31989D0687

89/687/EEG: BESLUIT VAN DE RAAD VAN 22 DECEMBER 1989 TOT INSTELLING VAN EEN PROGRAMMA VAN SPECIAAL OP HET AFGELEGEN EN INSULAIRE KARAKTER VAN DE FRANSE OVERZEESE DEPARTEMENTEN AFGESTEMDE MAATREGELEN ( POSEIDOM )

Publicatieblad Nr. L 399 van 30/12/1989 blz. 0039 - 0045


BESLUIT VAN DE RAAD

van 22 december 1989

tot instelling van een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de Franse overzeese departementen afgestemde maatregelen (Poseidom)

(89/687/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 227, lid 2, en artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in artikel 227, lid 2, van het Verdrag is bepaald dat de Instellingen van de Gemeenschap er, binnen het raam van de procedures waarin dit Verdrag voorziet, zorg voor dragen dat de economische en sociale ontwikkeling van de Franse overzeese departementen mogelijk wordt gemaakt; dat te dien einde een meerjarenprogramma voor meerdere sectoren moet worden ingesteld ten einde die doelstelling beter te verwezenlijken; dat het Verdrag in casu niet in de voor de aanneming van dit besluit vereiste bevoegdheden voorziet en dat derhalve gebruik moet worden gemaakt van artikel 235;

Overwegende dat de Franse overzeese departementen, die eveneens regio's vormen in de zin van de Franse wet van 2 augustus 1984, te kampen hebben met een grote structurele achterstand, die wordt verergerd door een aantal factoren (afgelegen karakter, insulariteit, geringe oppervlakte, moeilijk reliëf en klimaat, afhankelijkheid van de economie van enkele produkten) die vanwege de duurzaamheid en het gecumuleerde effect hun economische en sociale ontwikkeling ernstig schaden; dat het aan deze factoren is toe te schrijven dat hun sociaal-economische context sterk verschilt van die van de overige regio's van de Gemeenschap, met name wat de werkloosheid betreft, die een van de hoogste is in de Gemeenschap en voornamelijk de jongeren treft;

Overwegende dat de communautaire instanties herhaaldelijk hun solidariteit ten aanzien van de Franse overzeese departementen hebben betuigd, hetzij via steunverlening door de communautaire fondsen, hetzij door rekening te houden met hun specifieke omstandigheden bij de toepassing van de communautaire regelingen; dat het Europese Parlement er in zijn resolutie van 11 mei 1987 betreffende de regionale

problemen van de overzeese departementen nadrukkelijk op heeft gewezen dat de ernst van de situatie in de Franse

overzeese departementen een actie voor economische en sociale ontwikkeling in diverse sectoren rechtvaardigt en vereist, en de communautaire instanties heeft verzocht een reeks zeer uiteenlopende acties ten uitvoer te leggen;

Overwegende dat vanwege de bijzondere problemen van de Franse overzeese departementen de steun van de Gemeenschap dient te worden opgevoerd om hun economische en sociale ontwikkeling te bevorderen; dat deze steun onverwijld dient te worden verleend om de integratie van hun economie in de interne markt van 1993 te vergemakkelijken;

Overwegende dat de Franse overzeese departementen een integrerend deel van de Gemeenschap uitmaken op grond van artikel 227, lid 2, van het Verdrag, zoals dat door het Hof van Justitie werd uitgelegd in zijn jurisprudentie, volgens welke de bepalingen van het Verdrag en het afgeleide recht van rechtswege op de Franse overzeese departementen van toepassing zijn, met dien verstande dat er altijd specifieke maatregelen ten behoeve van de Franse overzeese departementen kunnen worden getroffen, voor zover en zolang hiertoe een objectieve noodzaak bestaat met het oog op de "economische en sociale ontwikkeling van die streken'';

Overwegende evenwel dat de Franse overzeese departementen, hoewel zij een integrerend deel van de Gemeenschap uitmaken, zijn gelegen in tropische ontwikkelingsgebieden; dat bij iedere actie met betrekking tot deze departementen derhalve terdege rekening dient te worden gehouden met deze tweeledige dimensie en zowel het oogmerk van voltooiing van de interne markt als dat van erkenning van de regionale realiteit nagestreefd moeten worden; dat het oogmerk van voltooiing van de interne markt moet leiden tot handhaving, aanpassing of afschaffing van de in de Franse overzeese departementen geldende regelingen, met als maatstaf de regelingen die in de hele Gemeenschap zullen gelden, ten einde de Franse overzeese departementen in staat te stellen op het gemiddelde economische en sociale niveau van de Gemeenschap te komen;

