenta-azijnzuur: // DTPA // C14H23O10N3 // Ethyleendiaminedi(2-hydroxyfenyl)azijnzuur: // EDDHA // C18H20O6N2 // 2-Hydroxyethyleendiaminetriazijnzuur: // HEDTA // C10H18O7N2 // Ethyleendiaminedi(2-hydroxy-4-methylfenyl)azijnzuur: // EDDHMA // C20H24N2O6 // Ethyleendiaminedi(5-carboxy-2-hydroxyfenyl)azijnzuur: // EDDCHA // C20H20O10N2

2. Complexvormers (*)

(*) Lijst nog vast te stellen.

MOLYBDEEN ( MO ) OPLOSBAAR IN WATER // // // // // //

6C

MESTSTOF OP BASIS VAN MOLYBDEEN

DOOR MENGING VAN DE TYPES 6A EN 6B VERKREGEN PRODUKT

35 % MO OPLOSBAAR IN WATER //

MOLYBDEEN ( MO ) OPLOSBAAR IN WATER // // // // // //

6D

MOLYBDEENMESTSTOF IN OPLOSSING

DOOR OPLOSSING IN WATER VAN DE TYPES 6A EN/OF 6B VERKREGEN PRODUKT

3 % MO OPLOSBAAR IN WATER //

MOLYBDEEN ( MO ) OPLOSBAAR IN WATER // // // // // //

1

2

3

4

5

6

1,61,6ZINK

1.2.3.4.5.67A

ZINKZOUT

LANGS CHEMISCHE WEG VERKREGEN PRODUKT DAT ALS HOOFDBESTANDDEEL EEN ANORGANISCH ZINKZOUT BEVAT

15 % ZN OPLOSBAAR IN WATER

BIJ DE AANDUIDING DIENT DE NAAM VAN HET BIJBEHORENDE ANION TE WORDEN VERMELD

ZINK ( ZN ) OPLOSBAAR IN WATER // // // // // //

7B

ZINKCHELAAT

DOOR CHEMISCHE BINDING VAN ZINK MET EEN CHELAATVORMER VERKREGEN PRODUKT

5 % ZN OPLOSBAAR IN WATER

AARD VAN DE CHELAATVORMER

ZINK ( ZN ) OPLOSBAAR IN WATER ZINK ( ZN ) IN CHELAATVORM // // // // // //

7C

ZINKOXIDE

LANGS CHEMISCHE WEG VERKREGEN PRODUKT DAT ALS HOOFDBESTANDDEEL ZINKOXIDE BEVAT

70 % ZN TOTAAL //

ZINK ( ZN ) TOTAAL // // // // // //

7D

MESTSTOF OP BASIS VAN ZINK

DOOR MENGING VAN DE TYPES 7A EN 7C VERKREGEN PRODUKT

30 % ZN TOTAAL //

ZINC ( ZN ) TOTAAL ZINK ( ZN ) OPLOSBAAR IN WATER ALS DIT TEN MINSTE 1/4 VAN ZINK ( ZN ) TOTAAL IS // // // // // //

7E

ZINKMESTSTOF IN OPLOSSING

DOOR OPLOSSING IN WATER VAN DE TYPES 7A EN 7B VERKREGEN PRODUKT

3 % ZN OPLOSBAAR IN WATER

AARD VAN DE CHELAATVORMER

ZINK ( ZN ) OPLOSBAAR IN WATER HOEVEELHEID ZINK ( ZN ) IN CHELAATVORM // // // // // //

MINIMUMGEHALTE AAN SPOORELEMENTEN IN GEWICHTSPERCENTEN VAN DE MESTSTOF

HOOFDSTUK B

MENGSELS VAN SPOORELEMENTEN IN VLOEIBARE OF VASTE VORM

1.2,3WANNEER HET SPOORELEMENT AANWEZIG IS

1.2.3UITSLUITEND IN ANORGANISCHE VORM

IN CHELAATVORM OF COMPLEXVORM // // //

PER SPOORELEMENT : // //

BOOR ( B )

