31988R3224

Verordening (EEG) nr. 3224/88 van de Raad van 17 oktober 1988 tot instelling van een gemeenschappelijke spoedactie ten gunste van de landbouwstreken in de gebieden Valencia en Murcia (Spanje)

Publicatieblad Nr. L 288 van 21/10/1988 blz. 0008 - 0010


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3224/88 VAN DE RAAD

van 17 oktober 1988

tot instelling van een gemeenschappelijke spoedactie ten gunste van de landbouwstreken in de gebieden Valencia en Murcia (Spanje)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat, met het oog op het verwezenlijken van de doelstellingen van artikel 39, lid 1, onder a) en b), van het Verdrag, steun moet worden verleend voor de verbetering van de landbouwstructuur in gebieden met zeer ernstige probemen;

Overwegende dat de overstromingen die tussen 2 en 5 november 1987 in de gebieden Valencia en Murcia hebben plaatsgevonden, aldaar de plattelandsinfrastructuur en bedrijfsuitrusting voor de landbouw, met inbegrip van woningen, hebben verwoest of ernstig hebben beschadigd;

Overwegende dat de overstromingen schade hebben toegebracht aan de landbouwgrond, waarbij in bepaalde gevallen de teeltlaag is verdwenen;

Overwegende dat in de zwaarst getroffen streken verbetering van beschadigde of verwoeste investeringsobjecten moeten worden bevorderd en bespoedigd;

Overwegende dat uit de inlichtingen die de Spaanse Regering de Commissie heeft verstrekt, blijkt dat de omvang en de ernst van de schade de financiële mogelijkheden van de betrokken gebieden en van die Lid-Staat te boven gaan; dat daarom de solidariteit van de Gemeenschap moet worden geconcretiseerd door de tenuitvoerlegging van een buitengewone spoedactie ten einde de beschadigde of verwoeste investeringsobjecten binnen een redelijke termijn te kunnen herstellen of verbeteren;

Overwegende dat de steun moet worden toegekend in het kader van maatregelen voor herstelling en verbetering van beschadigde of verwoeste investeringsobjecten;

Overwegende dat, om te waarborgen dat de maatregelen met de grootste doelmatigheid en binnen een bijzonder korte termijn worden uitgevoerd, dient te worden bepaald dat zij moeten worden opgenomen in een door de regionale autoriteiten op te stellen jaarlijks actieprogramma, dat door de Spaanse Regering bij de Commissie moet worden ingediend;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de looptijd van deze gemeenschappelijke actie met één jaar mag worden verlengd, wanneer de uitvoeringstermijn door onvoorziene omstandigheden te kort blijkt;

Overwegende dat moet worden bepaald dat deze maatregelen een gemeenschappelijke actie zijn in de zin van artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2048/88 (4);

Overwegende dat een interventie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie, hierna »Fonds" te noemen, in de vorm van een kapitaalsubsidie ten bedrage van 35 % van de steun die ter beschikking is gesteld voor het herstel van de schade, een passende bijdrage van de Gemeenschap vormt in het kader van de solidariteit die wegens de beperkte financiële middelen van Spanje geboden is,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Om de herstelling en de verbetering van de in november 1987 in de »Comunidades Autónomas de Valencia y Murcia" door de overstromingen beschadigde of verwoeste investeringsobjecten te bespoedigen en te vergemakkelijken, wordt een buitengewone spoedactie ten gunste van de landbouw in die gebieden ingesteld. Deze actie vormt een gemeenschappelijke actie in de zin van artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 729/70.

Artikel 2

Overeenkomstig artikel 5 kan de Gemeenschap in het kader van de gemeenschappelijke actie een bijdrage toekennen voor financiering door het Fonds van maatre- gelen inzake:

a) vernieuwing en verbetering van de infrastructuur op het platteland, zoals:

- aansluiting van de landbouwbedrijven en van dorpen waarvan de inwoners hoofdzakelijk van de landbouw afhankelijk zijn, op het elektriciteits- en waterleidingnet,

- vernieuwing en verbetering van putten, wanneer er geen waterleidingnet is,

- vernieuwing en verbetering van voornamelijk voor de land- en bosbouw gebruikte bedrijfs- en verbindingswegen;

b) vernieuwing en verbetering van de infrastructuur voor irrigatie, met inbegrip van particuliere waterbronnen, op voorwaarde dat een betere oriëntatie van de produktie volgens de eisen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt verzekerd;

c) bescherming van de bodem tegen erosie, met inbegrip van de aanleg van kleine stuwbekkens, dijken en windsingels, het versterken van rivierbeddingen alsmede het planten van planten die de grond vasthouden of bescherming bieden tegen de wind;

d) vervanging en verbetering van landbouwgrond, met inbegrip van verwijdering van stenen, egaliseren en reinigen, alsmede herstel van de teeltlaag, eerste inzaai van weiden en heraanplanting van vruchtbomen;

e) vernieuwing en verbetering van bedrijfsgebouwen, met inbegrip van woongebouwen.

Artikel 3

1. De door het Koninkrijk Spanje aangeduide autoriteiten stellen jaarlijks een specifiek actieprogramma op met de meeste geëigende maatregelen voor de uitvoering van de bij artikel 2 vastgestelde werkzaamheden. Dit programma wordt jaarlijks uiterlijk in de eerste maand van het jaar bij de Commissie ingediend.