Overwegende dat de te treffen Europese regelingen inzake bescherming van het milieu en de natuurlijke hulpbronnen rekening moeten houden met het broze karakter van de insulaire gebieden en het gevaar dat voor die gebieden uitgaat van een toenemende toeristische druk;

Overwegende dat voor het verwezenlijken van deze doelstellingen met name dient te worden overgegaan tot aanpassing van de algemene communautaire regelingen, voor zover daarin niet voldoende rekening is gehouden met de bijzondere kenmerken van de Franse overzeese departementen; dat derhalve een samenhangende aanpak vereist is in het kader van een globaal actieprogramma;

Overwegende dat de uitvoering van dit programma moet geschieden middels door de Raad of de Commissie, al naar het geval, vast te stellen besluiten, waarvan er sommige enkel voor de Franse overzeese departementen gelden en andere de Franse overzeese departementen incidenteel in het kader van teksten van algemene strekking raken;

Overwegende dat het uit doelmatigheidsoverwegingen wenselijk is dat een dergelijk programma zich over meerdere jaren uitstrekt, en voor bepaalde programmaonderdelen eventueel tot na 31 december 1992 loopt, zulks in verband met de permanente problemen die kenmerkend zijn voor de Franse overzeese departementen;

Overwegende dat de economische gevolgen van eventuele specifieke regelingen strikt tot het grondgebied van de Franse overzeese departementen beperkt moeten blijven, zonder de werking van de gemeenschappelijke markt rechtstreeks te beïnvloeden;

Overwegende dat voor bepaalde tropische produkten van de Franse overzeese departementen nog geen gemeenschappelijke maatregelen gelden, zodat het niet mogelijk is de in artikel 39 van het Verdrag vermelde doelstellingen te verwezenlijken ten aanzien van de betrokken producenten; dat het derhalve nodig zal zijn op de Franse overzeese departementen, onder voorbehoud van aanpassingen, de bestaande gemeenschappelijke marktregelingen toe te passen enerzijds en bepaalde gemeenschappelijke regelingen aan te passen of te voorzien in oplossingen ad hoc anderzijds; dat in het bijzonder voor de bananenmarkt bepalingen moeten worden vastgesteld waarin rekening wordt gehouden met de doelstellingen van de Europese Akte, en dat het dienstig zal zijn maatregelen voor de Franse overzeese departementen te treffen, gezien het economisch en sociaal belang van dit produkt in bepaalde Franse overzeese departementen, ten einde de producenten een billijke levensstandaard te garanderen;

Overwegende dat de uitzonderlijke geografische ligging van de Franse overzeese departementen ten opzichte van de voorzieningsbronnen ten behoeve van bepaalde voor het dagelijks verbruik essentiële voedingssectoren hoge kosten meebrengt die een ernstige handicap zijn voor deze sectoren; dat meer in hun behoeften aan landbouw- en voedselprodukten zou moeten worden voorzien door plaatselijke produktie, hetgeen met name geldt voor de veehouderij, een sector waarin produktiemiddelen een groot aandeel hebben in de kosten van het eindprodukt; dat deze handicap derhalve door passende maatregelen moet worden verholpen;

Overwegende dat de Franse overzeese departementen de markt van de Gemeenschap in Europa dezelfde tropische produkten leveren als die welke gedeeltelijk tegen lagere kosten uit naburige ontwikkelingslanden die preferentiële toegang tot de communautaire markt hebben, worden betrokken, zodat het beginsel van communautaire preferentie in feite moeilijk is toe te passen ten aanzien van de in Franse overzeese departementen aangekochte produkten; dat de in de nabijheid van de Franse overzeese departementen gelegen landen voorts een potentiële afzetmarkt voor de tropische produkten van deze departementen vormen, waarbij erop moet worden gewezen dat de omvangrijke toeristenindustrie aldaar in het algemeen wordt bevoorraad met produkten van andere oorsprong tegen lagere kosten; dat nauwere regionale samenwerking de Franse overzeese departementen in staat zou kunnen stellen deze afzetmogelijkheid

beter te benutten; dat ook deze handicap door passende maatregelen moet worden verholpen;

