RESOLUTIE VAN DE RAAD van 21 december 1987 betreffende de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats ( 88/C 28/01 )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Overwegende dat in artikel 118 A van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap als doel wordt gesteld te komen tot harmonisatie bij de verbetering van de met name op het gebied van het arbeidsmilieu bestaande omstandigheden, ten einde de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te beschermen;

Overwegende dat hiertoe in artikel 118 A is bepaald dat de Raad op voorstel van de Commissie, in samenwerking met het Europese Parlement en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen door middel van richtlijnen de minimumvoorschriften vaststelt die geleidelijk zullen worden toegepast met inachtneming van de in elk van de Lid-Staten bestaande omstandigheden en technische voorschriften;

dat in deze richtlijnen moet worden vermeden zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen op te leggen dat zij de oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen zouden kunnen hinderen;

Overwegende dat artikel 118 A de mogelijkheid biedt op Gemeenschapsniveau intensievere en ruimere acties te voeren voor de verbetering van het arbeidsmilieu, zulks om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te beschermen;

Overwegende dat de versterking van de groei en de verbetering van de produktiviteit zowel op ondernemingsniveau als op het niveau van de economie van de Gemeenschap onder meer afhangen van de kwaliteit van het arbeidsmilieu, van de mogelijkheden voor de werknemers tot beïnvloeding van het arbeidsmilieu met het oog op de bescherming van hun veiligheid en gezondheid, alsmede van de motivatie van de werknemers;

Overwegende dat artikel 118 A inzonderheid beoogt de omstandigheden op het gebied van de veiligheid en de gezondheid op de arbeidsplaats te verbeteren, hetgeen een essentieel onderdeel vormt van de sociale dimensie van de interne markt,

NEEMT DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN :

I De Raad :

1 . begroet met instemming de mededeling van de Commissie over haar programma inzake de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats;

2 . oordeelt dat deze mededeling een geschikt kader vormt om van start te gaan met de tenuitvoerlegging van artikel 118 A op Gemeenschapsniveau;

3 . deelt de mening van de Commissie dat de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de arbeiders ook maatregelen op het vlak van de ergonomie met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid op de arbeidsplaats dient te omvatten;

4 . beklemtoont de noodzaak :

- evenveel gewicht toe te kennen aan de economische als aan de sociale doeleinden van de voltooiing van de interne markt,

- de communautaire en nationale acties met het oog op deze twee doelstellingen te cooerdineren;

neemt er te dien aanzien nota van dat de Commissie heeft verklaard rekening te zullen houden met de sociale aspecten in de voorstellen die zij zal indienen ter voltooiing van de interne markt .

II

1 . De Raad neemt akte van de door de Commissie in haar mededeling over haar programma inzake de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats overwogen maatregelen en te dien einde :

a ) geeft hij de Commissie in overweging om, in nauwe samenwerking met de Lid-Staten en na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats, concrete werkplannen op te stellen, bij voorkeur op jaarbasis;

b ) neemt hij akte van het voornemen van de Commissie om op korte termijn voorstellen in te dienen voor :

i ) minimumvoorschriften op Gemeenschapsniveau

- inzake de organisatie van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de arbeidsplaats met inbegrip van de bescherming tegen risico's in verband met het langs niet

- mechanische weg verplaatsen van zware lasten;

- inzake de bescherming tegen risico's in verband met gevaarlijke stoffen, met inbegrip van kankerverwekkende stoffen;

in dit verband dient vervanging door een stof die als ongevaarlijk of minder gevaarlijk wordt erkend, als basisbeginsel te worden genomen;

- inzake de inrichting van de arbeidsplaats;

ii ) andere activiteiten :

- harmonisatie van de statistieken over arbeidsongevallen en beroepsziekten;

- een studie over de organisatie door de Lid-Staten van de controlemiddelen en van de sancties;

c ) neemt hij er voorts akte van dat de Commissie voornemens is om vóór 1992 een aantal maatregelen voor te leggen vervat in haar programma inzake de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats .

2 . De Raad is van oordeel dat bij het opstellen van werkplannen inzonderheid de volgende criteria moeten worden gehanteerd :

- ernst van de risico's van arbeidsongevallen en/of beroepsziekten;

- aantal werknemers dat aan de risico's is blootgesteld;

- preventiemogelijkheden .

3 . In de richtlijnen van de Raad zal de nadruk moeten liggen op de aanneming van de belangrijkste bepalingen voor het uitschakelen van risico's voor de werknemers op de arbeidsplaats .

4 . De Lid-Staten verbinden zich ertoe de in de Lid-Staten beschikbare kennis en ervaring ter beschikking van de Commissie te stellen, onder andere om de Commissie in staat te stellen haar memoranda inzake de weerslag van haar voorstellen voor het midden - en kleinbedrijf te verbeteren .

Met het oog hierop wordt de Commissie verzocht nauwe contacten met de nationale deskundigen te onderhouden .

5 . De sociale partners zullen worden betrokken bij de opstelling van de richtlijnen, met name in het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats .

Bovendien zullen de sociale partners, overeenkomstig de nationale wetten en gebruiken, worden betrokken :

- bij de tenuitvoerlegging van de richtlijnen van de Raad op nationaal niveau;

- bij het concipiëren en uitvoeren van de beleidsmaatregelen van de Lid-Staten op het in artikel 118 A bedoelde gebied;

- in de ondernemingen :

bij het concipiëren van het arbeidsmilieu ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers en bij de tenuitvoerlegging van voorzieningen ter bescherming van de werknemers .

6 . De Raad onderstreept dat voorlichting, bewustmaking en zo nodig opleiding van werkgevers en werknemers van fundamenteel belang zijn voor het welslagen van de maatregelen die bepleit worden in de mededeling van de Commissie over haar programma inzake de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats .

7. Ten einde de tenuitvoerlegging van de maatregelen inzake veiligheid en gezondheid te vergemakkelijken en te bespoedigen, zullen de Lid-Staten nagaan of het mogelijk is maatregelen ten gunste van de ondernemingen te treffen ten einde deze aan te zetten tot het nemen van preventieve maatregelen .

8 . De Commissie wordt verzocht na te gaan hoe de uitwisseling van informatie en ervaring op het door de onderhavige resolutie bestreken gebied kan worden verbeterd, met name wat het verzamelen en verspreiden van gegevens betreft .

Tegelijkertijd wordt de Commissie verzocht na te gaan of het wenselijk is een communautair mechanisme in te voeren aan de hand waarvan kan worden bestudeerd welke gevolgen de communautaire maatregelen voor het nationale gebeuren op het gebied van de gezondheid en de veiligheid op de arbeidsplaats hebben .

Tegelijkertijd dient de samenwerking met en tussen de organisaties met een taakstelling op het door deze resolutie bestreken terrein te worden geïntensiveerd .

9 . De Raad

- erkent de doorslaggevende rol van de bewustmaking van de publieke opinie voor het welslagen van de maatregelen die worden bepleit in de mededeling van de Commissie over haar programma inzake de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats;

- komt overeen voor te stellen om op dit gebied in 1992 een Europees Jaar te organiseren .