2. In het programma moeten met name de volgende gegevens worden vermeld:

a) de geografische gebieden die in dat jaar voor steun uit het Fonds in aanmerking komen;

b) een beschrijving van de schade per sector en van de uit te voeren vernieuwings- en verbeteringsmaatregelen en de hiervoor vastgestelde termijn;

c) de hoogte van de overheidssteun, de bijdrage van de begunstigde en de bijdrage van de Gemeenschap;

d) een raming van het aantal hectare cultuurgrond en van het aantal landbouwers dat voor de steun in aanmerking komt;

e) zo nodig, een kosten-/batenraming;

f) de maatregelen voor de cooerdinatie met alle overige maatregelen die op de ontwikkeling van de landbouw in de betrokken gebieden van invloed kunnen zijn;

g) alle andere informatie die de Commissie van belang acht.

3. Het in lid 1 bedoelde programma moet vergezeld gaan van een gedetailleerd verslag over de uitvoering van de maatregelen in het voorafgaande jaar.

4. Het programma wordt door de Commissie goedgekeurd volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EEG) nr. 797/85 (1).

5. In gemeenschappelijk overleg tussen de Commissie en de Spaanse Regering wordt voor de gemeenschappelijke actie een comité ingesteld dat op het verloop van de werkzaamheden toezicht houdt.

Het Comité staat de Spaanse Regering en de gebieden waarvoor de gemeenschappelijke actie geldt of eventueel iedere andere door de Spaanse Regering aangewezen autoriteit bij om een doelmatige uitvoering van de gemeenschappelijke actie te waarborgen.

Het Comité komt ten minste eenmaal per jaar bijeen; eventueel wordt door vertegenwoordigers van het bedrijfsleven aan de vergadering deelgenomen.

Artikel 4

Investeringen waarvoor communautaire steun wordt toegekend, met name in het kader van andere gemeenschappelijke acties in de zin van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70, komen voor een bijdrage uit het Fonds op grond van deze verordening niet in aanmerking.

Artikel 5

1. De gemeenschappelijke actie geldt voor twee jaar, vanaf 1 januari 1988.

2. De totale kosten van de gemeenschappelijke actie die ten laste van het Fonds komen, worden voor de in lid 1 vastgestelde looptijd geraamd op 21 miljoen Ecu.

3. De bijstand van het Fonds bestaat uit in een of meer betalingen toegekende kapitaalsubsidies.

4. De bijstand uit het Fonds bedraagt 35 % van de kosten van uitvoering van de in artikel 2 bedoelde werkzaamheden en maatregelen, binnen de grenzen echter van de volgende subsidiabele kosten voor de verschillende categorieën:

- 27 miljoen Ecu voor werkzaamheden in verband met plattelandsinfrastructuur,

- 16 miljoen Ecu voor irrigatiewerkzaamheden, met een maximumbedrag van 4 000 Ecu per hectare voor ten hoogste 2 000 hectare,

- 10 miljoen Ecu voor erosiebestrijding,

- 4,5 miljoen Ecu voor werkzaamheden ter verbetering van landbouwgronden,

- 2,5 miljoen Ecu voor gebouwen.

5. De eigen bijdrage van de begunstigde bedraagt in het algemeen ten minste 10 %. Bij de goedkeuring van de in artikel 3 bedoelde programma's kan de Commissie evenwel afwijkingen op dit minimumpercentage toestaan.

6. Bij de goedkeuring van een jaarlijks programma kan de Commissie volgens de in artikel 3, lid 4, bedoelde procedure de financiële maxima van lid 4 van dit artikel wijzigen, zonder dat evenwel de in lid 2 geraamde kosten mogen worden overschreden; evenmin mag de in lid 1 vastgestelde looptijd met meer dan één jaar worden overschreden.

Artikel 6

1. Op grond van de ingediende jaarlijkse deelprogramma's kunnen voor de in artikel 2 bedoelde werkzaamheden voorschotten worden uitgekeerd volgens de stand van uitvoering van die werkzaamheden.

2. De voorschotten kunnen niet meer bedragen dan 80 % van de bijdrage van de Gemeenschap in de kosten van een jaarprogramma van de betrokken werkzaamheden.

3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 729/70.

Artikel 7

1. De bijdragen uit het Fonds worden uitbetaald aan de hiertoe door het Koninkrijk Spanje aangewezen instanties.

2. Tijdens de duur van de maatregelen van het Fonds verstrekt de daartoe door de betrokken Lid-Staat aangewezen autoriteit of instantie de Commissie, op haar verzoek, alle bewijsstukken en alle documenten waaruit blijkt dat aan de voor ieder bijzonder programma vastgestelde financiële en andere voorwaarden is voldaan. De Commissie kan zo nodig een controle ter plaatse uitvoeren.

Na raadpleging van het Comité van het Fonds over de financiële aspecten kan volgens de procedure van artikel 3, lid 4, worden besloten de bijdrage van het Fonds te schorsen, te verlagen of in te trekken

- wanneer het programma niet wordt uitgevoerd zoals vastgesteld of

- wanneer niet aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Uitbetaalde bedragen waarvoor onvoldoende bewijsstukken worden overgelegd, zullen op de betalingen voor latere jaren in mindering worden gebracht.

3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 729/70.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 17 oktober 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

Y. POTTAKIS

(1) PB nr. C 182 van 12. 7. 1988, blz. 14.

(2) Advies uitgebracht op 14 oktober 1988 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(3) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.

(4) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 1.

(1) PB nr. L 93 van 30. 3. 1985, blz. 1.