Overwegende dat er - vaak reeds lang geleden - vele nationale, speciaal voor de Franse overzeese departementen geldende regelingen zijn getroffen om hun economische en sociale ontwikkeling te bevorderen; dat het met het oog op

de voltooiing van de interne markt noodzakelijk is dat vóór 31 december 1992 een beslissing wordt genomen omtrent de handhaving, aanpassing of afschaffing van deze regelingen, in overeenstemming met de algemene beginselen van het Verdrag en met inachtneming van de bijzondere problemen waarmee deze streken te kampen hebben;

Overwegende dat het van belang is over geregelde en zo goedkoop mogelijke verkeersverbindingen te beschikken om de aan het afgelegen en insulaire karakter verbonden nadelen te verhelpen; dat vervoer door de lucht een instrument voor regionale ontwikkeling vormt en dat in het kader van het partnership met de lokale autoriteiten moet worden gezocht naar de meest passende vormen van een grotere liberalisatie;

Overwegende dat rum in deze context in de Franse overzeese departementen een produkt van het grootste economisch en sociaal belang is; dat de Raad Frankrijk bij Beschikking 88/245/EEG (1) heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 95 van het Verdrag, tot en met 31 december 1992 een bijzondere belastingregeling op de nationale Franse markt toe te passen; dat vóór deze datum de gevolgen van de nieuwe communautaire definitie, de opheffing van de verdeling over de Lid-Staten van het aan de ACS-Staten toegekende contingent en de afschaffing na 1 januari 1993 van bovenbedoelde bijzondere belastingregeling moeten worden bestudeerd en dat derhalve zo spoedig mogelijk structurele maatregelen moeten worden genomen om de essentiële belangen van de communautaire rumproducenten te vrijwaren;

Overwegende dat de Franse overzeese departementen even-

eens in deze context eigen belastingregelingen kennen, met name in de vorm van de heffing op over zee aangevoerde goederen, waarmee zelfbestuur van de plaatselijke overheden bij hun eigen ontwikkeling wordt gevaloriseerd door hen te verzekeren van eigen middelen en waarmee plaatselijke produktietakken kunnen worden ondersteund; dat deze regeling met het oog op de voltooiing van de interne markt dient te worden aangepast zodat zij verenigbaar is met het Gemeenschapsrecht en toch haar karakter van doeltreffend instrument voor de ontwikkeling van deze streken wordt ondersteund;

Overwegende dat de Europese Raad van Brussel van 12-

13 februari 1988 in het kader van de rationalisatie van de doelstellingen van de structuurfondsen vijf prioritaire doelstellingen heeft aangegeven, waaronder het bevorderen van de ontwikkeling en de structurele aanpassing van regio's met een ontwikkelingsachterstand; dat hij de Franse overzeese departementen reeds expliciet heeft opgenomen in de lijst van regio's ten aanzien waarvan deze doelstelling geldt en heeft verklaard dat de bijdragen van de structuurfondsen voor de regio's met een ontwikkelingsachterstand reëel zullen worden verdubbeld tussen 1987 en 1992; dat hieruit voortvloeit dat de structuurfondsen, de Europese Investeringsbank en de overige bestaande financieringsinstrumenten, ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 (2) steun aan de

Franse overzeese departementen op basis van het overeenkomstige communautaire bestek zullen verlenen in het kader van een gecooerdineerde en geconcentreerde aanpak die een aanvulling vormt op nationale en plaatselijke initiatieven;

Overwegende dat een samenhangend programma waarin alle bijstandsmaatregelen van de Gemeenschap en van de nationale en regionale autoriteiten zijn opgenomen, kan bijdragen tot een optimaal en doelmatiger gebruik van de middelen van de structuurfondsen;

Overwegende dat in het kader van deze programmering de actieve deelneming van de plaatselijke, regionale en nationale autoriteiten en de complementariteit van de bijstandsverlening van de Gemeenschap dienen te worden gewaarborgd, met inachtneming van de beginselen die gelden ten aanzien van het partnership en het aanvullend karakter;