0,2

0,2

KOBALT ( CO )

0,02

0,02

KOPER ( CU )

0,5

0,1

IJZER ( FE )

2,0

0,3

MANGAAN ( MN )

0,5

0,1

MOLYBDEEN ( MO )

0,02

_

ZINK ( ZN )

0,5

0,1 // // //

MINIMAAL TOTAALGEHALTE AAN SPOORELEMENTEN IN EEN MENGSEL IN VASTE VORM : 5 GEWICHTSPERCENT VAN DE MESTSTOF .

MINIMAAL TOTAALGEHALTE AAN SPOORELEMENTEN IN EEN MENGSEL IN VLOEIBARE VORM : 2 GEWICHTSPERCENT VAN DE MESTSTOF .

HOOFDSTUK C

EEG-MESTSTOFFEN DIE HOOFDBESTANDDELEN EN/OF SECUNDAIRE BESTANDDELEN MET SPOORELEMENTEN BEVATTEN EN IN DE BODEM WORDEN GEBRACHT

1.2.3VOOR VELDGEWASSEN EN WEIDEGRAS

VOOR GEBRUIK IN DE TUINBOUW // // //

BOOR ( B )

0,01

0,01

KOBALT ( CO )

0,002

_

KOPER ( CU )

0,01

0,002

IJZER ( FE )

0,5

0,02

MANGAAN ( MN )

0,1

0,01

MOLYBDEEN ( MO )

0,001

0,001

ZINK ( ZN )

0,01

0,002 // // //

HOOFDSTUK D

EEG-MESTSTOFFEN VOOR VERSTUIVING OP BLADEREN DIE HOOFDBESTANDDELEN EN/OF SECUNDAIRE BESTANDDELEN MET SPOORELEMENTEN BEVATTEN

BOOR ( B ) 0,01

KOBALT ( CO ) 0,002

KOPER ( CU ) 0,002

IJZER ( FE ) 0,02

MANGAAN ( MN ) 0,01

MOLYBDEEN ( MO ) 0,001

ZINK ( ZN ) 0,002

HOOFDSTUK E

LIJST VAN DE ORGANISCHE VERBINDINGEN DIE ALS COMPLEXVORMER VOOR SPOORELEMENTEN ZIJN TOEGELATEN

DEFINITIE VAN SPOORELEMENTEN IN COMPLEXVORM :

IN DE ZIN VAN DE RICHTLIJN WORDT ONDER SPOORELEMENTEN IN COMPLEXVORM VERSTAAN DE COMBINATIES WAARIN HET METAAL AANWEZIG IS IN DE VORM VAN :

_ EEN CHELAAT;

_ EEN COMPLEX .

TOEGELATEN PRODUKTEN :

1 . CHELAATVORMERS

DE VOLGENDE ZUREN EN HUN NATRIUM -, KALIUM - EN AMMONIUMZOUTEN :

1.2.3ETHYLEENDIAMINETETRA-AZIJNZUUR :

EDTA

C10H16O8N2

DIETHYLEENTRIAMINEPENTA-AZIJNZUUR :

DTPA

C14H23O10N3

ETHYLEENDIAMINEDI(2-HYDROXYFENYL)AZIJNZUUR :

EDDHA

C18H20O6N2

2-HYDROXYETHYLEENDIAMINETRIAZIJNZUUR :

HEDTA

C10H18O7N2

ETHYLEENDIAMINEDI(2-HYDROXY-4-METHYLFENYL)AZIJNZUUR :

EDDHMA

C20H24N2O6

ETHYLEENDIAMINEDI(5-CARBOXY-2-HYDROXYFENYL)AZIJNZUUR :

EDDCHA

C20H20O10N2

2 . COMPLEXVORMERS (*)

(*) LIJST NOG VAST TE STELLEN .