11.11.1988   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 306/22


VERORDENING (EEG) Nr. 3493/88 VAN DE COMMISSIE

van 9 november 1988

tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 1107/68, (EEG) nr. 685/69, (EEG) nr. 625/78 en (EEG) nr. 1362/87 ten aanzien van de voorwaarden voor interventieaankoop en toekenning van steun voor de particuliere opslag in de sector melk en zuivelprodukten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1109/88 (2), en met name op artikel 6, lid 7, artikel 7, lid 5, en artikel 17, lid 4,

Overwegende dat via interventie of particuliere opslag produkten voorlopig uit de markt moeten kunnen worden genomen als het marktevenwicht is verstoord en deze weer op de markt moeten kunnen worden gebracht zodra de markt zich heeft hersteld; dat daarom de voor interventie aangeboden of opgeslagen produkten, al naar gelang van het geval, geschikt moeten zijn voor menselijke consumptie of diervoeding;

Overwegende dat in Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar (3) de procedure is vastgesteld die in geval van stralingsgevaar moet worden gevolgd voor de bepaling van de toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders die op de markt worden gebracht; dat bijgevolg landbouwprodukten met een hogere radioactieve besmetting niet voor interventieaankoop in aanmerking komen en daarvoor geen opslagcontracten mogen worden gesloten;

Overwegende dat bij artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1707/86 van de Raad van 30 mei 1986 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tchernobyl (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 624/87 (5), maximale toleranties voor radioactiviteit zijn vastgesteld; dat na het verstrijken van de geldigheidsduur van Verordening (EEG) nr. 1707/86 de betrokken toleranties zijn overgenomen in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad (6) die Verordening (EEG) nr. 1707/86 vervangt; dat landbouwprodukten waarbij deze maximale toleranties worden overschreden niet kunnen worden beschouwd als van gezonde handelskwaliteit;

Overwegende dat is geconstateerd dat als gevolg van het bovengenoemde ongeluk de communautaire landbouw-produktie voor een deel en in verschillende mate radioactief is besmet; dat dient te worden bepaald dat communautaire landbouwprodukten waarvan de radioactiviteit de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 vastgestelde waarden overschrijdt niet voor interventieaankoop in aanmerking komen en hiervoor geen opslagcontracten mogen worden gesloten; dat bijgevolg de hierna volgende verordeningen moeten worden gewijzigd; Verordening (EEG) nr. 1107/68 van de Commissie van 27 juli 1968 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor Grana Padano-kaas en Parmigiano-Reggiano-kaas (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 14/84 (8), Verordening (EEG) nr. 685/69 van de Commissie van 14 april 1969 betreffende de uitvoeringsbepalingen van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2791/88 (10), Verordening (EEG) nr. 625/78 van de Commissie van 30 maart 1978 houdende uitvoeringsbepalingen voor dé openbare opslag van magere-melkpoeder (11), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3711/86 (12), en Verordening (EEG) nr. 1362/87 van de Commissie van 18 mei 1987 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 777/87 ten aanzien van de interventieaankopen en de toekenning van steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder (13);

Overwegende dat de mate van radioactieve besmetting van levensmiddelen ten gevolge van een situatie waarin stralingsgevaar bestaat, verschilt al naar gelang van de kenmerken van het ongeluk en het type produkt; dat het besluit over de noodzaak van een controle alsmede inzake controlemaatregelen derhalve aan elke situatie dient te worden aangepast en daarbij bij voorbeeld rekening moet worden gehouden met de kenmerken van de betrokken gebieden, produkten en radioriucleïden;

Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Aan artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1107/68 wordt de volgende letter c) toegevoegd:

„c)

dat de mate van radioactiviteit van de kaas de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus niet overschrijdt. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad (14) vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68.

2.   In artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 685/69 wordt het volgende tussengevoegd:

„3.   de mate van radioactiviteit van de boter de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus niet overschrijdt. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad (15) vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68.

3.   Aan artikel 23, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 685/69 wordt het volgende toegevoegd :

„en die de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus van radioactiviteit niet overschrijdt. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68.”

4.   Aan artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 625/78 wordt een letter e) toegevoegd, luidende als volgt:

„e)

dat de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus van radioactiviteit niet overschrijdt. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad (16) vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68.

5.   Aan artikel 2, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1362/87 wordt het volgende toegevoegd:

„e)

dat de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus van radioactiviteit niet overschrijdt. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad (17) vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 9 november 1988.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice- Voorzitter


(1)  PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(2)  PB nr. L 110 van 29. 4. 1988, blz. 27.

(3)  PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 11.

(4)  PB nr. L 146 van 31. 5. 1986, blz. 88.

(5)  PB nr. L 58 van 28. 2. 1987, blz. 101.

(6)  PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 14.

(7)  PB nr. L 184 van 29. 7. 1968, blz. 29.

(8)  PB nr. L 3 van 5. 1. 1984, blz. 13.

(9)  PB nr. L 90 van 15. 4. 1969, blz. 12.

(10)  PB nr. L 250 van 9. 9. 1988, blz. 11.

(11)  PB nr. L 84 van 31. 3. 1978, blz. 19.

(12)  PB nr. L 342 van 5. 12. 1986, blz. 8.

(13)  PB nr. L 129 van 19. 5. 1987, blz. 9.