Overwegende tevens dat de Franse overzeese departementen in hun twee geografische zones zijn omringd door Staten en gebieden waarmee de Gemeenschap betrekkingen van diverse aard onderhoudt, die tot uiting komen in onderling weinig gecooerdineerd samenwerkingsbeleid dat er naast elkaar wordt gevoerd; dat de ontwikkeling van de verschillende componenten van dezelfde geografische zone, met vergelijkbare problemen en kenmerken, evenwel met name zou moeten worden gerealiseerd door uitvoering van gemeenschappelijke regionale projecten voor deze verschillende componenten, ongeacht hun positie ten opzichte van het Gemeenschapsrecht, aangezien dat voordelen van schaalvergroting oplevert en de regionale samenwerking tussen de betrokken partners versterkt;

Overwegende voorts dat deze in elkaars nabijheid liggende gebieden, ondanks hun uiteenlopende juridische status, vanouds te kampen hebben met vergelijkbare problemen; dat een aan de plaatselijke realiteit aangepaste regionale samenwerking vraagt om een directere dialoog tussen de betrokken partijen; dat derhalve de regionale overlegprocedures, in nauwe samenwerking met de betrokken Lid-Staten in geval van de onder Lid-Staten ressorterende streken of gebieden, moeten worden bevorderd,

BESLUIT:

Artikel 1

Er wordt een meerjarig actieprogramma voor de Franse overzeese departementen ingesteld, genaamd Poseidom (Programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de overzeese departementen afgestemde maatregelen), dat in de bijlage bij dit besluit is opgenomen. Het heeft betrekking op wettelijke maatregelen en financiële verplichtingen.

De Raad stelt, voor zover hem betreft, de bepalingen vast voor de uitvoer van dit programma en verzoekt de Commissie hem zo spoedig mogelijk daartoe strekkende voorstellen voor te leggen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1990.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 22 december 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

E. CRESSON

(1) PB nr. C 53 van 2. 3. 1989, blz. 12.

(2) Advies uitgebracht op 14 december 1989 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(3) PB nr. C 159 van 26. 6. 1989, blz. 56.

(1) PB nr. L 106 van 27. 4. 1988, blz. 33.

(2) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 9.

BIJLAGE

PROGRAMMA VAN SPECIAAL OP HET AFGELEGEN EN INSULAIRE KARAKTER VAN DE FRANSE OVERZEESE DEPARTEMENTEN AFGESTEMDE MAATREGELEN ("POSEIDOM'')

TITEL I

Algemene beginselen

1.

Poseidom steunt op het tweeledige beginsel dat de overzeese departementen deel van de Gemeenschap uitmaken en dat de regionale realiteit, die tot uiting komt in het specifieke karakter en de bijzondere problemen van de betrokken streken in vergelijking met de Gemeenschap als geheel, dient te worden erkend.

2.1.

Poseidom wordt in beginsel van 1 januari 1990 tot en met 31 december 1992 uitgevoerd, door middel van de aanneming van de nodige juridische besluiten door, naar gelang van het geval, de Raad of de Commissie, overeenkomstig de in het Verdrag vastgestelde bepalingen en procedures.

2.2.

Gezien het permanente en specifieke karakter van de problemen waarmee de overzeese departementen te kampen hebben, kunnen bepaalde acties van Poseidom na 31 december 1992 worden voortgezet om de economische en sociale ontwikkeling van deze streken te continueren.

3.

Poseidom helpt de algemene doeleinden van het Verdrag te verwezenlijken door een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

a) het mogelijk maken van een realistische inpassing van de overzeese departementen in de Gemeenschap door vaststelling van een passend kader voor de toepassing van het gemeenschappelijk beleid in deze gebieden;

b) de overzeese departementen de mogelijkheid bieden hun economische en sociale achterstand met het oog op de per 31 december 1992 te voltooien interne markt weg te werken door de gecooerdineerde en geconcentreerde actie van de structuurfondsen, de Europese Investeringsbank en andere bestaande financieringsinstrumenten; de door de nationale en regionale instanties getroffen maatregelen moeten in deze actie worden geïntegreerd.

4.

Poseidom helpt de doelstellingen te verwezenlijken die zijn vermeld in bijlage VII bij de Slotakte van de Derde ACS-EEG-Overeenkomst en in de gelijkluidende verklaring bij de Vierde ACS-EEG-Overeenkomst, ondertekend te Lomé op 15 december 1989, alsmede in het eerste deel van titel VII van Besluit 86/283/EEG van de Raad van 30 juni 1986 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Economische Gemeenschap (;), gewijzigd bij Besluit 87/341/EEG ($), en in de overeenkomstige bepalingen van het besluit dat laatstgenoemd besluit zal opvolgen, die ertoe strekken de regionale samenwerking in de ontwikkelingsgebieden waar de overzeese departementen zijn gelegen te bevorderen, met name door te zorgen voor passende instrumenten voor deelneming aan gemeenschappelijke regionale projecten of programma's.

TITEL II

Toepassing van het gemeenschappelijk beleid in de overzeese departementen

5.

De communautaire maatregelen die reeds ten aanzien van de overzeese departementen zijn vastgesteld, worden met inachtneming van dit besluit gehandhaafd, uitgebreid of aangepast ten einde beter rekening te houden met de specifieke kenmerken van de overzeese departementen en met het feit dat zij de gelegenheid moeten krijgen hun economische en sociale achterstand in te halen.

6.

Bij het uitwerken van de richtlijnen of andere maatregelen die in verband met de interne markt, op sociaal gebied, op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, onverminderd de bepalingen van het desbetreffende communautaire kaderprogramma, alsmede op het gebied van de milieubescherming nog moeten worden aangenomen, dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van de overzeese departementen en met het feit dat zij de gelegenheid moeten krijgen zich economisch en sociaal te ontwikkelen.

7.

De Gemeenschap en de Lid-Staat zullen alle maatregelen nemen om de verschillende, met name plaatselijke communautaire luchtvaartmaatschappijen in staat te stellen met de overzeese departementen luchtverbindingen te onderhouden die de ontwikkeling van de overzeese departementen ten goede komen.

(;) PB nr. L 175 van 1. 7. 1986, blz. 1.

($) PB nr. L 173 van 30. 6. 1987, blz. 10.

8.1.

Op basis van een door de Commissie per produkt aan de hand van objectieve criteria te verrichten analyse worden voor landbouwprodukten ten aanzien waarvan geen gemeenschappelijke maatregelen gelden maatregelen ad hoc getroffen, en met name maatregelen inzake bewerkings-, verwerkings- en afzetsteun, zonder dat in bijzondere gevallen de mogelijkheid van produktiesteun wordt uitgesloten. Uiterlijk zes maanden na het van kracht worden van dit besluit stelt de Raad of de Commissie, naar gelang van het geval, de eerste maatregelen ter zake vast.

8.2.

Rekening houdend met het economische en sociale belang van bananen voor de overzeese departementen en met de doelstelling van een redelijke levensstandaard voor de producenten, stelt de Commissie in het bijzonder in het kader van de voorschriften op het gebied van structuurfondsen, de steunmaatregelen ten behoeve van deze sector vast, zonder de aanneming van gemeenschappelijke regels af te wachten. Met het oog op de verbetering van de produktie- en mededingingsvoorwaarden, zullen deze steunmaatregelen met name gelden op het gebied van onderzoek, oogst, aanbiedingsvorm, behandeling, vervoer, opslag, afzet en promoting.

De Raad stelt op voorstel van de Commissie de gemeenschappelijke regels met betrekking tot bananen vast met het oog op de verwezenlijking van de interne markt vóór 31 december 1992.

8.3.

De Commissie stelt ten aanzien van rum een onderzoek in naar de economische en sociale gevolgen van drie factoren, namelijk de nieuwe communautaire definitie, de in het kader van de ACS-EEG-onderhandelingen overeengekomen veranderingen ten aanzien van de toegang van rum van oorsprong uit de ACS-Staten tot de communautaire markt, en de afschaffing van de bijzondere belastingregeling, een en ander met inachtneming van de belangen van de communautaire producenten en die van gebieden en derde landen ten aanzien waarvan de Gemeenschap speciale verplichtingen is aangegaan.

De Raad en de Commissie nemen zo spoedig mogelijk, elk voor wat hem of haar aanbelangt, de nodige structurele maatregelen om de wezenlijke belangen van de communautaire rumproducenten veilig te stellen ten einde hun concurrentievermogen te verbeteren, de produktieketen te herstructureren en in het vooruitzicht van de geleidelijke afschaffing van de nationale quota de afzet van hun produktie te vergemakkelijken. De Commissie legt de Raad de desbetreffende voorstellen vóór 30 juni 1990 voor. Zij brengt vóór 31 december 1992 verslag uit over de situatie van de communautaire producenten en de tenuitvoerlegging van bovengenoemde maatregelen.

9.1.

Uiterlijk zes maanden na het van kracht worden van dit besluit gaat de Raad of de Commissie naar gelang van het geval, over tot vaststelling van de acties ter ondervanging van de gevolgen van de bijzondere geografische positie van de overzeese departementen ten opzichte van het grondgebied van de Gemeenschap in Europa, waarbij ook rekening dient te worden gehouden met de doeleinden op het vlak van de regionale samenwerking.

Deze acties omvatten enerzijds maatregelen voor een vlottere voorziening van de overzeese departementen en anderzijds maatregelen ten behoeve van bepaalde agrarische produktietakken van overzeese departementen.

9.2.

Wat hun voorziening betreft, worden voor de overzeese departementen met name de volgende maatregelen getroffen:

a) Ten eerste maatregelen met betrekking tot de inputprodukten voor de dierlijke produktie ter plaatse: daartoe zullen de voor dierlijke produktie bestemde granen van oorsprong uit ontwikkelingslanden van heffing worden vrijgesteld wanneer zij rechtstreeks in de overzeese departementen worden ingevoerd.

In geval van door de Commissie erkende problemen in verband met de voorziening met de betrokken produkten van oorsprong uit ontwikkelingslanden, kunnen deze maatregelen bij wijze van uitzondering worden uitgebreid tot granen van oorsprong uit andere derde landen.

b) Ten tweede, maatregelen met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde produkten: deze produkten van oorsprong uit de landen en gebieden overzee of uit de ACS-Staten kunnen worden vrijgesteld van heffing of in voorkomend geval van het douanerecht wanneer zij rechtstreeks in de overzeese departementen worden ingevoerd.

In geval van door de Commissie erkende problemen in verband met de voorziening met de betrokken produkten van oorsprong uit de naburige landen en gebieden overzee of ACS-Staten, kunnen deze maatregelen worden uitgebreid tot produkten van oorsprong uit andere ontwikkelingslanden.

c) De onder a) en b) bedoelde maatregelen worden beperkt tot de behoeften van de plaatselijke markt en er worden maatregelen getroffen om te voorkomen dat de betrokken produkten weer naar de rest van de Gemeenschap worden verzonden.

9.3.

Ten aanzien van de agrarische produktietakken komen de overzeese departementen in aanmerking voor de volgende maatregelen die zullen worden vastgesteld op basis van een door de Commissie per produkt en aan de hand van objectieve criteria uit te voeren analyse:

a) Communautaire maatregelen worden vastgesteld voor het ontwikkelen van bepaalde produktietakken wanneer er afzetmogelijkheden voor bestaan op de eigen markt van de overzeese departementen, in naburige gebieden of in de rest van de Gemeenschap.

b) Voor de overige produktietakken kunnen maatregelen worden getroffen, rekening houdend met hun doeltreffendheid voor de economische en sociale ontwikkeling van de overzeese departementen.

10.1.

Nationale maatregelen met een specifiek effect ten gunste van de overzeese departementen worden systematisch geïnventariseerd zodat vóór 31 december 1992 overeenkomstig de algemene beginselen van het Verdrag en met inachtneming van de speciale problemen van de overzeese departementen kan worden beslist of deze maatregelen worden gehandhaafd, aangepast of afgeschaft.

10.2.

Ten aanzien van de steunmaatregelen als bedoeld in artikel 92 van het Verdrag gaat de Commissie als volgt te werk:

a) nadat zij de in lid 1 bedoelde inventaris heeft opgemaakt, toetst zij de maatregelen op grond van deze bepaling en neemt zij de beslissingen die binnen haar bevoegdheid vallen, of stelt zij in voorkomend geval de Raad de nodige maatregelen voor op grond van de artikelen 92, 93 en 94 van het Verdrag, met inachtneming van de speciale situatie van de overzeese departementen en het effect van de communautaire maatregelen waarin dit programma voorziet of die ter uitvoering van dit programma zijn genomen;

b) met geregelde tussenpozen onderzoekt zij, ook na 31 december 1992, de steunmaatregelen om na te gaan op welke punten deze in verband met veranderingen in de situatie dienen te worden gewijzigd.

11.

De regeling inzake de in overzeese departementen toegepaste belastingen die bekend staan onder de naam "octroi de mer'' zal worden aangepast overeenkomstig het bepaalde in Beschikking 89/688/EEG (;).

TITEL III

Actie van de structuurfondsen, de Europese Investeringsbank en andere financieringsinstrumenten

12.1.

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van Verordening (EEG) nr. 2052/88 ($) zijn de in die verordening vermelde doelstellingen en procedures onder de in genoemde verordening gestelde voorwaarden van toepassing op de bijstandsverlening in de overzeese departementen door de structuurfondsen, de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten ter bevordering van hun ontwikkeling en structurele aanpassing.

12.2.

In het kader van de steunverlening voor structuurmaatregelen wordt rekening gehouden met de bijkomende handicaps voor de overzeese departementen vanwege de grote afstand en het insulaire karakter.

12.3.

De Franse autoriteiten en de Commissie zien er in toepassing van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2052/88 op toe dat de acties in het kader van een communautair bestek ten behoeve van de overzeese departementen voornamelijk in de vorm van operationele programma's plaatsvinden en dat de beginselen inzake partnership en het aanvullende karakter van die acties in acht worden genomen.

12.4.

De Commissie bespoedigt in het kader van haar bevoegdheden, met inachtneming van de ten aanzien van de financierbaarheid geldende regels van de structuurfondsen, de toekenning van bijstand wanneer bijstandsverlening door de fondsen vereist is om schade te herstellen die is veroorzaakt door natuurrampen die aan de betrokken tropische gebieden eigen zijn, met name wervelstormen, en voor het herstel waarvan geen spoedhulp wordt verleend.

TITEL IV

Regionale samenwerking

13.1.

Ten einde tot een betere regionale samenwerking te komen, wordt overleg gestimuleerd tussen de verschillende Staten, landen en gebieden overzee en overzeese departementen van de betrokken geografische zones, zulks wat de overzeese departementen en de landen en gebieden overzee betreft in samenwerking met de autoriteiten van de Lid-Staten tot wier bevoegdheid deze behoren.

(;) Zie bladzijde 46 van dit Publikatieblad.

($) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 9.

13.2.

In het kader van de regionale samenwerking op handelsgebied kunnen regionale handelsakkoorden worden gesloten overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag.

Voorts kunnen voor overzeese departementen, landen en gebieden overzee en naburige ACS-Staten gemeenschappelijke acties ter bevordering van de handel worden gefinancierd, conform de in punt 13.3 aangegeven methoden, op gecooerdineerde wijze en met inachtneming van de respectieve regels en bevoegdheden van ieder fonds.

13.3.

De Commissie ziet er in het kader van haar bevoegdheden op het gebied van het beheer van de structuurfondsen, met inachtneming van de ten aanzien van de financierbaarheid geldende regels van deze fondsen, op toe dat de bijstandsmaatregelen van de structuurfondsen de overzeese departementen ten goede komen in de vorm van gemeenschappelijke regionale projecten of programma's voor overzeese departementen, landen en gebieden overzee en ACS-Staten van hetzelfde geografisch gebied, voor zover en mits:

- deze gemeenschappelijke regionale projecten of programma's qua doelstellingen, werkingssfeer en procedures beantwoorden aan de artikelen 101 tot en met 113 van de Derde ACS-EEG-Overeenkomst en aan de artikelen 54 tot en met 66 van Besluit 86/283/EEG van de Raad en, zodra zij in werking treden, aan de overeenkomstige bepalingen van de Vierde ACS-EEG-Overeenkomst en van het besluit dat laatstgenoemd besluit zal opvolgen,

- de procedures voor de financiering van deze projecten of programma's in overeenstemming zijn met de regels van elk van de betrokken communautaire Fondsen.

De Commissie zorgt voor de cooerdinatie van de financiering en van de latere uitvoering van deze projecten of programma's.

TITEL V

Slotbepaling

14.

De Commissie brengt de Raad jaarlijks verslag uit over de vorderingen bij de tenuivoerlegging van Poseidom.